Reservestof
|
Verklaring:
|
Reservestoffen bij planten zijn zetmeel, vetten en eiwitten die zich bevinden in bepaalde weefsels in de zaden van zaadplanten. De reservestoffen zijn afkomstig van fotosynthese en verdere assimilatie door de ouderplant. De reservestoffen zijn nodig als voedsel en bouwstoffen voor de kieming, groei en ontwikkeling van het planten-embryo en van de jonge plant.
Voorbeelden van plantaardige reservestoffen zijn zetmeel bij graan (zoals tarwe, rogge, gierst, haver) en boekweit, plantaardige olie bij koolzaad of eiwitten bij peulvruchten (zoals tuinboon, erwt, linze en boon).
Plaats[bewerken | brontekst bewerken]
De reservestoffen worden in zaden aangetroffen in weefsels van een verschillende oorsprong: het perisperm, het endosperm en de zaadlobben van het embryo en de jonge plant.
Ook in stengels, uitlopers en wortels kunnen reservestoffen door de planten worden opgeslagen. Voorbeelden zijn suikerbiet, aardappel, aardpeer.
Perisperm[bewerken | brontekst bewerken]

Perisperm is een diploïde (2n) weefsel. Het perisperm bestaat uit nucellusweefsel van de moederplant. Het is homoloog met het weefsel van een macrosporangium. De nucellus vormt de kiemzakmoedercel, embryozakmoedercel of macrosporemoedercel, die de macrospore(n) vormt.
Endosperm[bewerken | brontekst bewerken]

Het endosperm vormt gewoonlijk het belangrijkste deel van de reservevoedsel van het zaad. Er worden twee typen endosperm onderscheiden: het primair endosperm en secundair endosperm, afhankelijk van de herkomst van het weefsel.
Primair endosperm is een haploïde (1n) weefsel dat ontstaat uit weefsel van de moederplant na de reductiedeling (meiose) ten tijde van de vorming van de kiemzak.
Secundair endosperm is een triploïde (3n) weefsel dat ontstaat bij de dubbele bevruchting van twee polaire kernen door een mannelijke kern uit de pollenbuis
Zaadlobben[bewerken | brontekst bewerken]
De zaad- of kiemlobben bestaan uit een diploïde (2n) weefsel, dat een deel is van het embryo en jonge plant, die bij verschillende soorten de reservestoffen kunnen worden opgeslagen. De reservestoffen zijn afkomstig van de moederplant.
Bronnen, noten en/of referenties
Literatuur
|