Gebruiker:Kameraad Pjotr/Testcase/Wehrmacht

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Testcase (1)


New[bewerken | brontekst bewerken]

Het Balkenkreuz, teken van de Wehrmacht.

De Deutsche Wehrmacht was het geheel van gewapende troepen in Duitsland van 1935 tot 1945. De Wehrmacht bestond uit de luchtmacht (de Luftwaffe), de landmacht (de Heer) en de zeemacht (de Kriegsmarine). De Waffen-SS was eigenlijk geen deel van de Wehrmacht, maar vormde er toch een tactische eenheid mee.[1] In de Wehrmacht hebben in totaal (1939 - 1945) 17.893.200 soldaten gediend, waarvan 13.000.000 in de Heer, 3.400.000 in de Luftwaffe en 1.500.000 in de Kriegsmarine.[2]
De Wehrmacht kwam in 1935 voort uit de Reichswehr, toen die van naam veranderde,[3] en hield op te bestaan na de Duitse nederlaag op het einde van de Tweede Wereldoorlog. Daarna werd pas in 1955 de Bundeswehr opgericht (West-Duitsland) en in 1956 de Nationale Volksarmee (Oost-Duitsland).

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Reichswehr[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Reichswehr voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Op 6 maart 1919 werd de Vorläufige Reichswehr gevormd uit de resten van het verslagen keizerlijk leger.[4] Deze Vorläufige Reichswehr bestond uit de Vorläufige Reichsheer en de Vorläufige Reichsmarine.[5] Er was geen luchtmachtonderdeel. De Vorläufige Reichsheer bestond uit 43 brigades, ±400.000 soldaten.[4][5]
Op 1 oktober 1919, na het Verdrag van Versailles, werd de Vorläufige Reichsheer omgevormd tot de Übergangsheer, met 20 brigades.[4] In mei 1920 werd het aantal soldaten verminderd tot 200.000 en vormde aldus 7 infanteriedivisies en 3 cavaleriedivisies.[4] Op 1 oktober 1920 werd het aantal soldaten in de Übergansheer teruggebracht tot 100.000, zoals geëist in het Verdrag van Versailles.[4] Op 1 januari 1921 werd de naam gewijzigd in de Reichsheer, die samen met de Vorläufige Reichsmarine (deze naam werd dan gewijzigd naar Reichsmarine) de Reichswehr vormde. De Reichsheer bestond uit 2 commandogroepen, 7 infanteriedivisies en 3 cavaleriedivisies.[5]

Hans von Seeckt, de Chef des Heeresleitung van 1920 tot 1926[6], was de eerste die naar mogelijkheden zocht om de bepalingen van het Verdrag van Versailles te ontduiken. Zijn eerste actie was om de verboden generale staf opnieuw op te richten onder de naam Truppenamt. Daarnaast liet men in het geheim onderzoek doen naar nieuwe wapens en richtte men zweefclubs e.d. op om de opbouw van de verboden luchtmacht te kunnen versnellen, eenmaal deze opnieuw toegelaten was.[6] Met de Sovjet-Unie kwam men tot een akkoord waarin de toekomstige officieren daar konden getraind worden in het gebruik van tanks en men ontving munitie en wapens. In ruil daarvoor trainden Duitse technici en officieren hun Russische collega's.[6]

In 1926 zette Wilhelm Heye het beleid van Von Seeckt succesvol verder. Hij slaagde erin om het Weimarkabinet o.l.v. Wilhelm Marx in 1927 te overhalen via ingenieuze wijze extra fondsen voor de opbouw van de Reichswehr te verschaffen. Daarnaast zocht het Truppenamt naar nieuwe tactieken en ontleedde het de gebruikte strategieën in de Eerste Wereldoorlog.[6] In 1930 gaf de toenmalige Reichswehrminister Wilhelm Groener de opdracht om de Reichswehr te moderniseren tot 21 divisies, te voltooien tegen 1938.[6]

1935 - 1939[bewerken | brontekst bewerken]

In januari 1933 werd Hitler benoemd tot Rijkskanselier.[7] In 1934 werd hij na de dood van von Hindenburg, opperbevelhebber van de Reichswehr. Het jaar daarop, 1935, verklaarde hij dat Duitsland niet meer gebonden was door het Verdrag van Versailles en werd het Truppenamt officieel de Generalstab des Heeres (generale staf), de Kriegsakademie ging weer open en de dienstplicht, verboden door het Verdrag, werd opnieuw ingevoerd.[6] In datzelfde jaar werd de oude naam, Reichswehr, omgevormd tot Wehrmacht. De luchtmacht werd opnieuw opgericht en de marine werd uitgebreid.[8] In dit besluit werd ook voor het eerst de naam Wehrmacht vermeld, vandaar dat die beschouwd wordt als de oprichting van de Wehrmacht.

