Maximiliaan Vilain (baron van Rassenghien),[4] sinds 1 juni 1566 de stadhouder van Rijsels-Vlaanderen,[9] hoorde dat de rebellen in Wattrelos waren gearriveerd.[3] Hij stuurde 50 ruiters en 150 voetknechten op hen af, die op 27 december de groep van Denys bij Wattrelos versloegen in een veldslag.[3] Veel rebellen vluchtten vervolgens de parochiekerk van Wattrelos in, die de regeringstroepen in brand staken.[3] Veel opstandelingen kwamen hierbij om.[3]
Twee dagen later werden in de slag bij Lannoy (29 december) de andere geuzen verslagen,[4] maar zij wisten voor het merendeel te vluchten; kort daarna (1 op 2 januari 1567) werd Doornik door regeringstroepen onder Filips van Noircarmes heroverd.[10] Hierdoor kon het belegerde Valencijn niet worden ontzet, maar bleef nog bijna drie maanden uithouden. Toen op 13 maart opnieuw een geuzenleger werd afgeslacht bij Oosterweel, gaf de stad zich na hevige beschietingen over (23 maart 1567).[2]
Kuttner, Erich, Het hongerjaar 1566. Amsterdamsche Boek- en Courantmaatschappij, Amsterdam (1949), “XLVI De belegering van Valenciennes en de tous-nus”, 374–381. Geraadpleegd op 31 juli 2022. (vertaald uit het Duits door Johan Winkler)
Anton van der Lem, Wattrelos. dutchrevolt.leiden.edu. Universiteit Leiden. Geraadpleegd op 31 juli 2022.