Wereldkampioenschap wegrace 1972

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Wereldkampioenschap wegrace 1972
seizoen
Volgende: 1973
Vorige: 1971
Ángel Nieto, wereldkampioen 50- en 125 cc
Organisator Fédération Internationale de Motocyclisme
Aantal races Acht voor de 50cc- en de zijspanklasse, twaalf voor de 350cc-klasse, dertien voor de 125-, de 250- en de 500cc-klasse
500 cc
Rijderstitel Vlag van Italië Giacomo Agostini
Tweede Vlag van Italië Alberto Pagani
Derde Vlag van Zwitserland Bruno Kneubühler
Constructeurstitel Vlag van Italië MV Agusta
350 cc
Rijderstitel Vlag van Italië Giacomo Agostini
Tweede Vlag van Finland Jarno Saarinen
Derde Vlag van Italië Renzo Pasolini
Constructeurstitel Vlag van Italië MV Agusta
250 cc
Rijderstitel Vlag van Finland Jarno Saarinen
Tweede Vlag van Italië Renzo Pasolini
Derde Vlag van Verenigd Koninkrijk Rodney Gould
Constructeurstitel Vlag van Japan Yamaha
125 cc
Rijderstitel Vlag van Spanje (11 okt. 1945- 20 jan. 1977) Ángel Nieto
Tweede Vlag van Zweden Kent Andersson
Derde Vlag van Verenigd Koninkrijk Chas Mortimer
Constructeurstitel Vlag van Spanje (11 okt. 1945- 20 jan. 1977) Derbi
50 cc
Rijderstitel Vlag van Spanje (11 okt. 1945- 20 jan. 1977) Ángel Nieto
Tweede Vlag van Nederland Jan de Vries
Derde Vlag van Nederland Theo Timmer
Constructeurstitel Vlag van Duitsland Kreidler
Zijspan
Rijderstitel Vlag van Duitsland Klaus Enders / Vlag van Duitsland Ralf Engelhardt
Tweede Vlag van Duitsland Heinz Luthringshauser / Vlag van Duitsland Hans-Jürgen Cusnik (†)
Derde Vlag van Duitsland Siegfried Schauzu / Vlag van Duitsland Wolfgang Kalauch
Constructeurstitel Vlag van Duitsland BMW

Het wereldkampioenschap wegrace seizoen 1972 was het 24e in de geschiedenis van het door de FIM georganiseerde wereldkampioenschap wegrace.

Algemeen[bewerken | brontekst bewerken]

FIM

De Grand Prix-kalender van 1972 grensde aan het onmogelijke. Veel GP's lagen slechts een week uit elkaar. Hoewel duur betaalde fabriekscoureurs het vliegtuig konden nemen, moesten hun motorfietsen en monteurs binnen een week over de weg van het ene naar het andere circuit reizen, intussen ook nog reparaties en verbeteringen uitvoerend. Dat kostte mogelijk de wereldtitel aan Jan de Vries, die zijn snelste motor in Joegoslavië opblies, maar zijn team had geen tijd om die tussen de wedstrijden te repareren. Tussen de laatste twee GP's, Finland en Spanje, lagen weer zeven weken.

In april 1972 belegde de FIM een conferentie met vertegenwoordigers van landelijke motorsportbonden over de start- en prijzengelden. Dit was nodig omdat de FIM de Grand Prix Riders Association (GPRA) nog steeds niet erkende.

De FIM stelde in de zomer van 1972 een "Subcommissie wegraces" in. Die moest voor het FIM-congres in oktober adviezen formuleren met betrekking op vermindering van het aantal GP's, eventuele nieuwe raceklassen en de veiligheid op de circuits.

In oktober 1972 tekenden de Italiaanse merken Aermacchi, Benelli, Ducati, Morbidelli, Moto Villa en MV Agusta en petitie van Walter Bergonzini om de Isle of Man TT van de WK-kalender te schrappen. De Italiaanse bond distantieerde zich hiervan, zodat er op het FIM-congres van 1972 niet eens over gesproken werd.

Tijdens het jaarlijkse FIM-congres werd het verbod voor vrouwen om deel te nemen aan snelheidsraces opgeheven en de Grand Prix van de DDR en de Ulster Grand Prix werden van de kalender geschrapt. De Isle of Man TT, waar heftig tegen geprotesteerd werd door rijders en teams, werd nog niet geschrapt, maar MV Agusta maakte enkele weken later bekend in 1973 in geen geval naar het eiland Man af te reizen.

Merken/teams

Het Yamaha-fabrieksteam bestond in 1972 aanvankelijk uit Kent Andersson, Rodney Gould, Chas Mortimer en Barry Sheene, maar omdat de steun officieel door de importeurs werd verleend, werden daar namens de Duitse importeur Mitsui ook Dieter Braun en Walter Sommer aan toegevoegd. De ingewikkelde constructie was misschien de oorzaak van de problemen die de coureurs ondervonden. Al na enkele races kampte Chas Mortimer met een nijpend gebrek aan onderdelen van zijn 250cc-machine, waardoor zijn monteur Ferry Brouwer die niet in optimale conditie kon houden. Er moesten zelfs onderdelen van standaard Yamaha's worden gebruikt.

Nadat Jarno Saarinen met zijn Yamaha YZ 634 de eerste twee 350cc-races gewonnen had, trok MV Agusta Phil Read als tweede coureur naast Giacomo Agostini aan.

Ondanks twee wereldtitels besloot Derbi zich aan het einde van 1972 terug te trekken uit de wegrace. Dat kwam goed uit voor het Italiaanse houtbewerkingsbedrijf Morbidelli, dat grote moeite had een coureur aan te trekken na het overlijden van Gilberto Parlotti. Ángel Nieto stond met lege handen en tekende een contract bij Morbidelli.

Coureurs

Klaus Enders kondigde in september 1971 zijn comeback in de zijspanklasse aan, na een jaar afwezigheid waarin hij aan autosport deed. Ook zijn bakkenist Ralf Engelhardt keerde terug.

