Gebruiker:Benedict Wydooghe/Sociaal Cultureel Werk (Vlaanderen)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Sociaal-Cultureel Werk (SCW) is een containerbegrip voor organisaties en initiatieven, methodieken en projecten die het welbevinden van mensen in een (doorgaans) achtergestelde positie verbeteren. Het SCW combineert het culturele en het sociale en heeft raakvakken met het buurtwerk, opbouwwerk, sociaal werk, cultuur, musea, jeugdwerk en podiumkunsten. Het begrip SCW ontstond in de jaren 1950 om het onderscheid te duiden tussen het formele onderwijzen als systeem en het informele leren van mensen in gemeenschappen.[1] De sociaal-cultureel werker werkt op een creatieve wijze aan de belemmeringen van mensen. Participatie, maatschappijkritiek, cultuurkritiek, onderhandelen en beïnvloeding staan centraal in zijn beroepspraktijk die zich in jeugdhuizen, buurt-, wijk- en cultuurcentra, musea, bibliotheken... afspeelt. De geschiedenis van het SCW start bij de idee van een maakbare samenleving en de Verlichting.

Sociaal-cultureel werk[bewerken | brontekst bewerken]

Het begrip sociaal-cultureel werk laat zich in zijn drie onderdelen definiëren:

  • De betekenis van het woord cultuur is breed. Cultuur is wat de mens schept (symbolen, activiteiten, objecten). Het begrip staat tegenover "natuur" (dat wat aangeboren is, wat spontaan en zonder menselijk toedoen is ontstaan).
  • Het begrip 'sociaal' verwijst naar verandering, probleemoplossing, empowerment, engagement, welzijn, recht en rechtvaardigheid en respect... De geschiedenis van het sociaal werk is beschreven in de canon sociaal werk.
  • 'Werk' verwijst naar de beroepsactiviteit, een professionele en betaalde omkadering. Het staat tegenover de vrijwillige, ongeschoolde en niet betaalde 'amateur'. Niettemin staat de vrijwilliger in het SCW vaak centraal.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De geschiedenis van het sociaal-cultureel werk start doorgaans bij de Verlichting of de Renaissance, maar dit is enkel een afspraak. Mensen deden altijd aan scw, sinds ze tekeningen maakten in de grot van Altamira. De schoonvader van Publius Cornelius Tacitus, Gnaeus Julius Agricola bestuurde Brittannië ongebruikelijk lang. Tacitus omschreef zijn schoonvader als:

De Britten leefden verspreid en waren onbeschaafd en daardoor snel geneigd tot oorlog. Om hen nu via een aangename levensstijl te laten wennen aan rust en vrede, maakte hij hen persoonlijk enthousiast en bood publiekelijk steun voor de bouw van tempels, markten en huizen. Hij prees wie meedeed, wees onwilligen terecht, en zo nam wedijver om de eer de plaats in van de dwang. Ook liet hij de zoons van de bovenlaag onderwijzen in de vrije kunsten. (...) Daarmee wekte hij enthousiasme voor welsprekendheid, terwijl men de taal der Romeinen tot dan toe had afgewezen. In het verlengde hiervan kreeg onze kleding prestige en kwamen toga's in zwang.[2]

In dit fragment blijkt veel scw aanwezig:

  • Beschaafd en vrede versus onbeschaafd en oorlogszucht
  • Aangename levensstijl
  • Persoonlijk enthousiasme
  • Publieke steun: subsidies
  • Tempels, markten, huizen: religie en politiek, economie en sociaal
  • Schouderklopjes
  • Eer in plaats van dwang: engagement
  • Onderwijs door niet professionelen
  • Vrije kunsten
  • Welsprekendheid en taal (verbindt)
  • Mode

Zie ook: Tijdlijn van het Sociaal Cultureel Werk (Vlaanderen), te schrijven op basis van dit.

Verlichting[bewerken | brontekst bewerken]

In de 18de eeuw komt het denken vanuit 'de rede', zoals geformuleerd door René Descartes op kruissnelheid. De Verlichting bevorderde aldus de wetenschap en de intellectuele uitwisseling. Als stroming geldt de Verlichting gezien als een van de pijlers van de westerse beschaving. De stroming zette grote wijzigingen in gang in het denken over religie, filosofie, kunst, wetenschap en politiek.

Filosofen[bewerken | brontekst bewerken]

  • Immanuel Kant (1724-1804) stelt ‘Durf te denken’ en vat zo de Verlichting in één zin samen. Zelfstandig nadenken en niet gewoon geloven.
Immanuel Kant
  • René Descartes (1596-1650): ‘Ik denk, dus ik ben’. Kritisch en rationeel denken werd de basis van deze nieuwe culturele/wetenschappelijke stroming. Er wordt gedacht in termen van oorzaak en gevolg en niet meer in symbolen.
Borstbeeld van René Descartes
  • John Locke (1632-1704) zorgde voor de volkssoevereiniteit. Hierbij wordt een ‘contract’ tussen burgers gesloten waarbij ze een deel van hun vrijheid afstaan aan de overheid. Het volk had het recht de vorst af te zetten bij een slecht bestuur. Dit principe vinden we nog steeds terug in de grondwet. Volgens Locke wordt ieder mens ‘tabula rasa’ geboren. Je begint met een leeg verstand dat door ervaringen, kennis en indrukken wordt gevuld.
John Locke
  • Charles de Montesquieu (1689- 1755) wordt beschouwd als een van de grondleggers van de sociologie. Hij is vooral gekend voor zijn idee van de scheiding der machten of trias politica die je in onze Westerse democratieën nog steeds terugvindt. Zijn idee kwam er uit verzet tegen het absolutisme, waarbij één persoon of één groep alle macht bezat. Dankzij de scheiding der machten hebben we nu een uitvoerende macht (regering), een wetgevende macht (koning, Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat) en een rechterlijke macht (rechtbanken).
Charles de Montesquieu
  • Voltaire (1694-1778) zorgde ervoor dat het godsbeeld veranderde naar het deïsme. Dit beschreef hij met de metafoor: “God is een klokkenbouwer”, waarmee hij wilde zeggen dat God de wereld heeft ‘opgesponnen’ en dat het nu aan de mens is om zelfstandig te leven.
Voltaire
Jean-Jacques Rousseau

Verstedelijking[bewerken | brontekst bewerken]

'De eed op de kaatsbaan’, Jacques-Louis David (1791)

Franse Revolutie (1789–1799)[bewerken | brontekst bewerken]

De Franse Revolutie situeert zich in het laatste decennium van het achttiende-eeuwse Frankrijk. De absolute monarchie wordt afgeschaft en de Eerste Franse Republiek opgericht. De macht en privileges van de adel en geestelijkheid worden teruggedrongen en oude ideeën worden vervangen door de principes van Liberté, égalité, fraternité, oftewel vrijheid, gelijkheid en broederschap.

