Naar inhoud springen

Gebruiker:Wikiklaas/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Dit is het persoonlijk kladblok van mij, Wikiklaas. Ik sla hier stukken tekst op die ik tijdelijk even kwijt wil omdat ze, opgenomen in een artikel, verwarrend zouden zijn, hoofdzakelijk doordat ze nog niet af zijn, of stukken die om een andere reden geen plaats in de hoofdnaamruimte verdienen. Commentaar op de tekst hieronder is welkom maar dan wel op de overlegpagina en graag ondertekend (met vier tildes: "~~~~"). Ik lees alles wat je daar neerzet, al beloof ik niet dat ik dat ook altijd snel doe: mijn activiteit op Wikipedia kent ups en downs.

Mosasaurus collectie Hoffmann

[bewerken | brontekst bewerken]

Rompen merkt (als eerste?) op dat Camper in zijn artikel van 1786 naast de schedels van Drouin en van Godding gewag maakt van nog een derde stel kaken met tanden, waarover Hoffmann hem bericht had en dat vermoedelijk ook in bezit was van Hoffmann. Hoffmann overleed in januari 1782 (volgens Rompen, p. 50, overleed hij op 7 januari, volgens Van Regteren-Altena, p. 87, werd hij op 17 januari begraven). Zijn collectie werd op 27 augustus en volgende dagen van hetzelfde jaar geveild. Van de veiling is een catalogus gemaakt, getiteld "Catalogue de livres d'anatomie, de chirurgie, d'acouchement, de médecine, etc. [...] Des squélettes naturels et artificiels [...] Une collection des ossements de toutes espèces, le tout delaissé par feu J.L. Hoffmann", uitgegeven bij H.J. Landtmeter in Maastricht. Als Hoffmann fossiele resten van een Mosasaurus bezat, zouden ze in de catalogus moeten staan. Petrus Camper verwierf enige tijd na Hoffmanns overlijden de belangrijkste stukken uit diens collectie, en aangezien hij in 1786 de fossiele beenderen uit de Sint-Pietersberg met name noemt, moeten die daarbij geweest zijn. Ook bij Faujas de Saint-Fond, in Histoire naturelle de la montagne de Saint-Pierre de Maestricht lezen we in deel 2 bij afbeelding 6 dat het daar afgebeelde kaakfragment in bezit was van Camper en nu van diens zoon Adriaan Gilles. Campers collectie werd rond 1820 als Museum Camperianum (museum van de Campers; meervoud!) gekocht door koning Willem I en vervolgens geschonken aan de Groninger universiteit. Een deel ervan is verloren gegaan bij de brand van het Academiegebouw in 1906; wat rest bevindt zich in het Universiteitsmuseum in Groningen. Er bestaat echter wel een door A.G. Camper opgestelde inventaris van de collectie die indertijd aan Groningen is geschonken, onder de titel "Korte beschrijving van het Museum Camperianum" in "Almanak der Akademie van Groningen, voor 't Jaar 1821" (jaargang 9): 12-56. Deze beschrijving is vrijwel gelijk aan de beschrijving die Camper in 1807 maakte voor de "Jaarboeken der Wetenschappen en Kunsten, in het Koningryk Holland", uitgegeven in 1809 (hier (titelpagina) en hier (begin beschrijving) te zien). Op p. 91-92 (46-47 in de Almanak) is onder Reptilia iets te lezen over een aanzienlijk aantal in de Sint-Pietersberg gevonden min of meer complete onderkaken van de uit zee afkomstige grote "Basterd-Krokodil", die meer dan dertig voeten (negen meter) lang kon worden, maar niets over Hoffmanns kaken en opvallend genoeg ook niets over de tweede, kleinere, Mosasaurus-soort, later Plioplatecarpus marshi genoemd, die Camper tussen de botten ontdekt had. Eveneens van de hand van Adriaan Gilles is de Description succincte du musée de Pierre Camper, 93 pagina's, uitgegeven in 1811 bij de gebroeders Van Cleef. In dit werk zouden de kaken van Hoffmann mogelijk nog te vinden kunnen zijn.