In november 1972 tekende Jarno Saarinen een fabriekscontract met Yamaha om met de Yamaha TZ 500 en de Yamaha TZ 750 te gaan rijden.

Races

De GP des Nations werd op Imola verreden, achteraf op het nippertje, want een veiligheidscommissie van de overheid keurde het circuit meteen erna af voor alle volgende auto- en motorraces vanwege een muurtje dat al jaren in een bocht stond.

De Lightweight 125 cc TT van 1972 velde het vonnis over de TT van Man als WK-race. Hoewel de coureurs steeds meer klaagden over het gebrek aan veiligheid op allerlei circuits, bleef de Snaefell Mountain Course lang buiten schot, vanwege het aanzien van de TT. De dood van Gilberto Parlotti was echter de druppel die de emmer deed overlopen. Alle grote coureurs keerden het eiland Man de rug toe. Zelfs voorvechters van de TT van Man als John Cooper, Phil Read en Chas Mortimer steunden de boycot. In 1972 had een aantal dat al gedaan: Jarno Saarinen, Ángel Nieto, Renzo Pasolini, Kent Andersson, Börje Jansson en Dieter Braun hadden al voor de eer bedankt.

Na afloop van de GP van de DDR werd duidelijk dat deze in 1973 van de kalender zou verdwijnen. De Oost-Duitse MZ's konden geen vuist meer maken, maar vooral de populariteit van West-Duitse rijders, Dieter Braun voorop, was de Oost-Duitse autoriteiten een doorn in het oog. In 1973 zou men een "uitnodigingsrace" voor geselecteerde rijders organiseren. Het was duidelijk dat die selectie voornamelijk zou bestaan uit coureurs uit het Oostblok.

Overleden/gestopt[bewerken | brontekst bewerken]

Overleden
  • Leo Commu verongelukte tijdens de 250cc-race in Tubbergen op tweede pinksterdag (22 mei).
  • Gilberto Parlotti verongelukte op 9 juni tijdens de Lightweight 125 cc TT bij de Verandah toen zijn Morbidelli vastliep. Hij werd zwaar gewond per helikopter afgevoerd naar Nobles Hospital in Douglas, maar bleek bij aankomst al te zijn overleden. Zijn dood was voor de topcoureurs aanleiding om vanaf 1973 de Isle of Man TT te boycotten. Parlotti zelf had de TT al in 1971 geboycot omdat hij het er te gevaarlijk vond. In 1972 moest hij noodgedwongen naar het eiland Man omdat hij aan de leiding van het wereldkampioenschap stond. Hij werd postuum vijfde in het wereldkampioenschap 125 cc.
  • Hans-Jürgen Cusnik, de bakkenist van Heinz Luthringshauser, verongelukte op 16 juli in Tsjecho-Slowakije toen de zijspancombinatie over de kop sloeg door een geblokkeerd zijspanwiel. Cusnik werd tegen een paal langs het circuit geslingerd. Heinz Luthringshauser verdedigde zijn positie in de laatste race niet en de combinatie Luthringshauser/Cusnik eindigde als tweede in het kampioenschap.
  • Dave Simmonds overleed op 23 oktober aan de gevolgen van een geëxplodeerde gasfles in de caravan van Jack Findlay.
  • In november overleed Frank Cope. Cope was nooit uitgegroeid tot een groot coureur, maar bijzonder was dat hij op 51-jarige leeftijd met motorfietsen was gaan racen. Toen de Auto-Cycle Union rond 1959 vanwege zijn hoge leeftijd zijn racelicentie introk, maakte hij er een gewoonte van op vakantie naar Zuid-Afrika te gaan om te racen. In de winter van 1971 liep hij hersenletsel op na een val met een 250cc-Yamaha, dat hij niet meer te boven kwam. Hij overleed in november 1972 in een verpleeghuis in Durban, 76 jaar oud.
Gestopt

Puntentelling[bewerken | brontekst bewerken]

 1e   2e   3e   4e   5e   6e   7e   8e   9e   10e 
Punten: 15 12 10 8 6 5 4 3 2 1

Aantal (tellende) wedstrijden[bewerken | brontekst bewerken]

In de zijspanklasse en de 50cc-klasse werden acht races gereden, in de 350cc-klasse 12 en in de 125-, 250- en 500cc-klassen 13. Om het aantal tellende resultaten te bepalen moest men bij een even aantal races dit aantal halveren en er één bij optellen. Bij een oneven aantal werd er eerst een bij opgeteld en dit getal werd dan gehalveerd.

Als twee rijders met een gelijk aantal punten eindigden, moest één extra resultaat worden bijgeteld. Als dat ook geen winnaar opleverde werd het grootste aantal eerste t/m zesde plaatsen meegerekend en als ook dat gelijk was, moest de totaaltijd van de wedstrijden waarin beiden gefinisht waren worden uitgerekend. Dit laatste moest gebeuren om Ángel Nieto uiteindelijk als 50cc-wereldkampioen aan te kunnen wijzen. Bij het vertrek van de laatste Grand Prix stond Jan de Vries drie punten vóór, maar in tijd gerekend was Nieto 6,8 seconden sneller geweest. Beiden moesten dus winnen om wereldkampioen te worden. Toen Nieto zijn thuisrace won stonden ze in extra resultaten, punten en posities gelijk.

Klasse Races Tellend
50 cc 8 5
125 cc 13 7
250 cc 13 7
350 cc 12 7
500 cc 13 7
zijspan 8 5

500cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Het gebrek aan concurrentie in de 500cc-klasse leidde ertoe dat Agostini en MV Agusta niet tot het uiterste hoefden te gaan om te winnen. Dat bleek in 1972 zelfs uit de rondetijden: vaak langzamer dan de 350cc-klasse en nauwelijks sneller dan de 250cc-klasse.