Uiteindelijk worden deze ideeën over de rest van Europa verspreid. Toch heerst er nog een groot probleem van ongelijkheid in Europa. 10% van de bevolking heeft 90% van de middelen en 90% van de bevolking heeft slechts 10% van de middelen. Gelukkig kan hier de verlichting een oplossing bieden, waar het gelijkheidsbeginsel, de mensenrechten en burgerrechten hun wortels vinden, net zoals het klassiek liberalisme en het socialisme.

Industriële revolutie (19e eeuw)[bewerken | brontekst bewerken]

Rond 1750 begint de Industriële Revolutie reeds in Engeland. Het is Lieven Bauwens die erin slaagde om de katoentechnologie naar Europa te brengen. In 1800 komt Bauwens naar Gent om er nieuwe machines te bouwen nadat hij in januari 1801 toestemming had gekregen om gevangenenarbeid in te schakelen. Hij had een constructie-atelier voor de bouw van katoenspinmachines, en vervolgens een katoenspinnerij.

Begin 19e eeuw bestaat een stad uit een stadsomwalling met gracht, voorzien van verschillende toegangspoorten. Doorheen de stad staan meerdere herenhuizen, die worden bewoond door de rijken samen met hun bedienden. Door de grote opkomst van fabrieken verhuizen steeds meer mensen van het platteland naar de steden. Deze arbeiders zoeken plaats in de herenhuizen, met gevolg dat de rijken verhuizen naar het platte land.

Hoewel er ook in het verre verleden al zeer grote steden bestonden, kon pas ten tijde van de industriële revolutie de grote groei beginnen. Door het grote aantal mensen dat verhuist, zijn er nog meer fabrieken en huizen nodig. Hierdoor ontstaan arbeiderswijken, in Vlaanderen zijn dit vooral beluiken, die zeer slecht onderhouden zijn en waar de huizen vaak veel te klein zijn. De straten in de arbeiderswijken zijn bezaaid met afval en schoon drinkwater is schaars, waardoor ziektes zoals Cholera en Tyfus schering en inslag zijn.

Gevolg[bewerken | brontekst bewerken]

Als gevolg van deze verstedelijking komt de sociale kwestie op, ook wel het arbeidersvraagstuk genoemd. Onder de sociale kwestie vallen de slechte woon- en arbeidsomstandigheden, vrouwen- en kinderarbeid, zeer lage lonen en werkloosheid. Het lijkt of de fabrikanten alle macht in de handen hebben, manifesteren had helemaal geen zin. Er is bovendien geen enkele vorm van sociale bescherming. Wie ontslagen of getroffen wordt door een arbeidsongeval of ziekte, verliest meteen van de ene dag op de andere zijn hele inkomen.

Sir Edwin Chadwick is een vroeg sociaal-cultureel werker en schrijft rapporten aan de overheid om een einde te maken aan die sloppenwijken en wantoestanden. Steeds meer mensen vinden dat de overheid iets moet doen aan deze slechte woon- en werkomstandigheden, dus er komt eindelijk verzet. Ook worden er vakbonden opgericht, in België komt de eerste er in 1842. Hier vinden we de basis van het sociaal-cultureel werk, crowdmanagement.

Sociaal-Cultureel Werk na de verstedelijking[bewerken | brontekst bewerken]

Georges-Eugène Haussmann

Grootscheepse verbouwingen[bewerken | brontekst bewerken]

Georges-Eugène Haussmann is een Franse stedenbouwkundige die eind 19e eeuw voor een oplossing zorgt. Hij laat de hele stad wegvegen en maakt plaats voor brede wegen, een station, enkele parken en nieuwe ontmoetingsplaatsen. De smalle, kronkelende straatjes maken plaats voor brede boulevards, waardoor het onmogelijk wordt voor rebellen om barricades op te werpen. Bovendien kan op deze brede straten goed gebruik gemaakt worden van zwaar geschut en worden snelle troepenverplaatsingen in de stad mogelijk gemaakt. Doordat de nieuwbouw langs de boulevards weinig ruimte laat voor goedkope huisvesting, begint de arbeidersbevolking uiteindelijk naar de buitenwijken te trekken.

De taalstrijd in België[bewerken | brontekst bewerken]

Met de uitvaardiging van de Gelijkheidswet in 1898, wordt het Nederlands net zoals het Frans eindelijk erkend als officiële landstaal. Vanaf 1910 komt er echter terug een golf van radicalisering op gang wanneer de Legerwet (1913) de oprichting van Vlaamse legerafdelingen verwerpt. De officiers geven Franse bevelen aan de Vlaamse soldaten en dit zorgt voor een opeenstapeling van communicatieproblemen. De Eerste Wereldoorlog versterkt de spanningen tussen Franstaligen en Nederlandstaligen. Oud-activisten richten in 1919 een eigen partij op, de Frontpartij, die staan voor een maximumprogramma dat de scheuring van België inhoudt. Vanaf deze periode wordt het Sociaal-Cultureel Werk dus ook een taalkwestie.

Na de Tweede Wereldoorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Na de Tweede Wereldoorlog is het belangrijk om de bevolking te motiveren en te activeren bij de culturele en sociaal-economische heropbouw. Denk daarbij aan jeugd- en jongerenwerk, aangepaste onderwijsvoorzieningen, maatschappelijk werk en gezinszorg. Vlak na de beëindiging van de Tweede Wereldoorlog vindt er een geboortegolf plaats in veel West-Europese landen en de Verenigde Staten. Deze babyboom(generatie) vormt opnieuw een basis voor het Sociaal-Cultureel Werk. Er zijn meer kinderen dan volwassenen waardoor er een echte jeugdcultuur ontstaat.

In de Gouden Jaren zestig ontstaat er mede door het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk (CRM), die jarenlang het Sociaal-Cultureel Werk subsidieert, een breed aanbod van welzijnsvoorzieningen zoals kinderwerk, buurtwerk, basiseducatie, kinderopvang… In de jaren zestig en zeventig maakt de sector van het Sociaal-Cultureel Werk een sterke groei door. Steeds meer migranten, vrouwen, werklozen en de jeugd komen centraal te staan. Allerlei instellingen werken aan het emanciperen van de vrouw (V.O.S. activiteiten) en het ondersteunen van de belangen van jongeren (JAC’s).