Werk van Petrus Camper

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1746. Dissertatio optica de visu (Leiden, Eliae Luzac Jun.)
  • 1746. Dissertatio physiologica de quibusdam oculi partibus (Leiden, Eliae Luzac Jun.)
  • 1751-65. Lessen over de verloskunde
  • 1758. Oratio inauguralis de certo in medicina (Amsterdam, Samuel Lamsveld)
  • 1760-62. Demonstrationum anatomico-pathologicarum lib. I-II, continens brachii humani fabricam et morbos (Amsterdam, Schreuder et Mortier)
  • 1761. Verhandeling over de oorzaaken der meenigvuldige breuken in de eerstgeboorene kinderen (Haarlem, Bosch, Plaat en Allart) in: Verhandelingen, uitgegeeven door de Hollandsche Maatschappye der Weetenschappen te Haarlem
  • 1761-62. Verhandeling over de voortteeling der Americaansche padden of Pipae (Haarlem) in: Verhandelingen
  • 1763. Verhandeling over het bestier van kinderen in: Verhandelingen
  • 1763. Verhandeling over het gehoor der geschubde visschen in: Verhandelingen
  • 1764. Oratio de analogia inter animalia et stirpes (Groningen, Hajo Spandaw)
= 1764. Redevoering van Petrus Camper over de overeenkomst tusschen de dieren en gewassen; gedaan, den 9. van bloeimaand des jaars 1764, by gelegenheid dat hy het hoogleeraarschap in het beschouwend gedeelte der medicynen op de Academie te Groningen, plegtig aanvaardde. Uit het Latyn vertaald door Cornelius van Engelen
  • 1767. Epistola ad anatomicorum principem magnum Albinum
  • 1767. Verhandeling over het gehoor van den cachelot of pot-walvisch in: Verhandelingen
  • 1768. Ontwerp voor eene teken academie tot Groningen (Groningen, Hendrik Crebas)
  • 1769. Lessen over de thans zweevende veesterfte, openlyk gehouden door Petrus Camper in het theatrum anatomicum te Groningen, den 10, 11, 13, en 14 van Sprokkelmaand, in den jaare 1769 (Leeuwarden, Chalmot)
  • 1769. Ontwerp om van eene Maatschappye in Friesland, om onder het bestier van Petrus Camper, en het opzicht van Wijnold Munniks, Med. Doctor, te beproeven, in hoeverre men het jonge hoornvee door inëntinge tegen de thans omgaande veeziekte zoude konnen beveiligen; en eenige andere proeven te doen tot behoud van het vee, in gevallen van algemeene en natuurlijke besmetting (Leeuwarden, Chalmot)
  • 1769. Voorlooper van waarnemingen omtrent den uitslag van de inëntinge der besmettelyke veeziekte op een honderd en twaalf hokkelingen, gedaan onder het bestier van Petrus Camper in de Grietenye van Doniawarstal in Friesland, met Wijnoldus Munniks (Leeuwarden, Chalmot)
  • 1770 Aanmerkingen over de inëntinge der kinderziekte met waarneemingen bevestigd (Leeuwarden, Chalmot)
  • ca. 1770. De oculorum fabrica et morbis
  • 1771. Brief van Petrus Camper aan den heere David van Gesscher over het voordeel der Doorsneede van de Schaambeenderen, om, met behoud van het leven beide van moeder en kind, moeijelyk geklemde hoofden te redden: en de Keizerlyke sneede, of den haak, te vermyden (Groningen)
  • 1771. Lectiones, quibus selecta medicinae legalis capita pertractantur, publice habitae (Groningen)
  • 1771. Naauwkeurige afbeelding en beschryving van eene geheel en al verloorene, maar door konst herstelde neus en verhemelte / naar het leven uitvoerig geteekend en in 't Latyn beschreeven door P. Camper (Amsterdam, J.C. Sepp)
  • 1772. Verhandeling over het bestier van kinderen
  • 1772. Natuurkundige verhandeling over den rhinoceros met den dubbelen hoorn en over het rendier
  • 1774. Gerechtelyke en ontleedkundige verhandeling over de tekenen van leven, en dood in nieuwgeborene kinderen (Leeuwarden, Chalmot)
  • 1774. Gedagten van Petrus Camper over de misdaad van kindermoord; over de gemakkelyke wyze om vondelinghuizen in te voeren; over de oorzaaken van kindermoord: en over zelfmoord : dienende tot antwoord op de ongegronde aanmerkingen van S.M.V.D. : waar by gevoegd zyn twee zaakelyke proeven over de inblaazing der lucht in de longen van kinderen, die dood ter wereld gekoomen zyn (Leeuwarden, Chalmot)
  • 1774. Kort berigt van de ontleding eens jongen elephants
  • 1774. Verhandeling over het zaamenstel der groote beenderen in vogelen en derzelver verscheidenheid in byzondere soorten in: Verhandelingen van het Bataafsch Genootschap der Proefondervindelyke Wysbegeerte te Rotterdam (Rotterdam, Reinier Arrenberg)
  • 1774. Aanmerkingen over het gezang der mannetjes kikvorschen in: Verh. Bat.
  • 1774. Verhandeling over het toestellen van breukbanden in Verh. Bat.
  • 1777. Brief aan de heelmeesters te Amsterdam Martens, van Gesscher, Zwagerman en van Hussem, over het steensnyden in twee reizen (Klein Lankum)
  • 1777. Brief van Petrus Camper aan zyne excellentie den hoog-gebooren heere Karel George, Graave van Wassenaar Twickel. : Behelzende een betoog van de onbestaanbaarheid, en te groote kostbaarheid der vak- en steen-werken aan de vyfdeels-dyken in Friesland, zedert weinige jaaren ter proeve aangelegd enz. (Amsterdam, G. Warnars)
  • 1777. Verhandeling over de zitplaats van het beenig gehoortuig, en over een voornaam gedeelte van het zintuig zelve in de walvisschen in: Verhandelingen
  • 1778. De Verhandelingen van Hippocrates, C. Celsus, en Paulus Ægineta, over de pypzweeren, en uitzakkingen van den aars / vertaald en met aanmerkingen, en waarneemingen, opgehelderd, door Petrus Camper (Amsterdam, Yntema en Tieboel)
  • 1779. Historiae literariae Cultoribus = Catalogus operum (Harlingen)