1. Duitsland, Nordschleife

Na zijn verlies in de 350cc-race in Duitsland was Giacomo Agostini in de 500cc-klasse weer ongenaakbaar. Hij nam een grote voorsprong op zijn teamgenoot Alberto Pagani. Het meest interessant was het gevecht achter de MV Agusta's, dat ging tussen de Kawasaki H 1 R van Dave Simmonds en de König van Kim Newcombe. Dat werd door Newcombe gewonnen en hij werd dus derde.

2. Frankrijk, Clermont-Ferrand

In Frankrijk moest de start van de 500cc-klasse ongeveer een uur worden uitgesteld omdat de organisatie eerst het opdringerige publiek van de baan moest verwijderen. Agostini startte slecht, maar had aan het einde van de eerste ronde toch de leiding. In de tweede ronde kwam Phil Read hem voorbij, nota bene met een 250cc-Yamaha TD 3, want zijn Suzuki T 500 wilde al tijdens de trainingen niet goed lopen. Read moest wel opgeven, want de 250cc-machine was reglementair te klein om in de 500cc-klasse te mogen starten. Hij deed dat in de vijfde ronde, zogenaamd met versnellingsbakproblemen. De Fransman Christian Bourgeois lag intussen tweede met een tot 354 cc opgeboorde Yamaha TR 3, en Kurt-Harald Florin was met zijn König derde. Florin viel echter, waardoor zijn plaats werd overgenomen door Bruno Kneubühler (Yamaha). Daarachter reden drie Suzuki T 500's: André Pogolotti, Rob Bron (met een Seeley-frame) en Keith Turner. Turner viel uit door een gebroken ketting, en Bron zette de aanval in op Pogolotti en Kneubühler. Rob Bron werd derde achter Christian Bourgeois.

3. Oostenrijk, Salzburgring

In Salzburg won Agostini ook, vóór Guido Mandracci (Suzuki) en Bo Granath (Husqvarna). Rob Bron werd vierde.

4. Nations GP, Imola

Agostini en Pagani startten in Imola nog op de driecilinder MV Agusta's, maar werden met enig gemak eerste en tweede. Jack Findlay lag met zijn Jada (Jack Findlay Daniele Fontana)-Suzuki lang op de derde plaats, maar zijn stroomverdeler brak en daardoor schoven de fabrieks-Ducati's van Bruno Spaggiari (derde) en Paul Smart (vierde) een plaatsje op.

5. Isle of Man Senior TT, Snaefell Mountain Course

Vanwege de regen en de mist werd de Senior TT enkele uren uitgesteld. Bij de start gingen Agostini en Pagani er meteen vandoor, waarbij Agostini gedurende de race een voorsprong van 8 minuten op Pagani opbouwde. Agostini had dan wel geen tegenstand, maar reed toch ruim 1½ minuut sneller dan in 1971. Hij won zijn tiende Isle of Man TT-race. Pagani werd tweede met nog 1½ minuut voorsprong op Mick Grant (Kawasaki H 1 R).

6. Joegoslavië, Opatija

Nadat hij in Joegoslavië al in de 350cc-klasse was uitgevallen, overkwam Agostini in de 500cc-race hetzelfde. Zijn teamgenoot Pagani won de race vóór Chas Mortimer (Yamaha) en Paul Eickelberg (König).

7. Nederland, Assen

In Assen verwachtte men niet veel spanning vanwege de overmacht van Agostini en zijn MV Agusta, maar toch kwam die er in de training, toen Dave Simmonds met zijn Kawasaki exact dezelfde kwalificatietijd reed. Alberto Pagani was 0,1 seconden langzamer dan Agostini en Simmonds. Rob Bron brak tijdens de training een pols en een onderarm, waardoor hij voorlopig uitgeschakeld was, maar Wil Hartog zette zijn 352cc-Yamaha op de 7e startplaats. Hij maakte echter een bliksemstart en kwam na de eerste ronde als tweede door, nadat hij zelfs even de leiding in handen gehad had. Na twee ronden was Hartog echter al door een vastloper uitgevallen. Nu kwam Simmonds op de tweede plaats, gevolgd door Bruno Kneubühler, Chas Mortimer en Alberto Pagani. Simmonds kreeg problemen door een gescheurde uitlaat waardoor eerst Pagani en daarna Kneubühler hem passeerden. Agostini was niet meer te achterhalen, en Pagani ook niet, want hij finishte 10 seconden voor Kneubühler.

8. België, Spa-Francorchamps

Agostini had al zes 500cc-GP's gewonnen, en met slechts zeven tellende resultaten kon hij in België de wereldtitel veilig stellen. Hij deed dat op zijn bekende manier: Pagani mocht een tijdje volgen en zelfs kopwerk doen, maar uiteindelijk liep hij bijna een halve minuut achterstand op. De strijd om de derde plaats was interessanter en eindigde in een duel tussen Rodney Gould en Hideo Kanaya. Gould remde Kanaya bij de La Source haarspeldbocht uit, waardoor hij derde werd. Kanaya nam daarna afscheid van de Europese circuits, waarschijnlijk om te gaan helpen met de ontwikkeling van de nieuwe Yamaha TZ 500.

9. DDR, Sachsenring

In de DDR ging tot ieders verrassing Kim Newcombe met zijn König vier ronden lang aan de leiding. Daarna nam Agostini het over om met een grote voorsprong te winnen. Newcombe werd slechts derde, want hij werd ook nog ingehaald door Rodney Gould.

10. Tsjecho-Slowakije, Masaryk-Ring

In Tsjecho-Slowakije won Agostini de 500cc-race, ondanks zijn eerdere valpartij in de 350cc-klasse, met ruim 2½ minuut voorsprong op Jack Findlay en Bruno Kneubühler.

11. Zweden, Anderstorp

In Zweden bleef Rodney Gould zeven ronden aan de leiding rijden, maar uiteindelijk moest hij het hoofd buigen voor Agostini. Bo Granath werd met zijn tweecilinder Husqvarna derde.

