Gebruiker:Robin.deschamps/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

CHIRO Don Bosco Kortrijk[bewerken | brontekst bewerken]

Chiro Don Bosco[1] Kortrijk is een pure jongens chiro opgericht in 1934 als salizianen van don bosco op kortrijke wij Sint-Anna. in het heden zit de Chiro groep op een top locatie op een grond gedeeld met het don Bosco college Kortrijk. hun gebouw hebben ze te danken aan pater slangen die tevens ook lang proost is geweest van de Chiro. pater slangen verkocht zijn schilderijen en met dat geld bouw de hij hun nieuw bouw. de werkingen gaan door op zondag van 14h tot 18h

0. Het werk jaar heden 2022[bewerken | brontekst bewerken]

11 November[bewerken | brontekst bewerken]

Het reizeke word al georganiseerd zins … iemand waar de leiders en oud leiders en oud oud leiders een dag trip doen naar bepaalde activiteiten er zijn 2 keuzes sportief en cultureel. er zijn altijd 2 activiteiten en in de avond word er dan geheten en na het avondmaal worden dan de organisatoren van de volgende editie bekend gemaakt.

christus koning[bewerken | brontekst bewerken]

Christus Koning word gevierd op de laatste zondag van het kerkelijk jaar is dus de laatste of voorlaatste zondag van november. in Don Bosco werd dit gevierd door del leiding te gaan eten bij de pater's maar zins deze niet meer in don Bosco Kortrijk zitten gebeurt dit niet meer. de jongste 3 afdelingen bewerken een suiker biet zo dat er een tee lichtje kan in gezet worden. de Toppers maken de tekstjes die op het einde worden voor gelezen door de afdelingen. de Kerels maken dan fakkels voor de tocht die dan wordt afgelegd om dan bij de PX van de aspi's aan te komen. om 4 uur krijgt iedereen dan olie bollen of pannenkoeken of iets anders die de kook ploeg samen met warme chocomelk klaar heeft gemaakt.

BBQ & MINI Voetbal[bewerken | brontekst bewerken]

BBQ & MINI voetbal is het jaarlijkse tornooi die elk jaar word georganiseerd op het laatste weekend van juni of het eerste van juli. Dit word georganiseerd om de kosten van kamp te dekken. in de ochtend beginnen ze met voedballen in de middag worden er dan door de kerels braadworsten gebraden en na de voetbal kan men de BBQ proeven die de kookploeg voor iedereen heeft klaargemaakt en na de BBQ kan er nog door gefeest worden tot een gat in de nacht.

Aspi fuif[bewerken | brontekst bewerken]

aspi fuif is de eerste Kortrijkse fuif of laatste weekend van januari of het eerste van februari

Ketipolis[bewerken | brontekst bewerken]

jaarlijkse weekend ge organiseert door de kerels vroeger werden er films gedraaid en kwamen de zondag veel chiro's uit Kortrijk maar zins het niet meer mag, bedenkt de kerel leiding een alternatief om er een mega vet zot weekend van te maken see you there

1. het embryo (1800-1934)[bewerken | brontekst bewerken]

de groei naar de patronaatsgedachte[bewerken | brontekst bewerken]

