RWE (energiebedrijf)
RWE AG | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Beurs | Deutsche Börse: RWE | |||
Oprichting | 25 april 1898 | |||
Eigenaar | Merzig-Wadern, Rheinisch-Bergischer Kreis, Gladbeck, Kreis Mettmann, Landkreis Altenkirchen, Kreis Euskirchen, Kreis Borken, Sassenberg, Essen, Remscheid | |||
Sleutelfiguren | Rolf Martin Schmitz (CEO) Markus Krebber (CFO) | |||
Land | ![]() | |||
Hoofdkantoor | Essen, Duitsland | |||
Werknemers | 18.246 (in fte's, eind 2021) | |||
Dochteronderneming | Niedersächsische Kraftwerke Rheinelektra
| |||
Producten | Elektriciteit en gas | |||
Sector | Nutssector | |||
Industrie | Energie | |||
Omzet/jaar | € 24,5 miljard (2021)[1] | |||
Winst/jaar | € 0,7 miljard (2021)[1] | |||
Marktkapitalisatie | € 24,2 miljard (per ultimo 2021)[1] | |||
Website | (en) RWE.com | |||
|

RWE (tot 1990 Rheinisch-Westfälisches Elektrizitätswerk) is een van oorsprong Duits energiebedrijf. Het heeft zijn hoofdvestiging in Essen. Op de Duitse thuismarkt neemt het qua grootte op de energiemarkt de tweede positie in; het bedrijf is actief in kernenergie, bruinkool, steenkool, gas, afvalverbranding en infrastructuur voor gas en elektriciteit. Het bedrijf is verder internationaal actief in Engeland, Nederland, België en diverse Oost-Europese landen.
De belangrijkste aandeelhouders van RWE zijn diverse Duitse gemeenten. Dortmund heeft via KEB Holding 6% van de aandelen en Essen heeft een belang van 3% per eind 2019.
In 2016 werden diverse activiteiten afgesplitst in een nieuw bedrijf met de naam innogy. RWE had een meerderheidsbelang in innogy, maar in september 2019 gingen de aandelen over naar E.ON.
Bedrijfsbeschrijving[bewerken | brontekst bewerken]
In 2020 produceerde RWE in totaal 147 terawattuur (TWh) aan elektriciteit. Ongeveer 25% van de elektriciteit was afkomstig uit centrales die bruinkool als brandstof gebruiken, 5% uit steenkool gestookte centrales, 35% aardgas- en 14% uit kernenergiecentrales. Het aandeel van elektriciteit uit schone bronnen, als bijvoorbeeld windenergie, was 22%.[2] De totale capaciteit van het opgestelde vermogen van RWE was ruim 40,7 gigawatt (GW) per eind 2020, waarvan een kwart alternatieve energie.[2]
Vanwege het hoge aandeel van bruin- en steenkool in de totale elektriciteitsproductie behoort RWE tot de grootste uitstoters van koolstofdioxide in Europa. In 2020 was de totale uitstoot 69 miljoen ton CO2 (2010: 165 miljoen ton). De onderneming erkent het probleem van de hoge CO2 uitstoot en had de intentie de uitstoot van koolstofdioxide te verlagen van 0,8 ton per MWh in 2009 naar 0,45 ton in het jaar 2020.[3] Deze bijna halvering van de uitstoot wil RWE bereiken door te investeren in onder andere schone windenergie en in moderne centrales die oude en meer vervuilende centrales gaan vervangen.[4] In 2020 was de uitstoot gedaald tot 0,47 ton per MWh, waarmee de doelstelling uit 2009 bijna werd gehaald.[2] In 2021 steeg de uitstoot naar 81 miljoen ton CO2 voornamelijk als een gevolg van hogere productie bij de bruinkoolcentrales.[1]
In 2011 verkocht RWE 74,9% van netbeheerder Amprion aan investeringsmaatschappij Commerz Real. RWE blijft de overige 25,1% van Amprion aanhouden.[5]
RWE had een eigen olie- en gasopsporings- en winbedrijf, genaamd RWE DEA. In maart 2014 maakte RWE de verkoop hiervan bekend. De koper is investeringsbedrijf LetterOne Group, dat in handen is van Michaïl Fridman, die er 5,1 miljard euro voor betaald.[6] Fridman is rijk geworden door de verkoop van zijn belang in TNK-BP aan Rosneft.[7] RWE gaat met de opbrengst zijn schulden aflossen. Begin 2015 werd de transactie afgerond onder de voorwaarde dat LetterOne de activiteiten op het Britse deel van de Noordzee zou afstoten.[8] Later in dat jaar zijn de Britse belangen verkocht aan INEOS.
