Naar inhoud springen

Verkiezingen voor het Europees Parlement 2024 in Nederland

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Europees Parlementsverkiezingen 2024
Verkiezingsborden van alle partijen bij de Hofvijver in Den Haag
Datum 6 juni 2024
Land Vlag van Nederland Nederland
Te verdelen zetels 31
Opvolging verkiezingen
2019     2029 →
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Nederland

De Verkiezingen voor het Europees Parlement 2024 in Nederland waren reguliere Nederlandse verkiezingen op 6 juni 2024 voor de zittingsperiode 2024-2029 van de 31 Nederlandse afgevaardigden in het Europees Parlement. De opkomst was 5 procentpunt hoger dan in 2019 en kwam op 46,8%.

Nederland, inclusief de bijzondere gemeenten Bonaire, Saba en Sint Eustatius, behoorde tot de eerste EU-lidstaten waar gestemd werd voor het Europees Parlement, samen met Estland, Letland en Litouwen.[1][2] In de periode van donderdag 6 juni tot en met zondag 9 juni werden deze verkiezingen in alle 27 lidstaten van de Europese Unie gehouden voor in totaal 720 leden van het Europees Parlement. De uitslagen van de verkiezingen worden bekendgemaakt nadat de laatste stembussen gesloten zijn op zondag 9 juni om 23:00 uur in Italië.

Op woensdag 19 juni stelde de Kiesraad de officiële Nederlandse uitslag vast in een openbare zitting van de Tweede Kamer.[3] De voor Europa breed voorspelde 'ruk naar uiterst rechts' vond in Nederland beperkt plaats; de radicaal rechtse PVV won flink en ging van een naar zes zetels, de andere uiterst tot extreemrechtse partijen en onafhankelijken verloren samen vijf zetels, de combinatie GroenLinks-PvdA kwam op kop met acht zetels.

Op 16 juli 2024 komt het nieuw gekozen Europees Parlement bijeen.[4]

De 720 zetels in het Europees Parlement zijn naar rato van het inwonertal verdeeld over de EU-lidstaten. Voor Nederland waren er 31 zetels verkiesbaar, vijf meer dan bij de verkiezingen in 2019, wat te maken heeft met de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie in 2020 en met de bevolkingsgroei.[a][5]

Deelnemende partijen uit Nederland[bewerken | brontekst bewerken]

Aan de verkiezingen deden 20 partijen mee. Partijen die bij de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2019 minimaal één zetel behaalden, kregen een lijstnummer op basis van het aantal behaalde stemmen. De overige partijen hebben een lijstnummer gekregen door middel van loting.[6]

Van de Nederlandse partijen die aan de verkiezingen in 2019 meededen, had alleen DENK geen lijst ingediend voor de verkiezingen van 2024. Partijen die in 2024 voor het eerst meedoen zijn BBB, Belang Van Nederland (BVNL), JA21, Meer Directe Democratie, NSC en NL PLAN EU. Door afsplitsingen tijdens de zittingsperiode 2019-2024 hebben JA21 en Meer Directe Democratie wel ieder één zetel in het Europees Parlement verkregen.

ChristenUnie en SGP namen, anders dan bij de verkiezingen van 2019, niet meer deel met een gezamenlijke ChristenUnie-SGP-lijst.[7] GroenLinks en PvdA namen wel deel met een gezamenlijke lijst, volgend op de gezamenlijke deelname bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2023.[8] Onderling is afgesproken dat de kandidaten van GroenLinks en PvdA zich na de verkiezingen 'evenwichtig verdelen' over de twee fracties in het Europees Parlement waarbij beide partijen zijn aangesloten.[8]

Dominantie mannen[bewerken | brontekst bewerken]

De lijsttrekkers voor de negen grootste partijen volgens de nationale verkiezingen, waren allemaal man. Het slotdebat op de Nederlandse televisie liet dan ook bijna alleen maar mannen zien.[9] Twee lijsttrekkers van kleinere partijen, Anja Hazekamp (Partij voor de Dieren) en Anja Haga (ChristenUnie), tekenden bezwaar daartegen aan, maar dat had geen resultaat. Kiezers hebben echter niet de plicht op de lijsttrekker te stemmen en kunnen door middel van een voorkeurstem proberen vrouwelijke kandidaten in het Parlement te krijgen. Anders dan bij kandidaten voor de Tweede Kamer, waar iemand met voorkeurstemmen in het parlement kan komen als ten minste een aantal van 25% van de kiesdeler aan stemmen is gehaald, is de voorkeursdrempel voor het Europees Parlement slechts 10%.[10]

