Resolutie 1212 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 1212
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 25 november 1998
Nr. vergadering 3949
Code S/RES/1212
Stemming
voor
13
onth.
2
tegen
0
Onderwerp Instabiliteit van Haïti
Beslissing Verlengde de MIPONUH-politiemissie met 1 jaar.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1998
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Brazilië Brazilië · Vlag van Bahrein (1972-2002) Bahrein · Vlag van Costa Rica Costa Rica · Vlag van Gabon Gabon · Vlag van Gambia Gambia · Vlag van Japan (1870–1999) Japan · Vlag van Kenia Kenia · Vlag van Portugal Portugal · Vlag van Slovenië Slovenië · Vlag van Zweden Zweden
Haïti.

Resolutie 1212 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 25 november 1998 met dertien stemmen voor en twee onthoudingen (China en Rusland) aangenomen door de VN-Veiligheidsraad, en verlengde de MIPONUH-politiemissie in Haïti met een jaar.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Na decennia onder dictatoriaal bewind won Jean-Bertrand Aristide in december 1990 de verkiezingen in Haïti. In september 1991 werd hij met een staatsgreep verdreven. Nieuwe verkiezingen werden door de internationale gemeenschap afgeblokt waarna het land in de chaos verzonk. Na Amerikaanse bemiddeling werd Aristide in 1994 in functie hersteld.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

Waarnemingen[bewerken | brontekst bewerken]

De VN-politie, de Internationale Civiele Missie en het VN-Ontwikkelingsprogramma speelden een sleutelrol in Haïti door te helpen met de opbouw van een politiemacht en het herstel van de democratie en justitie. De politie in het land werd verder geprofessionaliseerd, zoals voorzien in het Ontwikkelingsplan voor de Haïtiaanse Nationale Politie 1997-2001. Vrede en ontwikkeling hangen samen en internationale hulp bleef nodig in Haïti. Daarom was men bezorgd over de politieke stilstand.

Handelingen[bewerken | brontekst bewerken]

Het belang van een goed werkende politie werd benadrukt. Op vraag van Haïti zelf werd het mandaat van MIPONUH verlengd tot 30 november 1999. Secretaris-generaal Kofi Annan werd gevraagd elke drie maanden over de missie te rapporteren. Men was ook niet van plan de missie na 30 november 1999 verder te verlengen. Verdere steun moest aan andere internationale organisaties gevraagd worden. De Haïtiaanse politieke leiders werden ten slotte aangezet verder te onderhandelen om de crisis te beëindigen en om het justitiesysteem, en in het bijzonder de strafinstellingen, te hervormen.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]