Gebruiker:Pieter1/Gered

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Hieronder artikelen die op de verwijderlijst stonden of niet geaccepteerd werden, die ik voorlopig even hier bewaar, omdat ik ze om mij moverende redenen waardevol acht.

Bijbel (algemeen)[bewerken | brontekst bewerken]

Het begrip Bijbel (tanak/h in het Hebreeuws, η Βίβλος in het Grieks) is de algemeen gebruikte aanduiding voor de Hebreeuwse bijbel of Tenach van het jodendom of de combinatie van het Oude Testament en het Nieuwe Testament in het christendom, zie ook Bijbel (christendom). Het woord Bijbel komt uit het Grieks, waar het "het boek" betekent. De Bijbel is zoals al uit het bovenstaande blijkt niet één werk, maar het bestaat uit diverse boeken die op verschillende plaatsen en in verschillende tijden tot stand zijn gekomen (zie Canon van de Bijbel). Er bestaan vele bijbelvertalingen. De eerste gedrukte Bijbel was de Gutenbergbijbel. De Biblia Hebraica Stuttgartensia is een onder de naam Hebreeuwse Bijbel verschijnende grondtekst van de Tenach.

Er bestaan vele aparte begrippen voor de bijbel:


Invloed van de Bijbel[bewerken | brontekst bewerken]

Vanwege de christelijke dominantie van Europa vanaf de late Romeinse tijd tot aan de Verlichting heeft de christelijke bijbel niet alleen de godsdienst, maar ook de taal, de wetgeving alsmede de kunst en de filosofie beinvloed van de Westerse beschaving.

Met de verlichting en de wetenschappelijke revolutie in Europa en de Verenigde Staten ontstond er bij veel mensen twijfel aan zowel de goddelijke oorsprong van de bijbel.

Sommige wetenschappers, waaronder archeologen nemen de bijbel als uitgangspunt. De meeste wetenschappers zien de Bijbel als een cultureel, literair en religieus document.

Mercuriusovergang/periodiciteit (door Nico uit Gouda)[bewerken | brontekst bewerken]

Dit artikel handelt over de periodiciteit van de Mercuriusovergang en is een uitbreiding van het artikel Mercuriusovergang. Zie ook Venusovergang/periodiciteit over hetzelfde verschijnsel bij de planeet Venus.

Reeksen[bewerken | brontekst bewerken]

De Mercuriusovergangen van 1986, 1993 en 1999 waren in West-Europa niet te zien. Op 7 mei 2003 was dit in België en Nederland wel waarneembaar tussen 07:11 en 12:32 uur. Voor het zien van een Mercuriusovergang is een telescoop nodig die is uitgerust met een zonnefilter. De Mercuriusovergang van 8 november 2006 is in West-Europa niet te zien. De daaropvolgende overgang van 9 mei 2016 weer wel. Mercurius-overgangen herhalen zich met een periode van 217 jaren, zo worden de overgangen van 1986, 1993, 1999, 2003, 2006 en 2016 herhaald in 2203, 2210, ----(!), 2220 , 2223 en 2233. In 2216 is er géén overgang omdat Mercurius dan juist net éven ten noorden van de zonneschijf langs loopt. Hier is zo'n periode van 217 jaar geëindigd! De laatste overgang van deze reeks was in 1999 en die was gedeeltelijk in het oosten van Australië, op het zuider-eiland van Nieuw-Zeeland en op Antarctica. Men zag daar de planeet Mercurius als een heel klein "tandje" gedurende zo'n half uur langs de noordkant van de zonneschijf lopen. Omdat - hetzelfde principe net zoals bij Venusovergangen (zie aldaar) is hier van toepassing - de koordes steeds na 217 jaar iets noordelijker bij novemberovergangen en ietsjes méér zuidelijker bij mei-overgangen (Mercurius staat in mei iets dichter bij de aarde dan in november tijdens een overgang) over de zonneschijf lopen, komt het van tijd tot tijd voor dat een mei- of novemberovergang reeks begint of juist eindigt, zoals in 1999. Er zijn twéé soorten gedeeltelijke overgangen: bij de ene soort zoals in 1999 en ook in 2391 is op een gedeelte van de aarde een "gewone" overgang te zien, en ergens anders op aarde is een gedeeltelijke overgang te zien (zie zeven regels hoger), bij de andere soort zoals in 1342, 1937, 2608 en 2815 is er ergens op aarde een gedeeltelijke overgang te zien, maar op andere plaatsen ziet men in het geheel géén overgang! Daar "scheert" Mercurius even ten noorden of ten zuiden van de zonneschijf langs. Wél trekt Mercurius in zo'n geval door de corona van de zon, en dit kan men dan zien met een speciale zonnetelescoop. De gedeeltelijke overgangen van 2391 (eerste soort) en 2608 (tweede soort) zijn de laatste twee overgangen van een en dezelfde 217-jaar-reeks want in 2391 - 217 = 2174 is er een "gewone" overgang en in 2608 + 217 = 2825 is er - net zoals in 2216 (zie zo'n 20 regels hoger) behorende bij een ándere 217 jaar-reeks - net géén overgang meer en is déze 217 jaar serie geëindigd. De gedeeltelijke overgang van 1937 is daarentegen een eerste overgang van een níéúwe serie: 217 jaar eerder in 1720 was er (nog) geen overgang en de overgang van 217 jaar later in 2154 zal een "gewone" zijn. Het is een merkwaardig feit dat het kwartet novemberovergangen van 1973, 1986, 1993 en 1999 het laatste kwartet is van in totaal vier kwartetten novemberovergangen steeds met de inmiddels bekende 217 jaar "saros"-periode tussenruimte. Over een kleine duizend jaar zullen er twéé van zulke kwartetten voorkomen met de nu bekende 217 jaar-periode tussenruimte, rond het jaar 3500 komt dán slechts één zo'n kwartet (nog) voor en dáárna komen deze kwartetten tot minimaal het jaar tienduizend níét meer voor!

Overzicht[bewerken | brontekst bewerken]

