Naar inhoud springen

Joop van den Ende

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door ErikvanB (overleg | bijdragen) op 5 apr 2020 om 02:55.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Joop van den Ende
Van den Ende in 2018
Van den Ende in 2018
Algemene informatie
Volledige naam Johannes Adrianus van den Ende
Geboren 23 februari 1942
Amsterdam
Nationaliteit(en) Nederlands
Religie Rooms-katholiek
Beroep(en) Televisie- en theaterproducent
Familie
Partner(s) Janine Klijberg (1988-heden)
Portaal  Portaalicoon   Televisie

Johannes Adrianus (Joop) van den Ende (Amsterdam, 23 februari 1942) is een Nederlands mediamagnaat op het gebied van televisie en musical.

Levensloop

Jeugd

Joop van den Ende werd in 1942 geboren in een katholiek arbeidersgezin en groeide op in Amsterdam. Hij volgde opleidingen tot timmerman en tot technisch tekenaar, maar zou de kost gaan verdienen in de showbusiness.

Carrière

In 1956 speelde hij voor het eerst mee in een toneelstuk, en op 18-jarige leeftijd kocht hij de rechten voor de televisieserie Batman. Vanaf 1960 trad hij enige tijd op als clown Tako in een kinderprogramma. Ook was Van den Ende conferencier en had hij een cabaretgroep met onder meer hemzelf als conferencier, cowboytrio The Oklahoma's, zangduo De Jamaicans, goochelaar Tony Wilson en met muzikale ondersteuning van dans- en amusementsorkest The Rhythm Jiggers onder leiding van Theo Bon. Van den Ende wilde zelf graag artiest worden, maar het ontbrak hem aan voldoende talent. In 1962 opende Van den Ende daarom een feestartikelenwinkel en een eigen theaterbureau. Ook zette hij een revue op met een tot dan toe nog onbekende komiek, André van Duin. Deze revues werden een groot succes en Nederland maakte voor het eerst kennis met Van den Ende. In 1966 was hij manager van de Amsterdamse beatgroep Mokum Beat Five.

Televisie en film

Joop van den Ende in 1988

Begin jaren 70 begon hij zijn eerste theaterproductie voor de televisie met onder anderen Jeroen Krabbé, Willy van Hemert, Ko van Dijk en Rudi Falkenhagen.

In 1972-1973 produceerde Van den Ende Citroentje met suiker. Het diende als opvolger van 't Schaep met de 5 pooten, maar was aanzienlijk minder succesvol. Het was Van den Ende niet gelukt om de rechten op de originele serie van regisseur Joes Odufré te bemachtigen. Wel werkten dezelfde acteurs mee.

In 1979 produceerde Van den Ende de speelfilm Spetters van regisseur Paul Verhoeven die vele kritieken kreeg.

In 1981 volgde de speelfilm Ik ben Joep Meloen en in 1982 de speelfilm De boezemvriend, beide met André van Duin in de hoofdrol. Ook maakte Van den Ende verschillende succesvolle televisieprogramma's, zoals de series De plaaggeest, Het geheim van de sleutel, De diamant, De huilende professor, Dagboek van een herdershond, De Fabriek, De Weg, Herenstraat 10, Dossier Verhulst en de Playbackshow, de Soundmixshow en de Surpriseshow (allemaal met Henny Huisman), Spijkerhoek, Goede tijden, slechte tijden en Vrienden voor het leven, Bureau Kruislaan, Onderweg naar Morgen, Vrouwenvleugel, Goudkust en Kees & Co.

In 1989 begon Van den Ende de televisiezender TV10. Deze kreeg echter geen toestemming om uit te zenden in Nederland en Van den Ende zocht zijn heil bij het dan weinig succesvolle RTL Veronique.

Circus Bassie en Adriaan/Showcircus Joop van den Ende

Circus Bassie en Adriaan omstreeks 1981

In 1978 maakte Van den Ende in samenwerking met Bas van Toor en Aad van Toor de Nederlandse televisieserie De avonturen van Bassie en Adriaan. De televisieserie werd een succes en Van den Ende zou tot en met 1982 nieuwe afleveringen produceren.

Door het succes van de serie kwam Van den Ende in 1980 met het idee om Circus Bassie en Adriaan te beginnen. Ook dit werd een groot succes maar de onderlinge verhoudingen werden er niet beter op. Voor het circus was afgesproken dat Van den Ende de dagelijkse leiding zou doen, Aad de artistieke leiding en Bas de pers en publiciteit. Maar Van den Ende had het werk met een circus onderschat en kreeg daardoor geen tijd meer voor zijn theaterbureau.

Door stress en vermoeidheid kwam het tot een breuk. Nadat Aad zijn aandelen verkocht in 1981 en Bas in 1982 werd het circus omgebouwd tot Showcircus Joop van den Ende. De broers traden nu alleen nog in de middag op en André Hazes kreeg de avondvoorstellingen. Er kwam echter weinig publiek op af en na een maand werd het circus weer omgedoopt tot Circus Bassie en Adriaan. Eind 1982 besloten ze te stoppen met het circus en werd de samenwerking definitief verbroken. De broers Van Toor gingen nu zelf televisieprogramma's en voorstellingen produceren wat ook erg succesvol bleek te zijn. Na het mislukken van TV10 verkocht Van den Ende hen begin jaren 90 de (exploitatie)rechten van de door hem geproduceerde series.

Musicals

In 1991 produceerde Van den Ende zijn eerste eigen musical, gebaseerd op de Franse legende Cyrano de Bergerac: Cyrano de Musical. In 1993 opende Van den Ende het Circustheater in Scheveningen met de musical The Phantom of the Opera. In 1994 ging hij samenwerken met zijn tot dan toe grootste concurrent John de Mol. Samen richtten ze het bedrijf Endemol op, dat enkele jaren later naar de beurs ging.

