Naar inhoud springen

Resolutie 1153 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is de huidige versie van de pagina Resolutie 1153 Veiligheidsraad Verenigde Naties voor het laatst bewerkt door Egs (overleg | bijdragen) op 18 nov 2016 11:44. Deze URL is een permanente link naar deze versie van deze pagina.
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Resolutie 1153
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 20 februari 1998
Nr. vergadering 3855
Code S/RES/1153
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Olie-voor-voedselprogramma
Beslissing Verlengde het programma met 180 dagen en vergrootte het maximumbedrag.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1998
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Brazilië Brazilië · Vlag van Bahrein (1972-2002) Bahrein · Vlag van Costa Rica Costa Rica · Vlag van Gabon Gabon · Vlag van Gambia Gambia · Vlag van Japan (1870–1999) Japan · Vlag van Kenia Kenia · Vlag van Portugal Portugal · Vlag van Slovenië Slovenië · Vlag van Zweden Zweden
Irak
Irak

Resolutie 1153 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 20 februari 1998 unaniem aangenomen door de VN-Veiligheidsraad.

Zie Golfoorlog (1990-1991) en Olie-voor-voedselprogramma voor de hoofdartikelen over dit onderwerp.

Op 2 augustus 1990 viel Irak zijn zuiderbuur Koeweit binnen en bezette dat land. De Veiligheidsraad veroordeelde de inval onmiddellijk en later kregen de lidstaten carte blanche om Koeweit te bevrijden. Eind februari 1991 was die strijd beslecht en legde Irak zich neer bij alle aangenomen VN-resoluties. In 1995 werd met resolutie 986 het olie-voor-voedselprogramma in het leven geroepen om met olie-inkomsten humanitaire hulp aan de Iraakse bevolking te betalen.

Het was noodzakelijk om – tijdelijk – humanitaire hulp te blijven leveren aan de Iraakse bevolking, en die hulp moest gelijk verdeeld worden over alle lagen van die bevolking in heel het land. Het land had niet goed meegewerkt aan het rapport van secretaris-generaal Kofi Annan over de manier waarop de hulpgoederen werden verdeeld. De Iraakse bevolking had het ook moeilijk.

De maatregelen in resolutie 986 bleven op grond van hoofdstuk 7 van het Handvest van de Verenigde Naties van kracht voor een nieuwe periode van 180 dagen. De bepalingen van resolutie 1143 werden daarbij beëindigd. In die periode mochten landen in totaal voor 5,256 miljard Amerikaanse dollar olieproducten kopen in Irak. Dat geld moest vervolgens naar humanitaire hulp voor de Iraakse bevolking gaan.

Verder zou de uitvoering van deze resolutie na 90 en na 180 dagen nader bekeken worden op basis van een rapport van de secretaris-generaal dat moest uitmaken of er voldoende middelen waren om aan de humanitaire noden te voldoen, mogelijke verbeteringen aan de Irakese infrastructuur en of Irak in staat was voldoende aardolie te produceren.

Verwante resoluties

[bewerken | brontekst bewerken]