Hier volgt een compleet overzicht, ook wel "panorama" genoemd, van álle Mercuriusovergangen die in zo'n "saros"-periode van 217 jaar plaatsvinden. Er zijn twintig (vanaf 1999 negentien) overgangen aan de klimmende knoop (dit zijn de novemberovergangen) en er zijn tien (vóór 1937 negen) overgangen aan de dalende knoop (dit zijn de mei-overgangen). Overgangen aan de klimmende knoop krijgen een aanduiding die begint met de letter "K" (=klimmende knoop), gevolgd door een (volg)letter, overgangen aan de dalende knoop krijgen de letter "D" (=dalende knoop) gevolgd door een (volg)letter. De overgang van mei 2003 krijgt de "saros-reeks"-letters DL, en de overgang van november 2006 heeft de "code" KS. Álle overgangen in een periode van 217 jaar nu achter elkaar: mei 1937 DD, november 1940 KK, november 1953 KF, mei 1957 DM, november 1960 KT, mei 1970 DH, november 1973 KO, november 1986 KJ, november 1993 KX, november 1999 KE (laatste overgang van een 217-jaar reeks, want in november 2216 is er geen overgang meer [is in het hoofdstukje hierboven nader uitgelegd]), mei 2003 DL, november 2006 KS, mei 2016 DG, november 2019 KN, november 2032 KI, november 2039 KW, mei 2049 DK, november 2052 KR, mei 2062 DF, november 2065 KM, november 2078 KH, november 2085 KV, mei 2095 DJ, november 2098 KQ, mei 2108 DE, november 2111 KL, november 2124 KG, november 2131 KU, mei 2141 DI, november 2144 KP en mei 2154 DD. Nu is de "cyclus" rond, want de overgang van mei 1937 die 217 jaar eerder plaatsvond heeft óók de "code" DD, want de overgangen mei 1937 en mei 2154 zijn "leden" van een en dezelfde overgangenserie, en hebben daarom dan ook dezelfde "code". Men ziet dat aan de klimmende knoop (novemberovergangen) de "codes" KA, KB, KC en KD ontbreken. Dit komt doordat deze vier "saros"-reeksen al zijn uitgestorven: KA en KB beide al vóór zo'n twééduizend jaar voor Christus, KC rond vijfhonderd jaar vóór Christus, KD rond negenhonderd jaar ná Christus. De KE-serie is ná 1999 uitgestorven, zie boven. De KX-serie is daarentegen een "jonge" serie: deze is begonnen met de gedeeltelijke novemberovergang in 1342, zes jaar later gevolgd door een overgang uit de "oude" KE-serie in 1348. Ook in 1559 en 1565, 1776 en 1782, 1993 en 1999 waren er KX - KE-series paren, maar ná 1999 is de KE-serie uitgestorven. In november 1125 (217 jaar vóór 1342) was er (nog) net géén overgang. Aan de dalende knoop (mei-overgangen) ontbreken de series DC, DA en DB. In tegenstelling tot zo-even besproken series KA, KB, KC en KD aan de klimmende knoop zijn de series DC, DA en DB niet al uitgestorven maar... moeten nog beginnen(!): de serie DC zal in 3936 beginnen en komt aan de dalende knoop ná de serie DH, nádat er eerst een paar novemberovergangen zijn geweest, DB begint in het jaar 6152 en komt aan de dalende knoop ná de serie DG, nádat er (ook nu) eerst een paar novemberovergangen zijn geweest, en tot slot zal de serie DA pas beginnen in 8802 en komt op de zojuist beschreven wijze ná de serie DF. De serie DD is begonnen met de overgang van mei 1937 (deze is in het hoofdstukje hierboven besproken), de serie DM is bijna uitgestorven: ná de overgang van mei 1957 volgt nog een "gewone" overgang in mei 2174 in deze serie, hierna tot slot gevolgd door nog twéé gedeeltelijk overgangen (zie hierboven bij "Reeksen"). Net zoals bij de KX- en de KE-series aan de klimmende knoop, vormen ook de DD- en de DM-series aan de dalende knoop zo'n gelijksoortig paar en komen, net zoals dit bij de KX- en de KE-series het geval is, vier keer achtereen als een paar voor: DD in 1937 gedeeltelijke overgang en DM in 1957; gevolgd door 2154 (DD) en 2174 (DM), gevolgd door 2371 (DD) en 2391 gedeeltelijke overgang (DM), tot slot gevolgd door 2588 (DD) en 2608 gedeeltelijke overgang (DM). Vóór 1937 was de DD-serie nog niet "geboren", en ná 2608 is de DM-serie "uitgestorven".

Berekeningen[bewerken | brontekst bewerken]

Prof. Aldo Vitagliano heeft zo'n twee jaar geleden álle Mercuriusovergangen berekend met zijn computer van tíénduizenden jaren geleden tot tíénduizenden jaren in de toekomst.

Wie nu goed op de vólgorde van de (volg)letters van de series zowel aan de klimmende knoop alsook aan de dalende knoop heeft gelet, ziet dat na 46 jaar (een kortere en ietwat onnauwkeurige periode van herhalingen van Mercuriusovergangen) de voorgaande letter in het alfabet wordt gebruikt, dus november 1940 KK, november 1986 KJ, november 2032 KI en november 2078 KH. Dit gaat níét oneindig door, omdat dit "afgebroken" wordt door de langere véél nauwkeurige 217-periode van Mercuriusovergangen. Aan de dalende knoop is dit exact hetzelfde: mei 1957 DM, mei 2003 DL, mei 2049 DK, mei 2095 DJ, mei 2141 DI. Óók hier wordt zo'n "reeks" afgebroken door de 217-jaar periode. Aan de dalende knoop zijn die tien overgangen in 217 jaar gerangschikt als volgt: DM, DH, DL, DG, DK, DF, DJ, DE, DI en DD. Na DD volgt weer DM. Men ziet duidelijk twee series door elkaar lopen: M, L, K, J, I, en H, G, F, E, D. Er zitten stééds vijf letters tussen de "codes" van de 217-jaar-reeksen! Dit is bij béíde knopen zo! De serie DC die in 3936 zal gaan beginnen, komt ná de series DD, DM en DH, en vóór de series DL en DG. De DM-serie sterft dan vervolgens uit: men heeft dan vervolgens de series (let op: nu iets anders gerangschikt!) L,G,K,F,J,E,I,D,H,C. Aan de klimmende knoop zijn de (volg)letters als volgt (men mag nu zélf de series die door elkaar lopen uiteenhalen) - de eerste letter is steeds weggelaten - X,E,S,N,I,W,R,M,H,V,Q,L,G,U,P,K,F,T,O,J (nu zijn er 217 jaar voorbij en komt de X weer terug). Een klein hulpje: splits deze rij uit in stukjes van vijf letters, dus: X,E,S,N,I; gevolgd door W,R,M,H; gevolgd door V,Q,L,G; gevolgd door U,P,K,F; tot slot gevolgd door T,O,J. De laatste groep heeft maar drie letters i.p.v. vier. De eerste groep heeft t/m 1999 vijf letters i.p.v. vier, omdat de E-serie ná dat jaar "afgelopen" is. Men kan de "E" dan ook wegdenken: X,S,N,I. Wie goed heeft opgelet, ziet dat de "E" áchter de laatste groep van T,O,J moet komen, dus: T,O,J,E. Maar (helaas voor de systematiek van deze stukjes) de X-serie die in 1342 is begonnen, komt in 1348 vóór de E-serie, dit is ook het geval in 1559 en 1665, ook in 1776 en 1782 en tot slot ook in 1993 en 1999 en hier eindigt de E-serie. Zodat de X-serie stééds ná 217 jaar vóór de E-serie komt en helaas niet erná! Dit exact hetzelfde was zo'n ruim duizend jaar geleden ook het geval met de W-serie en de D-serie, en was ook zo'n tweeduizend jaar voor Christus ook het geval met de V-serie en de C-serie. Hier zit een systeem in: nadat eerst de A en vervolgens ook de B was uitgestorven, verving de V de C, de W verving de D, de X heeft nu na 1999 de E vervangen. Ook in de toekomst gaat dit zo door: Y vervangt F (stééds ervoor dus), Z vervangt G enz. In het kort genoteerd: V>C, W>D, X>E, Y>F, Z>G, AA>H, BB>I enz. Dit verwisselen gaat in de toekomst steeds sneller, omdat de afstand tussen de "koordes" die Mercurius steeds na 217 jaar over de zonneschijf lijkt te trekken steeds groter wordt aan de klimmende knoop. Rond achtduizend vóór Christus is de bewegingsrichting hiervan omgedraaid van zuidwaarts naar noordwaarts, en de series KA t/m KU waren toen "bezig". Daarvóór telden de series "achteruit", net zoals dit tegenwoordig bij de (volg)letters van de serie aan de dalende knoop het geval is, hier draait de bewegingsrichting van de "koordes" rond het jaar twaalfduizend ná Christus om van juist noordwaarts naar zuidwaarts. Men heeft dan overgangen uit de series DA t/m DK. Ook aan de dalende knoop is er een soort van verwisselingssystematiek van de 217-jaar reeksen, maar die is niet zo mooi opvallend als bij de klimmende knoop. De DC-serie vervangt de DM-serie, de DB-serie zal de DL-serie gaan vervangen, en deze DL-serie is de laatste serie die zal uitsterven. Maar de DA-serie vervangt niet (meer) de DK-serie, omdat het aantal overgangen aan de dalende knoop geleidelijk aan zal toenemen van negen of tien naar (steeds) elf stuks. Daarna bewegen de koordes van Mercurius in tegengestelde richting en begint de DL-serie in het jaar 11.768 weer opnieuw. In het verleden heeft de DD-serie die begon met de gedeeltelijke mei-overgang uit 1937 de DN-serie vervangen, die al eeuwen geleden ervóór al was uitgestorven. DE verving daarvóór DO, DF verving daar weer voor DP, maar omdat er in het verleden méér dan tien overgangen waren aan de dalende knoop verdwenen naar de toekomst gerekend méér series van 217 jaar dan dat er nieuwe series werden "geboren". Wél is het ná Christus zo dat aan de dalende knoop éérst een oude serie verdwijnt (er zijn dan negen overgangen aan de dalende knoop in 217 jaar) vóórdat er een nieuwe begint (dan zijn er tien overgangen in 217 jaar [dit vanaf 1937]), dit in tegenstelling tot aan de klimmende knoop waar juist éérst een nieuwe serie begint en die dan stééds zés jaar zich vóór de óúde serie "bevindt", vóórdat die oude serie die dus "erná" zit in het seriesschema, verdwijnt. Maar aan de klimmende knoop wordt dit ná over zo'n ruim tweeduizend jaar omgekeerd en verdwijnt, net zoals dit tegenwoordig bij de dalende knoop het geval is, éérst een oude serie vóórdat (op exact dezélfde plaats in het seriesschema!) er een nieuwe serie begint. In véle tíénduizenden jaren draaien aan beide knopen de bewegingsrichting van de "koordes" twee keer om. Aan de klimmende knoop gebeurt dit rond achtduizend vóór Christus en rond 25.000 ná Christus, aan de dalende knoop gebeurt dit rond twaalfduizend ná Christus en dan nog eens rond 35.000 ná Christus. Aan beide knopen "lopen" de series eerst achteruit (=terug in het alfabet), dan vooruit (=vooruit in het alfabet) en tot slot weer achteruit. Daardoor "lopen" de series aan de klimmende knoop tegenwoordig langzaam vooruit, om steeds sneller voorwaarts te gaan. Aan de dalende knoop "lopen" de series tegenwoordig achteruit om geleidelijk "tot stilstand te komen" rond twaalfduizend ná Christus, en daarna gaan de series aan de dalende knoop weer geleidelijk aan "vooruitlopen". In tegenstelling tot een Venusovergang heeft men níét genoeg aan zo'n tien (volg)letters bijvoorbeeld van KA t/m KJ en/of DA t/m DI. Integendeel: men heeft series aan de klimmende knoop van KA t/m rond KZZZ dit met name in het vérre verleden en aan de dalende knoop gaat het van DA naar ongeveer DYYYY óók dit met name in het vérre verleden. Anders dan bij Venusovergangen is de grafiek van álle saros-series van 217 jaar tezamen géén soort van een "gestoorde" sinusoïde, maar is aan beide knopen een - x tot de derde macht-grafiek met een stukje hierin wat stijgt in die grafiek die voor de rest (snel) daalt. Vroeger kwam aan de dalende knoop ook zo'n twintig of zelfs meer overgangen voor in 217 jaar, en ook aan de klimmende knoop was dit het geval, zodat men soms méér dan véértig overgangen had in (wéliswaar stééds) 217 jaar.

Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

De berekeningen van Prof. Aldo Vitagliano uit Italië met zijn Solex-programma, zie voor een complete lijst van Mercuriusovergangen van -50.000 t/m +50.000: [1] en zie dan punt 4, "Mercury".


Venusovergang/periodiciteit (door Nico uit Gouda)[bewerken | brontekst bewerken]

Dit artikel is een uitbreiding van het artikel Venusovergang en handelt over de Periodiciteit van venusovergangen. Zie ook Mercuriusovergang/periodiciteit

Schema van de venusovergangen[bewerken | brontekst bewerken]

Overgangen van Venus zijn zeer zeldzaam. Venusovergangen vonden en vinden plaats in december 1631 (totaal m.u.v. Antarctica, daar gedeeltelijk), december 1639, juni 1761, juni 1769, december 1874, december 1882, juni 2004, juni 2012, december 2117, december 2125, juni 2247 en juni 2255.

Zoals men ziet, vinden de overgangen steeds plaats in paren van twee jaren gescheiden door acht jaar, afwisselend in de maand juni of december.

Maar zo'n tweeduizend jaar geleden en ook over zo'n tweeduizend jaar in de toekomst vond en vindt er maar steeds slechts één overgang plaats per zo'n 110 jaar. Dit komt doordat de koorde die Venus ogenschijnlijk, gezien vanuit de aarde, beschrijft over de zonneschijf zich steeds iets verder naar het noorden of het zuiden verschuift. Venusovergangen herhalen zich, maar mét de zojuist genoemde verschuiving, stééds ná 243 jaar.

Zo wordt het paar van 1761 en 1769 herhaald in 2004 en 2012, opnieuw herhaald in 2247 en 2255, herhaald in 2490 en 2498, herhaald in 2733 en 2741, ..... , herhaald in 3705* en 3713, herhaald in ---- (!) en 3956. Men ziet dat het jaar 3948 ontbreekt! Dit komt doordat de koorde van de overgang van 2004 steeds na 243 jaar zover naar het zuiden van de zonneschijf is verschoven dat hierdoor in 3948 er géén overgang meer plaats kan vinden.

Venus trekt in juni 3948, gezien vanuit de aarde, vlák ten zúíden van de zon langs, zodat het ándere jaar van dat paar van jaren (3956) vanaf dan "in zijn eentje" is. Voor het ándere paar van jaren (1874 en 1882, na 243 jaar gevolgd door het paar 2117 en 2125 enz.) komt ná het paar 2846 en 2854*, het jaar 3089 zonder "partner" te zitten omdat het tweede jaar van dit paar "overleden blijkt te zijn" in 3097. Vanaf 3089 is er maar één Venusovergang aan de *klimmende knoop* (zie aldaar) en vanaf 3956 is er maar één Venusovergang aan de *dalende knoop* (zie aldaar). "Wij" zijn wat dat betreft erg "gelukkig" om steeds 2 x per eeuw na acht jaar weer een overgang te kunnen zien. Rond het jaar nul en ook over zo'n tweeduizend jaar zien de mensen die dan geleefd hebben of zullen leven maar steeds slechts één overgang in ruim een eeuw. Vanaf zo'n tweeduizend jaar voor Christus tot zo'n vijfhonderd jaar voor Christus waren er net zoals tegenwoordig steeds twee overgangen, steeds na acht jaar, per zo'n 110 jaar. Vanaf rond zesduizend ná Christus tot rond achtduizend ná Christus zijn er steeds twee overgangen aan de klimmende knoop waar o.a. de overgangen van 1874 en 1882 gevolgd door 2117 en 2125 deel van uitmaken. Maar bij de dalende knoop waar o.a. de overgangen van 2004 en 2012 deel van uitmaken, blijven vanaf het jaar 3956 de overgangen "enkel", d.w.z. slechts één overgang in ruim een eeuw. Dit komt doordat aan de klimmende knoop over een periode van méérdere duizenden jaren er steeds afwisselend één of juist twee overgangen zijn. Aan de dalende knoop vindt deze afwisseling ook plaats, maar... tot rond vierduizend na Christus. Daarna gebeurt hier iets merkwaardigs: het steeds naar het zuiden doorschuiven van de koorde (= denkbeeldige lijn die Venus lijkt te maken tijdens een overgang op de zonneschijf) van Venus over de zonneschijf stopt rond het jaar 6500. Vervolgens schuiven de koordes weer nóórdwaarts terug! Uiteindelijk komt de serie - waarin zich de overgangen steeds na 243 jaar herhalen - waar de overgang van 2004 uitmaakt weer terug op de zuidpool van de zonneschijf daar waar de koorde in 3705 de zonneschijf heeft verlaten tijdens die rakende overgang! Dit gebeurt echter niet voor rond het jaar negenduizend ná Christus.