Functies[bewerken | brontekst bewerken]

Activering[bewerken | brontekst bewerken]

Emancipatie wil groepen in een minderheidspositie sterker maken ten aanzien van de groep die de centrale machtsposities bezet, de dominante groep. De kenmerken van een minoriteit zijn: het geheel of gedeeltelijk ontbreken van macht, discriminatie door uitsluiting van posities en functies, gering prestige en negatieve vooroordelen. Emancipatie kan pas als de minoriteit zich hiervan bewust is en beseft dat ze een groep vormen. De sociaal-cultureel werker werkt met deze groepen om te ontdekken hoe zij de werkelijkheid beleven, om hen vervolgens keuzes en initiatieven te laten maken die de levenskwaliteit verhogen. De scw'er doet dit met respect en laat zich hierbij niet leiden door zijn ze eigen normen en waarden.

Educatie[bewerken | brontekst bewerken]

Het sociaal-cultureel werk biedt niet-formele educatie (kennis, vaardigheden en attitudes) in ‘veilige’ leerplaatsen en aan diverse doelgroepen omdat de overtuiging leeft dat dit bijdraagt tot hun ontplooiing en emancipatie. (...)

Cultuur[bewerken | brontekst bewerken]

Cultuur stelt vragen naar wat mensen willen zijn en willen worden, naar hun waarden, normen en betekenissen, levensstijlen en komt tot uiting in

  • Instituties en organisaties
  • De sector en het beleid
  • Cultuurparticipatie:
  • Cultuurschepping: het creëren van culturele objecten, om een antwoord te bieden op de culturele uitdagingen.
  • Cultuuroverdracht: het begeleiden van processen van cultuurverwerking en -verinnerlijking. Mensen worden bewust of onbewust ingelijfd in de cultuur.
  • Cultuurbewaring: het bewaren en doorgeven van culturele verworvenheden aan volgende generaties. Dit zowel immaterieel als materieel.
  • Cultuurspreiding: het ontsluiten van de cultuurproducten, zodat iedereen deze kan vinden en gebruiken.
  • Cultuurbemiddeling: het bouwen van bruggen tussen het aanbod aan cultuur en de potentiële deelnemers.
  • Cultuurbeleving: het leven en beleven van cultuur zodat ze kan blijven voortbestaan.

Gemeenschapsvorming[bewerken | brontekst bewerken]

De gemeenschapsvormende functie versterkt en vernieuwt het sociale weefsel, de groepsvorming en de democratische samenleving. Deze functie is een antwoord op:

  • Het dalend veiligheidsgevoel
  • De onverdraagzaamheid
  • Interculturele conflicten
  • Onverschilligheid tegenover sociale cohesie en burgerschap.

Bonding en Bridging De Amerikaanse cultuursocioloog Robert Putnam onderscheidt twee vormen van sociaal kapitaal: bonding en bridging. Met bonding bedoelt hij de groepsbinding bij mensen die zich in elkaar herkennen. Ze behoren tot een groep of een vereniging van gedeelde interesse, gelijke leeftijden, religies, opleidingen... Bridging betreft het bouwen van bruggen naar andere verenigingen of groepen door de gezamenlijke activiteiten. Putnam beweert dat succesvolle migrantensamenlevingen zich ontwikkelen door de combinatie van bridging als bonding. Het schept nieuwe cross-overs van sociale solidariteit.

Drie interventiestrategieën[bewerken | brontekst bewerken]

De organisaties van het sociaal-cultureel volwassenenwerk, werken volgens een sociaal-culturele methodiek. Tot deze methodiek behoren er drie interventiestrategieën. Deze interventiestrategieën zijn afhankelijk en verschillend van welke de taken en opdrachten van de organisaties zijn. De interventiestrategieën zijn interfunctioneel. Per functie zijn er drie interventiestrategieën.

Gemeenschapsvormende functie

  • Gemeenschapseducatie is werken aan leer- en vormingsactiviteiten tot competent maar ook kritisch ‘burgerschap’.
  • Gemeenschapsvormen is werken aan een wij-gevoel, het groep vormen en het groep zijn in relatie met anderen.
  • Gemeenschapsvormgeving is werken aan het zich kunnen en mogen engageren in de samenleving en via actie in solidariteit vorm geven aan de samenleving.

Culturele functie

  • Cultuurconsumptie betekent de participatie aan, het deelnemen aan, het in contact komen en het mee zijn met kunst, cultuur en samenleving bewerkstelligen.
  • Cultuurkritiek betekent het bereflecteren, contesteren, bekritiseren van kunst, cultuur en samenleving bewerkstelligen.
  • Cultuurproductie betekent het maken, produceren, deelhebben aan en deel zijn van kunst, cultuur en samenleving bewerkstelligen.

Maatschappelijke activeringsfunctie

  • Empowermentstrategie is het bewustmaken van maatschappelijke afhankelijkheidsstructuren én de versterking van de persoon (vaardigheden, kennis en attitudes).
  • Engagementstrategie is het bewustmaken van maatschappelijke afhankelijkheidsstructuren én betrekken bij een groep, de samenleving, het publieke.
  • Sociale veranderingsstrategie is het bewustmaken van maatschappelijke afhankelijkheidsstructuren én inzetten op de middelen en de ruimtes tot individuele en collectieve gedrags- en/of structurele veranderingen.

Educatieve functie

  • Ingroeiend leren is inzetten op vermeerdering van kennis, vaardigheden, attitudes in de richting van maatschappelijk gewenste standaarden om iemand of iets te zijn.
  • Bevrijdend leren is inzetten op perspectieftransformatie op basis van reflectie op ervaringen op het snijvlak individu-samenleving om iemand of iets te worden.
  • Betekend leren is inzetten op verkennend en experimenterend engagement in het voortdurende proces van betekenisverlening en belevingen om iemand of iets te worden of net ‘niet’ te zijn.

De rollen van de sociaal-cultureel werker[bewerken | brontekst bewerken]

De Sociaal-Cultureel Werker heeft drie rollen. Afhankelijk van de situatie maakt hij de keuze tussen één of een combinatie van deze strategieën.

De integratierol Integratie is de klassieke benadering van de (sociale agogiek) en richt zich op de maatschappelijke reproductie en de aanpassing van het individu aan de maatschappelijke normen en standaarden.

De kritische rol De kritische SCW'er bevraagt de standaardiserende machts- en afhankelijkheidsstructuren om tot persoonlijke of collectieve verandering te komen. Hierbij neemt hij elementen van de intgratierol over, recupereert ze of stelt hij ze in vraag.

De laboratoriumrol De laboratoriumrol is gericht op persoonlijke en maatschappelijke verandering door probatie en te experiment. Wat er geleerd wordt en hoe personen of de maatschappij verandert of veranderen) en als de samenleving/maatschappij ook werkelijk verandert is onvoorspelbaar.