  • 1779. Kort berigt, wegens de ontleding van verscheidene orang outangs in: Algemeene Vaderlandsche Letteroefeningen
  • ca. 1781. Dissertation sur la meilleure forme des souliers
= 1781. Verhandeling over den besten schoen (Leiden, J. van Tiffelen en B. Onnekink)
  • 1782. Natuurkundige verhandelingen van Petrus Camper over den orang outang; en eenige andere aap-soorten. Over den rhinoceros met den dubbelen horen; en over het rendier (Amsterdam, erven P. Meijer en G. Warnars)
  • 1782. Aanmerkingen over de veranderingen, welke de steenen in de pisblaas der menschen ondergaan. : Brief over het steensnijden in twee reizen, volgens P. Franco ; Verhandeling van ... Maret over de voordeelen van het steensnyden in twee tyden, als mede de stelregels, van Celsus, Albucasis en Le Dran, over deeze konstbewerking : gestaafd door de waarneemingen van de heeren Ten Haaff en Van Wy / opgesteld, overgezet en met verklaaringen uitgegeeven door Petrus Camper (Amsterdam, Yntema en Tieboel)
= 1782. Mengelstoffen over de steengroeijing en derzelver heelwijze
  • 1782. Brief van Petrus Camper, aan den zeer ervaren, en beroemden heere Bs. Hussem, heelmeester Over het mankgaan der kinderen (Leeuwarden)
  • 1783. Oplossing der vraage door het Bataafsch Genootschap te Rotterdam voorgesteld: "Of er natuurlijke redenen zijn, waarom de mensch, meer dan eenig dier, met ziektens en gebreken heeft te worstelen; zoo ja, hoe ver derzelver naspooring aanleiding kan en moet geven tot meerdere voltooijing van de voorschriften der geneeskonst ter onderhouding of herstelling der gezondheid?" (Amsterdam)
  • 1784. Voyage de Dusseldorp, pour examiner les volcans au bord du Rhijn, depuis Bon jusques à Coblentz: Dussel, le 23 Juillet 1784 jusques au 6 d'Août
  • 1786. Rapport nopens de nieuwe dijks instructie voor de vijf deelen, met J. van Idsinga en C.L. van Beyma (Leeuwarden, Joh. Seydel)
  • 1786. Kort bericht wegens den Dugon van den graave de Buffon, en de Siren Lacertina, van een ridder Linneus
  • 1786. Conjectures relative to the Petrefactions found in St. Peter's Mountain near Maestricht in: Philosophical Transactions of the Royal Society (Londen)
  • 1787. Aanspraak aan haare koninglyke hoogheid, mevrouw de prinsesse van Orange en Nassau etc. als haare koninglyke hoogheid, vergezelschapt van haare doorluchtige hoogheden de prinsesse Louise, en de beide prinsen, den 24. van herfstmaand des jaars 1787, op het Hof in Den Haag gekoomen, de gelukwenschen, wegens hoogstdeszelver terugkomste ontfong, naamens den luysterryken Raad van Staten der Vereenigde Nederlanden
  • 1789. Dissertatio de fractura patellae et olecrani, figuris illustrata (Den Haag)
  • 1791. Dissertation physique de mr. Pierre Camper, sur les différences réelles que présentent les traits du visage chez les hommes de différents pays et de différents âges; sur le beau qui caractèrise les statues antiques et les pierres gravées. Suivie de la proposition d'une nouvelle méthode pour déssiner toutes sortes de têtes humaines avec la plus grande sûreté. Publiée après le décès de l'auteur par son fils Adrien Gilles Camper. Traduit du hollandois par Denis Bernard Quatremere d'Isjonval (Utrecht, B. Wild & J. Altheer)
= 1791. Verhandeling van Petrus Camper, over het natuurlijk verschil der wezenstrekken in menschen van onderscheiden landaart en ouderdom; over het schoon in antyke beelden en gesneedene steenen: Gevolgd door een voorstel van eene nieuwe manier om hoofden van allerleye menschen met zekerheid te tekenen. Naa des schrijvers dood uitgegeeven door zijnen zoon Adriaan Gilles Camper (Utrecht, B. Wild en J. Altheer)
= 1791. Dissertation sur les variétés naturelles, qui caractérisent la physionomie des hommes des divers climats et des différens âges: suivie de réflexions sur la beauté, particul. sur celle de la tête; avec une manière nouvelle de dessiner toute sorte de têtes etc.: ouvrage posthume; traduit du Hollandois par H.J. Jansen; on y a joint une dissertation, du même auteur, sur la meilleure forme des souliers; le tout enrichie de XI planches (Parijs)
  • 1791. Levens-schets van Petrus Camper (Leeuwarden, H. Post)
  • 1792. Redenvoeringen van wylen Petrus Camper, over de wyze, om de onderscheidene hartstogten op onze wezens te verbeelden; over de verbaazende overeenkomst tusschen de viervoetige dieren, de vogelen, de visschen en den mensch; en over het gedaante schoon; Gehouden in de Teken Academie te Amsterdam. uitgegeven door Adriaan Gilles Camper (Utrecht, B. Wild en J. Altheer)
= 1792. Discours prononçés par feû mr. Pierre Camper, en l'Acadêmie de dessein d'Amsterdam: sur le moyen de représenter d'une manière sûre les diverses passions qui se manifestent sur le visage; sur l'étonnante conformité qui existe entre les quadrupèdes, les oiseaux, les poissons et l'homme; et enfin sur le beau physique; publiés par son fils Adrien Gilles Camper; traduit du Hollandois par Denis Bernard Quatremere d'Isjonval (Utrecht, B. Wild en J. Altheer)
  • 1802. Description anatomique d'un éléphant mâle; publiée par A.G. Camper (Parijs)
  • 1803. Oeuvres, qui ont pour objet l'histoire naturelle, la physiologie et l'anatomie comparée; traduit du hollandais par Hendr. Jonas Jansen (Parijs, Dabo)
  • 1820. Observations anatomiques sur la structure intérieure et le squelette de plusieurs espèces de cétacés; publiés par Adrianus Gilles Camper avec des notes par Georges Cuvier (Parijs)