Beslissingen kiesraad[bewerken | brontekst bewerken]

De Kiesraad verklaarde de kandidatenlijst van NL PLAN EU geldig, maar stelde de gebruikelijke extra voorwaarden die voor partijen gelden die voor het eerst deelnemen aan een verkiezing of bij de vorige verkiezing geen zetel hebben behaald. Zij moeten ondersteuningsverklaringen inleveren en een waarborgsom betalen. Daartegen ging de partij in beroep, NL PLAN EU zag het als ongelijke behandeling van niet-gevestigde partijen ten opzichte van gevestigde partijen. De beroepsinstantie, de Raad van State verklaarde het beroep niet ontvankelijk omdat NL PLAN EU geen griffierecht had betaald en niet op de zitting was veschenen

De Kiesraad verklaarde de kandidatenlijst van JEZUS LEEFT ongeldig. In de Kieswet is voorgeschreven dat politieke groeperingen voor de kandidaatstelling gebruik moeten maken van een bij ministeriële regeling vastgesteld model. In het door JEZUS LEEFT ingeleverde zelf gemaakte document ontbraken de verplicht gestelde geboortedata van de kandidaten en de handtekening van de persoon die het ingeleverd had. JEZUS LEEFT tekende beroep aan tegen deze beslissing maar de Raad van State vond de formele eisen die aan de indiening zijn gesteld doorslaggevend en oordeelde het beroep ongegrond.

Overzicht Nederlandse partijen en lijsttrekkers[bewerken | brontekst bewerken]

Lijst[b] Partij[c] Lijsttrekker Europese partij Europese fractie
(2019-2024)
1 GROENLINKS / Partij van de Arbeid (PvdA)[d] Partij van de Arbeid (PvdA) Bas Eickhout PES S&D
GROENLINKS EGP Groenen/EVA
2 VVD Malik Azmani ALDE RE
3 CDA - Europese Volkspartij Tom Berendsen EVP EVP
4 Forum voor Democratie Ralf Dekker ECH[e] / ID[f] / geen[g]
5 D66 Gerben-Jan Gerbrandij ALDE RE
6 Partij voor de Dieren Anja Hazekamp APEU[h] Linkse Fractie
7 50PLUS Adriana Hernández Martínez EDP EVP
8 PVV (Partij voor de Vrijheid) Sebastiaan Stöteler ID ID
9 JA21 Michiel Hoogeveen ECH
10 NL PLAN EU Kok Chan
11 ChristenUnie Anja Haga ECPM EVP
12 Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) Bert-Jan Ruissen ECPM ECH
13 BBB Sander Smit [i]
14 Meer Directe Democratie Dorien Rookmaker ECH
15 SP (Socialistische Partij) Gerrie Elfrink [j]
16 vandeRegio Sent Wierda [k]
17 Volt Nederland Reinier van Lanschot Volt Europa[h]
18 Belang Van Nederland (BVNL) Wybren van Haga
19 NSC Dirk Gotink [i]
20 Piratenpartij - De Groenen[l] Piratenpartij Matthijs Pontier PPEU[h]
De Groenen

Stemgerechtigden en passief kiesrecht[bewerken | brontekst bewerken]

Bij de verkiezingen voor het Europees Parlement kunnen de officiële inwoners van een lidstaat uitsluitend stemmen op een kandidaat die verkiesbaar is in dat land. EU-burgers die in een andere lidstaat wonen dan hun eigen land kunnen stemmen op een kandidaat of lijst in hun eigen land of in het land waar zij wonen. Dit geldt ook, onder voorwaarden, voor het passief kiesrecht.[11] Het is dus niet mogelijk om op een kandidaat te stemmen, of zich kandidaat te stellen, in een andere lidstaat dan het eigen of het woonland. Hier bestaat kritiek op, omdat er een politicus in een andere lidstaat kan zijn die de standpunten van een kiezer beter vertegenwoordigt. In 2022 keurde het Europees Parlement een voorstel goed dat transnationale kieslijsten mogelijk moet maken. Er is echter tot nu toe geen overeenstemming met de Raad over dit voorstel.[12][13] In Nederland gold voor deze verkiezingen een kiesdrempel van 3%.

