Psalmen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Jcb (overleg | bijdragen) op 30 dec 2010 om 00:59. (→‎Auteurs)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Een joodse man leest psalmen bij de Klaagmuur

Psalmen (Hebreeuws: תהילים) is een van de boeken in het Oude Testament. De psalmen zijn liederen, geschreven door verschillende dichters, van wie een deel onbekend. Het boek bevat 150 psalmen.

Zie ook het artikel psalm voor de gezongen psalm

Het woord 'psalm' is de Griekse vertaling van het Hebreeuwse woord 'mizmoor'. Dat betekent letterlijk vertaald "spreekgezang met snaarbegeleiding", in de Griekse Versie van het Oude Testament (Septuagint) met het woord ψαλμος (psalmos) vertaald. Het Boek der Psalmen is zo vertaald, dat het niet berijmd is. Dat waren ze oorspronkelijk ook niet, omdat het Hebreeuws geen rijm kende. Het feit dat de psalmen gedichten zijn, werd typografisch vaak maar zeer gedeeltelijk aangeduid. Pas in de nieuwste vertalingen wordt onder andere door witregels duidelijk dat het in de psalmen om poëzie gaat.

De psalmen zijn voor het Nederlandse taalgebied in de zestiende eeuw door Petrus Datheen en in 1773 berijmd door Johannes Eusebius Voet, Hendrik Ghijsen en het genootschap Laus Deo Salus Populo. De berijmde psalmen zijn samengevoegd in het psalmenboek dat soms achter de Bijbelboeken te vinden is, maar meestal als aparte bundel wordt uitgegeven.

Auteurs

Zowel in de joodse exegese als in de christelijke traditie worden veel psalmen toegeschreven aan koning David. Boven veel liederen wordt David dan ook als auteur genoemd, maar men moet bedenken dat deze toevoeging van latere tijd is. De kerkvaders verwijzen dan ook naar 'David' of naar de 'Profeet' wanneer ze het boek der psalmen bedoelen, zelfs vaak zonder verwijzing naar vers of psalmnummer, aangezien ze deze als verworven kennis beschouwden. De historisch-kritische exegese heeft deze houding ondergraven en thans wordt de davidische oorsprong van de psalmen net zoals het auteurschap van Mozes met betrekking tot de Pentateuch, de eerste vijf boeken van het Oude Testament, als een relict uit vervlogen tijden beschouwd. Een deel van de psalmen (bijvoorbeeld 3–9, 11–32) begint met de aanduiding dat ze door koning David geschreven zijn. Deze opschriften verwijzen naar gebeurtenissen uit Davids leven zoals die zijn opgetekend in het Bijbelboek Samuel. David werd soms wel 'de liefelijke psalmist van Israël' genoemd. Sommige andere psalmen (50, 73–83) worden volgens het opschrift toegeschreven aan Asaf, onder Salomo een van de koorleiders in de tempel te Jeruzalem.

In totaal noemt het boek der psalmen zes schrijvers bij name. Enkele zijn nakomelingen van Asaf. Deze psalmen kwamen uiteindelijk op naam van Asaf zelf. De zonen van Korach schreven ook psalmen. Zij vormden een familie van zangers. De schrijvers van het Boek der Psalmen zijn:

  • David (73 psalmen)
  • Mozes (1 psalm)
  • Salomo (2 psalmen)
  • Asaf (7 psalmen; zijn nakomelingen schreven 5 psalmen)
  • Zonen van Korach (11 psalmen) (één hiervan wordt ook aan Heman toegeschreven)
  • Ethan (1 psalm)

De kinderen van Korach, die een belangrijke rol vervulden bij de tempelzangen, waren de zangers van Psalm 42, 44, 45, 46, 47, 48, 49, 84, 85, 87, en 88.

Van 50 psalmen is niet bekend wie de schrijver ervan was, omdat dit in het opschrift in de betreffende psalmen ontbreekt.

Psalm 14 is vrijwel gelijk aan psalm 53.

Psalm 9 en 10 zijn in werkelijkheid één psalm. Dat blijkt uit het feit dat ze samen een acrostichon vormen.

Psalm 18 komt overeen met II Samuel 22.

Datering

Psalm 1 in het Latijn, Pools en Duits (laat 14e eeuw)

Van geen van de psalmen kon worden aangetoond dat ze van na de Babylonische ballingschap dateren. Er wordt in het Nieuwe Testament 116 maal uit het boek Psalmen geciteerd en honderden malen gealludeerd op patronen uit de psalmen. De Nieuwtestamentische auteurs hanteerden de psalmen als horizon waartegen de Christusfiguur gehouden werd. Vandaar de talloze verwijzingen naar het Oude Testament en de psalmen. Een bekend voorbeeld van de invloed van de psalmen is psalm 22 op de nieuwtestamentische kruisdood van Jezus. De beginregel van deze psalm wordt door Jezus tijdens de kruisiging geciteerd.