Gedeeltelijke venusovergangen[bewerken | brontekst bewerken]

  • In 2854 en ook in 3705 is de Venusovergang gedeeltelijk: d.w.z. nérgens op aarde ziet men dan Venus in zijn gehéél op de zonneschijf, maar ziet men slechts zo'n een uur lang de planeet Venus als een heel klein "tandje" langs de rand van de zonneschijf bewegen, 243 jaar later is er dan in het geheel geen Venusovergang meer waarneembaar waar op aarde dan ook. In 1631 was de overgang nét niet volledig totaal, indien men toen al Antarctica had ontdekt had men vanaf dat continent net geen zogeheten "binnencontacten" kunnen zien omdat Venus daar maar, gedurende zo'n half uur lang, voor zo'n 4/5 deel op de zonneschijf zichtbaar was geweest. 1/5 deel stak toen nog net buiten de zonneschijf tijdens het maximum. Ook de overgang van 2611 is zo'n overgang als die van 1631, maar nu zijn er juist op delen van het nóórdelijk halfrond op aarde geen "binnencontacten" zichtbaar, men zal daar Venus (ook) zo'n 1/5 deel buiten de zonsrand zien blijven "uitsteken" tijdens het maximum van deze overgang. Merkwaardig is dat de overgangen van 2611 en 2854 beiden van dezélfde 243-jaar serie zijn, namelijk KH.

Volledig schema van alle venusovergangen tussen -4000 en +8000[bewerken | brontekst bewerken]

Omdat Venusovergangen erg zeldzaam zijn, komt hier een volledig schema van álle overgangen tussen 4000 voor Christus en 8000 na Christus.

KLIMMENDE knoop[bewerken | brontekst bewerken]

Eerst het schema van de overgangen aan de klimmende knoop waar de overgangen van 1874 en 1882 gevolgd door 2117 en 2125 deel van uitmaken. De eerste overgang ná -4000 is in -3942, ácht jaar eerder of ácht jaar later is er geen overgang zodat deze serie enkelvoudig begint, dit duurt t/m de overgang van -1998. Vanaf -1763 en -1755 is deze serie dubbel, dus twee overgangen met acht jaar tussenruimte t/m het paar -548 en -540. De overgang van -540 is een "gedeeltelijke" overgang zoals ook in 2854 en 3705, die beide in de alinea hierboven worden beschreven. Vanaf -305 is deze serie weer enkelvoudig t/m de overgang van 1396. 243 jaar later is deze serie weer dubbel geworden in 1631 en 1639, blijft dubbel t/m 2846 en 2854 (2854 is gedeeltelijk, zie de alinea hierboven), is dan weer enkel van 3089 t/m 5034, is weer dubbel in 5269 (gedeeltelijke overgang) en 5277, blijft dan dubbel tot het paar 7699 en 7707, tot slot zijn de overgangen aan de klimmende knoop weer enkelvoudig vanaf 7942.

DALENDE knoop[bewerken | brontekst bewerken]

Het schema aan de dalende knoop waarvan de overgangen van 2004 en 2012 deel van uitmaken begint met een enkelvoudige overgang in -3836, ook in -3593 en -3350 zijn er "enkele" overgangen die niet vergezeld worden door een tweede overgang steeds acht jaar eerder of later. Vanaf het paar -3107 en -3099 zijn de overgangen dubbel t/m het paar -920 en -912. Dan weer enkelvoudig van -669 t/m 303 ná Christus. Weer dubbel vanaf 546 en 554, t/m het paar 3705 (gedeeltelijke overgang, zie de alinea hierboven) en 3713. Vanaf 3956 blijven de overgangen enkelvoudig aan de dalende knoop tot minimaal rond 9000 omdat rond 6500 de "bewegingsrichting" van de koorden omkeert, zoals dit eerder is beschreven in de laatste ZES regels in het eerste hoofdstukje.

Schema van alle venusovergangen gerangschikt naar de 243-jarige periodiciteit[bewerken | brontekst bewerken]

KLIMMENDE knoop.[bewerken | brontekst bewerken]

Men kan álle Venusovergangen eigenlijk nog beter in een schema gaan plaatsen van álle overgangen die steeds 243 jaar van elkaar gescheiden zijn. Men maakt dan één schema per knoop, net zoiets als dit in de voorgaande alinea is gedaan, maar nu per steeds 243 jaar. Zo'n schema wordt een "panorama" genoemd. Men gebruikt volg-letters om de schema's die tegelijkertijd lopen, indien er twéé overgangen aan de klimmende (of dalende) knoop zijn, uit elkaar te houden. De eerste serie begint met de overgang van -3942 aan de klimmende knoop, gevolgd door de overgang van -3699, - 3456, -3213, -2970 enz. die allemaal behoren tot één serie die de (volg)letters "KI" (K = klimmende knoop, I = negende serie, wordt over twee alinea's nader verklaard) heeft gekregen. Deze KI-serie was al begonnen ver vóór het jaar -4000, maar men kan vóór dat jaar de Venusovergangen niet exact berekenen omdat dit te ver in het verleden is. In -1755 krijgt deze KI-serie gezelschap van een níéúwe serie overgangen die steeds acht jaar éérder zijn met als eerste overgang die van -1763, die de KH-serie genoemd wordt. Zoals men ziet "lopen" de series aan de klimmende knoop "achteruit i.p.v. "vooruit". De KH- en KI-series lopen dan gezamenlijk in één paar van overgangen met steeds ácht jaar tussenruimte met de KH-serie voorop(!) totdat in -540 de KI-serie eindigt met een gedeeltelijke overgang. Daarna is de KH-serie alleen vanaf -305 totdat in 1631 er een nieuwe serie (KG-serie) begint. De KG-serie en KH-series lopen dan, net zoals dit geval was met de KH- en KI-series van -1763 t/m -540, vanaf 1631 samen in één paar van Venusovergangen met steeds acht jaar tussenruimte totdat de KH-serie zal uitsterven in 2854 met een gedeeltelijke overgang. De KG-serie is dan alleen totdat de KF-serie begint met de gedeeltelijke overgang in 5269. KF gevolgd door KG (in 5277) lopen dan samen, totdat in 7707 in de KG-serie de laatste overgang plaatsvindt, want in 7950, 243 jaar ná 7707 is er geen overgang meer in de KG-serie en is deze "uitgestorven", en is de KF-serie vanaf dan alleen met een overgang in 7942. Ergens rond het jaar 9000 zal dan de KE-serie gaan beginnen. Maar ná het jaar 8000 kan met de Venusovergangen niet meer nauwkeurig berekenen omdat dit dan te ver in de toekomst is. De nieuwe serie begint stééds vóór de oude serie(!) in de gehéle periode van -4000 t/m +8000. De overgangen van 1874 en 2117 zijn beide een "lid" van de KG-serie, de overgangen van 1882 en 2125 zijn beide "lid" van de KH-serie. Of anders geschreven: het paar overgangen 1874 en 1882, en ook het paar overgangen van 2117 en 2125 zijn beide een KG-KH-serie paar.