Europese fracties of 'partijfamilies'[bewerken | brontekst bewerken]

In het Europees Parlement, met van 2020 tot 2024 703 leden, zijn aan het begin van de voorgaande zittingsperiode zeven verschillende fracties gevormd, de zogenaamde partijfamilies, waarin nationale partijen samenwerken die zich tot een zelfde politieke bloedgroep rekenen.[14] Om deel te nemen aan een fractie moet tussen alle deelnemende nationale partijen onderling instemming bestaan en om een Europese fractie te kunnen vormen moet aan bepaalde voorwaarden worden voldaan.[15] De twee grootste partijfamilies zijn de Europese Volkspartij (EVP) van conservatieve- en christendemocratische partijen en de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten (S&D), de sociaaldemocraten. Verder zijn er de liberalen met de Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa (ALDE) die aan de bredere fractie Renew Europe meedoen, de groenen, de nationaalconservatieven, een linkse fractie The Left en een extreemrechtse fractie ID.

Er bestaat geen sterke fractiediscipline zoals in de Tweede Kamer, de fractievoorzitters geven aan de leden een stemadvies. Dit brengt mee dat bijvoorbeeld de Nederlandse nationale partijen VVD en D66 ook binnen de politieke familie Renew Europe in het Europees Parlement hun eigen zienswijze en standpunten kunnen uitdragen.[16]

De mate van invloed op het Europees beleid is mede afhankelijk van de Europese fractie waarbij een nationale partij zich heeft aangesloten of van plan is zich na de verkiezingen aan te sluiten. Om te beginnen omdat direct na de verkiezingen enkele belangrijke posten binnen de EU opnieuw worden verdeeld en de meest kansrijke kandidaten daaraan voorafgaand overleg voeren met bepaalde fracties om te kijken of beleidsafspraken kunnen worden gemaakt. Ook spelen de fracties en hun voorzitters een belangrijke rol bij bezetting van zetels in de Parlementiare comissies. Maakt een nationale partij geen deel uit van een Europese fractie, is de invloed in het Europees Parlement en in de Unie gering. Maakt een partij deel uit van een eurosceptische fractie, zal in het parlement een ander geluid worden uitgedragen dan wanneer de partij deel uitmaakt van een fractie die de Europese Unie in zijn huidige structuur ondersteunt.

Een actueel voorbeeld van het belang dat de keuze voor een Europese fractie heeft voor de kiezer bij de afweging op welke partij de stem uit te brengen, was BBB. De beweging draagt in Nederland uit eurosceptisch te zijn en vindt de Green Deal te ver doorgeschoten. Enige weken voor de verkiezingen had BBB bekend gemaakt zich aan te willen sluiten bij de EVP, een fractie met een uitgesproken pro-EU houding en belangrijkste ondersteuner van de Green Deal van partijgenoot Ursula von der Leyen. Kiezers die de Green Deal te ver vinden doorgeschoten, konden uit de fractiekeus op voorhand afleiden, dat deze twee belangrijke BBB standpunten moeilijk om te zetten zullen zijn naar daadwerkelijk beleid.[7]

De samenwerking in de fracties ligt niet vast en is aan verandering onderhevig. Na de verkiezingen bekijken alle nationale politieke partijen (opnieuw) bij welke Europese fractie ze zich willen aansluiten. De andere deelnemers aan een fractie moeten daarmee instemmen. Als een gekozen lid of nationale partij bij geen enkele fractie welkom is, of tijdens de zittingsperiode een fractie heeft verlaten, kunnen ze wel lid worden of blijven van het parlement; ze vallen dan onder de zogeheten niet-ingeschrevenen.[17] Bij de Nederlandse partijen was dat in 2023 het geval bij voormalig PVV-lijsttrekker Marcel de Graaff, die in 2002 was overgestapt naar Forum voor Democratie en in het Parlement dusdanige uitspraken had gedaan over de Russische invasie in Oekraïne dat zijn fractie ID hem voor drie maanden schorste, waarop hij daar uit stapte.[1]