Vrijwilligers[bewerken | brontekst bewerken]

Binnen het kader van Sociaal-Cultureel Werk worden de sociaal werkers bij de activiteiten en taken vaak bijgestaan door vrijwilligers. Vrijwilligers zijn van onschatbare waarde voor het Sociaal-Cultureel Volwassenenwerk.

In België zijn zo’n ruim 1 800 000 vrijwilligers actief. Zowel mannen als vrouwen zetten hen gemiddeld vier uur per week in. Dit vooral in de verenigingssector met sportverenigingen op kot, gevolgd door maatschappelijke dienstverlening, socio-culturele verenigingen en jeugdwerk. De deelname aan vrijwilligerswerk stijgt naargelang de leeftijd, met een piek rond 40-49 jaar. Eens de 60 bereikt daalt de participatie. Er is ook verschil te merken aan de hand van opleidingsgraad. Hoe hoger de opleidingsgraad, hoe hoger de participatiegraad. Vrijwilligerswerk gaat ook over de grenzen heen. Toch is er een duidelijk verschil te merken tussen verschillende landen met betrekking tot vrijwilligerswerk. In Nederland bijvoorbeeld functioneert het jeugdwerk vooral op professionelen daar dit in België toch vooral een taak van vrijwilligers is. Jaarlijks worden de vele vrijwilligers in de kijker gezet op de Internationale Dag van de Vrijwilliger op 5 december. Hiermee wil men vrijwilligerswerk zichtbaar maken en promoten.

Voor zowel de maatschappij als de vrijwilliger zelf levert vrijwilligerswerk veel op. De vrijwilligers halen veel voldoening uit hun werk, leggen nieuwe sociale contacten en kunnen hun specifieke vaardigheden toepassen in bepaalde situaties.

Vrijwilligers helpen mee in sociaal-culturele organisaties bij de organisatie en uitvoering van maatschappelijke activiteiten. Sociaal werkers weten hoe ze het potentieel van de vrijwilligers het beste kunnen benutten door drie taken uit te voeren.

  • Sociaal werkers begeleiden en ondersteunen de vrijwilligers zodat ze hun competenties op de juiste manier en plaats gebruiken.
  • Ze geven hen een plaats door de vrijwilligers te koppelen aan gezinnen, mantelzorgers, buurten, instanties,… Door samen te werken met de vrijwilligers bouwen de sociaal werkers netwerken op in verschillende buurten.
  • Sociaal werkers proberen een balans te creëren tussen de inzet van beroepskrachten en de informele zorg van de vrijwilligers. Beide zijn nodig om positieve alternatieven te vinden voor maatschappelijke veranderingen en situaties.

Voor heel wat organisaties blijkt het steeds moeilijker te worden om vrijwilligers te zoeken, te behouden en te motiveren.

Subsidies en decreten[bewerken | brontekst bewerken]

Decreten[bewerken | brontekst bewerken]

Jeugdhuissubsidie Decreet voor projecten van bovenlokaal belang

Op 5 juli 2013 heeft de Vlaamse Regering beslist dat jeugdhuizen in aanmerking kunnen komen om subsidies te krijgen, die dan worden gebruikt voor de uitvoering van projecten van bovenlokaal belang.

Jeugdhuizen die aan een aantal voorwaarden voldoen, kunnen tot 40 000 euro personeelssubsidie en tot 5 000 euro werkingssubsidie krijgen voor de uitvoering van:

  • Een bovenlokaal project ter bevordering van de artistieke expressie bij jongeren.
  • Een bovenlokaal project ter ondersteuning van het ondernemerschap bij jongeren.

Een project kan over verschillende jaren lopen, maar de subsidie wordt telkens voor ten hoogste een jaar toegezegd.


Circuskunsten Decreet

Dit decreet trad in werking op 21 november 2008 met de bedoeling om de circuskunsten in Vlaanderen te stimuleren en te ondersteunen. De Vlaamse Regering wil het aanbod van circuskunstproducties vergroten, verder ontwikkelen en verdiepen zodat er meer mensen en een diverser publiek kunnen worden bereikt.

Zowel het klassieke circus als de nieuwe circusvormen krijgen hierin een volwaardige plaats, ongeacht of het gaat over liefhebbers of beroepsmatige beoefenaars van de circuskunsten.

Het Circusdecreet wil optimale kansen bieden aan alle circuskunsten door de creatie, de spreiding, de professionalisering en de promotie te subsidiëren.

Daarnaast subsidieert het decreet een Vlaams Circuscentrum als belangenbehartiger en kenniscentrum voor de circuskunsten. In 2013 was dit goed voor een totaal van 2 279 000 euro. Voor een bedrag tot 5 000 euro komen natuurlijke personen in aanmerking, voor een hogere subsidie is rechtspersoonlijkheid vereist.


Participatiedecreet

Het Decreet houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport, beter gekend als het Participatiedecreet heeft als doel de voorgenoemde sectoren te ondersteunen, verrijken en versterken. Dat beleid steunt op vier uitgangspunten:

  1. Participatie is het belangrijkste uitgangspunt ongeacht de uitwerking van de werking of activiteit.
  2. Het Participatiedecreet heeft aanvullende en ondersteunde kracht voor de decreten en beleidsvoeringen van de sectoren Cultuur, Sport en Jeugd.
  3. Het decreet heeft impact op alle sectoren en niet enkel op ofwel het cultuur-, ofwel het jeugd-, ofwel het sportbeleid.
  4. Het Participatiedecreet zorgt voor een combinatie van maatregelen en een structureel inbedden van de beleidsaandacht. Die aandacht gaat naar specifieke doelgroepen, de verankering van enkele sectoroverschrijdende participatie-instellingen en het tot stand brengen van een subsidiekader voor vernieuwing.

Het Participatiedecreet biedt zowel structurele als projectmatige ondersteuning om zo gemeenschapsvormend te werken en het aanbod van cultuur, jeugdwerk en sport te vergroten voor het brede publiek.

In tegenstelling tot vele andere decreten overkoepelt het Participatiedecreet verschillende sectoren en legt het zich dus niet enkel toe op een enkel afgebakend terrein.


Decreet Sociaal-Cultureel Volwassenenwerk

Het sociaal-cultureel volwassenenwerk wordt door het Vlaamse Departement voor Cultuur, Jeugd, Sport & Media omschreven als een onderdeel van het beleidsveld sociaal-cultureel werk met de volgende kenmerken:

  • Het omvat activiteiten die de ontplooiing van volwassenen en hun maatschappelijke participatie wil bevorderen.
  • Personen nemen er vrijwillig deel aan, los van enig schoolverband en los van elke vorm van beroepsopleiding.