12. Finland, Imatra

In Finland had Agostini weer geen enkele tegenstand. Hij had na de race wel wat te vieren: zijn 100e Grand Prix-overwinning én zijn 12e wereldtitel. Alberto Pagani kreeg in het gevecht om de tweede plaats te maken met Kim Newcombe, tot diens König op drie cilinders ging lopen. Daardoor kon Rodney Gould derde worden. Hij was tevens de laatste die in dezelfde ronde als Agostini finishte.

13. Spanje, Montjuïc Park

Zonder de MV Agusta's, die niet naar Barcelona waren afgereisd, konden de tweetaktrijders de Spaanse Grand Prix onder elkaar uitvechten. Bruno Kneubühler, die de 350cc-race al gewonnen had, nam opnieuw de leiding, maar toen zijn 354cc-Yamaha slechter begon te lopen gingen Jack Findlay, Dave Simmonds en Chas Mortimer hem voorbij. Simmonds bleef tot halverwege de race op kop rijden, maar eindigde als tweede achter Chas Mortimer, terwijl Findlay derde werd.

Uitslagen 500cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Datum Race Circuit 1e 2e 3e Snelste ronde
1 29 en 30 april Vlag van Duitsland GP van Duitsland Nürburgring Nordschleife Giacomo Agostini Alberto Pagani Kim Newcombe Giacomo Agostini
2 7 mei Vlag van Frankrijk GP van Frankrijk Clermont-Ferrand Giacomo Agostini Christian Bourgeois Rob Bron Giacomo Agostini
3 14 mei Vlag van Oostenrijk GP van Oostenrijk Salzburgring Giacomo Agostini Guido Mandracci Bo Granath Giacomo Agostini
4 21 mei Vlag van Italië Nations GP Imola Giacomo Agostini Alberto Pagani Bruno Spaggiari Giacomo Agostini
5 9 juni Vlag van Man Isle of Man TT Mountain Course Giacomo Agostini Alberto Pagani Mick Grant Giacomo Agostini
6 18 juni Vlag van Joegoslavië (1943-1992) GP van Joegoslavië Opatija Alberto Pagani Chas Mortimer Paul Eickelberg Giacomo Agostini
7 24 juni Vlag van Nederland TT van Assen Assen Giacomo Agostini Alberto Pagani Bruno Kneubühler Giacomo Agostini
8 2 juli Vlag van België GP van België Spa-Francorchamps Giacomo Agostini Alberto Pagani Rodney Gould Giacomo Agostini
9 9 juli Vlag van Duitse Democratische Republiek GP van de DDR Sachsenring Giacomo Agostini Rodney Gould Kim Newcombe Giacomo Agostini
10 16 juli Vlag van Tsjechië GP van Tsjecho-Slowakije Masaryk-Ring Giacomo Agostini Jack Findlay Bruno Kneubühler Giacomo Agostini
11 22 en 23 juli Vlag van Zweden GP van Zweden Anderstorp Giacomo Agostini Rodney Gould Bo Granath Giacomo Agostini
12 30 juli Vlag van Finland GP van Finland Imatra Giacomo Agostini Alberto Pagani Rodney Gould Giacomo Agostini
13 23 sept Vlag van Spanje (11 okt. 1945- 20 jan. 1977) GP van Spanje Montjuïc Chas Mortimer Dave Simmonds Jack Findlay Chas Mortimer

Eindstand 500cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
1 Vlag van Italië Giacomo Agostini MV Agusta 105 (165)
2 Vlag van Italië Alberto Pagani MV Agusta 87
3 Vlag van Zwitserland Bruno Kneubühler Yamaha 54 (57)
4 Vlag van Verenigd Koninkrijk Rodney Gould Yamaha 52
5 Vlag van Zweden Bo Granath Husqvarna 47 (51)
6 Vlag van Verenigd Koninkrijk Chas Mortimer Yamaha 42
7 Vlag van Verenigd Koninkrijk Dave Simmonds Kawasaki 42
8 Vlag van Verenigd Koninkrijk Billie Nelson Yamaha 31 (33)
9 Vlag van Australië Jack Findlay Jada-Suzuki 31
10 Vlag van Nieuw-Zeeland Kim Newcombe König 27
11 Vlag van Italië Guido Mandracci Suzuki 24
12 Vlag van Frankrijk Christian Bourgeois Yamaha 20
13 Vlag van Nederland Rob Bron Suzuki 18
14 Vlag van Zweden Sven-Olof Gunnarsson Kawasaki 16
15 Vlag van Verenigd Koninkrijk Jerry Lancaster Yamaha 14
16 Vlag van Duitsland Paul Eickelberg König 13
17 Vlag van Italië Bruno Spaggiari Ducati 10
Vlag van Verenigd Koninkrijk Mick Grant Kawasaki 10
19 Vlag van Italië Giampiero Zubani Kawasaki 9
20 Vlag van Italië Sergio Baroncini Ducati 9
21 Vlag van Duitsland Lothar John Yamaha 9
22 Vlag van Verenigd Koninkrijk Paul Smart Ducati 8
Vlag van Verenigd Koninkrijk Kevin Cowley Seeley 8
Vlag van Japan Hideo Kanaya Yamaha 8
25 Vlag van Nederland Piet van der Wal Kawasaki 7
26 Vlag van Duitsland Ernst Hiller König 6
Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
Vlag van Frankrijk André Pogolotti Suzuki 6
Vlag van Verenigd Koninkrijk Derek Chatterton Yamaha 6
29 Vlag van Duitsland Klaus Huber Kawasaki 5
Vlag van Verenigd Koninkrijk Charlie Williams Yamaha 5
Vlag van Verenigd Koninkrijk Charlie Dobson Kawasaki 5
Vlag van Frankrijk Eric Offenstadt Kawasaki 5
Vlag van Finland Pentti Korhonen Yamaha 5
Vlag van Zweden Kurt-Ivan Carlsson Yamaha 5
35 Vlag van Italië Silvano Bertarelli Kawasaki 4
Vlag van Verenigd Koninkrijk Selwyn Griffiths Matchless 4
Vlag van Oostenrijk Alois Maxwald Rotax 4
38 Vlag van Verenigd Koninkrijk Clive Brown Suzuki 3
Vlag van Verenigd Koninkrijk Paul Cott Seeley 3
Vlag van Verenigd Koninkrijk Derek Lee Suzuki 3
Vlag van Italië Getulio Marcaccini Aermacchi 2
Vlag van Italië Carlo Marelli Paton /
Kawasaki
3
43 Vlag van Japan Kendo Takeshi Araoka Kawasaki 2
Vlag van Hongarije Arpád Juhos Métisse-Matchless 2
Vlag van Finland Seppo Kangasniemi Yamaha 2
Vlag van Zweden Johnny Bengtsson Husqvarna 2
47 Vlag van Verenigd Koninkrijk Charlie Sanby Suzuki 1
Vlag van Italië Roberto Gallina Paton 1
Vlag van Oostenrijk Josef Özelt Matchless 1
Vlag van Zweden Ulf Nilsson Suzuki 1
Vlag van Verenigd Koninkrijk Maurice Hawthorne Kawasaki 1

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

Constructeurstitel 500cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Kawasaki H 1 R-A uit 1972
Ducati bracht in 1972 deze 500cc-versie van de Ducati 750 S, maar de machine werd slechts enkele malen ingezet en men concentreerde zich later weer op de 750cc-klasse
Pos. Constructeur Ptn.
1 Vlag van Italië MV Agusta 105 (180)
2 Vlag van Japan Yamaha 83 (124)
3 Vlag van Japan Suzuki (Jada) 61 (68)
4 Vlag van Japan Kawasaki 57 (75)
5 Vlag van Zweden Husqvarna 47 (53)
6 Vlag van Duitsland König 39
7 Vlag van Italië Ducati 15
8 Vlag van Verenigd Koninkrijk Seeley 8
9 Vlag van Verenigd Koninkrijk Matchless 6
10 Vlag van Oostenrijk Rotax 4
11 Vlag van Italië Aermacchi 3
12 Vlag van Italië Paton 2

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

350cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

In 1972 werd er voor het eerst geknaagd aan de hegemonie van Giacomo Agostini en MV Agusta, ten minste in de 350cc-klasse. Ago werd weliswaar wereldkampioen, maar won maar zes van de twaalf races. De andere zes werden door wisselende coureurs gewonnen, waarvan Jarno Saarinen de sterkste was.

1. Duitsland, Nordschleife

In de GP van Duitsland kreeg Agostini zijn eerste tikje, toen hij in een rechtstreeks duel werd verslagen door Saarinen. Die zette met zijn nieuwe watergekoelde Yamaha YZ 634 het absolute ronderecord zelfs zó scherp (9.31.8) dat Ago het zelfs in de 500cc-klasse met 9.30.9 nauwelijks kon verbeteren. Hideo Kanaya werd met de tweede watergekoelde YZ 634 (er waren er nog maar twee met waterkoeling) derde. Saarinen was in de training al 10 seconden sneller geweest dan de concurrentie en wist in de race zijn voorsprong met een seconde per ronde uit te bouwen.

2. Frankrijk, Clermont-Ferrand

In Frankrijk kwam het gewichtsverschil tussen de watergekoelde Yamaha YZ 634 (ca. 90 kilo) en de MV Agusta 350 3C (ca. 140 kilo) tot uiting in de enorme achterstand die Agostini opliep op de winnaar Jarno Saarinen. Dat was ruim 4 kilometer. Teuvo Länsivuori had een standaard (luchtgekoelde) Yamaha TR 3 en finishte als tweede op 1½ minuut van Saarinen. Hideo Kanaya lag enige tijd op de derde plaats, maar gleed weg op de natte baan (de 350cc-race was enige natte race in Frankrijk). Daardoor werd Renzo Pasolini met de Aermacchi derde en toen pas finishte Agostini. Die vatte zijn verlies echter sportief op maar verklaarde wel dat de driecilinder MV Agusta intussen te traag was geworden. Hij wachtte op het gereedkomen van de viercilinder.

3. Oostenrijk, Salzburgring

Na twee overwinningen voor Yamaha kwam Agostini in Oostenrijk met de nieuwe 350cc-viercilinder aan de start. Hij trainde nog met de driecilinder, maar die was al behoorlijk wat langzamer dan de Yamaha van Saarinen. In de race verloor de motor van Saarinen al snel wat toeren, waardoor hij slechts vierde werd. Agostini won en het gevecht om de tweede plaats tussen Pasolini en Kanaya werd door de laatste gewonnen.

4. Nations GP, Imola

Voor Imola had MV Agusta voor de zekerheid Phil Read ingehuurd om Agostini te steunen. Read verremde zich in de race en maakte een flinke schuiver, maar werd toch nog vierde. Agostini won de race, maar de handen van de Italianen gingen op elkaar voor Renzo Pasolini met de luchtgekoelde en zuigergestuurde Aermacchi tweetakt. Pasolini had een slechte start gehad en kwam na de eerste ronde als tiende door, maar vocht zich door het hele veld naar de tweede plaats. Jarno Saarinen moest genoegen nemen met de derde positie.

5. Isle of Man Junior TT, Snaefell Mountain Course

In de Junior TT leidde Agostini van start tot finish, terwijl zijn teamgenoot Phil Read al in de tweede ronde uitviel met schakelproblemen. Beide MV-coureurs reden met de driecilinders. Agostini had getraind met de viercilinder, maar vond de driecilinder betrouwbaarder. De tegenstand van Yamaha doofde al snel uit: De machine van Rodney Gould liep al na enkele kilometers vast en nog in de eerste ronde blies de Yamaha van Chas Mortimer de temperatuurplug uit de cilinderkop om vervolgens ook vast te lopen. Jarno Saarinen kwam niet naar het eiland Man. Hij had er nooit gereden, maar vond het circuit ook te gevaarlijk. Achter Agostini ging de strijd tussen de Yamaha-privérijders Jack Findlay, Mick Grant en Tony Rutter. Die laatste werd tweede, terwijl Grant zijn machine zonder benzine over de finish moest laten rollen, 12 seconden voor Findlay.