In de periode van de verkiezingen van 2024 waren de Nederlandse partijen als volgt aangesloten bij de Europese partijfamilies, of was de wens daartoe geuit (aangegeven met *), in volgorde van grootte:[18][19]

Forum voor Democratie haalde tijdens de verkiezingen van 2019 drie zetels en sloot zich aan bij ECH maar alle drie de leden stapten een jaar later over naar JA21. Vervolgens verlieten Rob Roos en Rob Rooken in 2023 ook die partij weer en gingen onafhankelijk verder. PVV-er Marcel de Graaff stapte in 2020 over naar Forum en is sinds 2022 niet meer aangesloten bij een Europese fractie.[20] Denk doet niet mee aan de verkiezingen voor het Europees Parlement.

Liberale fractie[bewerken | brontekst bewerken]

Op 16 mei 2024 werd in Nederland een hoofdlijnenakkoord gesloten voor het nieuwe kabinet. Het akkoord werd gesloten tussen de PVV (Geert Wilders) en onder andere de VVD. Op 16 mei 2024 sprak de voorzitter van de liberale fractie Valérie Hayer haar afkeuring uit tegen dat akkoord.[21] Op 21 mei deed zij dat opnieuw, omdat ze de standpunten van de PVV in strijd acht met de liberale waarden.[22] Zij wil de kwestie na de verkiezingen binnen de fractie bespreken of samenwerking met de VVD nog mogelijk is. Zij doelt daarbij op het „cordon sanitaire tegen extreemrechts” van de Europese Liberalen.[23] Europees lijsttrekker voor de VVD, Malik Azmani, kondigde aan in het Europees parlement niet te willen samenwerken met de PVV omdat Geert Wilders te kennen heeft gegeven de macht van de EU van binnen uit te willen uithollen.[24][25]

Als besloten wordt ook verder samen te werken met de VVD blijft het aantal zetels van de Nederlandse liberalen gelijk en vormen ze de grootste afvaardiging in een fractie.

Fractie Identiteit en Democratie[bewerken | brontekst bewerken]

Medio mei kondigde PVV fractiegenoot Rassemblement national aan niet langer samen met de Duitse rechtsextreme Alternatieve für Deutschland in een fractie te willen zitten.[26] De reden was dat de lijsttrekker van de AfD, Maximilian Krah, controversiële uitspraken had gedaan over de SS. Partijvoorzitter Marine le Pen kondigde aan zich los te willen maken van extreemrechts, ze overweegt samenwerking met de Italiaanse Fratelli d'Italia.[27] Het streven van de Nederlandse PVV om 'Nederland op 1' te zetten, zal gaan botsen met het streven van andere (sterkere) nationaal-populistische partijen om hun nationaal belang op 1 te zetten.[28] Als PVV bij deze fractie blijft groeit de Nederlandse afvaardiging van een naar zes zetels.

Fractie Europese Volkspartij[bewerken | brontekst bewerken]

De partij van de Hongaarse premier Viktor Orbán is uit de fractie van de christendemocratische EVP van zittend president van de Europese Commissie Von der Leyen gestapt na zware kritiek op Orbán's autoritaire leidersstijl en het afkalven van de rechtsstaat in Hongarije.[10][17] Stemmen die bij deze verkiezingen op zijn partij Fidesz werden uitgebracht, worden voorlopig ingedeeld bij de niet-ingeschrevenen. BBB en NSC hebben aangegeven zich bij de christendemocratische fractie aan te willen sluiten, waar het CDA en de CU al in zitten.[29] CDA en CU wierpen bezwaar op, vanwege de nationale samenwerking met de radicaal-rechtse PVV, maar de EVP ging akoord, wat de Nederlandse inbreng op zes zetels brengt, gelijk aan de voorgaande periode.[30]

Fractie van Europese Socialisten[bewerken | brontekst bewerken]

In 2023 werden de Slowaakse partijen SMER en Hlas door de sociaaldemocratische S&D geschorst, nadat ze in Slowakije een regeringscoalitie vormden met de rechts-nationalistische Nationala Partij.