In de eerste helft van de jaren 90 probeerde Van den Ende door te breken op Broadway met de musical Cyrano. Deze flopte echter, waardoor Van den Ende grote financiële verliezen leed. Ook het televisiepretpark ShowbizCity uit 1997 kostte hem meer dan het opleverde.

Joop van den Ende Theaterproducties

In 1999 verslechterde zijn gezondheid. Hij besloot daarom in 2000 uit Endemol (dat toen in handen was van het Spaanse Telefónica) te stappen. Hij verkocht zijn belang van 26% en richtte zich volledig op het produceren van grote musicals in Nederland, Duitsland, Spanje, Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland en de Verenigde Staten. Met zijn bedrijf "Joop van den Ende Theaterproducties" produceerde hij onder meer de musicals The Wiz, The Lion King, Tarzan, Ciske de Rat, Dirty Dancing, Evita, Petticoat, Droomvlucht, High School Musical, Mary Poppins, The Little Mermaid, Aspects of Love en Wicked.

In het theaterseizoen 2013/2014 waren Hij Gelooft in Mij, Jersey Boys, Love Story en Sister Act te zien in Nederland, en in het theaterseizoen 2014/2015 Billy Elliot en Moeder ik wil bij de Revue.

Op 17 december 2014 werd bekendgemaakt dat Joop van den Ende Theaterproducties ging fuseren met Albert Verlinde Entertainment, tot Stage Entertainment Nederland, de Nederlandse tak van Stage Entertainment International (Joop van den Ende Theaterproducties was al onderdeel van Stage Entertainment International; zie ook onder). Stage Entertainment International kocht daartoe alle aandelen van Albert Verlinde Entertainment. Sinds 1 maart 2015 is Albert Verlinde directeur van Stage Entertainment Nederland.[1]

Stage Entertainment

Na een tijd van rust en het herstellen van zijn ziekte richtte Van den Ende zich op de uitvoering van nieuwe plannen. Zijn in 1999 opgerichte theaterbedrijf vertoonde een snelle internationale expansie. Zijn bedrijf Stage Entertainment was in de afgelopen jaren uitgegroeid tot een multinational met 4000 medewerkers en 600 miljoen euro omzet. Stage Entertainment opereert in Nederland, Duitsland, Rusland, de Verenigde Staten, Spanje en nog enkele landen. Het concern bezit theaters in Nederland (AFAS Circustheater, Beatrix Theater, Theaterfabriek Amsterdam en Amsterdam Convention Factory) en in Hamburg, Berlijn, Stuttgart en Oberhausen.

Op 3 april 2006 nam hij via zijn investeringsfonds 'Van den Ende & Deitmers Crossmedia Fund' een belang van 30% in televisieproducent Eyeworks.

Nadat Van den Ende eind maart 2006 werd opgenomen met hartproblemen besloot hij een nieuwe balans tussen werk en privéleven te zoeken. Dit leidde ertoe dat hij op 15 september 2006 bekendmaakte zich terug te trekken uit de dagelijkse leiding van het theaterproductiebedrijf. Hij was vanaf toen nog twee dagen per week aanwezig op het hoofdkantoor bij het Museumplein te Amsterdam.[2] Een klein jaar later, in april 2007, droeg hij de dagelijkse leiding van Stage Entertainment over aan Henk Kivits, voormalig topman bij Holland Casino. Van den Ende werd president van de raad van commissarissen.

In 2015 verkocht Van den Ende 60% van de aandelen van Stage Entertainment aan CVC Capital Partners.[3] Hij werkt nu in deeltijd voor het bedrijf.

De Toneelmeesters

In 2008 probeerde Stage Entertainment een project met de naam de Toneelmeesters te introduceren in het Nederlandse theater. Het doel van dit project was om klassieke stukken toegankelijk te maken voor een groot publiek. Het stuk Moeder Courage van Bertolt Brecht werd in dit project onder regie van Hans Croiset gespeeld. Het project werd na één seizoen gestopt vanwege gebrek aan succes.

Stichting Theateralliantie

In 2013 richtte Joop van den Ende en Peter Prein de Stichting Theateralliantie op. Deze stichting heeft tot doel bij te dragen aan de productie van grootschalige interdisciplinaire theaterstukken in Nederland. Dit in samenwerking met andere productiemaatschappijen en theaters. De stichting heeft meegewerkt aan de totstandkoming van toneelbewerking van De Tweeling, de Nederlandstalige versie van War Horse, de Fiddler on the Roof en De man van je leven van Arthur Japin.

Duitsland

In Hamburg is, behalve het theater ook de Joop van den Ende Academy gevestigd die jonge Duitsers opleidt voor het musicalvak.

Verdere activiteiten

VandenEnde Foundation

Samen met zijn vrouw Janine Klijberg richtte Van den Ende in 2001 de VandenEnde Foundation op. Dit fonds schenkt jaarlijks €9 miljoen aan creatieve en culturele initiatieven.

Onderscheidingen

Trivia

  • Van den Ende en Janine Klijberg hebben twee kinderen. Uit zijn eerste huwelijk heeft hij een stiefzoon.
  • Samen met John de Mol deelt Van den Ende een privéjet.
  • Zijn dochter Iris van den Ende is de oprichtster van het productiebedrijf MediaLane.[8]
  • In 2018 stond Van den Ende in de Quote 500 van rijkste Nederlanders op de 14e plaats, met een geschat vermogen van € 1,6 miljard.

Publicatie over Van den Ende

  • (en) Pictogram film Joop van den Ende in de Internet Movie Database
Zie de categorie Joop van den Ende van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.