Hitler was echter niet tevreden met de snelheid waarmee de opperbevelhebbers, generaals von Blomberg en von Fritsch, deze hervormingen doorvoerden. Deze onvrede werd gevoed door enerzijds Hermann Göring, die aasde op de bost van von Blomberg (minister van defensie) en Heinrich Himmler, die het leger zag als rekruteringsveld voor zijn Waffen-SS.[9] Hun aanleiding was het geheime huwelijk van veldmaarschalk von Blomberg, wiens nieuwe vrouw ooit had geposeerd voor pornofoto's. Göring greep deze kans aan om zowel von Blomberg als von Fritsch opzij te schuiven. Von Fritsch werd echter vrijgesproken door de militaire rechtbank, doch werd ontslagen als opperbevelhebber. Von Blomberg verliet Duitsland. Hitler werd minister van Oorlog en generaal Wilhelm Keitel werd Chef des Oberkommando der Wehrmacht. [9]

Commandostructuur[bewerken | brontekst bewerken]

Vlag van de opperbevelhebber van de Wehrmacht (1935 - 1938)

De algeheel opperbevelhebber van het Duitse leger was uiteraard Adolf Hitler in zijn positie als staatshoofd. Tot de Blomberg-Fritsch-affaire in 1938 was de dagelijkse militaire leiding in handen van Generalfeldmarschall Werner von Blomberg als minister van defensie. Na de affaire werd het ministerie van defensie vervangen door het ministerie van oorlog en het Oberkommando der Wehrmacht (OKW) o.l.v. Generalfeldmarschall Wilhelm Keitel, met als verantwoordelijke voor operaties Generalmajor Alfred Jodl.[10] Onder het OKW stond het Oberkommando der Kriegsmarine (OKM)[11], o.l.v. Großadmiral Erich Raeder; het Oberkommando des Heeres (OKH), o.l.v. Generalfeldmarschall Walter von Brauchitsch en het Oberkommando der Luftwaffe (OKL), o.l.v. Generalfeldmarschall Hermann Göring.[10][12]

Deze structuur, en dan vooral hun opperbevelhebbers, bleef natuurlijk niet gedurende de volledige oorlog hetzelfde. In 1941 werd Generalfeldmarschall von Brauchitsch vervangen door Adolf Hitler, aangezien de laatste von Brauchitsch verantwoordelijk achtte voor de fouten in Operatie Barbarossa.[13] De volgende die werd vervangen was Großadmiral Erich Raeder, die in 1943 op pensioen werd gestuurd omdat hij het niet eens was met Hitlers plannen voor de duikbotenoorlog.[14] Hij werd vervangen door de duikbotenspecialist Großadmiral Karl Dönitz.[12]

De laatste grote verandering in de bevelstructuur diende zich in het jaar 1945 aan, toen Duitsland de oorlog volop aan het verliezen was. Op 23 april viel Hermann Göring in ongenade en werd vervangen door Generalfeldmarschall Robert Ritter von Greim.[12] Een week later, op 30 april, pleegde Hitler zelfmoord en werd hij in zijn hoedanigheid als opperbevelhebber van de Wehrmacht opgevolgd door Karl Dönitz.[12] Deze werd opgevolgd aan het hoofd van de Kriegsmarine door Großadmiral Hans-Georg von Friedeburg.[12] Aan het hoofd van het OKH kwam Generalfeldmarschall Ferdinand Schörner te staan.[12] Op 8 mei 1945 gaf Duitsland zich over en werd de Wehrmacht, met zijn bevelsstructuur, opgedoekt.

Organisatie[bewerken | brontekst bewerken]

Heer[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Deutsche Heer voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De Heer was in feite een verderzetting van de Reichsheer die daarvoor al bestond, maar deze werd volop hervormd. Het leger bestond in 1935 uit 21 divisies,[15] maar werd in vijf jaar uitgebreid tot 4.200.000 soldaten in 129 infanteriedivisies, 4 gemotoriseerde infanteriedivisies, 4 lichte divisies, 3 Gebirgs-Divisionen, 1 cavaleriedivisie en 10 pantserdivisies.[16][17] Samen met deze uitbreiding in getalsterkte kwam ook de modernisering en het mechaniseren van de divisies. De hervormingen die het meest in het oog sprongen was het oprichten van de elitepantserstrijdkrachten, die volledig gemoderniseerd waren. De rest van het Duitse leger was minder gemoderniseerd, de infanterie was grotendeels te voet; de artillerie hing sterk af van paardenkracht en de moderne wapens kwamen meestal pas laat en gedeeltelijk beschikbaar.

Infanteriedivisies[bewerken | brontekst bewerken]

UITBREIDEN

Zie Duitse infanteriedivisie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De Duitse infanteriedivisie telde ongeveer 15.900 soldaten, onderverdeeld in 3 regimenten van ±3.000 man, 1 artillerieregiment, een geniebataljon en een versterkingsbataljon.[18][19] Duitse divisies werden gelicht in zgn. Wellen, waarbij de divisies uit de eerste Welle grote verschillen vertoonden met die van de derde en vierde.[20] Het aantal soldaten van de 35 divisies uit de eerste Welle was ±18.000, dat van de tweede ±15.000.

