Tjuchem

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Tjuchem
Dorp in Nederland Vlag van Nederland
Tjuchem (Groningen)
Tjuchem
Situering
Provincie Vlag Groningen (provincie) Groningen
Gemeente Vlag Midden-Groningen Midden-Groningen
Coördinaten 53° 17′ NB, 6° 53′ OL
Algemeen
Oppervlakte 6,92[1] km²
- land 6,79[1] km²
- water 0,13[1] km²
Inwoners
(2023-01-01)
270[1]
(39 inw./km²)
Woningvoorraad 125 woningen[1]
Overig
Woonplaatscode 1360
Portaal  Portaalicoon   Nederland
Woning van omstreeks 1900 aan het Afwateringskanaal bij Tjuchem
Hervormde Kapel Tjuchem
Lenin wijst de weg naar Tjuchem (1998)

Tjuchem (Gronings: Tjuggem, Tjöggem) is een dorp in de gemeente Midden-Groningen in de Nederlandse provincie Groningen. De bewoners worden Tjuchsters genoemd.

Het dorp ligt in het noorden van de gemeente, aan het Afwateringskanaal van Duurswold. Lange tijd was het een laag liggend graslandgebied. Tegenwoordig is akkerbouw de voornaamste landbouwactiviteit.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Tjuchem ligt te midden van een gebied van droogmakerijen waar zich tot in de negentiende eeuw het Opwierdermeer, het Woldmeer, het Oewemeer, het Meedhuizermeer, het Kleinemeer en het Proostmeer bevonden. Deze meertjes waren vermoedelijk restanten van veenbanken, die niet - zoals de omgeving - door kleiafzettingen werden bedekt en later door inklinking en erosie zijn verdwenen.

De naam Tjuchem komt van het Oudfriese tiuch of tiucht, wat gemeenschappelijk weide- of hooiland betekent. Oorspronkelijk moet het om de hooilanden van de dorpen Marsum en Solwerd zijn gegaan. Het toponiem Tjuchem kwam op meerdere plaatsen elders in de provincie voor, onder andere de boerderijen 'Tjughem' en 'Kleine Tjughem' bij Loppersum.

De bodemkaart laat zien dat het gebied grotendeels bedekt is geweest met hoogveen dat op het einde van de middeleeuwen is verdwenen. De meest recente kleilagen die door overstromingen in het gebied ten zuiden van het Damsterdiep zijn afgezet, ontbreken hier. De opstrekkende verkavelingsvorm (bij recente ruilverkavelingen verdwenen) en archeologische vondsten laten zien dat zich ten noorden van het huidige dorp een nederzetting met een of meer steenhuizen heeft bevonden. De kadasterkaart van 1832 toont minstens zes verlaten huisplaatsen.

Hoe het dorp oorspronkelijk heette, is niet bekend. Mogelijk was er ook een kerk: de Kroniek van Bloemhof noemt een dorp Liudibrandkircka, waarvan de ligging niet bekend is. Beide kerspelen Appingedam en Siddeburen hadden hier later landbezit, wat erop kan wijzen dat zij oudere parochierechten hebben opgedeeld. Ook de schoolmeester van Siddeburen meent nog in 1828 gehoord te hebben dat Tjuchem eerder - net als Oostwold - een kerk heeft gehad.

De zuidgrens van het dorp (vlak ten noorden van het Afwateringskanaal van Duurswold) werd gevormd door de Borgwatering (vroeger Burgwatering genoemd), het restant van een middeleeuws afwateringskanaal richting Farmsum met daarlangs het veendijkje de Borg. Hij is mogelijk identiek met het Tjuchumermaar, dat wordt vermeld in de negentiende eeuw.

Al in de vijftiende eeuw behoorde Tjuchem samen met het gehucht De Hole tot het kerspel Siddeburen. De Hoofdweg of Tjuchsterweg fungeerde vermoedelijk als dijk; de klei-afzettingen aan de noordkant ontbreken ten zuiden daarvan. Tjuchem behoorde met de Oosterweeren (Weringe) onder Siddeburen tot het Oostwolderzijlvest, maar beide streekjes hadden geen zitting in het bestuur, in tegenstelling tot de vier overige kluften van het zijlvest.