DALENDE knoop[bewerken | brontekst bewerken]

Zo'n zelfde schema kan men maken van álle overgangen aan de dalende knoop. De DG-serie (D = dalende knoop, G= zevende serie, zie de volgende alinea) was al begonnen vóór -4000, de eerstvolgende overgang ná -4000 is die van -3896. Na de overgangen van -3593 en -3350 krijgt deze DG-serie in -3107 gezelschap van een nieuwe serie, de DH-serie die in -3099 begint. Let op: in tegenstelling tot de series aan de klimmende knoop begint een níéúwe serie aan de dalende knoop stééds ná een overgang van de "oude/lopende" serie na ácht jaar, i.p.v. juist acht jaar éérder! Het zo ontstane series-paar DG-DH loopt gezamenlijk door totdat met de Venusovergang in -920 de DG-serie is afgelopen. Het paar overgangen van -920 en -912 is het laatste DG-DH-paar. Vanaf -669 is de DH-serie alleen. In 554 krijgt de DH-serie gezelschap van de DI-serie die op de DH-serie volgt met het paar 546(DH) en 554(DI). De DH-serie eindigt met de gedeeltelijke overgang van 3705. De DI-serie is dan alleen vanaf 3956 en... nu gebeurt er iets merkwaardigs! De Venusovergangen van de DI-serie blijven alleen... tot minimaal rond 9000! Maar omdat dit verder in de toekomst ligt dan het jaar 8000 tot waar men Venusovergangen nauwkeurig kan berekenen is niet exact bekend wanneer de DJ-serie gaat beginnen... die gaat namelijk nooit beginnen! Want het blijkt dat de bewegingsrichting van de koordes die Venus schijnbaar op de zonneschijf beschrijft weer naar het noorden zullen gaan terugkeren vanaf rond 6500, zodat ergens rond het eerder genoemde jaar 9000 níét de DJ-serie zal gaan beginnen, maar... de DH-serie weer terug zal komen! Dit is vier alinea's boven besproken. De overgang van 2004 is er een uit de DH-serie, die van 2012 een uit de DI-serie. Overigens blijft het "doorschuiven" van de "koordes" aan de klímmende knoop van -4000 tot +8000 ongeveer constant hoewel dit geleidelijk aan zal gaan verminderen in de loop van de eeuwen. Hierdoor wordt de "bijna" totale overgang van 1631 (is drie alinea's boven besproken) nét níét 243 jaar eerder voorafgegaan door een (zeer kleine gedeeltelijke) overgang in 1388, maar is er ná 243 jaar na de "bijna" totale overgang van 2611 wél nog nét een (zeer kleine) gedeeltelijke overgang in 2854 te zien op het zuidelijk halfrond. Er is aan de klímmende knoop géén sprake van dat er ergens in dit tijdvak een "omkering" van de bewegingsrichting is van de "koordelijnen" die Venus beschrijft op de zonneschijf tijdens een Venusovergang, dit dus in tegenstelling tot de dalende knoop.

Berekeningen van -100.000 t/m +100.000 door prof. Aldo Vitagliano[bewerken | brontekst bewerken]

Maar met een grote computer is enige jaren geleden door prof. Aldo Vitagliano uit Italië berekend dat in de loop van tíénduizenden jaren óók aan de klimmende knoop de bewegingsrichting van de "koordes" omkeert, en dit méér dan eens... aan béíde knopen! Zodat er in tienduizenden jaren maar tíén series zijn van A t/m J aan de klimmende knoop, en negen overgangen-series (A t/m I) zijn aan de dalende knoop in maar liefst 200.000 jaar! Overgangen lopen namelijk van A naar F, terug naar D, vooruit naar H, weer terug naar G, door naar J (uiterste "stand"), weer terug naar D, vooruit naar G, terug naar B, vooruit naar D, terug naar A (uiterste "stand") weer vooruit naar C, terug naar B, vooruit naar G, achteruit naar D, weer vooruit naar ... enz. Dit onafhankelijk van elkaar apart aan beide knopen, dus aan beide knopen kan men de A-serie hebben, of juist de I-serie, maar het is ook mogelijk dat men aan de ene knoop de C-serie heeft en "tegelijkertijd" aan de andere knoop de H-serie "bezig is". Of juist aan beide knopen zijn de F- en de G-serie tegelijkertijd bezig in 2 x 2 paren van overgangen, zoals "wij" deze tegenwoordig hebben. Rond 6600 wordt aan de dalende knoop een uiterste "stand" bereikt in 200.000 jaar en loopt daar de DI-serie. Óók vond Aldo Vitagliano dat er altijd één of twéé overgangen zijn na steeds acht jaar, drie "op een rij" kwam nimmer voor in het (verre) verleden en dit zal in de (verre) toekomst ook nimmer het geval zijn. Wél vond hij dat in het vérre verleden en/of in de vérre toekomst het kan gebeuren dat aan de ene of de andere knoop stééds aldoor twee overgangen zijn na ácht jaar, dit kan dan zo'n maximaal vierduizend jaar achter elkaar voorkomen, dan uiteindelijk gevolgd na (weer) 243 jaar door maar één "enkele" overgang (deze is dan "centraal" d.w.z. Venus trekt dan diametraal voor de zon langs), na opnieuw 243 jaar weer gevolgd door opníéúw "dubbele" overgangen aan dezelfde knoop gedurende zo'n drieduizend jaar lang achter elkaar. Precies het omgekeerde is ook mogelijk: zo'n drieduizend jaar achter elkaar steeds maar één overgang in de 243 jaar i.p.v. twee, gevolgd door slechts één paar van overgangen na 243 jaar (de ene overgang in zo'n "alleenstaand" paar is dan de láátste van een oude serie of is juist de éérste van een nieuwe serie overgangen, de andere overgang in zo'n paar is dan juist de éérste van een nieuwe serie of de láátste van een oude serie; béíde overgangen zijn dan in zo'n paar nét niet rakend, maar wél van korte duur: maar zo'n één uur lang!), weer 243 jaar later gevolgd door opníéúw alleen maar "enkele" overgangen gedurende zo'n twee- tot drieduizend jaar lang. Ook gebeurt het nooit dat er "een beurt wordt overgeslagen" doordat Venus in een bepaald jaar nét ten noorden of ten zuiden van de zonneschijf langs "scheert" en dan vervolgens acht jaar láter Venus nu juist ten zuiden of ten noorden van de ándere pool van de zonneschijf langs trekt, dus twee zogeheten "corona-overgangen" na acht jaar. Na ruim een eeuw is het dus "altijd prijs" d.w.z. (minimaal) een Venusovergang óver de zonneschijf langs.

N.B. "Ten állen tijde" komt de serie die één hoger is in het alfabet, vóór de "oude" serie, dus bijvoorbeeld: KG volgt op KF, DC volgt op DB. Door de uitkomsten van Aldo Vitagliano is de bekénde volgorde A-BA-B-CB-C-DC-D enz. in de ontwikkeling van de series hierbij "begraven"!

Bron[bewerken | brontekst bewerken]

De berekeningen van Prof. Aldo Vitagliano uit Italië met zijn Solex-programma van alle Venusovergangen van -100.000 t/m +100.000.

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

http://main.chemistry.unina.it/~alvitagl/solex/Ventrans.txt

Hoogijslands (versie van 18 maart 2015, grotendeels door Pieter1, verwijdersjabloon niet gekopieerd)[bewerken | brontekst bewerken]

De vlag van de Hoog-IJslandse taalbeweging, met de hamer van Thor

Het Hoogijslands (háfrónska) is een taalpuristische vorm van het moderne IJslands en onderdeel van het IJslands taalpurisme. Het was oorspronkelijk een eenmansproject van de Belg Jozef (Jef) Braekmans[1].