Het vervoer van de infanterie was een allegaartje van de beschikbare middelen, maar gebeurde grotendeels te voet. Sommige onderdelen beschikten ook over motorfietsen, rupsvoertuigen (Sd. Kfz. 11 & Sd. Kfz. 251) en paarden. De verkenningseenheden waren gemotoriseerd, voornamelijk met de Sd. Kfz. 231.[18] De artillerie-ondersteuning en de zware wapens waren vooral aanwezig in de eerste en tweede Welle.[20]

Gemotoriseerde infanteriedivisies[bewerken | brontekst bewerken]

De gemotoriseerde infanteriedivisies werden aan de vooravond van de invasie in Polen opgericht om de snelle pantserdivisies te kunne bijhouden. Meestal werden ze gevormd uit drie infanterieregimenten, uitgerust met motoren. Het artillerieregiment werd volledig gemotoriseerd. Na deze campagne werd meestal één van de drie infanterieregimenten toegewezen aan de pantserdivisies.[20][19]

Cavaleriedivisies[bewerken | brontekst bewerken]

Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog had het Duitse leger slechts één volwaardige cavaleriedivisie, de 1 Kavallerie Brigade; hoewel de Wehrmacht wel grotendeels afhankelijk was van paarden voor het transport.[20] Deze brigade bestond uit twee cavalerieregimenten en één artillerieregiment. Op 25 oktober 1939 werd een tweede cavaleriebrigade opgericht en werden beide samengevoegd tot de 1 Kavalleridivision.[20]

Daarnaast had het de Wehrmacht ook nog vier zgn. lichte divisies, die eigenlijk gemotoriseerde cavaleriedivisies waren.[20] Deze bestonden meestal uit bataljon lichte tanks, één of twee cavalerieregimenten, gemotoriseerde artillerie, een antitankbataljon en een gemotoriseerde verkenningseenheid. Deze formaties waren te licht bewapend en werden na de Poolse veldtocht opgewaardeerd tot pantserdivisies. In 1940 werden vier infanteriedivisies hervormd tot nieuwe lichte divisies, maar met de organisatie van een infanteriedivisie.[20]

Luftwaffe[bewerken | brontekst bewerken]

Kriegsmarine[bewerken | brontekst bewerken]

Inzet[bewerken | brontekst bewerken]

Rangen[bewerken | brontekst bewerken]

Oude Tekst[bewerken | brontekst bewerken]

De Deutsche Wehrmacht of kortweg Wehrmacht was de benaming voor de Duitse strijdkrachten zoals die vanaf 1935 tot 1945 onder politieke leiding van Adolf Hitler zijn opgebouwd in het Derde Rijk. Voordien, tijdens de Weimar Republiek, waren de Duitse strijdkrachten bekend als de Reichswehr. In 1955 werd de Bundeswehr gevormd.

De nieuwe Deutsche Wehrmacht, opgericht op 16 maart 1935, zou initieel worden opgebouwd rond 36 divisies en 12 legerkorpsen. De Wehrmacht bestond uit de Heer (landmacht), Luftwaffe (luchtmacht) en de Kriegsmarine (zeemacht). In de praktijk functioneerde ook de Waffen-SS, officieel de militaire tak van de SS, als een onderdeel van de Wehrmacht.

De Deutsche Wehrmacht heeft een cruciale rol gespeeld in de veroveringspolitiek van Adolf Hitler. Ook aan de vernietigingspolitiek van Hitler heeft de Wehrmacht belangrijk bijgedragen. Tijdens de processen van Neurenberg werden de generaals (Wilhelm Keitel en Alfred Jodl) van de landmacht en Hermann Göring van de Luftwaffe tot de dood veroordeeld, al werd de OKW als organisatie vrijgesproken. Het is echter ook een feit dat er binnen de Wehrmacht veel afkeer bestond voor de nazi-ideologie en dat er reeds vanaf 1938 binnen het leger verzet werd gepleegd tegen het regime.


Rangen
Wehrmacht Brits Amerikaans Nederlands
Schutze Private Private Soldaat
Oberschutze Geen Private 1st Class Soldaat 1e klas
Gefreiter Lance Corporal Geen Korporaal
Obergefreiter Geen Geen Korporaal 1e klas
Obergefreiter(+6 jaar dienst) #1 Geen Geen geen
Unteroffizier Corporal Corporal Geen
Unterfeldwebel Sergeant Sergeant Sergeant
Feldwebel Staff Sergeant Staff Sergeant Sergeant der eerste klas
Oberfeldwebel Warrant Officer-Second Class Master Sergeant Sergeant Majoor
Stabsfeldwebel Warrant Officer-First Class Warrant Officer Adjudant Onderofficier
Leutnant Second Lieutenant Second Lieutenant Tweede luitenant
Oberleutnant Lieutenant Lieutenant Eerste luitenant
  1. Niet meer na 1942.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]