Soortconcept John Ray

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Ray, J. (1693), Historia plantarum generalis species hactenus editas aliasque insuper multas noviter inventas & descriptas complectens, Londen, Samuel Smith & Benjamin Walford, deel 1: p. 40, Cap. XX.

De latijnse tekst leest als volgt:

De Specifica (ut vocant) Plantarum differentia

Ut Plantarum numerus iniri possit, & earundem divisio recte institui, oportet ut notas
aliquas seu indicia specificae (ut vocant) distinctionis investigemus. Nobis autem diu
multumque indagantibus nulla certior occurrit quam distincta propagatio ex semine.
Quaecunque ergo Differentiae ex ejusdem seu in individuo, seu specie plantae semine oriuntur, ac-
cidentales sunt, non specificae. [Hae enim speciem suam satione iterum non propagant: Sic v.g.
Caryophyllos flore pleno seu multiplici pro specie distinctis a Caryophyllis flore simplici non habe-
mus, quia ab horum semine ortum suum ducunt, & semine sati Caryophyllis sìmplices iterum
edunt. At quae ex eodem specie semine nunquam proveniunt eae demum specificae censendae
sunt: aut si inter duas aliquas comparatio instituatur, quae plantae ex alterutrius semine non prove-
niunt, nec unquam semine satae transmutantur in se invicem, eae demum specie distinctae sunt.
Sicut enim in Animalibus sexuum distinctio non sufficit ad speciei diversitatem arguendam, quia
sexus uterque ex eodem specie semine, eisdemque non raro parentibus oritur, quamvis multis & in-
signibus Accidentibus inter se differant; nec Taurum cum Vacca, Virum cum Muliere specie con-
venire aliud requiritur argumentum, quam utrosque iisdem persaepe parentibus eademve matre or-
tos esse: sic pariter in plantis convenientiae specificae non aliud certius indicium eft quam ex semine
ejusdem plantae seu in specie seu in individuo oriri.] Nam quae specie differunt speciem suam perpe-
tuo servant, neque haec ab illius semine oritur, aut vice versa.

— Historia plantarum generalis, in the volume published in 1686, Tome I, Libr. I, Chap. XX, page 40

Engelse vertaling volgens John S. Wilkins:

In order that an inventory of plants may be begun and a classification (divisio) of them correctly established, we must try to discover criteria of some sort for distinguishing what are called ?species?. After long and considerable investigation, no surer criterion for determining species has occurred to me than the distinguishing features that perpetuate themselves in propagation from seed. Thus, no matter what variations occur in the individuals or the species, if they spring from the seed of one and the same plant, they are accidental variations and not such as to distinguish a species ? Animals likewise that differ specifically preserve their distinct species permanently; one species never springs from the seed of another nor vice versa.

So now you know what was said and where. Note that this is not a “biological” species concept – there is nothing here about interfertility; it is a generative conception of species – things are one species if they generate the same forms reliably.

Engelse vertaling volgens Elizabeth Mary Lazenby, 1995, p. 1157:

So that the number of plants can be gone into and the division of these same plants set out, we must look for some signs or indications of their specific distinction (as they call it). But although I have searched long and hard nothing more definite occurs than distinct propagation from seed. Therefore whatever differences arise from a seed of a particular kind of plant either in an individual or in a species, they are accidental and not specific. [For they do not propagate their species again from seed; thus, for example, we do not have Caryophylli with a full or multiple flower distinct in species from Caryophylli with a simple flower, because they derive their origin from their seed, and when sown from seed produce simple Caryophylli again. But those which never arise with the same appearance from seed, are indeed to be considered specific; or if comparison is made between two kinds of plant, those plants which do not arise from the seed of one or the other, nor when sown from seed are ever changed one into the other, these finally are distinct in species. For thus in animals a distinction of sexes does not suffice for proving a diversity of species, because both sexes arise from the same kind of seed and frequently from the same parents, although by many striking accidents they differ among themselves. It requires no other proof that a bull is of the same species as a cow, and a man as a woman, than that both have very often arisen from the same parents or from the same mother. So, equally in plants, there is no more certain indication of a sameness of species than to be born from the seed of the same plant either specifically or individually.] For those which differ in species keep their own species for ever, and one does not arise from the seed of the other and vice versa.