Indeling

De psalmen worden in vijf boeken verdeeld. Oorspronkelijk waren dit afzonderlijke boekrollen.

  1. Het eerste boek bevat 41 psalmen, voornamelijk toegeschreven aan David, met uitzondering van 1, 2, 10 en 33.
  2. Het tweede boek bevat 31 psalmen (42–72), waarvan er 18 aan David worden toegeschreven, en 1 aan Salomo. De overige zijn anoniem.
  3. Het derde boek bevat slechts 17 psalmen (73–89).
  4. Het vierde boek bevat eveneens 17 psalmen (90–106); de 90e wordt aan Mozes toegeschreven.
  5. Het vijfde boek bevat de overige psalmen (107–150). Van 15 hiervan wordt David als auteur beschouwd, en de 127e wordt aan Salomo toegerekend.

Elk deel wordt met een doxologie (lofverheffing, zoals amen of halleluja) afgesloten. Psalm 150 sluit het Boek der Psalmen af met één grote lofverheffing over het hele Psalmenboek tot eer van God.

De psalmen 120–135 worden het Groot Hallel genoemd, de psalmen 113–118 het Halleel, dat bij de drie grote joodse feesten wordt gezongen.

Nummering

Er is een verschil in ordening en nummering van de psalmen tussen de Hebreeuwse (Masoretische) tekst en de Griekse versie van de Septuagint.

  • De Vulgaat houdt de Griekse indeling aan en de Rooms-katholieke Kerk houdt hier aan vast, hoewel in moderne katholieke vertalingen vaak de Hebreeuwse nummering tussen haakjes toegevoegd wordt; in de meest recente, de Willibrordvertaling, wordt de Hebreeuwse telling aangehouden;
  • De protestantse kerkgenootschappen hanteren de Hebreeuwse nummering;
  • De Oosters-orthodoxe Kerk gebruikt de indeling op basis van de Griekse vertaling.
Hebreeuwse nummering Griekse nummering
1–8
9–10 9
11–113 10–112
114–115 113
116 114–115
117–146 116–145
147 146–147
148–150
  • De Hebreeuwse psalm 9 en 10 zijn in het Grieks samengevoegd in psalm 9;
  • De Hebreeuwse psalmen 114 en 115 zijn in het Grieks samengevoegd in psalm 113;
  • De Hebreeuwse psalm 116 is in het Grieks gesplitst in psalmen 114 en 115;
  • De Hebreeuwse psalm 147 is in het Grieks gesplitst in psalmen 146 en 147.

In dit artikel wordt de Hebreeuwse nummering aangehouden.

Ook de versnummering kan per vertaling afwijken. In veel vertalingen is het opschrift van de psalmen als eerste vers geteld, en in andere vertalingen niet. Het gevolg is dat de nummering van de verzen van sommige psalmen uit de pas kan lopen. De Nieuwe Bijbelvertaling bevat bij de psalmen geen voetnoten om op deze afwijkende nummering te wijzen (in andere Bijbelboeken zijn dergelijke voetnoten in de NBV wel aanwezig).

Er is pas sinds enkele decennia opnieuw aandacht voor de structuur van het psalter. Zo overheersen in de eerste helft van het psalter de individueel geformuleerde gebeden, terwijl in het tweede gedeelte vaker een collectief gebed wordt uitgesproken. Vanouds worden de psalmen voornamelijk in genres onderverdeeld:

  • naar gebedsvorm: lofpsalm, smeekpsalm, dankpsalm, vloekpsalm
  • naar inhoud: koningspsalm, wijsheidspsalm, wetspsalm, sionspsalm
  • naar setting: bedevaartspsalm, processiepsalm, intochtspsalm

Een psalm kan in meerdere categorieën thuishoren: zo kan een lofpsalm ook een koningspsalm zijn. Een lofpsalm kan tegelijk ook nog een smeekpsalm zijn en omgekeerd.

Toepassing van dit Boek

De psalmen worden ook nu nog gezongen in de Joodse sjoel en de Christelijke kerk. Dit doet men vaak om God te loven. Ook zijn er verschillende andere redenen, zie hermeneutiek.

Daarnaast wordt er ook regelmatig uit het (onberijmde) boek der psalmen gepreekt. De psalmen worden dan door een voorganger (bijvoorbeeld een dominee) verklaard en uitgelegd. Zo heeft Jezus tijdens zijn omwandeling op aarde de psalmen uitgelegd aan zijn discipelen, zodat ze deze gingen begrijpen.


Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Psalmen op Wikimedia Commons.