Tjuchem was na de middeleeuwen niet meer dan een buurtschap, maar gaandeweg ontwikkelde zich een dorpskern waar zich enkele middenstanders en landarbeidergezinnen vestigden. De boerderijen, die aanvankelijk verspreid in het veld stonden, concentreerden zich aan de Hoofdweg. Het dorp profiteerde vooral van de bouw van poldermolens rond 1800, waardoor het land werd drooggelegd. In 1809 kregen twee inwoners van Tjuchem, Eisse Jacobs en Jan Meerten, vergunning om een school op te richten. In 1871 kwam er een gemeenteschool. Acker Stratingh schrijft in 1850:

Wanneer men [...] den doodschen, barren toestand, waarin dat oord vroeger verkeerde, vergelijkt met den tegenwoordigen, staat men verwonderd, want men ziet eene geheele reeks van nieuwe boerenwoningen aldaar verrijzen, en den grond van onland in het heerlijkste korenland herschapen.[2]

Tekenen van groeiende gemeenschapszin waren de oprichting van de Landbouwvereniging Tjuchem in 1896 en van de Hervormde Vereniging tot Evangelisatie in 1923. Deze laatste gaf de architect Evert Rozema te Appingedam, een vertegenwoordiger van de Groninger tak van de Amsterdamse School, opdracht een evangelisatiegebouw te ontwerpen. Het kwam in 1928 gereed als de Hervormde Kapel Tjuchem. Dit eenvoudige verdiepingloze zaalkerkje met houten dakspanten en een dakruiter is een betrekkelijk jong rijksmonument, het enige in het dorp.[3] Na een jarenlange onderbreking werden de kerkdiensten in 1981 hervat. De kapel is in 1982-1987 gerenoveerd en uitgebreid met een consistoriekamer. In 1985 werd er een gedenksteen geplaatst ter herinnering aan de Tjuchsters die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen.

Verbindingen met de buitenwereld zijn in Tjuchem altijd spaarzaam geweest. Omstreeks 1927 reed er een busdienst van Harmanni & Dijkman. Even ten zuiden van het dorp liep van 1929 tot 1942 de Woldjerspoorweg, die echter geen succes was. Het station Tjugchem-Meedhuizen,[4] nog aanwezig als woonhuis, was van het Standaardtype Woldjerspoor van architect Ad van der Steur. Het lag dichter bij Meedhuizen dan bij Tjuchem. Tientallen jaren hadden Tjuchem en Meedhuizen geen openbaar vervoer, totdat er vanaf 1966 enkele malen per dag een bus kwam van de DAM, later de GADO. Nadat de streekbus verdween kwam er een buurtbusverbinding met Appingedam en Delfzijl.

De openbare basisschool Lutje Til, voortzetting van de 1871 opgerichte gemeenteschool, sloot in 2013 voorgoed de deuren bij gebrek aan leerlingen.[5]

Volksverhaal[bewerken | brontekst bewerken]

Tussen naburige dorpen bestaat vaak een vorm van na-ijver. Er is een volksverhaal over de dominee van Meedhuizen, die zijn dorp wilde evangeliseren door de bewoners van Tjuchem voor paardenbeulen uit te maken. Hij riep vanaf de kansel:

Midhoesters, Midhoesters, bekeert joe! Weest nait zo as de gòddelozen van Tjuggem! Mien mooie vòsvool zat in de sloot; de Tjugsters stonden der om tou en ze hebben hom der nait weer oethoald! En hai gaf de geest, oamen![6]

Koop Tjuchem[bewerken | brontekst bewerken]

De naam van het dorp is verbonden met het bouwbedrijf Koop Tjuchem. De grondlegger van het bedrijf, Henk Koop, is hier opgegroeid. Koop Tjuchem werd in 2006 opgeheven toen de Koop Groep haar wegenbouwdivisie (Koop GWW) aan de Vervat Groep verkocht. Van Koop Tjuchem werden alleen de activa overgenomen.

In 1997 importeerde Henk Koop een 9 meter hoog Leninbeeld uit Merseburg in de voormalige DDR naar Tjuchem, waar hij het bij zijn bedrijf neerzette. In 2009 werd het beeld voor een expositie vervoerd naar Enschede. Na afloop kwam het niet terug naar Tjuchem, maar werd het geplaatst bij Fontana Bad Nieuweschans. In 2019 is het verplaatst naar Zuidbroek.

Diepste boorgat van Nederland[bewerken | brontekst bewerken]

Bij Tjuchem ligt het diepste boorgat van Nederland: de boring Tjuchem-02-ST bereikte in 1972 een einddiepte van 5994,2 meter onder NAP.[7] Het boorgat wordt gebruikt bij de winning van aardgas uit het aardgasveld van Slochteren, in 1995 werd het gat op 1500 meter diepte afgesloten en een "sidetrack"-boring uitgevoerd die een einddiepte van 2933 meter onder NAP bereikte.

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]