Kasteel Het Geudje
Huis Hasselholt | ||
---|---|---|
Algemeen | ||
Stijl | Maaslandse renaissance | |
Gebouwd in | 1548 | |
Monumentale status | Rijksmonument | |
Kasteel Het Geudje, achtergevel
|
Kasteel Het Geudje (Limburgs ’t Gäötje), ook wel Huis Hasselholt genaamd, is gelegen aan de rand van het Nederlands Limburgse dorp Ohé, een deel van Ohé en Laak, dat tegenwoordig een deel is van de gemeente Maasgouw.
Beschrijving van het kasteel
Het kasteel bestaat uit een tweelaags hoofdgebouw met een lagere uitbouw aan de noordzijde en dit geheel is voorzien van een zadeldak op een netgewelf. Aansluitend op het hoofdgebouw en de uitbouw staat een achthoekige toren met torenspits. Het hoofdgebouw is opgetrokken uit mergelsteen en heeft aan beide uiteinden een trapgevel met overhoekse pinakels en laatgotische korfboognissen. Het vermoedelijke bouwjaar is 1548 getuige een gedateerd alliantiewapen van de bouwers van het kasteel. De zuidelijke bakstenen langsgevel in Maaslandse renaissance stijl draagt de jaartalankers 1651, het jaar waarin deze vermoedelijk is vernieuwd.
De toren is in 1972 gebouwd op de restanten van een woontoren die vóór de bouw van het kasteel op deze plek zou hebben gestaan. Opvallend zijn de hardstenen kruisvensters met hardstenen omlijsting en waarvan de horizontale banden door heel de muur lopen.
De haaks op het hoofdgebouw gelegen noordelijke vleugel is, volgens jaartalankers aan de oostzijde, in 1629 gebouwd. Deze vleugel heeft een vakwerkbovenbouw aan de zijde van de binnenplaats.
Het interieur van het kasteel heeft een 17e-eeuwse schouw met kariatiden en een 18e-eeuwse schoorsteenmantel met stucwerk.
Geschiedenis en bewoners
De voorloper van het kasteeltje is waarschijnlijk een vierkante (houten?) woontoren uit vakwerk geweest. Toen Catharina Hillen in 1544 huwde met Lodewijk In der Horst van het kasteel Hattem bij Roermond, had zij een voorkeur om op het platteland te gaan wonen en niet in het drukke Roermond. Daarom liet het echtpaar het kasteel bij Ohé bouwen, op de plaats van de woontoren. Het werd een luxueus en comfortable buitenhuis. Het echtpaar liet het alliantiewapen aanbrengen in de gevel. In tweede instantie liet het echtpaar een traptoren toevoegen. Later werd het kasteel bewoond door Hartwijck van Spee, de drossaard van Montfort. Hij liet het kasteel uitbreiden met de noordvleugel. In 1770 werden de traptoren en de topgevel aan de hofzijde verwijderd en kreeg het kasteel hiervoor een schuin dak in de plaats.
Het heden
In 1969 kwam het kasteel in bezit van baron J. van Hövell tot Westerflier, stadsarchivaris van Roermond. Hij liet in 1970 een uitvoerige restauratie uitvoeren, waarbij de achtkantige toren werd bijgebouwd.