Tempus fugi. De tijd vliegt, en wel zo snel dat het voor de mens van 1984 bijzonder moeilijk is geworden om zich zijn omgeving voor te stellen zoals die er honderd jaar geleden uitzag. nog moeilijker wordt het om zich in te leven in de geest, de mentaliteit van omstreeks 1884. bij de verkiezingen van juni 1884 behaalden de Katholieken de overwinning op de liberalen. Meteen kwam er een eind aan de eerste, echt rumoerige periode uit de geschiedenis van het onafhankelijke België. sins de liberalen in 1879 aan de macht gekomen waren, zweepte hun onderwijspolitiek de gemoederen op. De Katholieke bevolking's groep verzette zich met hand en tand tegen de invoering van een neutraal lekenonderwijs. Vrije katholieke scholen werden overal inderhaast opgericht. De officiële onderwijzers zagen zichzelf steeds meer tegen lege banken aankijken. de schoolstrijd liet vele sporen na. In deze periode werden de fundamenten gelegd waarop later de "katholieke zuil" werd gebouwd. De kerkelijke hiërarchie was immers van oordeel dat de katholiek moest beschermd worden tegen de verderfelijke invloeden van buiten af. De liberale opvattingen en vooral het socialisme werden ervaren als een gevaarlijke bedreiging voor het christendom. Daarom werd alles in het werk gesteld om de meest bedreigde bevolkingsgroep, de arbeidersklasse, "voor het geloof te bewaren". De leidende klassen kregen de taak toebedeeld: het paternalisme was geboren "van de volksmens een goede mens maken, opdat hij onvermijdelijk ook een goed arbeider zou zijn, dat is het middel om de arbeiderskwestie op te lossen en de stakingen uit te schakelingen...Zorgt ervoor dat de arbeider een goed christen is en hij zal U begrijpen wanneer gij hem spreekt over onderwerping, geregeldheid, orde, spaarzaamheid, ontberingen en geduld... De werkman moet begrijpen dat hij moet begrijpen dat hij moet berusten in zijn lot, dat hij de gevolgen moet dragen van de lagere staat waarin God hem heeft geplaatst. Om hem van deze waarheid te overtuigen heeft men argumenten nodig die alleen de godsdienst kan bezorgen[2]". Deze tekst uit 1871 typeert de denkwijze van hun actie zich ook op de jeugd moest richten. de patronaatsgedachte ontstond, of liever, werd herontdekt. Want reeds op het einde van de 18e eeuw legde de priester Allemand in Marseille de grondvesten van de patronaten als jeugdhuizen voor de vrije tijd. In de 19e eeuw vond dit initiatief navolging te Lyon bij de priester Chevrier, in Duitsland bij Kolping en bij Don Bosco in Turijn.

de bijdrage Van Don Bosco (1815-1888)[bewerken | brontekst bewerken]

Op 8 december 1841 stond de 26-jarige, pas tot priester gewijde Don Giovanni Bosco in de sacristie van de Sint-Franciscus van Assisikerk in Turijn op een misdienaar te wachten. De koster wou een rondslenterende jongen dwingen de mis te dienen. Die weigerde en vluchtte naar buiten toen de driftige koster dreigde hem te slaan. Don bosco liet de jongen echter terughalen en wist in een rustig en bemoedigend gesprek zijn vertrouwen te winnen. De priester werd getroffen door de grote godsdienstige en morele verwaarlozing bij dei jongen en bij zijn lot genoten in de Italiaanse industriestad. de ene jongen bracht de andere mee tot bij Don Bosco, die zijn godsdienstonderricht van meet af aan fundamenteel liet afwijken van de gewone catechismusklassen: ook aan de fysische, intellectuele en sociale opvoeding en de ontspanning werd aandacht besteed. kinderkoren, spelen, uitstapjes en loterijen, het waren de magneten die de jeugd aantrokken. de beginjaren kenden evenwel hun problemen. Het patronaat, of het Oratorio zoals Don Bosco de groep zelf noemde, vond slechts met veel moeite een vast lokaal en kreeg daarom de bijnaam Oratorio ambulante (wandelend patronaat). Ook de politiek mengende zich in het jeugdwerk: de anticlericale markies cavour schrok Vande invloed van Don Bosco op de arbeidersjeugd nastreefde naar een verbod van de organisatie. een ingreep van koning Karel Albert van Piëmonte verhinderde dit plan. één en ander vergde veel van Don Bosco's krachten, zodat hij een tijdlang rust moest nemen. Zijn patronaat kon echter verder werken dank zij de goed gevormde leiderskring.

Omstreeks 1847 telde het patronaat ongeveer 700 leden uit alle parochies van de stad. Hoewel dit interparochiaal werk in feite inging tegen de bestaande kerkelijke administratieve tradities, kon Don Bosco rekenen op de steun van de Turijnse parochiesgeestelijkheid. Meer nog, de aartsbisschop gaf zelfs de toelating om de jongens voor te bereiden op het vormsel en de H.-Communie. In die zin kon Don Bosco spreken over zijn "parochie" van de verwaarloosde jeugd.