Fractie van Europese conservatieven en hervormers[bewerken | brontekst bewerken]

De conservatief-rechts populistische ECH, met als grootste nationale partij de Fratelli d'Italia van Giorgia Meloni, krijgt na de verkiezingen nog maar een lid uit Nederland, van de SGP, een verlies van vier Nederlandse zetels.

Cordon sanitaire[bewerken | brontekst bewerken]

De fracties van de sociaaldemocraten en de groenen sluiten al jarenlang samenwerking met de twee families op uiterst rechts uit. Ze vinden hun doelen (deels) strijdig met de doelstellingen van de Europese Unie en de democratische rechtsstaat. Dit wordt cordon sanitaire genoemd.[19] Verschillende uiterst rechtse of conservatieve partijen hebben mede daarom tot nu toe weinig invloed genomen op de totstandkoming van wetten en verordeningen.

Europese Partijen[bewerken | brontekst bewerken]

De Europese partijen hebben deels dezelfde naam als de fractie, het zijn:[31]

  • Europese Volkspartij (EVP)
  • Partij van de Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa (ALDE)
  • Partij van Europese Socialisten (PES)
  • Europese Groene Partij (EGP)
  • Animal Politics EU (APEU)
  • Europese Democratische Partij (EDP)
  • Identiteit en Democratie (ID)
  • Europese Christelijke Politieke Beweging (ECPM)
  • Volt Europa
  • Europese Piratenpartij (PPEU)

Kandidaten[bewerken | brontekst bewerken]

Kandidaten moeten bij de Europese verkiezingen veel meer stemmen binnenhalen om een zetel te bemachtigen dan bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer. Dat komt doordat er maar 31 zetels te verdelen zijn en geen 150. Een week voor de verkiezingen werden FVD, CU en SGP gepeild op nul zetels, PvdD, SP, Volt en BBB staan op één zetel in de peilingen.

Spitzenkandidaten[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Verkiezingen voor het Europees Parlement 2024#"Spitzenkandidaten" voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Sinds 2014 kiezen de fracties een zogenaamde Spitzenkandidat. Dat zijn de politici die door de verschillende Europese partijfamilies worden gezien als hun mogelijke nieuwe voorzitter van de Europese Commissie. Het is de bedoeling dat zij Europa wijd campagne tegen elkaar voeren. In België is geen van de opgestelde kandidaten ook Spitzenkandidat, in Nederland is Bas Eickhout van GroenLinks Europees lijsttrekker voor De Groenen / Vrije Europese Alliantie.

Peilingen[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Verkiezingen voor het Europees Parlement 2024 in Nederland/Peilingen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Taken Europees Parlement[bewerken | brontekst bewerken]

Het Europees Parlement heeft samen met de Raad van de Europese Unie, de vergadering van ministers uit de nationale regering van elke lidstaat, de wetgevings- en begrotingstaak in de Unie en het oefent namens de burgers de politieke controle uit op de uitvoerende organen.[32][33]

Bijzonderheden[bewerken | brontekst bewerken]

In vijf gemeenten wordt geëxperimenteerd met een kleiner stembiljet, op A3-formaat. Het betreft Alphen aan den Rijn, Boekel, Borne, Midden-Delfland en Tynaarlo. Mocht het experiment als succesvol worden beoordeeld, dan worden deze biljetten landelijk ingevoerd voor volgende verkiezingen.[34][35]

Verkiezingsuitslag[bewerken | brontekst bewerken]

Het tellen van de stemmen begon direct na het sluiten van de stemlokalen in Nederland en op 7 juni telden de gemeentelijk stembureaus de uitslagen van de stembureaus bij elkaar op. De tellingen waren openbaar, maar gemeenten mochten de voorlopige uitslagen pas bekendmaken vanaf zondag 9 juni 23.00 uur. Dan waren de stembussen in alle lidstaten van de Europese Unie gesloten en kon de verkiezing in andere landen niet beïnvloed worden.[4] De definitieve uitslag van de verkiezingen is door de Kiesraad bekendgemaakt op 19 juni 2024.[36] De Commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven van de Tweede Kamer doet vanaf dan onderzoek naar het verloop van de verkiezing. De Tweede Kamer kan besluiten tot een hertelling of een herstemming bij een of meer stembureaus.[4]