Het bredere kader[bewerken | brontekst bewerken]

Het IJslands wordt beschouwd als een zeer oude taal[2]. De ontwikkeling van de taal begon met het vestigen van Vikingen op het eiland, rond het jaar 875 volgens een eigen saga[3]. Door de geïsoleerde ligging zijn er weinig ontwikkelingen van buitenaf. IJslanders kunnen hun oude teksten daardoor ook nog steeds lezen, zoals bijvoorbeeld de Edda.

Vanaf de 18e eeuw werd de IJslandse taal echter sterk verwaterd door het Deens, hetgeen samenhing met de grote invloed van Deense kooplieden[4], en het feit dat veel geschoolde werknemers Deens moesten leren. Al aan het eind van die eeuw ontstonden initiatieven om het IJslands te behouden, Jón Eiríksson (1728-1787) schreef bijvoorbeeld een handvest hiervoor.

In de modernere tijd met veel meer communicatie tussen landen worden buitenlandse woorden geweerd. Voor vreemde termen worden IJslandse woorden bedacht. Dit heeft succes gehad, het Engelse jargon is vrijwel niet doorgedrongen in het IJslands. De IJslandse Taalraad (Íslensk Málnefnd) stelt alternatieven voor, neologismen die afgeleiden zijn van woorden uit het oudere IJslands[3]. Zo is het woord voor computer tölva een samentrekking van het woord tala (getal) en völva (sibylle, vrouwen met voorspellende gaven, ziensters)[5]

Eind jaren 1990 ontstond een stroming op IJsland die echt álle buitenlandse woorden wilde vervangen door (nieuwe) IJslandse termen[3]. De zogenoemde Háfrónska-stroming kreeg echter weinig aanhang onder de IJslandse bevolking[6].

De taalvariant háfrónska heeft geen officiële status in IJsland. Het verschijnen van deze ultra-puristische variant laat echter wel zien dat de taalpolitiek volgens het moderne IJslands een extreme oriëntatie heeft.[7] De taalkundige Jan van Steenbergen classificeert het Hoogijslands als een hervormingsproject van een natuurlijke taal.[8]

Het feit dat de taal nog steeds bekend is, komt wellicht zelfs door Wikipedia zelf[bron?]. De oudere websites van de taal zijn verdwenen, maar de artikelen op Wikipedia bestaan nog in verschillende talen, waaronder het IJslands zelf.

Het werk van Braekmans[bewerken | brontekst bewerken]

Het project was oorspronkelijk een initiatief van Braekmans. Het was de bedoeling van Braekmans om alle leenwoorden uit het moderne IJslands te verwijderen en tot een ultrapuristische vorm van de IJslandse taal te komen. Daartoe bedacht Jozef Braekmans zelf allerlei neologismen. Ook zijn eigen naam zette hij om in een IJslandse versie, namelijk in Timbur-Helgi Hermannsson[9], hetgeen te vertalen is als Heilige timmerman (Jozef), zoon van Herman. Braekans sloot zich aan bij de IJslandse traditie, immers alle IJslanders hebben een patroniem als achternaam.

Braekmans deed in 1992 een taalcursus IJslands, waarbij het hem opviel dat het IJslands vrij weinig leenwoorden kent uit andere talen. Dat komt volgens hem door de taalzuiveringsstorm die de laatste twee eeuwen in IJsland gewoed heeft[10]. Er werden vooral Deense en Duitse leenwoorden vermeden. Maar omdat dit niet volledig gelukt was, besloot Braekmans de overblijvende exemplaren zelf aan te pakken.

Zo heeft Braekmans ook oude en in onbruik geraakte neologismen (bv. bjúgaldin, boogvrucht, banaan) gecompileerd en samengevoegd met eigen nieuwvormingen ter vervanging van leenwoorden waarvoor nog geen zuiver IJslands woord bestond.

De meeste van deze woorden hebben echter geen acceptatie verkregen van het algemene publiek en de taalvariant wordt nergens werkelijk gesproken. Na 15 jaar werken aan de taal heeft Braekmans in 2007 het bijltje erbij neergegooid.[10] Hoewel zijn werk positief is benaderd vanuit behoudsgezinde taalkundigen, kreeg hij ook heel veel honende commentaren. Sinds dat moment heeft Braekmans echter nog wel een blog, waarin hij neologismen voor onder andere chemische verbindingen ontwerpt.[11]

Naam van de taal[bewerken | brontekst bewerken]

De IJslandse naam van de taal, 'háfrónska', is gevormd naar het voorbeeld van de naam 'høgnorsk' voor het Hoognoors, de conservatiefste vorm van het Nynorsk. Frónska is een dichterlijke benaming voor de IJslandse taal en is afgeleid van frón, een van de namen voor de aarde die vermeld staan in de Snorra-Edda.

Beweging op IJsland[bewerken | brontekst bewerken]

Het eerste werk aan het Hoogijslands verscheen op het internet in 2000 onder de naam 'Nýyrðasmiðja Málþvottahús' in samenwerking met de Nederlandse taalkundige Fabian Valkenburg van de 'Bond tegen Leenwoorden'. Het project heeft in IJsland enige aandacht gekregen in de media, onder andere in het IJslandse nieuwsprogramma 'Ísland í dag' (IJsland Vandaag)[bron?] [12]. De taalbeweging heeft alleen een fanatieke aanhang bij enkele taalpuristen. De IJslandse priester Pétur Þorsteinsson (geboren in 1955) is sinds 2004 voorzitter van de Hoogijslandse taalbeweging. In een interview zegt hij dat de bevoegde instanties koud staan tegenover de door hem en Braekmans gemaakte suggesties[13]

De taalpuristen werkten ook aan symbolen voor de oude IJslandse tradities[9]. Medewerkers waren naast Braekmans onder meer Albert Bergsteinsson, Kolur, Pétur Þorsteinsson, Sam Wouters en Sigurður Hreiðar.

Ultrapurisme[bewerken | brontekst bewerken]

De nadruk van het Hoogijslands ligt op ultrapurisme. Dit betekent dat letterlijk alles vertaald wordt, dus ook eigennamen, aardrijkskundige namen, scheikundige namen, namen van planeten, enz. Kenmerkend voor het Hoogijslands is ook het gebruik van kenningen (poëtische omschrijvingen) voor wetenschappelijke termen. Dit voert terug tot de neologistische buitensporigheden van de 19de eeuwse dichtergroep Fjölnismenn. In hun magazine Skínir vertaalden zij o.a. de eigennamen Robert Peel en John Russell respectievelijk als 'Hróbjartur Píll' en 'Jón Hrísill en werden plaatsnamen als Cairo en Buenos aires vertaald als respectievelijk 'Sigurborg' en 'Góðviðra' Ook de uitzonderlijk puristische vertaling van Goethe's Faust door Bjarni Jónsson frá Vogi werd een inspiratiebron. Zo vertaalde deze het eeuwenlang ingewortelde leenwoord 'náttúra' (natuur) als 'eðlisheimur'.

Niettemin bevat het Hoogijslands slechts 3% speciaal gemaakte neologismen[14]

Bronnen en externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie High Icelandic van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.


Hoogijslands (versie 2006 ofzo)[bewerken | brontekst bewerken]

ZIE OOK Overleg gebruiker:IJzeren Jan/Hoogijslands versie 2006-11-07

Het Hoogijslands (háfrónska) is een project van de Belgische Jozef Braekmans (ook bekend als "Timbur-Helgi Hermannsson"). Het is de bedoeling om leenwoorden uit het moderne IJslands te verwijderen. Deze nevenvorm van het moderne IJslands wordt beschreven als een ultrapuristische samenstelsel van al bestaande IJslandse neologismen, en andere neologismen die door Braekmans zelf zijn bedacht. De meeste van deze woorden hebben geen acceptatie verkregen van het algemene publiek en de taalvariant wordt nergens werkelijk gesproken.


