Wapen van Heer Oudelands Ambacht

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Wapen van Heer Oudelands Ambacht

Het wapen van Heer Oudelands Ambacht werd op 24 december 1817 door de Hoge Raad van Adel aan de gemeente Heer Oudelands Ambacht in gebruik bevestigd. Op 19 augustus 1857 werd Heer Oudelands Ambacht onderdeel van de gemeente Groote Lindt. Het wapen van Heer Oudelands Ambacht is daardoor komen te vervallen. In het wapen van Groote Lindt zijn geen elementen overgenomen uit het wapen van Heer Oudelands Ambacht. Sinds 6 september 1881 maakt Groote Lindt deel uit van de gemeente Zwijndrecht.[1]

Blazoenering[bewerken | brontekst bewerken]

De blazoenering van het wapen luidde als volgt:

Van keel beladen met een keper van goud.[2]

De heraldische kleuren zijn keel (rood) en goud (geel).

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Willem III van Holland wilde in 1331 de Zwijndrechtse Waard inpolderen en deed daartoe een oproep om de financiering daarvan rond te krijgen. Ieder die minimaal 1/16 aandeel van de kosten van de nieuwe waard voor zijn rekening zou nemen, zou de titel Ambachtsheer van een gedeelte van de waard krijgen. De acht personen die daarop reageerden waren: Heer Schobbeland van Zevenbergen, die het gebied rond het huidige Zwijndrecht verkreeg; N van de Lindt, naar wie de Groote en Kleine Lindt zijn genoemd; Heer Oudeland, naar wie Heer Oudelands Ambacht is genoemd; Jan van Roozendaal, die Heerjansdam verkreeg; Daniel en Arnold van Kijfhoek; Claes van Meerdervoort; Adriaan van Sandelingen, die Sandelingen-Ambacht verkreeg en ten slotte Zeger van Kijfhoek, wiens zoon Hendrik Ido ambachtsheer werd.

Jan Oudeland schonk zijn deel in 1348 aan Jan van Brakel. De Van Brakels bleven heren tot 1478. Hierna is de heerlijkheid meermaals verkocht, o.a. aan Catharina Kamp, eigenares van 1749-1789. Vrouwe Catharina Kamp was weduwe van Jacob van Herzeele. Het wapen van Herzele was identiek aan het gemeentewapen met een uitgeschulpte schildzoom van zilver. Het wapen van de heerlijkheid is gelijk aan het wapen van Herzele. Van Ollefen spreekt van een keper van zilver in plaats van goud.

Verwant wapen[bewerken | brontekst bewerken]