Gamestate

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Gamestate Holding B.V.
Logo
Rechtsvorm Besloten vennootschap
Oprichting 2013
Oprichter(s) Roel Veltmeijer
Eigenaar Roel Veltmeijer
Land Nederland
Hoofdkantoor Echt
Moederonderneming Veltmeijer Group
Sector entertainment
Industrie Arcadehal
Website (en) gamestate.com
Portaal  Portaalicoon   Economie

Gamestate is een Nederlandse keten van arcadehallen, onderdeel van het familiebedrijf Veltmeijer Group, met vestigingen in Nederland, België, Duitsland, Polen en Slowakije.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

In 1957 begon Veltmeijer Group in Sittard met de exploitatie van jukeboxen en flipperkasten. Later verschoof de focus naar arcadehallen, voornamelijk in de vakantieparken van Center Parcs. Die arcadehallen waren lange tijd een succes, maar met de jaren zwakte de populariteit van arcadespellen af en kwam het bedrijf in gevaar.[1]

Als gevolg introduceerde Roel Veltmeijer in 2009 het concept van Gamestate intern. Ondanks enige twijfel binnen het familiebedrijf over de acceptatie door het Nederlandse publiek, bleek de opening van de eerste vestiging in Kerkrade een groot succes te zijn.[1] Het verlieslatende bedrijf onderging een succesvolle transformatie en zag de omzet in tien jaar tijd vertienvoudigen.[2]

Vestigingen[bewerken | brontekst bewerken]

Nederland[bewerken | brontekst bewerken]

De eerste arcadehal van Gamestate opende in 2013 in de LeisureDome in Kerkrade. Deze locatie werd gekozen vanwege de aanwezigheid van diverse recreatiefaciliteiten.[1] Na het succes van deze locatie werden er vestigingen geopend in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag, Breda, Eindhoven en in het Westfield Mall of the Netherlands.[3]

België[bewerken | brontekst bewerken]

In december 2021 opende Gamestate zijn eerste Belgische vestiging in Brussel.[4] Op 27 oktober 2023 opende Gamestate zijn grootste vestiging tot heden in Antwerpen, met een oppervlakte van 2.500 vierkante meter, inclusief tien bowlingbanen.[5] In december 2023 werd de derde vestiging geopend in Gent.[6]

Duitsland[bewerken | brontekst bewerken]

In november 2021 opende Gamestate zijn eerste Duitse vestiging in Oberhausen.[7] In oktober 2022 werd er een arcadehal geopend in The Playce op de Postdamer Platz in Berlijn.[8]

Polen[bewerken | brontekst bewerken]

Op 2 november 2022 opende het bedrijf zijn eerste arcadehal in Polen in het Wroclavia-winkelcentrum in Wrocław.[9]

Slowakije[bewerken | brontekst bewerken]

Op 1 juni 2023 opende Gamestate een vestiging in Bratislava, in het winkelcentrum Aupark, met een oppervlakte van 900 vierkante meter.[10]

Kritiek[bewerken | brontekst bewerken]

In 2017 groeide bezorgdheid zowel binnen het kabinet als de Tweede Kamer over de opkomst van de arcadehallen van Gamestate. Staatssecretaris Dijkhoff uitte zijn zorgen over deze hallen. De mogelijkheid om tickets te winnen die ingewisseld konden worden voor speelgoed en elektronica maakte ze aantrekkelijk voor kinderen, wat volgens sommigen leidde tot vergelijkingen met 'kindercasino's'. CDA-Kamerlid Van Toorenburg had destijds in de Tweede Kamer gewaarschuwd voor de mogelijke vorming van ervaren gokkers onder kinderen, met een verhoogd risico op verslaving. Ze benadrukte dat deze hallen niet gebonden waren aan dezelfde strenge regels als reguliere casino's. Dijkhoff erkende dat de hallen voornamelijk op kinderen leken te mikken en wilde dat de Kansspelautoriteit en lokale overheden de zaak onderzochten.[11] Ook de meerderheid van de ChristenUnie, PvdA en VVD deelde deze bezorgdheid.[12]

Feite Hofman van Stichting AGOG uitte eveneens bezorgdheid over de mogelijke impact van Gamestate op jongeren. Hij vreesde dat de arcadehallen zullen bijdragen aan de normalisatie van gokken onder jonge mensen, waardoor het risico op gokverslaving zou kunnen toenemen.[13]

Reacties[bewerken | brontekst bewerken]

Gamestate[bewerken | brontekst bewerken]

In reactie op deze kritiek uitte het bestuur van Gamestate teleurstelling over het negatieve beeld dat het CDA schetste. Ze verzetten zich tegen de term 'kindercasino's' en benadrukten dat ze geen gokautomaten aanboden. Ze positioneerden zichzelf als een moderne variant van de traditionele arcade, gericht op jongvolwassenen. De prijzen die gewonnen kunnen worden werden beschouwd als leuke extra's en niet als de hoofdattractie. Gamestate nodigde het CDA uit voor een open gesprek om eventuele zorgen weg te nemen en hun standpunt toe te lichten. Van Toorenburg liet echter weten geen behoefte te hebben aan een gesprek met Gamestate.[14]

Aboutaleb[bewerken | brontekst bewerken]

Burgemeester Aboutaleb van Rotterdam zag weinig reden om actie te ondernemen tegen het bedrijf. In zijn visie was het spelaanbod vergelijkbaar met dat van een kermis. Hij erkende wel het potentieel verslavende karakter van gamen, maar zag geen reden tot ingrijpen zolang de wet wordt nageleefd.

Het Rotterdamse CDA-raadslid Christine Eskes was teleurgesteld in deze reactie, vooral gezien Jan van Zanen, destijds burgemeester van Utrecht, wel de kritiek van het CDA deelde. Zij hoopte dat het onderzoek dat staatssecretaris Dijkhoff heeft gevraagd aan de Kansspelautoriteit, meer duidelijkheid zal brengen.[15]

Kansspelautoriteit[bewerken | brontekst bewerken]

De Kansspelautoriteit concludeerde dat er geen direct verband bestond tussen het spelen van spellen in arcadehallen en kansspelverslaving. Desondanks hield de Kansspelautoriteit de situatie nauwlettend in de gaten door bezoeken aan de hallen, overleg met verslavingszorg en gemeenten, en het volgen van wetenschappelijke ontwikkelingen.[16]

Referenties[bewerken | brontekst bewerken]