Resolutie 1752 Veiligheidsraad Verenigde Naties
Resolutie 1752 | ||
---|---|---|
Van de | Veiligheidsraad van de Verenigde Naties | |
Datum | 13 april 2007 | |
Nr. vergadering | 5661 | |
Code | S/RES/1752 | |
Stemming | voor 15 onth. 0 tegen
0 | |
Onderwerp | Georgisch-Abchazisch conflict | |
Beslissing | Verlengde de UNOMIG-waarnemingsmissie met 6 maanden. | |
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2007 | ||
Permanente leden | ||
Niet-permanente leden | ||
België · Congo-Brazzaville · Ghana · Indonesië · Italië · Panama · Peru · Qatar · Zuid-Afrika · Slowakije
| ||
Kaart van Georgië met de regio Abchazië in groen aangeduid.
|
Resolutie 1752 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 13 april 2007 unaniem aangenomen door de VN-Veiligheidsraad, en verlengde de VN-waarnemingsmissie in Abchazië met een half jaar.
Achtergrond
Op het einde van de jaren 1980 wilde de Abchazische minderheid in Abchazië onafhankelijk worden van Georgië, waartoe ze behoorden, terwijl de Georgiërs wel de meerderheid van de bevolking uitmaakten. De Georgiërs zagen dat niet zitten en in 1992 leidde de situatie tot een gewapend conflict. Daarbij raakte ook grote buur Rusland betrokken, die het voor de Abchazen opnam. Begin 1993 braken zware gevechten uit om de Abchazische hoofdstad Soechoemi, die kortstondig waren onderbroken door een staakt-het-vuren.
Inhoud
Waarnemingen
Er was dringende nood aan economische ontwikkeling in Abchazië om het leven van de door het conflict getroffen gemeenschappen te verbeteren.
Handelingen
Beide partijen werden opgeroepen de dialoog weer op te nemen en voorgaande akkoorden te respecteren. De Veiligheidsraad bleef het principe van verdeling van bevoegdheden tussen Tbilisi en Soechoemi steunen.
Men verwelkomde de vooruitgang met de uitvoering van resolutie 1716 en riep Georgië op te zorgen dat de situatie in de Kodori-vallei in overeenstemming bleef met het Akkoord van Moskou uit 1994. De aanval op dorpen in de Kodori-vallei in de nacht van 11 op 12 maart werd veroordeeld.
Verder werd op beide zijden aangedrongen elkaars veiligheidszorgen ernstig te nemen en het vredesproces niet te verstoren.
Het mandaat van de UNOMIG-waarnemingsmacht in Georgië werd vervolgens verlengd tot 15 oktober 2007. Secretaris-generaal Ban Ki-moon werd gevraagd tijdens deze verlenging de partijen te ondersteunen bij het nemen van vertrouwensmaatregelen en het starten van een dialoog.