nog in 1847 stelde Don Bosco zijn eerste patronaatreglement op. Hij bestuurde de bestaande soortgelijke initiatieven en paste ze aan zijn eigen opvattingen en methoden aan. Het patronaat, dat gehouden werd op zon- en feestdagen van 's morgens tot 's avonds, stelde zich tot doel de deelname van de kinderen aan de godsdienstoefeningen te vergemakkelijk door middelen te voorzien om de dag op een aangename wijze door te brengen. Het richtte zich tot alle jongens van een parochie of streek die minstens acht jaar oud waren. Lidmaatschapsbijdragen konden enkel gevraagd worden met het oog op een spaaractie. De priester-directeur droeg de verantwoordelijkheid als een vaderfiguur. de praktische leiding lag in handen van de leke-"assistent", die werd bijgestaan door een leiderskring gekozen uit de voorbeeldigste leden. Een spelcommisie werd belast met het organiseren van de spelen, terwijl pacificatori (vrederechters) als taak hadden de eventuele geschillen bij te leggen. een "monitor" (voor de gemeenschappelijke gebeden), een bibliothecaris en een secretaris-archivaris vulden het personeel aan.

Toch kon ook Don Bosco niet zonder de burgerij. een bescherm comité, samengesteld uit caritatief ingestelde dames en heren, zorgde voor de materiële patronaatsbelangen, eventueel voor werkverschaffing aan de leden. Religieuze broederschappen, zoals dat van de H.-Aloysius, werden binnen het patronaat opgericht om aan elitevorming te doen en priesterroepingen te cultiveren. Tien jaar na zijn ontmoeting met de gevluchte misdienaar was Don Bosco directeur van drie patronaten met 1700 leden. De beweging zou zich tot zijn dood in 1888 verder uitbreiden. De fakkel werd nadien overgenomen, onder meer in de door Don Bosco opgerichte congregaties: de Salezianen (S.D.B.) en de Zusters van Don Bosco. Het systeem werd rondgedragen in Italië, Frankrijk, Duitsland, Nederland, België en buiten de EU.

2. De eerste jaren (1934-1939)[bewerken | brontekst bewerken]

jow da stuk kom nog efkes wachten sussen tis vve te veel tekst tis voor den doop van ne eerste ja

3. Adempauze (1940-1945)[bewerken | brontekst bewerken]

Op 10 mei 1940 viel Nazi-Duitsland België binnen. De Vijandelijke legers overspoelden het land in een recordtempo. Het dagelijks leven raakte er vanzelfsprekend door ontredderd, maar men paste zich snel aan op de nieuwe situatie. Het Sint-Annapatronaat onderbrak zich slechts tot de eerste zondag van juli 1940. Nadien werden de activiteiten als tevoren hervat. Ouderfeesten, het vakantiepatronaat, de vele toneelopvoeringen, het hielp om de oorlog voor kinderen zoveel mogelijk weg te cijferen. In 1942 kreeg pater D. Bovijn de algemene leiding van de groep in handen. Eén van de hoogtepunten van dat jaar werd het Sint-Annafeest en de patronaatsdag van 26 juli. Een mis om 9 uur werd opgeluisterd door het koor van het patronaat, onder de leiding van pater Beckers. Na de middag volgde een kleuterspel tussen de Kerels en de jongens (Knapen). Tijdens het lof kwam de gewezen proost H. Coninx aan het woord en op de feestzitting werd een te meer toneel gespeeld. Dat die toneelopvoeringen ook minder gemotiveerde leden aantrokken, viel bij de leiding niet in goed aard. Daarom werd een systeem van goede en slechte punten ingevoerd, dat onder meer rekening hield met de aan- of afwezigheden. Zo werd bepaald dat men minstens drie keer per maand naar het patronaat moest komen, vooraleer men de toestemming kreeg om naar het toneel of de poppenkast te mogen. De nieuwe, strenge reglementering werd bekend gemaakt in het Patronaatsblaadje, dat voor het eerst verscheen in september 1942. Tot maart 1943 werd dit blaadje maandelijks uitgegeven. De oorlogsomstandigheden waren er vermoedelijk de oorzaak van de oorzaak van dat het nadien werd stopgezet.

