Protozoa

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Protozoa
Fossiel voorkomen: Orosirium[1]heden
Protozoa
Taxonomische indeling
Domein:Eukaryota (Eukaryoten)
Rijk
Protozoa
Cavalier-Smith, 1981
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Protozoa op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Protozoa of protozoën is de informele benaming voor een groep eencellige, vaak beweeglijke, heterotrofe eukaryoten zonder chloroplasten, die zelfstandig leven, of op andere levensvormen parasiteren. Samen met de eencellige, autotrofe algen, vormen de protozoa de eveneens informele groep der protisten. De protisten worden tegenwoordig naar hun fylogenetische afstamming verdeeld over de verschillende supergroepen.

Naam[bewerken | brontekst bewerken]

De term protozoa is samengesteld van het Griekse πρῶτος (prôtos) en ζῶα (zôa) wat respectievelijk "eerste" en "diertje" betekent.[2] Het gebruik van protozoa als een naam voor een taxon is ontmoedigd, met name omdat de term een verwantschap met dieren (metazoa) impliceert,[3] en omdat het een arbitrair onderscheid maakt tussen dierachtige en plantachtige organismen.[4]

Voorkomen[bewerken | brontekst bewerken]

Zelfstandig levende soorten protozoa voeden zich met celmateriaal van andere, bepaalde soorten micro-organismen.[5][6] In het verleden werden protozoa beschouwd als eencellige 'diertjes', omdat ze het vermogen hebben zich te oriënteren, zich gericht te bewegen en primitief predatiegedrag vertonen. De protozoa zijn tegenwoordig niet meer geclassificeerd als dieren, de huidige verzamelterm 'protozoa' verwijst naar de talloze, uiteenlopende soorten eencellige, heterotrofe eukaryoten die zich zelfstandig kunnen voortbewegen.

Protozoa zijn heterotroof, en daarmee onderscheiden ze zich van micro-organismen die fotosynthese gebruiken om in leven te blijven. Er zijn wel een aantal eencellige soorten algen bekend, zoals sommige soorten van de geslachten Euglena en Dinobryon, die chloroplasten bevatten voor fotosynthese, maar zich ook voeden met organisch materiaal en motiliteit vertonen. Van deze mixotrofe organismen is het niet duidelijk of ze beschouwd moesten worden als protozoa.[3]

Protozoa leven als symbionten in de pens (het rumen) van de koe, waar ze, samen met eveneens symbiotische bacteriën en schimmels, cellulose (en andere plantaardige stoffen) uit het door de gastheer ingenomen voedsel omzetten in eenvoudigere verbindingen.

Taxonomie[bewerken | brontekst bewerken]

In 1818 kregen de protozoa voor het eerst een plaats in de taxonomische hiërarchie, namelijk als klasse.[7] In latere classificaties werd het verplaatst naar hogere niveaus, zoals naar stam (fylum) en rijk. Volgens de classificatiesystemen voorgesteld door Thomas Cavalier-Smith in 1981 vormen de protozoa een rijk.[8][9] In 2015 werden er acht fyla onder de protozoa geplaatst.[a] Volgens deze classificatie vormen de protozoa geen monofyletische groep (clade), maar een parafyletische groep (grade), waarbinnen een gemeenschappelijke voorouder en al zijn nakomelingen, maar met uitzondering van de vertegenwoordigers van de schimmels, dieren en chromista.[10]

Fylogenetische stamboom domeinen, supergroepen en rijken
(→ behoort tot de ...) wordt ook gerekend tot een polyfyletische groep

Praktische indeling[bewerken | brontekst bewerken]

De protozoën werden provisorisch in vier groepen verdeeld, naar de manier waarop ze zich voortbewegen:

  1. Flagellata: flagellaten of zweepdiertjes. Flagellaten bezitten flagellen waarmee ze zich kunnen voortbewegen en voeden.
  2. Ciliophora: ciliaten of trilhaardiertjes. Ciliaten hebben over de oppervlakte van de gehele cel kleine ciliën. Met deze trilhaartjes kunnen ze zich voortbewegen. Een voorbeeld is het pantoffeldiertje.
  3. Amoebozoa: amoeben of Sarcodina. Amoeben hebben een veranderlijke vorm, en hebben schijnvoetjes of pseudopodia. Met deze pseudopodia kunnen amoebozoa zich voortbewegen en voeden door fagocytose. Een voorbeeld is Entamoeba histolytica.
  4. Apicomplexa of sporediertjes. Dit zijn complexere, eencellige eukaryoten waarvan de meeste sporen kunnen vormen, ten behoeve van hun voortplanting. Veel Apicomplexa leven als parasiet, bijvoorbeeld Plasmodium, de veroorzaker van malaria.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]