Nederlandse vertaling:

Over de verschillende soorten (zoals ze dat noemen) van planten

Teneinde het aantal planten te kunnen bepalen, en er een goede indeling van te maken, is het noodzakelijk dat we een of andere eigenschap zoeken die een onderscheidend kenmerk is van soorten (zoals ze dat noemen). Maar hoewel wij er lang en veel naar hebben gespeurd, deed er zich geen enkele zekerder [eigenschap] voor dan de kenmerken die voortgeplant worden door het zaad. Op welke wijze er derhalve ook verschillen uit dezelfde zaden tevoorschijnkomen, hetzij in een eenling, hetzij in een soort van planten, die zijn toevallig en niet soortbepalend. Zij planten namelijk hun kenmerken niet opnieuw uit het zaad voort: zo houden we bijvoorbeeld anjers met gevulde danwel dubbele bloemen niet voor een andere soort dan anjers met enkele bloemen, omdat die hun oorsprong hebben in het zaad, en uit het zaad gezaaid, leveren ze weer enkelvoudige anjers op. Die eigenschappen die uit het zaad van dezelfde soort nooit met verschillen tevoorschijnkomen, die zijn daarentegen pas echt als onderscheidende eigenschappen te beschouwen, of als een vergelijking tussen twee [soorten] wordt gemaakt, die planten die uit elkaars zaad niet voortkomen, en omgekeerd uit het gezaaide zaad nooit in elkaar veranderen, dat zijn pas echt verschillende soorten. Want net zoals bij dieren het onderscheid tussen de seksen niet voldoet om aan te tonen dat het verschillende soorten zijn, omdat beide seksen uit het zaad van dezelfde soort komen, en niet zelden uit dezelfde ouders, ofschoon ze veel en in sommige gevallen opvallend van elkaar verschillen, en het vereist geen ander betoog dat een stier en een vaars, en een man en een vrouw tot dezelfde soort behoren dan dat ze beide zeer vaak voortkomen uit dezelfde ouders of uit dezelfde moeder, zo is er op dezelfde wijze bij planten geen andere zekere aanwijzing van de gelijkheid van soorten, dan dat ze uit het zaad van dezelfde plant voortkomen, hetzij als soort, hetzij als eenling. Want zij die in onderscheidende kenmerken van elkaar verschillen, houden altijd die onderscheidende kenmerken, en deze komen niet voort uit het zaad van de andere, of vice versa.


Hulp bij vertaling verzocht

[bewerken | brontekst bewerken]

Beste Everlind, voor een historisch overzicht van de getijdentheorie (de ontwikkeling ervan in de loop van de tijd), dat ik aan het schrijven ben, wil ik graag een Nederlandse vertaling van deze Arabische titel: عجائب المخلوقات و غرائب الموجودات ('Aja'ib al-makhluqat wa-ghara'ib al-mawjudat) van أبو يحيئ زكريا بن محمد القزويني (Abu Yahya Zakariya' ibn Muhammad al-Qazwini). Zou je me daarbij kunnen helpen? Met hartelijke groet, Wikiklaas (overleg) 4 sep 2012 16:51 (CEST)

Dag Wikiklaas. Zelf kom ik met wat woordenboeken tot iets van "De wonderen van de schepsels en de eigenaardigheden van de levende wezens", maar helemaal evident is het niet... Kijk evt. ook eens naar deze pagina op de Engelstalige Wikipedia, of een van de pagina's op verschillende Wikipedia's over de auteur. De Engelstalige Wikipedia zegt: 'Marvels of Creatures and Strange Things Existing': 'Wonderen van schepsels en vreemde zaken die bestaan'. Mmmm, ik heb mijn bedenkingen daarbij... Volgens mij is het laatste woord namelijk een zelfstandig naamwoord in het meervoud en geen bijvoeglijk naamwoord, o.a. omdat dan volgens de theorie de meervoudsvorm niet juist is... Bovendien bestaat het geheel m.i. uit twee Idafa's, dat zijn bezitsconstructies, waarvan het tweede woord met ال "al" begint: het Arabisch bepaald lidwoord. Daardoor zijn beide delen ook geheel bepaald, vandaar twee maal twee keer "de" in mijn versie... Hopelijk heb je er iets aan... Op eigen risico :-) -- Everlind overleg 4 sep 2012 22:30 (CEST)

Beste Rsva, Voor een historisch overzicht van de getijdentheorie (de ontwikkeling ervan in de loop van de tijd), dat ik aan het schrijven ben, wil ik graag een Nederlandse vertaling van deze Arabische titel: عجائب المخلوقات و غرائب الموجودات ('Aja'ib al-makhluqat wa-ghara'ib al-mawjudat) van أبو يحيئ زكريا بن محمد القزويني (Abu Yahya Zakariya' ibn Muhammad al-Qazwini). Zou U me hierbij kunnen helpen? Hartelijke groet, Wikiklaas (overleg) 4 sep 2012 16:36 (CEST)

Ha Wikiklaas,

Natuurlijk help ik graag mee!