6. Joegoslavië, Opatija

In 1971 had de 350cc-MV Agusta Agostini al enkele malen in de steek gelaten, en ook in de GP van Joegoslavië van 1972 viel hij uit. Phil Read reed de race uit, maar kon geen vuist maken tegen de Yamaha TR 3 van de Hongaar János Drapál. Dieter Braun werd tweede en Read slechts derde.

7. Nederland, Assen

In Assen trainde Agostini met afstand als snelste, maar tijdens de eerste ronden bekeek hij het gevecht tussen Drapál, Pasolini en Read van de achterkant. Agostini had weer de MV viercilinder tot zijn beschikking, Read de driecilinder. Al snel ging de strijd om de leiding alleen nog tussen Pasolini en Read, toen Drapál terugviel naar de vierde plaats. Saarinen was toen nog slechts zesde, want hij was met nieuwe, niet ingereden banden gestart en moest enkele ronden kalm aan doen. Na vier ronden lag Agostini aan de leiding, gevolgd door Pasolini en Read. In de zevende ronde werd Read zelfs gepasseerd door Saarinen en in de laatste meters van de race, in de kniebocht, ook nog door Dieter Braun. Agostini won de race, Saarinen werd tweede en Pasolini derde.

8. DDR, Sachsenring

In de DDR viel Agostini plotseling uit, maar Phil Read had nu ook een viercilinder MV Agusta tot zijn beschikking en won met een nieuwe racerecord. Zijn tijd was gelijk aan die van Agostini in de 500cc-race. Spanning was er verder niet: Pasolini werd tweede ver achter Read en ver voor derde man Braun.

9. Tsjecho-Slowakije, Masaryk-Ring

In Brno nam Agostini de leiding voor Read en Pasolini. Saarinen had een slechte start, maar vond al snel aansluiting. In de vierde ronde viel Agostini, waardoor Read aan de leiding kwam. Pasolini moest afhaken, maar Saarinen niet. Die passeerde Read en won de race. Read moest uiteindelijk de pit inrijden waardoor Pasolini alsnog tweede werd, vóór Dieter Braun.

10. Zweden, Anderstorp

In Anderstorp moesten Agostini en Read in de eerste ronden een flink gevecht leveren tegen Jarno Saarinen, die zelfs de snelste ronde reed. Later moest Saarinen met versnellingsproblemen afhaken, maar hij bleef Read toch dicht op de hielen zitten. Uiteindelijk won Agostini vóór Read en Saarinen.

11. Finland, Imatra

In het Finse Imatra had Phil Read als snelste getraind, maar meteen na de start sloeg er een drijfstang door zijn carter, waardoor hij duwend de pit in kwam. Agostini nam de leiding en behield die de hele race. Saarinen riskeerde niet alles om hem in te halen, want hij moest fit blijven voor de 250cc-race, waarin hij later op de dag zijn eerste wereldtitel zou halen. In de 350cc-race werd hij wel tweede met 8 seconden voorsprong op Renzo Pasolini.

12. Spanje, Montjuïc Park

MV Agusta verscheen niet in Barcelona, evenmin als Jarno Saarinen, maar in de eerste ronden was er een spannende strijd om de eerste plaats. Die was aanvankelijk voor Barry Sheene, maar Teuvo Länsivuori nam voordat hij uitviel ook even de koppositie over. Daarna nam Pasolini de leiding, maar die werd weer gepasseerd door Bruno Kneubühler. Die won de race uiteindelijk, nadat Sheene met technische problemen was uitgevallen. Pasolini werd tweede en János Drapál werd derde.

Uitslagen 350cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Datum Race Circuit 1e 2e 3e Snelste ronde
1 29 en 30 april Vlag van Duitsland GP van Duitsland Nürburgring Nordschleife Jarno Saarinen Giacomo Agostini Hideo Kanaya Jarno Saarinen
2 7 mei Vlag van Frankrijk GP van Frankrijk Clermont-Ferrand Jarno Saarinen Teuvo Länsivuori Renzo Pasolini Jarno Saarinen
3 14 mei Vlag van Oostenrijk GP van Oostenrijk Salzburgring Giacomo Agostini Hideo Kanaya Renzo Pasolini Giacomo Agostini
4 21 mei Vlag van Italië Nations GP Imola Giacomo Agostini Renzo Pasolini Jarno Saarinen Giacomo Agostini
5 5 juni Vlag van Man Isle of Man TT Mountain Course Giacomo Agostini Tony Rutter Mick Grant Giacomo Agostini
6 18 juni Vlag van Joegoslavië (1943-1992) GP van Joegoslavië Opatija János Drapál Dieter Braun Phil Read Giacomo Agostini
7 24 juni Vlag van Nederland TT van Assen Assen Giacomo Agostini Jarno Saarinen Renzo Pasolini Giacomo Agostini
8 9 juli Vlag van Duitse Democratische Republiek GP van de DDR Sachsenring Phil Read Renzo Pasolini Dieter Braun Giacomo Agostini
9 16 juli Vlag van Tsjechië GP van Tsjecho-Slowakije Masaryk-Ring Jarno Saarinen Renzo Pasolini Dieter Braun Jarno Saarinen
10 22 en 23 juli Vlag van Zweden GP van Zweden Anderstorp Giacomo Agostini Phil Read Jarno Saarinen Jarno Saarinen
11 30 juli Vlag van Finland GP van Finland Imatra Giacomo Agostini Jarno Saarinen Renzo Pasolini Giacomo Agostini
12 23 sept Vlag van Spanje (11 okt. 1945- 20 jan. 1977) GP van Spanje Montjuïc Bruno Kneubühler Renzo Pasolini János Drapál Teuvo Länsivuori