Sociaal-cultureel werk omvat naast jeugdwerk ook het sociaal-cultureel volwassenwerk. Deze kan worden onderverdeeld in drie werksoorten, namelijk: verenigingen, bewegingen en vormingsinstellingen. Een vereniging is een groepsverband met het oog op persoonlijke en maatschappelijke ontplooiing. Binnen een vereniging zijn het vooral de vrijwilligers die het beheer en beleid in goede banen leiden. Bewegingen zijn eerder gefocust op maatschappelijke verandering en zijn meestal gericht op één bepaald thema. Met hun activiteiten willen ze sensibiliseren, sociale actie voeren, … De vormingsinstellingen kunnen nogmaals opgesplitst worden in Vormingsplus-centra en landelijke vormingsinstellingen. Bij deze organisaties staat educatie centraal. De ondersteuning van het sociaal-cultureel volwassenwerk komt vanuit twee hoeken: SoCius enerzijds en FOV (Federatie van Organisaties voor Volksontwikkelingswerk) anderzijds. Deze laatste is een onafhankelijke VZW die de belangen van het sociaal-cultureel volwassenwerk verdedigt bij overheden en beleidsinstanties. SoCius daarentegen richt zich vooral op de professionals in de sector en werkt vooral vanuit diens vragen en behoeften. Hun kerntaken zijn dan ook praktijkondersteuning, praktijkontwikkeling en beeldvorming/communicatie.

Subsidiëring[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn twee soorten subsidies die een erkende sociaal-culturele vereniging kan aanvragen. De eerste is een startsubsidie, de tweede is een projectsubsidie.

Een startsubsidie voor sociaal-cultureel volwassenenwerk kenmerkt zich als volgt:

  • Deze subsidie bedraagt per vereniging op jaarbasis maximaal 50.000 euro.
  • Ze kan maar eenmaal toegekend worden aan een enkele vereniging.
  • Aanvragen worden ingediend in het jaar dat aan elke beleidsperiode voorafgaat en in het tweede jaar van de beleidsperiode. Telkens maken maximaal twee aanvragers kans op een startsubsidie.
  • De Vlaamse regering bepaalt de procedure tot het aanvragen en verkrijgen van de startsubsidie.

Een projectsubsidie met een experimenteel karakter op vlak van inhoud, vorm of methodiek die wordt opgezet door een erkende vereniging kan beroep doen op een financiële ondersteuning. Die totale ondersteuningspost wordt jaarlijks aangepast en daarna terug ter beschikking gesteld aan de aanvragende verenigingen.

Departement Cultuur, Jeugd en Media[bewerken | brontekst bewerken]

Het Beleidsdomein Cultuur, Jeugd, Sport en Media is in voege getreden vanaf 1 april 2006. Het beleidsdomein is één van de beleidsdomeinen ontstaan door het grootscheepse vernieuwingsproject van de Vlaamse overheid, Beter Bestuurlijk Beleid (BBB).

De bevoegde ministers (legislatuur 2014-2019) zijn:

   Sven Gatz, Vlaams minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel
   Philippe Muyters, Vlaams minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport


Verschillende afdelingen binnen Departement Cultuur, Jeugd en Media[bewerken | brontekst bewerken]

Het Departement Cultuur, Jeugd en Media bestaat uit:

   Staf van de secretaris-generaal
   Algemene Dienst ondersteuning en beheer
   Afdeling Jeugd
   Afdeling Sociaal-Cultureel Werk
   Afdeling Kunsten
   Afdeling Cultureel Erfgoed
   Afdeling Media, Film en e-Cultuur
   Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA)
   Strategische AdviesRaad Cultuur, Jeugd, Sport en Media

Het Departement Cultuur, Jeugd en Media wordt geleid door secretaris-generaal Luc Delrue. Organogram Departement Cultuur, Jeugd en Media


Contact:

Departement Cultuur, Jeugd en Media

Arenbergstraat 9

1000 Brussel

België

De quartaire sector[bewerken | brontekst bewerken]

SCW valt binnen de quartaire sector. De quartaire sector omvat de niet-commerciële dienstverlening. Daarbij gaat het om diensten als openbaar bestuur, defensie, onderwijs, zorg, openbare orde en sociale zekerheid. Deze diensten zijn vooral gericht op het welzijn van de burger, maar faciliteren ook het goed kunnen functioneren van de marktsector.

In de quartaire sector vallen zowel de overheidsdiensten als de door de overheid deels of geheel gesubsidieerde diensten. Voorbeelden zijn ziekenhuizen, verpleeghuizen, brandweer, justitie, defensie, sociaal werk, cultuursector, wetenschapssector en scholen.

Vlaamse Sociaal-Culturele Organisaties[bewerken | brontekst bewerken]

In Vlaanderen zijn er momenteel meer dan 50 sociaal-culturele verenigingen met 13.000 lokale afdelingen en groepen. Deze verenigingen bestaan grotendeels uit vrijwilligers en de activiteiten die ze organiseren hebben meestal de focus op een doelgroep zoals vrouwen, senioren, minderheden, holebi’s, andersvaliden...