Opsplitsing[bewerken | brontekst bewerken]
Eind 2015 maakte RWE plannen bekend het bedrijf te gaan splitsen.[9] In een nieuw onderdeel met de naam innogy, zijn de activiteiten voor duurzame energie, de stroomnetwerken en de verkoop aan consumenten ondergebracht.[9] Van innogy werd in oktober 2016 zo’n 23% van de aandelen naar de beurs gebracht. De andere activiteiten zoals de energieopwekking uit fossiele brandstoffen en kernenergie en de groothandel blijven achter bij RWE evenals zo'n 20.000 medewerkers. Het nieuwe onderdeel heeft een omzet van ongeveer 40 miljard euro en veertigduizend werknemers.[9] Energiebedrijf E.ON nam een jaar eerder een vergelijkbaar besluit.
In maart 2018 maakte RWE en E.ON bekend activiteiten te gaan uitwisselen.[10] E.ON neemt de aandelen in innogy over en in ruil gaan de schone energie-activiteiten van E.ON over naar RWE. RWE krijgt verder een aandelenbelang in E.ON van bijna 17% en neemt nog enkele andere belangen over. Om het verschil in waarde te compenseren, zal RWE nog 1,5 miljard euro betalen aan E.ON. De transactie gaat in met terugwerkende kracht per 1 januari 2018. Op 17 september 2019 keurde de Europese Commissie de afspraken goed, onder voorwaarden die voor beide partijen acceptabel zijn.[11]
Op 19 september 2019 droeg RWE de aandelen innogy over aan E.ON.[12] Op 1 oktober 2019 gingen de duurzame energie activiteiten van E.ON naar RWE.[13] Dit betrof de wind- en zonneparken en opslagfaciliteiten. E.ON heeft zo'n 6800 megawatt (MW) aan capaciteit in bestaande parken en projecten overgedragen en verder gaan zo'n 1500 medewerkers over naar RWE.
Resultaten[bewerken | brontekst bewerken]
In 2013 leed RWE voor het eerst in zestig jaar verlies. Door een eenmalige afschrijvingen van 4,8 miljard euro op de elektriciteitscentrales, waarvan anderhalve miljard euro in de Benelux, kwam het verlies uit op 2 miljard euro. Exclusief deze afschrijvingen was er sprake van een winst van 2,3 miljard euro. Voor het jaar 2017 heeft RWE de cijfers herzien (h) in verband met de voorgenomen transactie met E.ON. De omzet en het aantal medewerkers is fors lager uitgevallen door de bedrijfsonderdelen die verkocht gaan worden niet meer op te nemen. In 2019 werd de winst sterk beïnvloed door de verkoop van de activiteiten, zoals innogy aan E.ON. Dit leverde een eenmalige bate op van 8,3 miljard euro.[14]
Jaar[15] | Omzet | Bedrijfsresultaat | Nettoresultaat | Beurswaarde (× miljard) |
Aantal werknemers |
CO2 uitstoot (× miljoen ton) |
---|---|---|---|---|---|---|
2010 | € 53.320 | € 7681 | € 3308 | € 28,0 | 70.856 | 164,9 |
2011 | € 51.686 | € 5814 | € 1806 | € 16,6 | 72.068 | 161,9 |
2012 | € 53.227 | € 6416 | € 1306 | € 19,1 | 70.208 | 179,8 |
2013 | € 52.245 | € 5369 | € -2016 | € 16,2 | 64.896 | 163,9 |
2014 | € 48.468 | € 4017 | € 1705 | € 15,5 | 59.784 | 155,2 |
2015 | € 48.599 | € 3837 | € -170 | € 7,1 | 59.762 | 150,8 |
2016 | € 45.833 | € 3082 | € -5710[16] | € 7,1 | 55.652 | 148,3 |
2017 | € 44.585 | € 3646 | € 1900 | € 10,3 | 59.547 | 132,4 |
2017(h) | € 13.822 | € 1900 | € 10,3 | 19.106 | 131,8 | |
2018 | € 17.748 | € 335 | € 11,7 | 17.748 | 118,0 | |
2019 | € 13.227 | € 8498 | € 16,8 | 19.792 | 88,1 | |
2020 | € 13.896 | € 995 | € 23,4 | 19.498 | 68,9 | |
2021 | € 24.526 | € 721 | € 24,2 | 18.246 | 80,9 |
RWE in Nederland[bewerken | brontekst bewerken]
RWE trad toe tot de Nederlandse markt door overname van de energiebedrijven Obragas medio 2002 en Haarlemmermeergas en de oprichting van RWE Energy Nederland (REN). In juni 2007 werden de twee netbeheerders, Obragas Net en Haarlemmermeer Net afgesplitst en verkocht aan de Brabantse netwerkbeheerder NRE (Nutsbedrijven Regio Eindhoven). Het overgebleven leveringsbedrijf levert gas en/of elektriciteit aan ongeveer 350.000 particuliere en 30.000 zakelijke klanten.