Eindstand 350cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
1 Vlag van Italië Giacomo Agostini MV Agusta 102 (110)
2 Vlag van Finland Jarno Saarinen Yamaha 89 (97)
3 Vlag van Italië Renzo Pasolini Aermacchi 78 (102)
4 Vlag van Duitsland Dieter Braun Yamaha 54
5 Vlag van Verenigd Koninkrijk Phil Read MV Agusta 51
6 Vlag van Zwitserland Bruno Kneubühler Yamaha 45 (47)
7 Vlag van Finland Teuvo Länsivuori Yamaha 42
8 Vlag van Hongarije János Drapál Yamaha 41
9 Vlag van Japan Hideo Kanaya Yamaha 41
10 Vlag van Australië Jack Findlay Yamaha 17
11 Vlag van Zwitserland Werner Pfirter Yamaha 16
12 Vlag van Zweden Bo Granath Yamaha 14
13 Vlag van Italië Silvio Grassetti MZ 13
14 Vlag van Verenigd Koninkrijk Tony Rutter Yamaha 12
15 Vlag van Brazilië Eduardo Celso-Santos Yamaha 12
16 Vlag van Duitsland Walter Sommer Yamaha 12
17 Vlag van Hongarije László Szabó Yamaha 11
18 Vlag van Verenigd Koninkrijk Mick Grant Yamaha 10
19 Vlag van Finland Matti Salonen Yamaha 9
20 Vlag van Verenigd Koninkrijk Billie Nelson Yamaha 9
21 Vlag van Zweden Kurt-Ivan Carlsson Yamaha 8
Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
22 Vlag van Tsjechië František Srna Jawa 8
23 Vlag van Australië John Dodds Yamaha 7
24 Vlag van Verenigd Koninkrijk Derek Chatterton Yamaha 6
25 Vlag van Nederland Marcel Ankoné Yamsel 6
26 Vlag van Verenigd Koninkrijk Rodney Gould Yamaha 5
Vlag van Verenigd Koninkrijk Selwyn Griffiths Yamaha 5
28 Vlag van Italië Walter Villa Yamaha 4
Vlag van Verenigd Koninkrijk Mick Chatterton Yamaha 4
30 Vlag van Italië Alberto Pagani MV Agusta 3
Vlag van Zweden Sven-Olof Gunnarsson Yamaha 3
32 Vlag van Frankrijk Michel Rougerie Aermacchi 2
Vlag van Verenigd Koninkrijk Bill Rae Yamaha 2
Vlag van Verenigd Koninkrijk Maurice Hawthorne Yamaha 2
35 Vlag van Duitsland Peter Stocksiefen Yamaha 1
Vlag van Verenigd Koninkrijk Brian Lee Aermacchi 1
Vlag van Zwitserland Jean Campiche Yamaha 1
Vlag van Frankrijk Christian Bourgeois Yamaha 1
Vlag van Finland Seppo Kangasniemi Yamaha 1
Vlag van Verenigd Koninkrijk Ken Redfern Yamsel 1
Vlag van Duitsland Horst Dzierzawa Yamaha 1

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

Constructeurstitel 350cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

De Yamaha TR 3 was een productieracer die zó snel was, dat licht opgeboorde (352 en 354 cc) versies het in de 500cc-klasse beter deden dan de echte 500cc-machines van Kawasaki en Suzuki
Pos. Constructeur Ptn.
1 Vlag van Italië MV Agusta 105 (135)
2 Vlag van Japan Yamaha 99 (153)
3 Vlag van Italië Aermacchi 78 (103)
4 Vlag van Duitse Democratische Republiek MZ 13
5 Vlag van Tsjechië Jawa 8
6 Vlag van Verenigd Koninkrijk Seeley (Yamsel) 7

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

250cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Yamaha leverde officieel geen fabriekssteun in 1972, maar via het dealernetwerk waren er wel degelijk semi-fabrieksracers beschikbaar en die gebruikten deels de Yamaha YZ 635 met waterkoeling. Ze kregen vooral tegenstand van Renzo Pasolini met de Aermacchi. Dieter Braun kwam in 1972 aan de start met een tandemtwin die door zijn monteurs Sepp Schlögl, Toni Mang en Alfons Zender in elkaar was gezet met gebruikmaking van Maico-onderdelen. Daarom kwam hij als "SMZ" in de uitslagenlijsten te staan.

1. Duitsland, Nordschleife

In Duitsland nam Braun meteen na de start de leiding voor Rodney Gould en de Belg Oronzo Memola. In de tweede ronde ontstond er een gevecht tussen Dieter Braun en Jarno Saarinen (Yamaha), maar ze werden allebei bijgehaald door Hideo Kanaya (Yamaha), die een dag eerder al derde was geworden in de 350cc-race. Eén ronde voor het einde had Kanaya de leiding overgenomen. Braun en Saarinen eindigden als tweede en derde, maar bleken na de finish allebei een gescheurde uitlaat te hebben. Ángel Nieto viel in de 250cc-race, waardoor hij verwondingen aan zijn gezicht opliep.

2. Frankrijk, Clermont-Ferrand

Phil Read (Yamaha TD 3) was in Duitsland niet gestart, maar in Frankrijk deed hij dat wel. Na de start zagen zijn tegenstanders hem bij de finish pas terug. De strijd om de tweede plaats was wel spannend. Aan het einde van de eerste ronde werd Saarinen gepasseerd door Braun, maar een ronde later lag Renzo Pasolini met zijn Aermacchi op de tweede plaats, die gaf hij ook niet meer af. Hideo Kanaya had een zeer slechte start, maar vocht zich naar voren en werd uiteindelijk zelfs derde.