Die oorlog liet zich verder nog op een ander terrein voelen. In november 1940 namen Duitse soldaten de patronaatslokalen in beslag. De jongens vonden op hun beurt onderdak bij de zusters. Was deze oplossing aanvankelijk niet ideaal - de kroniekschrijver heeft het over "een echte doolhof om er te komen"-, dan verbeterde de toestand in april 1942 toen elk van de drie groepen niet alleen over een eigen zaal beschikte, maar ook over eigen vlaggen en eigen speelterreinen. Het mooie liedje duurde echter niet lang: in januari 1943 moest men de pas opgekalefaterde zalen verlaten. "We leven ten tijde van Don Bosco". De directeur van het instituut stelde dan maar de toneelzaal ter beschikking. Ondertussen kon men de oude zaal van de boerderij opknappen. Metsers, loodgieters en schilders (waaronder Pater Slangen, die Tijl en Lamme Goedzak op de muren schilderde) klaarden één en ander tegen het einde van de maand.

Een omzendbrief aan de ouders melde op 16 april 1944 dat het patronaat uit veiligheidsoverweging zijn werking schorste. De eerste en Tweede groep werden verplicht thuis te blijven. De oudere derde en vierde groep mochten verder blijven komen, wanneer dit mogelijk was en de jongens dit wensten. Pas in september kon deze maatregel ingetrokken worden. Het Sint-Annapatronaat bleef dus tijdens de oorlog niet bij de pakken zitten. Chirojeugd verbond der vlaamsche patronaten evenmin. E.H. Vanhoebroeck, van 1938 tot zijn overlijden in 1942 landsproost, slaagde er in om na het uitbreken van de oorlog een nationale leiding voor de jongens (1941) en voor de meisjes (1942) te vormen. Stilaan evolueerden de patronaten tot jeugdbeweging voor algemeen Katholieke Actie. De Nationale leiding werkten de Chirometodiek verder uit, waaronder men na de oorlog onmiddellijk opnieuw kon van start gaan. Ondertussen was het bisdom Brugge een eigen weg ingeslagen. Kanunnik K. Dubois probeerde er de verschillende Jeugdbewegingen los te maken van hun nationaal secretariaten om ze zo beter in het geheel van de Katholiekje Actie te kunnen plaatsen. Elke beweging kreeg een eigen terrein voor actie en vorming toegewezen. Chirojeugd kon in het bisdom verder blijven werken, indien haar ledenwerving zich beperkte tot de -14- jarigen en indien ze de jongens voorbereidde op de gespecialiseerde standsgroeperingen, zoals de K.A.J en de K.S.A. Deze visie op het jeugdwerk werd vanuit verschillende hoeken bekritiseerd, maar het zou nog enkele jaren duren vooraleer de vrede werd hersteld. Er moest immers eerst nog een "grote vrede" komen.

4. Herbronning (1945-1952)[bewerken | brontekst bewerken]

Na de Tweede Wereldoorlog trad de patronaatswerking met een nieuw gezicht naar buiten. Chirojeugd wou de jongens een tehuis bieden, een familiaal milieu in een diep-christelijke sfeer. de methodiek en de organisatiestructuur vertoonden een aantal kenmerken, die meteen ook de eigenheid van Chirojeugd bepaalden en haar duidelijk onderscheidden van de andere jeugdorganisaties. in principe droeg de parochiepriester de volle verantwoordelijkheid over de groep. Hij werd daarbij bijgestaan door de leiders, die tot ware opvoeders van kinderen moesten worden opgeleid. De jongens werden op hun beurt ingedeeld in leeftijdsgroepen: jong knapen, later burcht knapen genoemd(9 tot 11,5 jaar), knapen (11,5 tot 14 jaar), kerels (14 tot 17 jaar) en mannen (+17 jaar). Als jeugdbeweging wou Chirojeugd een katholieke Actie-Organisatie zijn: de vrije tijd van de leden moest daarom zoveel mogelijk in beslag genomen worden door Chiro activiteiten. De gezamenlijke deelname aan kerkelijke diensten (mis, lof, avondgebed) en de actieve betrokkenheid bij het parochiale leven kreeg een ruime plaats toegedeeld. Ook het spel beoogde niet alleen ontspanning, maar een totale opvoeding in een tuchtvol kader, in een geest van ridderlijkheid.