Eemshaven[bewerken | brontekst bewerken]
RWE opende zomer 2015 een nieuwe kolencentrale, met een capaciteit van 1600 MW en met mogelijkheden voor CO2-afvang in de Eemshaven. Deze locatie is gunstig vanwege de haven die de aanvoer van steenkool met grote zeeschepen mogelijk maakt, de aanwezigheid van voldoende koelwater waardoor geen koeltorens nodig zijn en de directe aanwezigheid van lege aardgasvelden in het noorden van Nederland voor de - eventuele - opslag van CO2. Het rendement van de kolencentrale bedraagt ongeveer 46%, wat ongeveer 10%-punten beter is dan het Europese gemiddelde van bestaande kolencentrales. De centrale heeft ook een installatie die stroom uit biomassa kan produceren; deze heeft een vermogen van 160 MW.
Op 19 juni 2012 heeft RWE, wederom, een Natuurbeschermingswetvergunning gekregen van de provincies Groningen, Friesland en Drenthe en het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, nadat een eerdere vergunning door de Raad van State was vernietigd. Het energiebedrijf heeft de effecten op de natuur beter inzichtelijk gemaakt en extra natuurmaatregelen genomen. Daarmee voldoet RWE aan de voorwaarden voor deze laatste vergunning voor de energiecentrale in de Eemshaven.[17]
Begin maart 2015 vestigden de Waddenvereniging met Greenpeace en Natuur en Milieu wederom de aandacht op de voortgaande lozingen van kwik. Volgens de vergunningen mocht de centrale jaarlijks tot 96 kilo kwik in de lucht lozen. De overheid erkende wel, dat er een milieuprobleem was, maar aangezien de lozing slechts voor 2% bijdroeg aan de totale belasting van het oppervlaktewater door kwik, weigerden staatssecretaris Wilma Mansveld (Milieu) en de provincie Groningen de vergunning voor RWE aan te passen.[18]
In juni 2017 kondigde de directie van de centrale aan, dat in de volgende jaren het aandeel biomassa in de brandstof van de centrale stapsgewijze zal worden opgevoerd en dat van steenkool afgebouwd. Als de financiering rondkomt, kan de centrale over tien jaar volledig draaien op biomassa. In 2020 werd 15% van de elektriciteit met de inzet van biomassa geproduceerd.
In 2019 heeft het Nederlandse parlement een wet aangenomen die stroomopwekking via verbranding van steenkool vanaf het jaar 2030 verbiedt.[19] Dit is een van de maatregelen om de landelijke uitstoot van CO2 met 49% te verlagen in 2030. De RWE centrale moet dus voor jaareind 2030 sluiten, ver voor het einde van de economische levensduur waardoor RWE een schade lijdt van 1,4 miljard euro.[20] De Nederlandse staat is aangeklaagd om deze schade te vergoeden.
Per 30 september 2022 verkoopt Vattenfall de Magnum energiecentrale aan RWE. RWE betaalt hiervoor zo'n 500 miljoen euro.[21] NUON startte in 2008 met de bouw van een gasgestookte centrale en medio 2013 werd de centrale officieel in gebruik genomen. Deze centrale heeft een opgesteld vermogen van 1400 MW.
Overname van Essent[bewerken | brontekst bewerken]
In januari 2009 deed RWE een bod van 9,3 miljard euro op Essent.[22] Op 20 februari 2009 werd het verkoopvoorstel getekend nadat de centrale ondernemingsraad zijn goedkeuring had gegeven aan de voorgenomen fusie.[23] De Provinciale Staten van Noord-Brabant waren eerst tegen de overname van Essent omdat zij twijfelden aan de duurzaamheidplannen van RWE.[24] De verkoop betrof enkel de aandelen in het productie- en leveringsbedrijf. De aandelen in het netwerkbedrijf van Essent, Enexis, en het milieubedrijf, Essent Milieu, bleven in handen van de gemeentelijke en provinciale aandeelhouders.