  • Dag van de zorg : Dag van de Zorg is een opendeurdag voor de zorg en welzijnssector. De dag van de zorg wil aandacht besteden aan de ontwikkelingen en noden van de zorg en welzijnssector. Het vindt telkens plaats op de derde zondag van maart . De dag van de zorg is een vzw.
  • Rainbow for kids : Rainbow for kids is een vzw die kinderen gaat ondersteunen in een plaatselijk schooltje in Ukunda( Kenia). Ze gaan schoolgrief verzamelen, ze gaan eten leveren voor de kinderen,...
  • Awel: Awel is een steunpunt voor jongeren. De jongeren kunnen bij hen terecht met vragen,voor informatie over een specifiek onderwerp. Awel luistert naar de jongeren en ondersteunt hen. Ze helpen actief zoeken naar een oplossing .
  • Moeders voor Moeders: Deze vzw geeft voedsel en materiaal aan moeders die het financieel zeer moeilijk hebben . Ze delen bijvoorbeeld wekelijks voedselpakketten uit.
  • A. Vermeylenfonds: Het AVF is een sociaal-culturele vereniging die mensen met elkaar verbindt in de Vlaamse gemeenschap door mensen aan te zetten om op een laagdrempelige manier aanzetten tot participatie aan kunst en cultuur.
  • ADR-Vlaanderen: (Actie Dorpen Roemenië - Vlaanderen, Koepel van Roemeniëdorpen in Vlaanderen)ADR-Vlaanderen is een autonome en Vlaamse organisatie die zich bezig houdt met de uitbouw van een duurzame en solidaire samenleving in Centraal- en Oost-Europa.
  • Amnesty International Vlaanderen: Amnesty international is een wereldwijde, onafhankelijke en onpartijdige organisatie van meer dan 7 miljoen mensen die opkomen voor een wereld waarin alle mensenrechten worden nageleefd.
  • Associazioni Internazionali Federate(AIF) - Multiculturele Federatie van Zelforganisaties: Het AIF+ is een vzw die een open en diverse samenleving aanmoedigt, een vzw die vecht voor gelijke kansen creëren voor iedereen op het vlak van onderwijs, werk en geslacht. Ze willen de culturele eigenheid van etnische minderheden behouden, maar ook hun integratie in de samenleving verbeteren. Last but not least willen ze de participatie aan de Vlaamse samenleving stimuleren door de emancipatie en ontplooiing van de lidverenigingen te bevorderen.
  • ATB De Natuurvrienden: De Natuurvrienden wil de toekomstige generaties laten proeven van de wijde wereld en van het plezier van recreatie in de vrije natuur. Zij ijveren ook voor een duurzame samenleving. Zebieden zacht toerisme en milieuvriendelijke recreatie en dat op een sociale en rechtvaardige manier, dus voor een dergelijke prijs.
  • Çavaria : Çavaria zet zich in voor holebi en transgenderrechten. Ze hebben een regenboogbeleid gestart, met onder andere zes huizen waar holibi's en transgenders terechtkunnen. Daarnaast hebben ze ook een holibifoon opgericht waar iedereen met problemen of vragen kan naar bellen. Ze doen dit lokaal en bovenlokaal.
  • vzw Contemp, netwerk voor wie zijn partner verloor door overlijden: Contempo organisert op verschillende plaatsen over het hele land rouwzorgtrajecten. Deze trajecten zijn gericht op mensen die met hun verdriet alleen achterblijven en niemand (meer) vinden om erover te praten.
  • Curieus: Curieus is een progressieve culturele inspiratiefabriek die maatschappelijk geëngageerd durft te zijn. Ze willen mensen de ruimte geven om elkaar te ontmoeten en initiatieven versterken die dat reeds doen.
  • Davidsfonds: Het Davidsfonds is een omvangrijk cultuurnetwerk dat jaarlijks zo’n 10.000 culturele activiteiten organiseert, meer dan 150 cursussen op niveau aanbiedt, tientallen cultuurreizen met een meerwaarde opzet en een waaier aan meeslepende boeken aanbiedt. Het Davidsfonds is actief op honderden plekken in heel Vlaanderen en focust op alles die te maken heeft met taal, geschiedenis en kunst.
  • FAAB: FAAB is een vereniging werkt aan de promotie, integratie en deelname van de Afrikaanse gemeenschap aan het sociaal, economisch en politiek leven in de Belgische maatschappij. FAAB wil optreden als vertegenwoordiger en spreekbuis van de Engelstalig Afrikaanse gemeenschap en het forum zijn in het voeren van discussies die de gemeenschap aanbelangen teneinde het welzijn van de gemeenschap te bevorderen.
  • Federatie Marokkaanse Democratische Organisaties (FMDO): De FMDA is een koepelorganisatie en hun kerntaak bestaat uit het ondersteunen van sociaal-culturele verenigingen van mensen met een migratieachtergrond. De FMDO vzw overkoepelt dergelijke verenigingen in Antwerpen, Brussel, Vlaams-Brabant en West-Vlaanderen. Momenteel overkoepelen ze 170 lidorganisaties. Ze streven naar naar participatie en volwaardig burgerschap van mensen met een migratieachtergrond. Ze werken aan de emancipatie van mensen met een migratieachtergrond. Ze stimuleren het samenleven van individuen met elkaar i.p.v. naast elkaar met een respectvolle houding voor elkaars eigenheid en identiteit in een superdiverse samenleving en het FMDO draagt ook bij aan een warme samenleving door solidariteitsinitiatieven van verenigingen van mensen met een migratieachtergrond te faciliteren.
  • Fedos of Federatie Onafhankelijke Senioren (FedOS): De vzw Federatie Onafhankelijke Senioren ( FedOS ) is een onafhankelijke sociaal-culturele vereniging voor senioren.
  • Federatie van Marokkaanse Verenigingen (FMV): Voor de Federatie van Marokkaanse Verenigingen (FMV) is onderwijs een topprioriteit.
  • Federatie van Vlaamse simileskringen: Similes is een vereniging voor gezinsleden en nabijbetrokkenen van personen met psychische kwetsbaarheid. Similes verenigt partners, ouders, kinderen, broers en zussen, vrienden...(iedereen die betrokken is bij een persoon met een psychische kwetsbaarheid). Los van het feit of deze persoon thuis woont of is opgenomen in een ziekenhuis of beschut of zelfstandig woont.
  • Federatie van vooruitstrevende verenigingen (CDF): CDF vzw is een vooruitstrevende organisatie die mensen met verschillende overtuigingen en culturen wil samenbrengen en ze in contact laten komen. CDF vzw is een open huis waar verschillende culturen elkaar kunnen ontmoeten en van elkaar kunnen leren. Zo kunnen mensen groeien tot kritische burgers die zich thuis voelen in onze samenleving in al haar verscheidenheid.
  • Federatie van zelforganisaties in Vlaanderen(FZO): FZO-VL, Federatie van Zelforganisaties in Vlaanderen, is een socio-culturele overkoepelende vereniging die staat voor integratie, emancipatie en participatie van de migrantengemeenschap in Vlaanderen.
