Beleg van Haarlem (1572-1573)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door AGL (overleg | bijdragen) op 5 apr 2020 om 11:54.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Beleg van Haarlem
Onderdeel van de Tachtigjarige Oorlog
Weergave van de belegering
Datum 3 december 1572 - 13 juli 1573
Locatie Haarlem, Nederlanden
Resultaat Spaanse overwinning
Strijdende partijen
Nederlandse Opstandelingen Spanje
Leiders en commandanten
Wigbolt Ripperda Don Frederik
Filips van Noircarmes
Troepensterkte
4.000 soldaten, 20.000 burgers waarvan ~2.000 bewapend 18.000 soldaten
Verliezen
Onbekend 9.000-10.000
Don Frederiks veldtocht

Mechelen · Diest · Roermond · Zutphen · Naarden · Haarlem · Alkmaar

Het Beleg van Haarlem begon 3 december 1572 met een brief van stadhouder Bossu en Fadrique Álvarez de Toledo (beter bekend als Don Frederik), zoon van de gevreesde hertog van Alva, aan de bevolking van Haarlem met het verzoek zich over te geven. Op de weigering volgde een ruim zeven maanden durende belegering die eindigde op 13 juli 1573 toen de stad zich overgaf, waarna enkele duizenden soldaten en burgers werden geëxecuteerd. Het beleg geldt als een van de meest beruchte gebeurtenissen uit de Tachtigjarige Oorlog.

Belegering

Kenau Simonsdochter Hasselaer met haar vrouwenleger
Een onbekend persoon hield tijdens het beleg van Haarlem het aantal afgevuurde kanonskogels bij

Voor het beleg verhinderden oplettende bestuurders dat de onbewaakte stadspoorten van binnenuit werden geopend.

Rond 10 december begonnen de gevechten tussen de Spaanse troepen en een in de stad gelegerd garnizoen van 3000 prinsgezinde soldaten, onder leiding van kapitein Wigbolt Ripperda. Een week later begonnen de Spanjaarden de muren aan de noordkant te beschieten en op 19 december bestormden ze de stadsmuur. Tijdens het beleg van Haarlem werden volgens een ooggetuige 10.402 kanonskogels afgevuurd. De bestorming mislukte, waarna het beleg begon. De winter van 1573 was streng, wat het gemakkelijk maakte om vanaf het Haarlemmermeer over het ijs de stad via ondergelopen weilanden te bevoorraden.

Bij het aanbreken van de lente werd de situatie slechter. Bovendien bedreigden schepen uit het aan de Spaanse heersers trouw gebleven Amsterdam na het doorsteken van een dijk de stad vanaf het water. Een poging van de watergeuzen om Haarlem te ontzetten mislukte: tijdens de Slag op het Haarlemmermeer bleek de Spaanse vloot te sterk voor de geuzen onder leiding van admiraal Marinus Brandt.

Een legendarische figuur uit de tijd van het beleg is Kenau Simonsdochter Hasselaer, die volgens ooggetuigenverslagen niet alleen met haar houthandel de bouw van een galei mogelijk maakte, maar zelf meevocht tegen de Spanjaarden.

Overgave

Executies door de Spanjaarden na de val van Haarlem

Met de vangst van een Haarlemse deserteur, vernam Don Fadrique het nieuws van de schaarste en hongersnood in de stad. Op 8 juli, na een mislukte poging om de ongeveer 25.000 mensen in de stad van voedsel te voorzien, zag de stad zich genoodzaakt te capituleren. Tegen betaling van 250.000[1] gulden voorkwam zij plunderingen en het doden van haar inwoners. Na de overgave werden ca. 2000 soldaten en aanhangers van Oranje, die de stad hadden verdedigd, vermoord. Nadat de beulen hun hakbijlen niet meer konden optillen, werden de gevangenen ruggelings aan elkaar gebonden en in het Spaarne verdronken. De wreedheid en barbarij van beide partijen blijkt uit acties zoals een afgehakt hoofd naar de verdedigers te gooien, waarop de verdedigers weer reageerden door elf gevangenen (die trouw aan de Spaanse kroon hadden gezworen), naar de aanvallers terug te gooien met de opmerking: Haarlem betaalt Alva niet om de oorlog te betalen.

Zie de categorie Beleg van Haarlem van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.