Vooral door die specifieke geest, die stijl, die sterke intuïtieve beïnvloeding is de aantrekkingskracht van Chirojeugd op de kinderen groot geweest. met het Christus-Koning-dogma als ideaal vertrekpunt, kon de figuur van christus als centrum van het leven voorgesteld worden. het leven stond daarbij synoniem voor een veroveringsstijd die tegelijk op het innerlijke vlak en tegen de buiten wereld moest geleverd worden. Het was dan ook een kleine stap om van daaruit een leedwereld te creëren, gebaseerd op de romantische ridderlijke trouw aan christus- Koning. Voor meisjes lag een rol van "blij dienen" weggelegd in Kroonwacht. De nieuwe stijl vond zijn uitdrukking in de uniformen, het gebruik van vlaggen, wachtwoorden, formaties, het marcheren, liederen, toneel, de eigen terminologie en de gehele symboliek die onder meer gelegd werd in de voorbereidingsactiviteit tot de inlijving van nieuwe leden of de overgang naar een oudere leeftijdsgroep: de belijdenis en de belofte.

ook de techniek van de jeugdwerking werd aangepast: men schakelde over op de "actieve methode". De leden moesten van nu af aan niet alleen maar kregen de kans om in beperkte mate hun eigen verantwoordelijkheid op te nemen. de vendelwerking (een vendel was een groepje van maximum acht jongens binnen de leeftijdsgroep) bood hiertoe de nodige ruimte en was de rekruteringsbasis voor de toekomstige leiders. Toch bleef op de wekelijkse vendelleiderskring de godsdienstige vorming centraal staan, naast de technische vorming: het aanleren van nieuwe activiteiten. het vendel zelf droeg een eigen naam, had een eigen vendelhoek in het efdelingslokaal. die structuur, samen met het belang dat aan een stijl- en tuchtvol voorkomen werd gehecht, maakte een groot deel van de aantrekkingskracht van Chirojeugd uit. De derde pijler hiervan was het specifieke Chiro spel, dat zich kenmerkte dor de leiders en vendelleiders en de afwisseling tussen vermoeiende en rustige spelen) en de opvoedende waarde ervan (een nastreven van eerlijkheid en broederlijkheid in het spel).

tot ongeveer 1954 had men de handen vol met de verdere uitbouw van de bewegingshouden. deze verdieping weerspiegelde zich op een treffende manier in de handleiding voor beginnende Chirogroepen. In 1945 verscheen die onder de titel "Hoera, wij bouwen een Chirogroep voor jongens" en telde 149 bladzijden. Bij de heruitgave in 1953, onder de titel "Jongens in de Chiro". "Handleiding voor jonge Chirogroepen", was de omvang al opgelopen tot 191 bladzijden. Ook de "keure", een tot in alle details uitgewerkte beschrijving van de Chirosymboliek en haar toepassing, kreeg stilaan vaste vorm. in oktober 1946 verscheen in "Gloed", het leiding blad van Chirojeugd, een oproep tot de uitbouw van de beweging in West-Vlaanderen. Het Sint-Annapatronaat speelde daarop in en begon onder ompuls van de nieuwe proosten H. Tips (1945-1947) en L. Bohnen (1947-1952) aan de metamorfose. Reeds vanaf mei 1946 werd het ledenblad "Trouw" verspreid en werden de eerste en tweede groep nu definitief Burchtknapen en knapen genoemd. De Burchtknapen werden ingedeeld in acht, de knapen in tien vendels, telkens onder leiding van vendelleiders en voormannen. In juli 1946 kreeg ook de derde groep een nieuwe naam: Kerels. Uiteindelijk verdrong de term Chirojeugd de Patronaat. Deze evolutie werd bekroond met de officiële Aansluiting bij Chirojeugd Verbond West-Vlaanderen in oktober 1947. Nationale leidingsdagen en Chiromalen (landdagen) werden met de regelmaat van een klok door delegaties uit Sint-Anna bijgewoond. Op een ouderavond in november 1950 kwam zelfs een hoofleider uit nationaal secretariaat in Antwerpen spreken over gezin en jeugdbeweging.