Een hoogijslandse propaganda foto. De tekst luidt: Het pantser van het levensei, met de donderhamer gesmeed in het vuur van IJsland.

Naam[bewerken | brontekst bewerken]

De IJslandse naam 'háfrónska' is gevormd naar het voorbeeld van de naam 'høgnorsk' (Hoognoors), de conservatiefste vorm van het Nynorsk. Frónska is een dichterlijke benaming voor de IJslandse taal en is afgeleid van frón, een van de namen voor de aarde die vermeld staan in de Snorra-Edda.

Eenmansproject[bewerken | brontekst bewerken]

Deze taalvariant was oorsprokelijk een eenmansproject van de Belg Jozef Braekmans. Hij heeft oude en in onbruik geraakte neologismen (bv. bjúgaldin, boogvrucht, banaan) gecompileerd en samengevoegd met eigen nieuwvormingen ter vervanging van leenwoorden waarvoor nog geen zuiver IJslands woord bestond. Het eerste werk verscheen op het internet in 2000 onder de naam 'Nýyrðasmiðja Málþvottahús' in samenwerking met de Nederlandse taalkundige Fabian Valkenburg van de 'Bond tegen Leenwoorden'. In 2005 richtte hij het centrum van de hoogijslandse taal op. Het streefdoel is een zo zuiver mogelijke taalvorm voor IJslanders die het niet eens zijn met de taalkundige internationalisering. Het project heeft in IJsland enige aandacht gekregen in de media, maar heeft slechts een fanatieke aanhang bij de puristen met wie Braekmans sedert enkele jaren samenwerkt. De variant heeft echter, zoals het Hoognoors (Høgnorsk) in Noorwegen, geen officiële status. De IJslander Pétur Þorsteinsson, een van de eerste medewerkers van Braekmans, is de voorzitter van de Hoogijslandse taalbeweging.

Ultrapurisme[bewerken | brontekst bewerken]

De hoogijslandse vlag, met de hamer van Thor in plaats van het kruisvaarderskruis

De nadruk ligt op ultrapurisme. Dit betekent dat letterlijk alles vertaald wordt, dus ook eigennamen, aardrijkskundige namen, scheikundige namen, namen van planeten, enz. Kenmerkend voor het Hoogijslands is ook het gebruik van kenningen (poëtische omschrijvingen) voor wetenschappelijke termen. Deze eerste uitingen van deze uitermaatse vorm van taalzuivering gaan terug tot de neologistische buitensporigheden van de 19de eeuwse dichtergroep Fjölnismenn. In hun magazine Skínir vertaalden zij o.a. de eigennamen Robert Peel en John Russell respectievelijk als 'Hróbjartur Píll' en 'Jón Hrísill en werden plaatsnamen als Cairo en Buenos aires vertaald als respectievelijk 'Sigurborg' en 'Góðviðra' Ook de uitzonderlijk puristische vertaling van Goethe's Faust door Bjarni Jónsson frá Vogi werd een inspiratiebron. Zo vertaalde deze het eeuwenlang ingewortelde leenwoord 'náttúra' (natuur) als 'eðlisheimur'.

Symboliek[bewerken | brontekst bewerken]

Een neologistische skald met zijn kenmerkend hoofddeksel: een pet met de kleuren van de ijslandse vlag in een vikinghelm-patroon

Braekmans heeft ook nieuwe zinnebeelden rond het Hoogijslands gecreëerd. Deze zijn in grote lijnen extrapolaties van ijslandse symboliek.

  1. Het Pantser-Levensei (Brynfjöreggið): De term ‘levensei’ is typisch IJslands en synoniem met ‘levensdraad’. Wanneer een levensei breekt, sterft datgene wat het symboliseert. Het beeld van de IJslandse taal als het levensei van de IJslandse cultuur is welbekend. Het Hoogijslandse brynfjöregg is gevormd door twee vikinghelmen die een ovaal pantser rond het denkbeeldige ei vormen. Het symboliseert de uitermaatse gedrevenheid ter bescherming van de eigen moedertaal.
  2. Het Bergkind (Fjallbarnið): Omdat Hoogijslands een nieuwe vorm van het IJslands is, wordt het als kind van de Bergvrouwe (Fjallkonan) voorgesteld. De Bergvrouwe (Fjallkonan) is de vrouwelijke verpersoonlijking van de IJslandse natie. De vader van het Bergkind is de Rotsreus (Bergrisinn), één der vier zinnebeeldige beschermers van IJsland.
  3. De woordskaldenpet (nýyrðaskáldshúfa): Een honkbalpet met de kleuren van de IJslandse vlag in een vikinghelm-patroon, wederom zinnebeeldig voor de bescherming van de eigen taal. In de hoogijslandse symboliek verschillen een neologistische skald (nýyrðaskáld) en een gemiddelde professionele neologist (nýyrðasmiður) qua gedrevenheid. In de ogen een neologistische skald is het creëren van neologistische kunst bijna een heilige verbintenis.
  4. De IJslandse hamervlag (Þórsfrónvé): Een vlag gelijkend op de bestaande IJslandse vlag, maar waarbij het kruis vervangen is door een gestileerde hamer van Thor. Braekmans beschouwt de bestaande vlag als een kopie van de Deense vlag en een overblijfsel van de Deense overheersing.
De Bergvrouwe (Fjallkonan), het symbool van de ijslandse natie met het taalsmetloze Bergkind (Fjallbarnið, dat het hoogijslands symboliseert)

Lijst met Hoogijslandse nieuwvormingen[bewerken | brontekst bewerken]