عجائب المخلوقات و غرائب الموجودات kan worden vertaald tot: Wonderen der Schepsels en Eigenaardigheden der Wezens

عجيبة = wonder مخلوق = schepsel غريبة = eigenaardig(e/heid) موجودات = aanwezigen; in deze context: wezens

"der" zie ik in deze context als een iets passender gebruik van "van de" omdat Arabisch nog steeds een vorm voor bekende en onbekende onderwerpen/subjecten heeft en in deze titel de bekende vorm aangenomen wordt.

Als er nog vragen zijn dan hoor ik het wel!

Hartelijk,

RA (overleg) 5 sep 2012 17:32 (CEST)

Hartelijk dank voor je reactie. Je overtreft mijn stoutste verwachtingen met dit gedetailleerde antwoord. Ik heb nu niet alleen een vertaling maar ik kan ook nog volgen waarom die zo, en niet anders moet zijn. Daar ben ik je bijzonder erkentelijk voor. Hartelijke groet, Wikiklaas (overleg) 5 sep 2012 21:30 (CEST)


de zaak Archaeodontosaurus 
Inleiding

Het Franse Projet Phoebus (zie hier voor afbeeldingen) is een prachtig project waarbij het natuurhistorisch museum van Toulouse (MHNT) een samenwerking met Wikimedia aangaat om afbeeldingen beschikbaar te maken van materiaal uit de collectie dat niet dagelijks wordt tentoongesteld. Natuurlijk is het voor het museum ook prettig om te merken als er met het beeldmateriaal dat zo beschikbaarkomt ook wat gebeurt. Misschien vinden ze het fijn als de naam van het museum bij de afbeeldingen wordt genoemd. Ik heb er geen probleem mee om bij een afbeelding van een specimen uit hun collectie de naam van het instituut te vermelden. Tot zover geen vuiltje aan de lucht.

Het probleem

Archaeodontosaurus is een Franse utilisateur die Projet Phoebus een warm hart toedraagt. Dat gaat nogal ver. Omdat hij, naar eigen zeggen, vindt dat het tempo waarin de afbeelding van het project toegevoegd worden aan Wikipedia, te laag is, doet hij dat nu zelf. Archaeodontosaurus spreekt geen woord Nederlands en ook communiceren in het Engels is voor hem al vrij lastig, gezien zijn houterige bijdragen in die taal. Hoewel hij dus geen snars begrijpt van de inhoud van de Nederlandstalige artikelen, is hij wel op enige schaal (ruim 800 bijdragen sinds januari 2010) bezig om hier afbeeldingen toe te voegen of zelfs bestaande te vervangen. Ik kwam daar bij toeval achter toen ik zag dat in het artikel Scutigera coleoptrata een bestaande afbeelding werd vervangen. De nieuwe afbeelding is ongetwijfeld mooi maar de oude is technisch beter omdat kop en staart van het organisme er veel duidelijker opstaan. Het bijschrift verwees daar ook naar.

Nieuwsgierig geworden bekeek ik meer bijdragen van deze gebruiker en ontdekte meer toevoegingen van "eigen" materiaal die geen verbetering in het artikel bewerkstelligden. Ik herstelde in enkele gevallen de oude situatie en liet een bericht achter op zijn OP. Archaeodontosaurus reageerde met een klaagzang op het door mij verwijderen van zijn afbeeldingen die zogenaamd zonder uitleg waren vervangen (uitleg stond wel degelijk in de bewerkingssamenvatting, maar natuurlijk onbegrijpelijk voor hem). Een van zijn argumenten was dat die van hem als "the best" erkend waren (quality image, wat natuurlijk gewoon goed maar niet het beste betekent), zonder zich er druk over te maken of ze ook in de gegeven situatie het beste resultaat gaven.

Ik heb op zijn OP vervolgens punt voor punt, aan de hand van voorbeelden, uitgelegd waarom ik het als een vorm van bad practice beschouw dat hij hier afbeeldingen toevoegt en vervangt zonder exact de context van de afbeeldingen te kennen. Ik heb hem voorgesteld het bestaan van afbeeldingen kenbaar te maken maar het daadwerkelijk toevoegen ervan over te laten aan gebruikers die de taal spreken.

Salix2 las mijn bericht op de OP van Archaeo en plaatste een bericht op mijn OP. Archaeo kreeg daar lucht van, gooide het stuk door Google Translate en maakte uit de vertaling volslagen onterecht op dat wij nationalistische redenen hadden om zijn bijdragen te weren. Hij schrijft verder over de GLAM-Wiki UK 2013 conference: "It was said at the convention that we must promote the quality ...." (de rest van de zin is onbegrijpelijk abracadabra). Daarmee wekt hij de indruk een opdracht te hebben meegekregen van die bijeenkomst. Mijn gezond verstand zegt dat op de bijeenkomst nooit en te nimmer de aanbeveling gegeven kan zijn om op projecten waar gebruikers de taal niet spreken, afbeeldingen te gaan vervangen door afbeelding die uit het project voortkomen.