Uit wat voorafging zal duidelijk geworden zijn dat de Chirogroep Don Bosco aansluiting vond bij het nationaal secretariaat in Antwerpen. Meteen herinneren we ook even aan wat we schreven over de ontwikkeling van het J.V.K.A. in het bisdom Brugge tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een confrontatie met kanunnik Dubois kon dus onmogelijk uitblijven. De Kortrijkse Salezianen wezen resoluut de diocesane visie op Chirojeugd af. Chiro bleef voor hen een eigen beweging. Op 11 november 1952 (toen was C. Slangen al proost van de Kortrijkse groep, maar omwille van de eenheid in het verhaal willen we dit gebeuren hier behandelen) vond te Roeselare een algemene vergadering plaats voor de diocesane jeugd verbonden. De kroniekschrijver pende het volgende verslag neer: "De zogenaamde bedoeling is, volgens het woord van de voorzitter Hoogeerw. Kanunnik Dubois, openhartig, vrijmoedig en gemeend een oplossing te zoeken voor het ontspanningsprobleem der jeugd. De patronaten (bijzonder Chiro bedoeld!) zijn 'n beweging zonder specialisatie, dus (!) onbekwaam en beperkt tot een voorbereide taak (sic!). Drie vraagstukken werden er gesteld: 1. Leidersvorming: blijft toegelaten maar geen kerels afdeling 2. Kerels afdeling is verboden 3.Continuïteit in de stijl is noodzakelijk. 'n Volksjongen is zeer sterk aan te grijpen door stijl. De specialisatie, niet bekwaam om de jongens aan 14j. over te nemen, moeten ter studie gaan bij de Chiro (...)"

Dit betekende in feite dat de Kerels afdeling moest afgeschaft worden. Zover kwam het echter niet: "Van 11 nov. '52 tot Juni '53 mocht bij uitzondering 'n kerels afdeling bestaan in onze groep. Naderhand (nooit schriftelijk!!) werd de afschaffing van 19-jarige groep geëischt".

De Salezianen hielden het been stijf, zodat hun groep, samen met en Chirogroep uit het Oostende schipperskwartier, voor lange tijd de enige West-Vlaamse Chiro groep was met een Kerels afdeling Een tweede kenmerk was bovendien het interparochiaal karakter, dat eveneens nooit werd verlaten. Na verloop van tijd verstilde de discussie en ging het bisdom zich inschakelen in de werking van Chirojeugd-Nationaal. Tegen deze achtergrond kreeg een speels intermezzo op de Chiro male van 11 mei 1952, georganiseerd op Sint-Anna, een bijna symbolische betekenis. Op het programma stond een groots Guldensporenspel. Tot welke partij hij behoorde, is niet meer bekend, maar in ieder geval speelde kanunnik Dubois gebonden achtergelaten in de kleiputten van Marke. Toen het spel gespeeld was, miste men één man. Niemand had er aan gedacht om de kanunnik van zijn boeien te bedrijven! Kon de leiding wellicht achteraf met veel plezier aan dit voorval terugdenken, dan zullen de jongens zelf er niet bij stilgestaan hebben. Voor hen was het spel alles. De reeds geciteerde Vandevelde sloeg nagels met koppen wanneer hij schreef: " Waar de Chirojeugd of de Kroonwacht goed geleid worden, daar duurt het niet lang of de kinderen gaan er geheel in op. Ze spreken er gedurig over, ondervragen elkaar over hun werk, hun verwezenlijkingen, hun persoonlijk aandeel in de feestjes, hun proeven. Ze zouden voor hun beweging door het vuur gaan, verdedigen ze met passie bij iedereen, ook thuis bij vader en moeder; ze zouden er voor vechten als 't moet". In januari 1946 rolde na maanden onderbreking opnieuw een maandblad van persen onder de toepasselijk titel " ons blaadje", om daarna "sint-Anna burcht" genoemd te worden. Vanaf 1952 verscheen "Trommeljongen", dat een begrip zou worden voor een generatie Chirojongens. pas in 1977 zou "Trommeljongen" vervangen worden door "Chiroffel". groep in een Chiro-uniform te steken. Niet iedereen kreeg zomaar een uniform: men moest het verdienen. Vendelleiders en voormannen hadden de voorrang, daarna de regelmatige leden. "wie niet regelmatig komt moet niet rekenen op een uniform. Tucht en gehoorzaamheid horen bij een uniform." Een ander steeds terugkerend initiatief was de catechismuswedstrijd voor de leden die hun Plechtige Communie deden. Deze test van de godsdienstige kennis van de jongens werd eens te meer geïnspireerd door een idee van Don Bosco, die in 1847 voor het eerst een dergelijke wedstrijd organiseerde.

