De UCI ranking wordt opgemaakt aan de hand van de resultaten van het afgelopen jaar. Bij elke nieuwe ranking worden de punten behaald sinds de vorige ranking erbij geteld en de punten die zijn behaald tot dezelfde datum het jaar ervoor eraf gehaald. Het aantal punten dat gewonnen kan worden bij elke wedstrijd is afhankelijk van de wedstrijdcategorie. De startvolgorde in sommige wedstrijden is afhankelijk van deze ranking: hoe hoger op de ranking, hoe verder vooraan de renner mag starten.
De beste vijftig renners en rensters in de ranking zijn startgerechtigd in de wereldbeker, mits gerangschikt bij de beste acht van hun land. Alle landen die minder dan acht startgerechtigde renners hebben, mogen hun team aanvullen tot acht renners.
Voor alle categorieën, behalve de jongens junioren worden alle resultaten meegenomen voor de UCI ranking.
Voor de jongens junioren worden alleen de beste uitslagen in aanmerking genomen: 000- jongens junioren wedstrijden van een klasse 1 of klasse 2 evenement: de beste 6 resultaten van elke renner; 000- jongens junioren UCI Wereldbekerwedstrijd: de beste 5 resultaten van elke renner.
Vanwege de coronapandemie zijn enkele maatregelen genomen om de ranking eerlijker te maken voor rijders die niet in staat zijn om wedstrijden te rijden:
Mannen elite en vrouwen elite: de UCI-ranking vanaf 17 november 2020 bestaat naast de verdiende punten uit het seizoen 2020-2021, uit de UCI-punten van het seizoen 2019-2020 van de wedstrijden die in het seizoen 2020-2021 zijn afgelast. (Een voorbeeld: de pan-Amerikaanse kampioenschappen veldrijden van 7-8 november 2020 zijn afgelast vanwege de coronapandemie. De punten van de vorige editie van 9-10 november 2019 blijven in de ranglijst tot het einde van het seizoen 2020-2021.)
Mannen elite en vrouwen elite: alle punten worden na het seizoen 2021-2022 op nul gezet, met uitzondering van de punten van de Wereldkampioenschappen veldrijden 2021.
Jongens junioren: de junioren ranking is geannuleerd per 17 november 2020 en zal herstarten in het begin van het seizoen 2021-2022, met uitzondering van de punten van de Wereldkampioenschappen veldrijden 2021.[1]
Van de crossen van de drie grote klassementen (de Wereldbeker, de Superprestige en de Trofee) zullen er nooit twee op dezelfde dag verreden worden. Meestal zijn de crossen verspreid over weekenden, maar het komt voor dat een week(end) meerdere klassementscrossen bevat. De meeste top-crossers rijden in alle onderstaande klassementscrossen mee, waardoor het in sommige periodes/weekenden ("dubbele weekenden") extra druk kan zijn, vooral rondom de kerst en nieuwjaar.
De wereldbeker wordt weergegeven in vetgedrukte tekst, de belangrijkste regelmatigheidscriteriums in cursief gedrukte tekst.
Voor de wedstrijdcategorieën, zie UCI-wedstrijdcategorieën.
Het startgeld wordt deels bepaald door de UCI-ranking. Zo krijgen zowel de mannen als vrouwen, automatische de volgende startgelden op basis van de ranking:
UCI-ranking
Startgeld
1 - 3
€ 1.000
4 - 10
€ 300 tot € 500
11 - 25
€ 150
Naast de automatische startgelden kan elke crosser nog over een bijkomend bedrag onderhandelen. De startgelden in het seizoen 2020/2021 voor de mannen bedragen volgens Het Nieuwsblad[3][4]: