De Dorth

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De Dorth
Locatie Echt
Algemeen
Kasteeltype onbekend
Huidige functie natuurgebied
Gebouwd in vóór 1456
Gesloopt in uiterlijk in 1719

De hof De Dorth (ook: Huis van Echt of Het Slötje) was een kasteel in het Nederlandse dorp Echt, provincie Limburg.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Het kasteel werd gebouwd aan de rand van het moerassige gebied Dorth, waar het waarschijnlijk ook zijn naam aan ontleent. De oudste vermelding is een belening uit 1432, toen Arnt Struyber van Kessel door de Gelderse hertog beleend werd met een derde van de ‘den have in Doirde’. In 1456 volgde Joost die Wilde van Meersen als leenman.

In 1474 werd Henrick Gelden beleend met de hof De Dordt. Na de familie Brede kwam het huis in de 16e eeuw in handen van de familie Volkert. De laatste vermelding van het kasteel is in het leenregister van 1557, waarna er een einde komt aan de beleningen. Het is onbekend of het kasteel toen is verwoest of afgebroken. De laatste restanten zouden rond 1719 zijn gesloopt, alhoewel er nog tot 1867 een ruïne zichtbaar was.

Het is niet duidelijk wat voor type kasteel De Dorth is geweest. Vanwege de ligging bij ontginningsgebieden zou het een ontginningshof kunnen zijn. Er wordt in de literatuur echter ook wel gesuggereerd dat De Dorth een waterburcht was die diende als grensversterking tegen het nabijgelegen hertogdom Gulik. In 1498 zou het in de strijd tussen Gelre en keizer Maximiliaan zijn verwoest.

De juffrouw zonder kop[bewerken | brontekst bewerken]

Volgens de legende zou Cecilia van Hamal, weduwe van slotvoogd Willem van Vlodrop, in 1498 de verdediging van het kasteel op zich hebben genomen. Zij kwam aan haar einde toen de bevolking van Echt haar onthoofde. Hierna zou zij nog eeuwenlang als geest hebben rondgespookt, met haar hoofd in haar handen. Ze vermoordde elke inwoner van Echt die ze te pakken kreeg en kookte hun hoofden in een ketel. Toen ene Drikus haar een keer in het midden van de nacht tegenkwam, zei ze hem dat haar vloek alleen kon worden verbroken als iemand zwijgzaam de door haar begraven schat naar boven haalde. Drikus haalde zijn zwager Hannes erbij en zwijgzaam groeven ze op de aangegeven plek naar de schat. Maar toen ze op de schatkist stootten, kon Hannes zich niet inhouden en uitte een vreugdekreet. Hierna zonk de schat verder in de grond, onbereikbaar voor de twee mannen. De vloek werd niet verbroken.[1]

Beschrijving[bewerken | brontekst bewerken]

Het rechthoekige kasteelterrein ligt hoger dan zijn omgeving en heeft een afmeting van circa 40 bij 70 meter. Mogelijk zijn de lagere delen rondom het terrein restanten van een slotgracht.

Bij onderzoek kwamen geen duidelijke restanten tevoorschijn die op een kasteel duiden. De grondboringen brachten slechts enkele puinbrokjes naar boven.

Het voormalige kasteelterrein is onderdeel van natuurgebied De Doort dat wordt beheerd door Staatsbosbeheer.