Resolutie 1159 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 1159
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 27 maart 1998
Nr. vergadering 3867
Code S/RES/1159
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Conflict in de Centraal-Afrikaanse Republiek eind jaren 1990
Beslissing Richtte de MINURCA-vredesmissie op.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1998
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Brazilië Brazilië · Vlag van Bahrein (1972-2002) Bahrein · Vlag van Costa Rica Costa Rica · Vlag van Gabon Gabon · Vlag van Gambia Gambia · Vlag van Japan (1870–1999) Japan · Vlag van Kenia Kenia · Vlag van Portugal Portugal · Vlag van Slovenië Slovenië · Vlag van Zweden Zweden
Het MINURCA-gesp.

Resolutie 1159 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 27 maart 1998 en verlengde de vredesmacht in de Centraal-Afrikaanse Republiek.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

De periode na de onafhankelijkheid van de Centraal-Afrikaanse Republiek werd gekenmerkt door opeenvolgende staatsgrepen. Begin jaren 1990 werd een meerpartijensysteem gecreëerd en volgden verkiezingen. Eén en ander verliep onregelmatig en de spanningen in het land liepen op. De ongelijke behandeling van officieren leidde in 1996-1997 tot muiterij in het leger. Een slecht bestuur en economische problemen destabiliseerden het land. Er werd een Afrikaanse vredesmacht gestationeerd die in 1998 werd afgelost door een VN-vredesmacht, die in 2000 weer vertrok.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

Waarnemingen[bewerken | brontekst bewerken]

De Afrikaanse missie MISAB zag toe op de uitvoering van de Bangui-Akkoorden, en vooral de overgave van wapens, in de Centraal-Afrikaanse Republiek, en die missie was verlengd tot 15 april om een vlotte overgang naar een VN-operatie te verzekeren. Intussen moesten de partijen van de akkoorden deze verder uitvoeren en de verkiezingen voor augustus-september voorbereiden.

Handelingen[bewerken | brontekst bewerken]

A[bewerken | brontekst bewerken]

De Veiligheidsraad verwelkomde de vooruitgang in de Centraal-Afrikaanse Republiek en riep op de akkoorden verder uit te voeren. Ook werden alle landen, internationale organisaties en financiële instellingen gevraagd te helpen met de ontwikkeling van het land na het conflict.

B[bewerken | brontekst bewerken]

De verlenging van de MISAB-missie werd goedgekeurd en de deelnemende landen werden tot 15 april geautoriseerd om de veiligheid en bewegingsvrijheid van hun personeel te verzekeren.

C[bewerken | brontekst bewerken]

De Veiligheidsraad richtte de VN-Missie in de Centraal-Afrikaanse Republiek of MINURCA op, te beginnen vanaf 15 april en met een militair component van maximaal 1350 manschappen. De taken van de missie waren het zorgen voor de veiligheid en stabiliteit in en rond de hoofdstad Bangui, de nationale veiligheidstroepen bijstaan met de ordehandhaving, toezien op de ontwapening, zorgen voor de veiligheid en bewegingsvrijheid van VN-personeel, meewerken aan de opleiding en herstructurering van de nationale politie en advies en technische bijstand verlenen aan de verkiezingen.

Het initiële mandaat van MINURCA liep gedurende drie maanden, tot 15 juli, en de missie stond onder leiding van een speciaal vertegenwoordiger van de secretaris-generaal. Ten slotte werd de Centraal-Afrikaanse Republiek gevraagd om vóór 25 april een status of forces-akkoord te sluiten met de secretaris-generaal.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]