  • Federatie Wereldvrouwen: Ze ondersteunen verenigingen van allochtone en autochtone vrouwen en vinden het belangrijk dat: vrouwen van allerlei afkomst en religie zich thuisvoelen bij de Federatie Wereldvrouwen,in hun plaatselijke groepen in hun hele omgeving!
  • FEMMA: Femma is een eigenzinnige vrouwenorganisatie met een duidelijke visie op mens en samenleving. Ze willen meepraten over wat vrouwen vandaag denken, voelen en beleven. Met een alerte en scherpe blik waken we over vrouwenrechten.
  • Foyer (organisatie): Een Sociaal Culturele vereniging in Molenbeek. Houdt zich lokaal en internationaal bezig met diversiteit, cultuur en sociale cohesie.
  • FORUM VAN VLAAMSE VROUWEN (FVV): Het forum van Vlaamse vrouwen streeft voor een gendergelijke en rechtvaardige Vlaamse samenleving met aandacht voor diversiteit, vrede en ecologie en gaat de uitdaging aan om in dialoog te treden met vrouwen uit andere culturele gemeenschappen. Het forum werkt intergenerationeel en heeft aandacht voor de toenemende vervrouwelijking van de armoede.
  • GEZINSBOND: De Gezinsbond is pluralistisch en democratisch samengesteld en zet zich in voor alle gezinnen in Vlaanderen en Brussel. Ze verdedigen de belangen van de gezinnen, los van religieuze, ideologische of politieke opvattingen en los van de samenstelling van het gezin.
  • HUMANISTISCH-VRIJZINNIGE VERENIGING (HVV): De Humanistisch-Vrijzinnige Vereniging is een sociaal-culturele organisatie voor vrijdenkers. Ze verdedigen de vrije meningsuiting en zetten zich in voor respect en de wilsvrijheid van het individu, zoals het recht op abortus en euthanasie.
  • INTERNATIONAAL COMITE (IC): Het Internationaal Comité is een multiculturele federatie van ruim 300 verenigingen in Vlaanderen en Brussel. Ieder van die lidverenigingen heeft een zelfstandige werking, en een unieke samenstelling qua nationaliteit, taal, leeftijd, religie, doelen en interesses. Het IC heeft als ambitie de samenleving te veranderen, vanuit de sterktes en het perspectief van mensen en gemeenschappen met een migratiegeschiedenis.
  • JEUGDBEWEGINGEN:
  • KRISTELIJKE WERKNEMERSBEWEGING (KWB): KWB is een vereniging met een diverse activiteiten: ontspanning, debatavonden, sport, uitstappen voor het hele gezin. KWB houdt zich bezig met het opvoeden van kinderen, de stress op het werk, de nieuwe economische crisis en de werkloosheid, de migranten in onze straat, onze eigen gezondheid en die van het leefmilieu, goedkoop je rijbewijs halen, geneesmiddelen aan betaalbare prijzen, enzovoort.
  • KVG-VORMING: De KVG-Vorming is een vereniging die mensen met een handicap, ouders, partners, broers en zussen, vrijwilligers met en zonder handicap en professionelen die personen met een handicap begeleiden. Ze geven begrippen als emancipatie, zelfbeschikkingsrecht, actief burgerschap, participatie, kwaliteit van bestaan, inclusie... een invulling vanuit de praktijk, vanuit het dagdagelijks contact met mensen met handicaps en hun netwerk.
  • KVLV - VROUWEN MET VAART: KVLV is de grootste vrouwenvereniging van Vlaanderen. KVLV-vrouwen organiseren kookworkshops, sport en beweging, creatieve ateliers, gespreksavonden rond gezondheids- of opvoedingsthema's, samen het platteland beleven, maatschappelijke acties... De activiteiten zijn laagdrempelig, betaalbaar en kwaliteitsvol.
  • LANDELIJKE GILDEN: Landelijke Gilden brengt mensen met een hart voor het platteland samen. Het jaar door organiseren vrijwilligers van 900 afdelingen activiteiten in hun dorp. Ze willen al deze mensen verenigen om in solidariteit een breed maatschappelijk programma te realiseren. Ze ondersteunen plaatselijke afdelingen, ze willen een duurzame relatie met geëngageerde dorpsbewoners, ze willen plattelandsbewoners stimuleren om actief mee te bouwen aan het platteland en ten laatste willen ze de vraag naar de zingeving van het handelen levend houden.
  • VIEF: Vief is een landelijke sociaal-culturele vereniging van en voor 50-plussers. Vief organiseert en stimuleert sociaal-culturele activiteiten en maatschappelijk gerichte acties, met aandacht voor mensen in een kwetsbare leefomgeving, via een netwerk van lokale knooppunten over heel Vlaanderen.
  • LIBERALE VROUWEN
  • LINX +: Linx+ is als sociaal-culturele organisatie gelinkt aan het ABVV vanuit de overtuiging dat veelzijdiger dimensies dan de wereld van de arbeid aan bod dienen te komen. Ze willen iedereen de superdiverse samenleving laten ontdekken omdat mensen verbinden sterker is dan wat mensen scheidt, willen ze dit proces open en kritisch ondersteunen. Ze doen dat met onze vrijwilligerskernen en deelnemers door een laagdrempelig en eigenzinnig sociaal-cultureel aanbod te organiseren.
  • LVZ VORMINGSDIENST: Het Liberaal Verbond voor Zelfstandigen verdedigt de belangen van zelfstandigen, ondernemers, middenstanders, handelaars, landbouwers, beoefenaars van vrije beroepen en zelfstandigen op rust. LVZ is de enige liberale organisatie voor zelfstandigen die erkend is en zetelt in de Hoge Raad voor Zelfstandigen en de KMO. Ze streven naar maximale vrijheid voor zelfstandigen en ondernemers en neem zoveel mogelijk belemmeringen en hindernissen weg om hun zaak of bedrijf te runnen.
  • MARKANT - Netwerk van ondernemende vrouwen: Markant is een netwerk van en voor actieve en ondernemende vrouwen. Markant vzw biedt activiteiten aan op maat van vrouwen die een extra dimensie willen toevoegen aan hun leven, zowel in persoonlijke tijd als binnen hun professionele bezigheden. De kernwaarden van deze vereniging zijn vriendschap, een ondernemende houding, kwaliteit, originaliteit en respect voor iedereen.
  • MASEREELFONDS: Masereelfonds is een kritische, progressieve en onafhankelijke cultuurvereniging. Ze dromen ervan dat de mensen ooit van deze wereld samen een plaats maken waar iedereen vrij en gelijk is. Cultuur en onafhankelijkheid staat centraal.
  • NEOS - NETWERK ONDERNEMENDE SENIOREN: Neos is een netwerk van zelfstandigen, waar mensen met levenservaring elkaar ontplooien.
  • OKRA Trefpunt 55+: OKRA zet zich in voor gepensioneerden en willen hen zoveel mogelijk kansen geven en ze motiveren om deel te nemen aan sociale en culturele activiteiten die bijdragen tot hun persoonlijke ontplooiing en/of hun deelname aan het maatschappelijke leven. Daarom biedt OKRA zelf activiteiten aan of maakt ze initiatieven van anderen toegankelijker.
