Regering-De Broqueville II
De Broqueville II | ||||
---|---|---|---|---|
Regeringsleider Charles de Broqueville
| ||||
Coalitie | Katholieke Unie Liberale Partij | |||
Zetels Kamer | 104 van 187 (27 november 1932) | |||
Premier | Charles de Broqueville | |||
Aantreden | 22 oktober 1932 | |||
Ontslagnemend | 20 november 1934 | |||
Einddatum | 20 november 1934 | |||
Voorganger | Renkin | |||
Opvolger | Theunis II | |||
|
De regering-De Broqueville II (22 oktober 1932 - 20 november 1934) was een Belgische regering. Het was een coalitie tussen de Katholieke Unie (80 zetels) en de Liberale Partij (24 zetels).
Verloop
Op 18 oktober 1932 nam premier Jules Renkin, onder druk van koning Albert I, ontslag. Hierna nam de meer ervaren Charles de Broqueville de leiding over om het land door de Grote Depressie te loodsen. Ten laatste in mei 1933 moesten er parlementsverkiezingen plaatsvinden. De Broqueville ontbond meteen het parlement en schreef verkiezingen uit voor 27 november 1932. De katholieken en de socialisten kwamen gesterkt uit de verkiezingen, terwijl de liberalen verloren. De socialisten weigerden regeringsdeelname, waarna de katholieken en liberalen hun regering dus verderzetten. Gezien de economische situatie moest deze snel opnieuw aan de slag.
Op 17 december 1932 ontstond er een herschikte regering-Broqueville II. Om de liberalen tevreden te stellen werd het Ministerie van Kunsten en Wetenschappen veranderd in het Ministerie van Openbaar Onderwijs.
Met de wet van 30 december 1932, de wet van 17 mei 1933 en de wet van 31 juli 1934 krijgt de regering telkens bijzondere machten om noodzakelijke drastische maatregelen te nemen.
Tijdens deze regering overleed ook op 17 februari 1934 koning Albert I; op 23 februari 1934 legde koning Leopold III de eed af.
In november 1934 werd de regering opgevolgd door de regering-Theunis II, die naast katholieken en liberalen ook technici bevatte.
Samenstelling
Naam | Partij | Functie en bevoegdheden | ||
---|---|---|---|---|
Charles de Broqueville | Katholieke Unie | Premier en Minister Landbouw en Middenstand | ||
Paul Hymans | Liberale Partij | Minister Buitenlandse Zaken | ||
Prosper Poullet | Katholieke Unie | Minister Binnenlandse Zaken | ||
Maurice August Lippens | Liberale Partij | Minister Kunsten en Wetenschappen | ||
Pierre Forthomme | Liberale Partij | Minister Vervoer | ||
François Bovesse | Liberale Partij | Minister Post, Telegraaf en Telefoon | ||
Paul-Emile Janson | Liberale Partij | Minister Justitie | ||
Henri Jaspar | Katholieke Unie | Minister Financiën | ||
Gustave Sap | Katholieke Unie | Minister Openbare Werken | ||
Hendrik Heyman | Katholieke Unie | Minister Nijverheid,Arbeid en Sociale Voorzorg | ||
Georges Theunis | Katholieke Unie | Minister Landsverdediging | ||
Paul Tschoffen | Katholieke Unie | Minister Koloniën |
Herschikkingen
- Op 17 december 1932:
- staat Charles de Broqueville (KP) zijn bevoegdheden Landbouw en Middenstand af aan Gustave Sap (KP).
- wordt Maurice August Lippens (LP) minister van Openbaar Onderwijs in plaats van Kunst en Wetenschappen
- neemt François Bovesse (LP) ontslag als minister van PTT. Zijn bevoegdheden gaan naar minister Prosper Poullet (KP).
- neemt Hendrik Heyman (KP) ontslag als minister van Arbeid, Nijverheid en Sociale Voorzorg. Voor Nijverheid en Arbeid wordt hij vervangen door Philip Van Isacker (KP) en voor Sociale Voorzorg door Henri Carton de Wiart (KP).
- neemt Georges Theunis (KP) ontslag als minister van landsverdediging en wordt vervangen door Albert Devèze (LP).
- Op 10 januari 1934 neemt Henri Carton de Wiart (KP) ontslag als minister van Sociale Voorzorg en Volksgezondheid en Prosper Poullet (KP) neemt ontslag als minister van Binnenlandse Zaken. Hubert Pierlot (KP) wordt minister van Binnenlandse Zaken en Frans Van Cauwelaert (KP) wordt minister van Nijverheid, Middenstand en PTT. Philip Van Isacker (KP) wordt minister van Arbeid en Sociale Voorzorg.
- Op 12 juni 1934:
- neemt Paul Hymans (LP) ontslag als minister van Buitenlandse Zaken en wordt opgevolgd door Henri Jaspar (KP).
- neemt Paul-Emile Janson (LP) ontslag als minister van Justitie en wordt opgevolgd door François Bovesse (LP).
- neemt Maurice August Lippens (LP) ontslag als minister van Openbaar Onderwijs en wordt opgevolgd door Victor Maistriau (LP).
- neemt Henri Jaspar (KP) ontslag als minister van Financiën en wordt opgevolgd door Gustave Sap (KP).
- neemt Gustave Sap (KP) neemt ontslag als minister van Openbare Werken, Landbouw en Middenstand. Pierre Forthomme (LP) volgt hem op als minister van Openbare Werken. Frans Van Cauwelaert (KP) volgt hem op als minister van Landbouw en Economische Zaken.
- neemt Pierre Forthomme (LP) ontslag als minister van Vervoer. Octave Dierckx (LP) wordt in zijn plaats minister van Verkeerswezen en PTT.
- worden Jules Ingenbleek (LP) en Paul van Zeeland (KP) minister zonder portefeuille.