Opkomst en kiesdeler[bewerken | brontekst bewerken]

2019 2024
# stemmen % # stemmen %
Kiesgerechtigden 13.164.688 13.542.363
Niet opgekomen 7.644.912 58,03[q] 7.288.896 53,82[q]
Opkomst 5.519.776 41,97[q] 6.253.467 46,18[q]
Ongeldige stemmen 11.696 0,21[r] 11.607 0,15[r]
Blanco stemmen 10.267 0,19[r] 9.662 0,19[r]
Geldige stemmen 5.497.813 99,60[r] 6.232.198 99,66[r]
Kiesdeler[s] [t]211.454 - 201.038 -

Verkiezingsuitslag en zetelverdeling naar partij[bewerken | brontekst bewerken]

Partij[u] 2019 2024 +/−[v]
# stemmen %[w] zetels # stemmen %[w] zetels % zetels
P.v.d.A./Europese Sociaaldemocraten 1.045.274 19,01 6
GROENLINKS 599.283 10,90 3
GROENLINKS / Partij van de Arbeid (PvdA)[x] - - - 1.314.428 21,09 8
subtotaal 1.644.557 29,91 9 1.314.428 21,09 8 −8,82 −1
PVV (Partij voor de Vrijheid) 194.178 3,53 0[y] 1.057.662 16,97 6 +13,44 +6
VVD 805.100 14,64 4[y] 707.141 11,35 4 −3,29 0
CDA - Europese Volkspartij 669.555 12,18 4 589.205 9,45 3 −2,63 −1
D66 389.692 7,09 2 523.650 8,40 3 +1,31 +1
BBB - - - 336.953 5,41 2 +5,41 +2
Volt Nederland 106.004 1,93 0 319.483 5,13 2 +3,20 +2
Partij voor de Dieren 220.938 4,02 1 281.600 4,52 1 +0,50 0
NSC - - - 233.564 3,75 1 +3,75 +1
Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP)[z] - - - 228.036 3,66 1 +3,66 +1
ChristenUnie[z] - - - 180.060 2,89 0 +2,89 0
Forum voor Democratie 602.507 10,96 3[y] 155.187 2,49 0 −8,47 −3
SP (Socialistische Partij) 185.224 3,37 0 136.978 2,20 0 −1,17 0
50PLUS 215.199 3,91 1 58.498 0,94 0 −2,97 −1
JA21 - - - 40.570 0,65 0 +0,65 0
vandeRegio & Piratenpartij[aa] 10.692 0,19 0
De Groenen 9.546 0,17 0
Piratenpartij - De Groenen[ab] - - - 23.764 0,38 0 +0,02 0
Belang Van Nederland (BVNL) - - - 23.032 0,37 0 +0,37 0
Meer Directe Democratie - - - 11.295 0,18 0 +0,18 0
NL PLAN EU - - - 8.360 0,13 0 +0,13 0
vandeRegio[aa] - - - 2.732 0,04 0 +0,04 0
ChristenUnie-SGP[z] 375.660 6,83 2 - - - −6,83 −2
overige partijen in 2019 68.961 1,25 0 - - - −1,25 0
totaal 5.497.813 100 26[y] 6.232.198 100 31 0 +5

Gekozen leden[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Lijst van Nederlandse Europarlementariërs 2024-2029 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Om met voorkeurstemmen gekozen te worden diende een kandidaat meer dan 10%[37] van de kiesdeler aan stemmen te behalen (voorkeursdrempel), wat bij deze verkiezingen neerkwam op minimaal 20.104 stemmen.

Vier kandidaten zouden op basis van hun plaats op de lijst niet verkozen zijn, maar werden door het aantal op hen uitgebrachte voorkeurstemmen gekozen als lid van het Europese Parlement: Catarina Cordeiro Vieira (GroenLinks/PvdA), Hedy d'Ancona (GroenLinks/PvdA), Anouk van Brug (VVD) en Geert Wilders (PVV). Hierdoor werden voor het eerst meer vrouwen dan mannen gekozen in de Nederlands afvaardiging naar het Parlement gekozen, van de 31 zetels gingen er zestien naar vrouwen en vijftien naar mannen.[38]

Bronnen, noten, referenties[bewerken | brontekst bewerken]