  • PASAR: Pasar wil alle mensen de kans bieden om netto vrije tijd te beleven die hen toelaat om te genieten, en die hen verrijkt en gelukkiger maakt.Pasar wil dat er zoveel mogelijk vrije tijd beschikbaat is, ze werken hier concrete voorstellen voor uit en bespreken met overheden, middenveld en werkgevers. Pasar wil ook de mensen bewust maken wat ze het best in hun vrije tijd doen.
  • PLATFORM AFRIKAANSE GEMEENSCHAPPEN ANTWERPEN: Het Afrikaans Platform wil de gemeenschappelijke belangen van de diverse Afrikaanse gemeenschappen en verenigingen verdedigen en een waarheidsgetrouw beeld tonen van deze gemeenschappen. Het Platform wil sociale integratie, emancipatie en deelname aan de economische, politieke en sociaal-culturele structuren bevorderen.
  • RODENBACHFONDS: Het Rodenbachfonds streeft naar een open beleving van de Vlaamse identiteit. Met een gezond zelfvertrouwen en een kritische blik bekijken ze de heel diverse en rijke Vlaamse cultuur. Ze geven vorm aan een interculturele dialoog met iedereen die in Vlaanderen woont. Het Rodenbachfonds staat open voor de vele culturen die lokaal aanwezig zijn en voor reflecties van/met de internationale gemeenschap.
  • S-PLUS: S-Plus is een seniorenvereniging met een ruim aanbod voor 60-plussers.
  • TUINHIER: De vzw Tuinhier is een vrijwilligersvereniging die lokaal, provinciaal en gewestelijk is gestructureerd en die het amateur-tuinieren in Vlaanderen organiseert en vormgeeft. De vzw wil de belangstelling voor duurzaam, aangenaam en milieubewust tuinieren bevorderen, het tuinieren als zinvolle en gezonde vrijetijdsbesteding centraal stellen en de aanleg van volkstuinparken stimuleren.
  • TURKSE UNIE VAN BELGIË: De Turkse unie van België wil de verenigingen samenbrengen en gezamenlijk activiteiten opzetten.
  • UNIE VAN TURKSE VERENIGINGEN: Unie van Turkse Verenigingen is een koepel, die diverse gemeenschappen verenigt. UTV zet haar expertise en ervaring in om deze gemeenschappen te activeren en hun culturele identiteit te behouden en te ontwikkelen.
  • UNIZO: UNIZO wil ondernemers verenigen, informeren, adviseren en hun belangen behartigen, kortom ze maximaal kansen geven. De organisatie richt zich tot zelfstandige ondernemers, werkend in hun eigen zaak en op eigen risico.
  • VOS-Vlaamse Vredesvereniging: VOS staat voor zelfbeschikkingsrecht van gemeenschappen en volkeren ter ontplooiing van mensen en groepen om zo bij te dragen tot een vredevolle samenleving. Ze streven naar Vlaams zelfbestuur in Europa en in wereldverband, waarin de vredescultuur onszelf en anderen vanuit een pluralistische levenshouding tot samenwerking inspireert.
  • VERENIGING PERSONEN MET EEN HANDICAP (VFG): VFG, Vereniging personen met een handicap, is een organisatie die zich inzet voor personen met een handicap, chronisch zieken en hun omgeving. Ze willen een aangename ontmoetingplaats creëren voor mensen met een handicap.
  • VERENIGING VOOR ECOLOGISCH LEVEN EN TUINIEREN (VELT): Velt (Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren) is de vereniging voor al wie milieuvriendelijk aan de slag wil in de tuin of keuken. Samen met duizend vrijwilligers zetten ze zich elke dag actief in voor een ecologische leefomgeving binnen het brede kader van duurzame ontwikkeling.
  • Vereniging voor Ontwikkeling en Emancipatie van Moslims (VOEM): V.O.E.M. vzw staat voor Vereniging voor Ontwikkeling & Emancipatie van Moslims. Ze willen bouwen aan een kleurrijke, open, vrije, leefbare en verdraagzame samenleving, werken aan een positieve beeldvorming rond moslimgemeenschappen, stimuleren van de interlevensbeschouwelijke dialoog en moslims helpen hun plaats te vinden in de Belgische maatschappij.
  • VIVA - SVV (SOCIALISTISCHE VROUWEN VERENIGING): VIVA-Socialistische Vrouwen Vereniging (VIVA-SVV) is een eigentijdse vrouwenorganisatie met een sterk uitgebouwd netwerk op drie niveaus: nationaal, provinciaal en lokaal in de afdelingen. Ze willen op een eigentijdse en laagdrempelige manier vrouwen lokaal samenbrengen rond thema’s als gezondheid, gezin en gelijke kansen.
  • VLAAMSE ACTIEVE SENIOREN: Vlaamse actieve senioren vzw richt zich tot alle ouderen en jonggepensioneerden die de vrijgekomen tijd na hun beroepsloopbaan zinvol willen invullen en die zich wensen in te zetten ten dienste van hun leeftijdgenoten.
  • VLAAMSE VOLKSBEWEGING (VVB): De VVB doet wat de Vlaamse Beweging al 175 jaar doet: op een geweldloze wijze wantoestanden aan de kaak stellen, alternatieven naar voren schuiven en als drukkingsgroep de politiek beïnvloeden.
  • VTBKULTUUR: Ze organiseren culturele activiteiten, gaande van gin tastings tot voordrachten, van wandelingen tot bezoeken aan toonaangevend expo’s. Ze brengen mensen samen. 2.400 activiteiten per jaar, goed voor 91.000 deelnames.
  • WELZIJNSSCHAKELS: Welzijnschakels biedt kansen aan aan mensen die uitsluiting ervaren door armoede of afkomst. Ze doen dit door activiteiten te organiseren.
  • Willemsfonds: Het Willemsfonds is een socio-culturele vrijwilligersorganisatie. Het Willemsfonds is liberaal-vrijzinnig.Ze verdedigen het bestaan van de Nederlandse taal. Vandaag is het Willemsfonds een ontmoetingsplaats waar mensen genieten van cultuur in de ruimste zin van het woord.
  • ZIEKENZORG CM: Ziekenzorg CM biedt bondgenootschap aan door middel van een gevarieerde werking waar mensen met een chronische ziekte en gezonde vrijwilligers het voor elkaar opnemen.

Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Het begrip komt dan de Amsterdamse hoogleraar Tonko T. ten Have. Tegenwoordig kunnen studenten Sociaal-Cultureel Werk studeren via een bachelor-opleiding aan hogescholen, de HBO5 en het volwassenonderwijs. Het SCW is één van de pijlers van het Sociaal Werk, naast het maatschappelijk werk, het personeelswerk en de maatschappelijke advisering. Sinds 1952 werd de opleiding Sociaal Werk werd opgedeeld in specialisaties: Kind en sociale bijstand, Sociaaleconomische vraagstukken en Volksopleiding. Het was het deel 'volksopleiding' dat uitgroeide tot wat nu SCW heet. In de jaren zeventig professionaliseerde het sociaal werk en ging men spreken over de personeelswerker (aandacht voor mensen en hun werksituatie), de Maatschappelijk werker (die leert mensen zichzelf beredderen in hun gezin, familie, buurt of samenleving, de maatschappelijk adviseur (hij die adviseert over rechten en plichten) en de SKW'er.
  2. ADRIAN GOLDSWORTHY. Pax Romana. Oorlog en vrede in de Romeinse tijd, Omniboek, Utrecht, 2016, p. 287.