  • afn: atoom, afgeleid van efni (stof, materie).
  • beinstál: beenderstaal, calcium, gevormd uit bein (been) and stál (staal). Deze term is een voorbeeld van het gebruik van een kenning als wetenschappelijke term.
  • bleðmi: papier, Het woord blað geintegreerd in het woord beðmi (cellulose). Papier is bijna zuivere cellulose
  • bænahöll: bidpaleis, een kathedraal.
  • Brosmærin: Mona Lisa, de glimlachende deerne.
  • heljarblý: plutonium, gevormd uit 'Hel', het Scandinavische equivalent van Pluto en 'blý' (lood). Elk element na lood in het periodiek systeem krijgt het suffix '–lood' enerzijds ter positionering van het element en anderzijds omdat deze elementen na verloop van tijd desintegreren in lood (of bismut). e.g. ægisblý (Neptunium, genoemd naar Ægir, de Noordse zeegod), þórsblý (Thorium, genoemd naar Thor)
  • geimgat: zwart gat, van 'geimur' (ruimte) en gat (gat).
  • ginnungahvellur: Oerknal. Het voorvoegsel 'ginnunga' betekent zowel ‘enorm groot’ als ‘aan het begin der tijden’ en is ’s werelds meest geschikte voorvoegsel om een term als de oerknal te omschrijven.
  • gnæfingi: giraf, gevormd uit het bijvoeglijk naamwoord gnæfur (uitstekend boven de rest) + -ingi (een achtervoegsel dat personen of dieren aanduidt).
  • Guðmey: Maria, gevormd uit 'Guð' (Guð (God) is een voorvoegsel in Ijslandse voornamen) en –mey (maagd, een achtervoegsel in Ijslandse meisjesnamen).
  • haðarrúnir: Braille schrift, afgeleid van 'Höður', de naam van de blinde god in de Noordse godenleer en 'rúnir (runen).
  • Helgi Smári: Patrick, gevormd uit 'Helgi' (een jongensnaam die ‘heilige’ betekent) en 'Smári' (Een bestaande ijslandse jongensnaam die ‘klaver’ betekent). Klaver was het symbool van de heilige Patrick en het staatszinnebeeld van Ierland. St Patrick gebruikte de klaver om de Heilige drieëenheid te symboliseren. De naam Helgi Smári is een van de vele dubbele voornamen zoals Helgi Viðar.
  • hljóðla: jodelen, van hljóða (schreeuwen) met het werkwoordelijk achtervoegsel –la dat op herhaaldelijkheid wijst en aldus verwijst naar de snelle overgang tussen hoge falset-tonen and lage borst-tonen.
  • Hlynland: Canada, gevormd uit hlynur (esdoorn) en land (land). Genoemd naar het esdoornblad in de nationale vlag.
  • kóngaborð: schaak of schaakbord; gevormd uit kóngur (koning) en borð (bord).
  • Miðvesturfljót: De mid-west stroom, de Mississippi. De streek rond de Mississippi wordt de 'Mid West' genoemd en de Mississippi stroomt op de koop toe recht op de 90° meridiaan, het ‘midden van het westen’.
  • Morguneyjar: De 'ochtendeilanden', Japan.
  • Múspellsmilska: Molotov cocktail. Het woord 'milska' werd gebruikt voor een mengsel van mede en bier in het Oudijslands en is het meest geschikte woord voor cocktail. Het voorvoegsel Múspells- verwijst naar Muspelheim, de brandende wereld geregeerd door de vuurreus Surtr.
  • niftungur: beta-deeltje, afgeleid van nifteind (neutron of nevendeeltje).
  • nýgarn: nieuwgaren, nylon, omdat nylon de eerste echte synthetische textielstof van de Moderne tijd is . Het ijslandse woord voor modern is ‘nýtísku-‘ (nieuwtijds, nieuwerwets).
  • Nykrafljót: de nijlpaardenrivier, de Nijl. Gevormd uit nykur, het oude woord voor nijlpaard.
  • rákakóngur: tijger, strepenkoning, gevormd uit rák (streep) en kóngur (koning).
  • reyksæla: nicotine, van reykur (rook) and sæla (zegen, genot, dat gebruikt wordt in benamingen voor sommige roesmiddelen, bv. alsæla (extacy).
  • sjáaldursbeiskja: pupillenbitter, atropine, van ‘sjáaldursjurt’ (letterlijk ‘pupillenplant’, omdat atropine de pupillen vergroot) en beiskja (verkorte vorm van ‘beiskjuefni’, bitterstof, alkaloïde)
  • Sjöhæðir: Zevenheuvels, Rome.
  • skyppill: kangoeroe, afgeleid van het werkwoord ‘skoppa’. Het woord lijkt sterk op de bekende kangoeroe-naam ‘skippy’, maar het is een zuiver ijslands woord. Het ijslandse skoppa en het engelse ‘to skip’ zijn verwant.
  • snjóbeiskja: sneeuwbitter, cocaïne, van ‘snjór’ (sneeuw) en ‘beiskja’ (verkorte vorm van ‘beiskjuefni’, letterlijk ‘bitterstof’ of alkaloïde). Cocaine wordt in de volksmond ‘sneeuw’ genoemd omdat de kristallen erg op sneeuw gelijken.
  • sómaherji: eerbare strijder, een samoerai.
  • tíðniafstæði: Doppler effect, gevormd uit tíðni (frequentie) en afstæði (relativiteit). De term ‘frequentie-relativiteit’ zou een alternatieve term voor het doppler-effekt kunnen zijn.

Benamingen van grote getallen[bewerken | brontekst bewerken]

  • miklund: miljoen. Gevormd uit mikil-hund-rað. Het bijvoeglijke naamwoord ‘mikill’ is een vertaling van het Griekse 'megas', dat verwant is met het engelse ‘much’ en het ijslandse ‘mikill’.
  • þursund: miljard. Een verkorte vorm van þurs-hund-rað. Het woord ‘þurs’ betekent reus en is een vertaling van het Griekse gigas, dat gebruikt wordt in het metriek stelsel ter aanduiding van een miljard eenheden.


Benamingen van grote getallen
10x Hoogijslands stelsel IJslands stelsel Brits stelsel
103 þúsund þúsund thousand
106 miklund milljón million
109 þursund milljarður billion
1012 þúsþursund billjón trillion
1015 þursmiklund billjarður quadrillion
1018 þursþursund trilljón quintillion
1021 sjömælt þúsund trilljarður sixtillion
1024 áttmælt þúsund kvaðrilljón septillion
1027 nímælt þúsund kvaðrilljarður octillion
1030 tímælt þúsund kvintilljón nonillion


Voor getallen groter dan 1018 wordt de formule 'X-mælt þúsund' gebruikt. Deze methode is gebaseerd op 'fimmmælt milljón', de omschrijving bij het trefwoord 'kvinkvilljón' (1030) in het 'Íslensk Orðsifjabók' (ijslands etymologisch woordenboek).

Reactie tegen de wereldwijde verengelsing[bewerken | brontekst bewerken]

Bij wijze van reactie op de wereldwijde verengelsing en de daaraan ten grondslag liggende taalsterfte, overcompenseert Braekmans door alle Engelstalige plaatsnaam te verijslandsen.

  • Ashley: Eskiló, van 'ash' (ijslands ‘askur’) en 'léah' (open plek in een bos, verwant met –ló, zoals in Osló).
  • Barnoldswick: Bjarnólfsvé, verblijf of zuivelboerderij van ‘Beornwulf’. Het laatste lid ‘wick’ is NIET verwant met het Oudnoorse ‘vík’, maar met het latijnse ‘vicus’, de etymologische wortel van het engelse ‘village’. De ijslandse equivalent van ‘vicus’ is ‘vé’ in de oude en in onbruik geraakte betekenis van ‘verblijfplaats’.
  • Boston: Bótólfssteinn, steen van 'Bótwulf' (IJslands 'Bótólfur').
  • Brighton: Bjarthjálmstún, boerderij genoemd naar een zekere 'Beorthelm' (IJslands ‘Bjarthjálmur’).
  • Bristol: Brúarstó, vergaderplaats bij een brug. Het tweede lid 'stów' is verwant met IJslands 'stó'.)
  • Cambridge: Grantabrú. De Hoogijslandse naam is aangepast aan de oorspronkelijke naam 'brug over de Granta'. De verbastering van 'Granta' tot 'Cam-' is te wijten aan normandische invloed.
  • Canterbury: Jótbretaborg (niet het oude 'Kantaraborg'!). Canterbury was de hoofdstad van Kent en de naam betekent 'vesting van het Kentische volk'. De hoogijslandse naam voor Kent is 'Jótbretland', 'Brittanië van de Juten' of 'Land van de Jutbritten'.
  • Ruston Parva: Litla-Hróarstún, boerderij genoemd naar een zekere 'Hróar'. Het Latijnse toevoegsel 'parva' betekent 'klein').
  • Selby: Seljubær, plaats genoemd naar waterwilgen (Engels 'sallow', IJslands ‘selja’).

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Categorie:Taal

af:Hoogyslands ca:Alt islandès cs:Vysoká islandština cy:Uchel Islandeg da:Háfrónska de:Háfrónska el:Υψηλά ισλανδικά en:High Icelandic eo:Alta-Islanda lingvo es:Alto Islandés fr:Haut-islandais id:Bahasa Islandia Tinggi is:Háfrónska lt:Aukštutinė islandų kalba nn:Høgislandsk pl:Język wysokoislandzki ro:Islandeza înaltă ru:Высокий исландский se:Alla Islánddagiella sl:Visoka islandščina sv:Högisländska