Voorstel voor een oplossing

Via IRC heb ik Romaine om raad gevraagd, omdat hij veel weet over Wikimedia-projecten die samen met andere organisaties worden georganiseerd. Romaine kwam met de prachtige oplossing om Projet Phoebus bij ons in de kroeg te presenteren, met een link naar de categorie op Commons waar de afbeeldingen te vinden zijn. Daarbij stelde hij voor dat Archaeo ook zelf in zijn eigen gebruikersnaamruimte een lijst of meerdere lijsten kon aanleggen met (links naar) de afbeeldingen, gerangschikt op naam van het taxon. Met de juiste links naar die lijsten, zouden gebruikers dan in staat moeten zijn de afbeeldingen te vinden, die inderdaad vaak van goede kwaliteit zijn of moeilijk te vinden taxa afbeelden.

Voorlopig laatste stand

Ik heb Archaeodontosaurus inmiddels op twee plekken (hier; met spijt van de irritatie die ik tussendoor liet blijken, en hier) laten weten dat er een voorstel tot een oplossing op mijn OP staat maar hij houdt zich nog doof en gaat intussen gewoon door met het eigenhandig toevoegen van zijn afbeeldingen.

Wat nu

Ik vind het een bijzonder slecht idee om hier iemand z'n gang te laten gaan die de taal niet begrijpt en toch relatief ingrijpende bewerkingen doet. Ik heb dat naar mijn smaak voldoende indringend aan Archaeodontosaurus overgebracht. Zelf ben ik er spuugzat van dat ik hier in een andere taal moet overleggen met iemand die zich doofstom houdt voor goed advies en met wie ik in de eerste plaats al helemaal niet zou moeten overleggen over zijn bijdragen: hij had al lang in moeten zien dat het een bijzonder slecht idee is dat hij hier zelf bewerkt! Ik geloof dat hem voldoende duidelijk is gemaakt dat we het project waarderen maar dat hij het aan plaatselijke gebruikers moet overlaten om de vruchten ervan te plukken. Archaeo's voorstel (op verschillende plaatsen gedaan) om per afbeelding te gaan overleggen lijkt me onpraktisch omdat hij in de eerste plaats noch de Nederlandse, noch de Engelse taal voldoende beheerst om zinvol te kunnen overleggen, en omdat het in de tweede plaats buitengewoon onpraktisch en tijdrovend zou zijn. Ik ben er zat van, nu al twee keer geïrriteerd uitgevallen (zie ook hier) omdat ik tegen een muur lijk te spreken. In die laatst aangehaalde bijdrage laat ik ook weten op termijn geen andere uitweg te zien dan om een locale blokkade te vragen. Zo ver is het nog niet maar ik wil dit stuk vast goed gedocumenteerd hier hebben staan. Met de beste wensen voor iedereen,  Wikiklaas  overleg  9 jun 2013 23:39 (CEST)

ik heb een paar interwiki's toegevoegd. Ik kan niet zo snel zien of daar hetzelfde probleem speelt. En op de Franse overlegpagina heb ik een Nederlands-talige reactie geplaatst. – Maiella (overleg) 10 jun 2013 03:56 (CEST)


Interwikiconflicten

[bewerken | brontekst bewerken]
De lijst met een taxobox in A-L 


EducAIDed is een in Nederland gevestigde stichting die zich inzet voor kwalitatief goed onderwijs in ontwikkelingslanden. Zij wil een bijdrage leveren aan het behalen van de millenniumdoelstellingen door zich in te zetten voor de doelstelling dat alle kinderen onderwijs moeten kunnen genieten.[1]

EducAIDed richt zich op financiële ondersteuning van onderwijsprojecten, met name ten behoeve van lagere scholen in Afrika. Projecten worden opgezet middels fondsenwerving in Nederland en vervolgens uitgevoerd door lokale partners. De stichting vermeldt te werken vanuit de overtuiging dat kleinschaligheid met korte lijnen, concrete projecten, transparantie en intensieve samenwerking met de partnerorganisaties de sleutel zijn tot resultaat.[2] Ook draagt de stichting bij aan bewustwording van ontwikkelingssamenwerking in Nederland door middel van het organiseren van voorlichtingen op scholen.[3]

EducAIDed financiert een breed scala aan onderwijsprojecten, van het daadwerkelijk bouwen van scholen tot de aanschaf van lesmateriaal en trainingen van het personeel. De organisatie geeft aan te zoeken naar duurzame oplossingen waarbij de projecten worden uitgevoerd door lokale organisaties.[4]

De stichting is opgericht in 2007 te Groningen en bestaat volledig uit vrijwilligers. Trieneke Hijma is voorzitter van het bestuur. EducAIDed is sinds 2007 aangesloten bij het ANBI en heeft in 2014 het CBF certificaat voor kleine goede doelen ontvangen.[5]


Handige pagina

[bewerken | brontekst bewerken]

ErikvanB


Van dezelfde handige gebruiker.