Toen Bohnen in september 1952 als proost afscheid nam om zich voor te bereiden op zijn vertrek naar Haïti als missionaris, waren de fundamenten van Chirogroep Don Bosco gelegd. Zijn opvolger, Celest Slangen, zou precies 25 jaar tijd krijgen om op deze fundamenten een stevige burcht te bouwen.

5. Een kwart eeuw Slangen (1952-1977)[bewerken | brontekst bewerken]

...

...vree belang rijk

...

...

...

6. De heroriëntering (1977-1984)[bewerken | brontekst bewerken]

...ier ebk ook nie veel zin in weer veel tekst wel minder of 4. her... dinges wtf

...

...

...

...

...

...

KAMP PLAATSEN[bewerken | brontekst bewerken]

JAAR KAMPLAATS THEMA KOOKPLOEG VB's & Proosten
1935 2 daagse kamp te tiegem
1936 3 daagse reis naar kempen en luik
1937 3 daagse reis naar ARDENNEN
1938 geen info meer over
1939 geen info meer over
1940 WOII /
1941 WOII /
1942 WOII /
1943 WOII /
1944 WOII /
1945 passendale
1946 hechtel
1947 gierle
1948 westouter & oudheverlee & hechtel & lommel- susteren de oude belgen
1949 westouter & oudheverlee & geel & ardennen
1950 oudheverlee & westende &susteren
1951 westende & genk & averbode & giel
1952 de panne & lichtaart & westende
1953 westende & oud-heverlee & overpelt & farniers
1954 de panne & farniers
1955 westende & houthalen & nederland
1956 3 groepen -> houthalen
1957 3 groepen -> opglabeek
1958 hechteren-don bosco
1959 stene &baillonville
1960 stene & kemmel & gierle
1961 sint-joris-weert & louise-marie
1962 oud heverlee
1963 hechtel dbk
1964 lourdes & achel
1965 kasterlee & Grote brogel
1966 lichtaart
1967 hechtel
1968 vielsalm
1969 koersel
1970 overpelt - pelterke
1971 geel-larum
1972 stree
1973 Lichtaart-heideheem
1974 Langdorp-de snelle
1975 Lanaken de gekke dieren wereld
1976 Hechtel-Spikkelspade
1977 Langdorp- detrekvogel
1978 Meeuwen
1979 Lichtaart-heideheem
1980 Opglabeek de oude belgen
1981 Zutendaal De Witte Gorilla's
1982 Langdorp-de trekvogel
1983 Farnières
1984 Lichtaart-heideheem
1985
1986
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014 brasschaat tarzan
2015
2016
2017 vielsalm mysterieuze bos
2018 essen kruistocht in chirobroek
2019 opglabeek egypte
2020 kasterlee pirates of dbk
2021 riemst astronauten en alien's
2022 brasschaat smurfen
2023 lier ???

LEIDERS[bewerken | brontekst bewerken]

Jaren KAPPOENTJES SPEELCLUB RAKKERS TOPPERS KERELS ASPI'S
1982-1983 Paul dusselier, Bart vandecateele
1995-1996
1996-1997
1997-1998
1998-1999
1999-2000
2000-2001
2001-2002
2002-2003
2003-2004
2004-2005
2005-2006
2006-2007
2007-2008 botje, jatske
2008-2009 killer, arne, sacuul, tomaatje
2009-2010 bruno
2010-2011 een van de marichal, bruno
2011-2012 japie, wilhelm
2012-2013 lauw de pauw,
2013-2014 johne, jezus
2014-2015 bibi, vicn
2015-2016 bibbi, vicn, vereln
2016-2017 splenter, walter vic, jared
2017-2018 kaufman, gustie, sander ziggy, jared
2018-2019 emiel comeyne, ruben vdb, brain kaufman, seba
2019-2020 noot, roel, robin frobbe, sloppe, robert viktor C., stef borrel homer, simon, emiel comeyne fjalix quenten en tony seba, ruben(mini)
2020-2021 robin, wout, guido seppe, mauritz antony, homer frobbe, stef, pjalix a.k.a. broer van de mol robert, simon
2021-2022 homer, ward, borrel santy, frobbe, victor guido, mauritz, elia robert, yuran seppe, wout robin, stef

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Chiro nationaal

Giovanni Bosco

Chirojeugd Vlaanderen

externe links[bewerken | brontekst bewerken]