Over de verkoop van het 50% belang van Essent in EPZ, waaronder de kernenergiecentrale Borssele, werd een rechtszaak gevoerd. Begin maart 2010 deed de rechter hierin uitspraak; RWE mocht dit belang niet overnemen. De gemeentelijke en provinciale aandeelhouders van Essent bleven daarmee - voorlopig - eigenaar van deze kernenergiecentrale. De overnamesom voor Essent werd, met deze uitspraak, met 950 miljoen euro verlaagd. Medio mei 2011 maakten DELTA, de oud-aandeelhouders en RWE bekend tot een overeenstemming te zijn gekomen. DELTA zou 20% extra aandelen krijgen en RWE kreeg een belang van 30%. Met een belang van 70% kon DELTA het publieke belang zeker stellen. De definitieve overeenkomst werd later in 2011 bereikt en de aangespannen bodemprocedure met betrekking tot het belang in EPZ werd gestaakt.[25]
Essent, Vopak en Gasunie deden een onderzoek naar de haalbaarheid van een LNG-terminal in de Groningse Eemshaven. RWE kreeg, na de overname van Essent, een belang van 50% in de terminal en de twee partners elk 25%. Volgens de plannen zou de terminal twee LNG opslagtanks krijgen van elk 180.000 m³ waarmee jaarlijks 10 tot 12 miljard m³ aardgas kan worden geproduceerd. In 2010 werd echter duidelijk dat dit project financieel niet haalbaar was en de plannen zijn geschrapt.
Van 30 september 2009 tot 2016 maakte Essent onderdeel uit van RWE. Met ingang van 2016 is Essent onderdeel van de internationale groep innogy. Essent opereert onder innogy als zelfstandige organisatie en is verantwoordelijk voor de exploitatie van energie-activiteiten in Nederland en België.
Resultaten voor België en Nederland[bewerken | brontekst bewerken]
In Nederland en België produceerde RWE in totaal 19,4 terawattuur (TWh) aan elektriciteit in 2018 (2015: 22,3 TWh).[10] Hiervan was in 2018 ruim twee derde afkomstig uit met steenkool gestookte centrales. Het opgestelde productievermogen was per ultimo 2018 zo'n 4,6 GW (2015: 6,2 GW).[10] Per ultimo 2011 nam RWE twee nieuwe gascentrales, de Clauscentrale-C in Maasbracht en de Moerdijk 2, in gebruik. De totale investering in deze twee centrales was 1,5 miljard euro. In 2014 kwamen nog twee eenheden in de Eemshaven in gebruik. Tegen het einde van 2015 werd eenheid 8 van de Amercentrale gesloten en in 2018 volgde de Claus A centrale. Na 2015 worden de resultaten van deze regio niet meer apart in het jaarverslag opgenomen.
Jaar | Omzet | Bedrijfsresultaat | Werknemers | Geleverde elektriciteit | idem aardgas |
---|---|---|---|---|---|
2010 | € 6510 miljoen | € 391 miljoen | 3899 | 22,0 miljard kWh | 112,8 miljard kWh |
2011 | € 5818 miljoen | € 245 miljoen | 3794 | 21,0 miljard kWh | 87,7 miljard kWh |
2012 | € 5942 miljoen | € 228 miljoen | 3600 | 20,9 miljard kWh | 81,0 miljard kWh |
2013 | € 6308 miljoen | € 278 miljoen | 3115 | 23,1 miljard kWh | 83,2 miljard kWh |
2014 | € 4443 miljoen | € 146 miljoen | 2688 | 20,1 miljard kWh | 60,6 miljard kWh |
2015 | € 4117 miljoen | € 194 miljoen | 2840 | 18,3 miljard kWh | 61,5 miljard kWh |
Rechtszaken in Nederland[bewerken | brontekst bewerken]
In 2021 eiste RWE van Nederland een compensatie vanwege de eind 2019 aangenomen wet die met het oog op de klimaatdoelstellingen van het land het gebruik van kolen bij de opwekking van elektriciteit verbiedt vanaf 2030. Dit deed het bedrijf op grond van het Energiehandvestverdrag dat energieondernemingen het recht verleent overheden aan te klagen wanneer zij ten gevolge van gewijzigd beleid gedane investeringen niet kunnen waarmaken.
Op 30 november 2022 besliste de rechtbank in Den Haag dat de Nederlandse staat energiebedrijven als RWE niet hoeft te compenseren voor de toekomstige sluiting van hun kolencentrales. Volgens de rechter vormt de wet uit 2019 weliswaar een inbreuk op het eigendomsrecht, maar is deze inbreuk "niet onrechtmatig". De energiebedrijven waren genoeg op de hoogte gesteld en er was een overgangsperiode, waardoor ze met hun opbrengsten van de centrales de schade konden beperken[26].
Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]
- Innogy, in 2016 werd een deel van de activiteiten afgesplitst en ondergebracht in een apart beursgenoteerd bedrijf
- Gesellschaft für Nuklear-Service
- Nederlandse elektriciteitsmarkt