Wat aantekeningen

[bewerken | brontekst bewerken]

Jaap Tinbergen

[bewerken | brontekst bewerken]
Jaap Tinbergen
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Persoonlijke gegevens
Volledige naam Jaap Tinbergen
Geboortedatum 19 december 19342
Geboorteplaats Den Haag
Overlijdensdatum 20 juni
Land Nederland
Wetenschappelijk werk
Vakgebied astronomie
Publicaties / Proefschrift Astronomical Polarimetry
Portaal  Portaalicoon   Astronomie

Jaap Tinbergen (Den Haag, 19 december 1934 - 20 juni 2010) was een Nederlands astronoom en poolonderzoeker.

Tinbergen verhuisde met zijn familie in 1949 naar het Verenigd Koninkrijk en studeerde natuurkunde aan de Universiteit van Cambridge en computerwetenschappen aan de Universiteit van Birmingham. Van 1958 tot 1959 werkte hij in het kader van het Internationaal Geofysisch Jaar twee jaar in Antarctica aan het onderzoek naar de ionosfeer. Vanaf 1960 was hij aan Observatory in Leiden en ging over de polarisatie van de galactische radiostraling op 75 en 50 cm. In 1964 stapte hij over naar de studie van optische fotometrie en in het bijzonder gepolariseerd licht. In 1972 behaalde hij een doctoraat in de precisie spectro-polarimetry van het licht van sterren. Hij studeerde polarisatie-effecten niet alleen sterren, maar ook in de atmosferische licht fenomenen als halo's en in de sfeer van de Venus. Hij werd beschouwd als de toonaangevende expert op het gebied polarimeter vragen telescopen en ontwikkelde een multi-purpose fotometer voor de William Herschel Telescoop in La Palma. In 1982 ging hij naar het Kapteyn Sterrenwacht in Roden te Groningen en 1996 aan de ASTRON in Dwingeloo (het Nederland Instituut voor Radio Astronomie). Hij bleef lid van de Leidse Sterrewacht. Zuletzt befasste er sich mit Instrumenten (basierend auf Polarimetrie) für die Suche nach Exoplaneten mit dem Very Large Telescope.

Tinbergen war von 1982 bis 1985 Präsident der IAU-Kommission 25 (Stellare Photometrie und Polarimetrie).

Der Asteroid 10434 Tinbergen ist nach ihm benannt.

  • Astronomical Polarimetry, Cambridge University Press 1996
[bewerken | brontekst bewerken]


Categorie:Nederlands astronoom

Gebruiker:Wikiklaas/Voetbalbox inklapbaar

Lampegietersavond

[bewerken | brontekst bewerken]

Lampegietersavond is een traditioneel feest dat de tweede maandag in september wordt gevierd in delen van Utrecht en Gelderland (Gelderse Vallei), waaronder Veenendaal, Renswoude, Woudenberg, Scherpenzeel en Ederveen. Kinderen lopen vaak verkleed en met een lampion door de straten. Na afloop wordt er traditioneel kaneelbeschuit met warme chocolademelk genuttigd. In Veenendaal wordt Lampegietersavond gevierd op de maandag in september, die het dichtst bij 17 september valt. Dit kan dus de 2e of 3e maandag in september zijn.

Het feest is ontstaan in Veenendaal. In die tijd was er nog geen elektrisch licht voorhanden en rond de 17e van september werd het te donker om zonder licht te kunnen werken. Er werd vanaf die tijd gebruik gemaakt van olielantaarns. Deze worden gesymboliseerd door de lampions. Dit werd gevierd en zo ontstond 'Lampegietersavond', in de volksmond 'Lampelietjesavond'. Een bekend liedje ging: 'Het is vanavund lampelietjusavund, falderalderiere, falderalderare. 'k Heb van mun va een lampion gekregen, falderalderalderaldera...', etc.

De gewoonte was dat kinderen zich verkleedden en in elke buurt een optocht ontstond. Er werden prijzen verloot voor de buurt die de mooiste verkleedstoet had gemaakt. De avond werd afgesloten met beschuit met anijs en warme chocolademelk.

Lampionnen werden ook zelf gemaakt, maar in de jaren zestig speelden de winkeliers hier handig op in. Vaak zag je veel verbrande lampionnen liggen, vooral als het waaide; het kaarsje kwam dan in aanraking met het papier door de wind en de lampion ging in de hens.

In het begin van de jaren 80 van de vorige eeuw werd het steeds meer een feest voor 'groteren' en ontstonden er in Veenendaal rellen door dronken jongeren en is zelfs de M.E. er wel eens aan te pas gekomen. Tegenwoordig is het een feest met een optocht en weten niet veel Veenendalers meer waar het oorspronkelijk mee te maken had.

Categorie:Volksfeest

Verwijderen of behouden vanuit een beoordelingssjabloon

[bewerken | brontekst bewerken]
(//)