3. Oostenrijk, Salzburgring

In Oostenrijk trainde Kanaya als snelste, maar hij startte slecht. Aanvankelijk namen Rodney Gould en Dieter Braun de leiding. Jarno Saarinen kwam dichterbij door de snelste raceronde te draaien, maar Gould verbeterde die meteen. Daarna verloor zijn Yamaha snelheid en hij viel uit. Ook Braun viel uit, waardoor Börje Jansson de winnaar werd. Jarno Saarinen werd tweede en John Dodds (Yamaha) werd derde.

4. Nations GP, Imola

Na een geweldige prestatie in de 350cc-race in Imola wist Renzo Pasolini met zijn vrij eenvoudige, luchtgekoelde Aermacchi de 250cc-race te winnen. In de 16e ronde was hij zelfs gevallen, maar hij had toen al een voorsprong van 16 seconden op Rodney Gould en Jarno Saarinen. Bij de finish na 23 ronden had hij nog 4 seconden voorsprong op Gould, terwijl Saarinen derde werd.

5. Isle of Man Lightweight 250 cc TT, Snaefell Mountain Course

De Lightweight 250 cc TT werd vanwege het slechte weer een dag uitgesteld, maar toen was het dan ook zonnig. Phil Read reed meteen een snelle openingsronde, zijn eerste ronde (met staande start) was zelfs de snelste van de race. Rodney Gould en John Williams hadden geen antwoord en bleven tot aan de finish op de tweede en derde plaats rijden.

6. Joegoslavië, Opatija

In Joegoslavië won Renzo Pasolini met een halve minuut voorsprong op Rodney Gould. Kent Andersson werd derde.

7. Nederland, Assen

Erg spannend was de 250cc-race in Assen niet. Rodney Gould startte enorm snel en bouwde een voorsprong op die door niemand meer te dichten was. Phil Read reed enkele ronden op de tweede plaats, maar moest door een te lange gearing Pasolini en Saarinen voor laten gaan. Zij werden dan ook tweede en derde.

8. België, Spa-Francorchamps

Ook in België was er geen strijd om de eerste plaats, maar dit keer kwam dat doordat Jarno Saarinen ervandoor ging. Ondanks wat regen bij Blanchimont lag zijn racegemiddelde van 195,5 km/h slechts 0,7 km/h lager dan dat van Giacomo Agostini in de 500cc-klasse. Read, Grassetti, Gould, Braun en Dodds konden dus alleen vechten om plaats twee. Gould won die plaats uiteindelijk met een banddikte (0,3 s) na een duel met Phil Read, die de hele trukendoos opentrok om Gould achter zich te houden.

9. DDR, Sachsenring

De overwinning van Dieter Braun in 1971 had tot een grote rel geleid, ook al omdat het Oost-Duitse publiek het West-Duitse volkslied voor hem had gezongen. 250.000 Mensen wachtten op een herhaling van dat moment en Braun nam ook meteen de leiding in de race. Hij kon het echter niet bolwerken tegen Jarno Saarinen, Renzo Pasolini en Rodney Gould. Braun viel al snel uit met een oververhitte motor (er was op dat moment een hittegolf in de DDR) en de rest van de rijders lag te ver uit elkaar om er een spannende race van te maken. Saarinen won, Pasolini werd tweede en Gould werd derde.

10. Tsjecho-Slowakije, Masaryk-Ring

In Tsjecho-Slowakije won Saarinen opnieuw en Pasolini werd ook weer tweede, maar de derde plaats was dit keer voor Phil Read.

11. Zweden, Anderstorp

In Zweden won Rodney Gould weer, nadat hij meteen na de start een flinke voorsprong had opgebouwd. Saarinen kon hem niet volgen, maar reed de hele race ver voor Pasolini en Andersson, die om de derde plaats vochten. Pasolini reed zich in de slotfase los van Andersson en werd derde.

12. Finland, Imatra

Saarinen stelde in zijn thuisrace in Imatra zijn wereldtitel veilig. Daarbij werd hij geholpen doordat zowel Rodney Gould (defecte ontsteking) als Renzo Pasolini (overslaande motor) uitvielen. Silvio Grassetti werd tweede achter Saarinen, Kent Andersson werd derde.

13. Spanje, Montjuïc Park

In Barcelona startte Kent Andersson snel, en na een ronde had hij nog de leiding. Die werd hem afgenomen door Pasolini, en toen Andersson uitviel konden Teuvo Länsivuori en Barry Sheene de beide andere podiumplaatsen opeisen.

Uitslagen 250cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Datum Race Circuit 1e 2e 3e Snelste ronde
1 29 en 30 april Vlag van Duitsland GP van Duitsland Nürburgring Nordschleife Hideo Kanaya Dieter Braun Jarno Saarinen Hideo Kanaya
2 7 mei Vlag van Frankrijk GP van Frankrijk Clermont-Ferrand Phil Read Renzo Pasolini Hideo Kanaya Hideo Kanaya
3 14 mei Vlag van Oostenrijk GP van Oostenrijk Salzburgring Börje Jansson Jarno Saarinen John Dodds Börje Jansson
4 21 mei Vlag van Italië Nations GP Imola Renzo Pasolini Rodney Gould Jarno Saarinen Renzo Pasolini
5 7 juni Vlag van Man Isle of Man TT Mountain Course Phil Read Rodney Gould John Williams Phil Read
6 18 juni Vlag van Joegoslavië (1943-1992) GP van Joegoslavië Opatija Renzo Pasolini Rodney Gould Kent Andersson Jarno Saarinen
7 24 juni Vlag van Nederland TT van Assen Assen Rodney Gould Renzo Pasolini Jarno Saarinen Rodney Gould
8 2 juli Vlag van België GP van België Spa-Francorchamps Jarno Saarinen Rodney Gould Phil Read Jarno Saarinen
9 9 juli Vlag van Duitse Democratische Republiek GP van de DDR Sachsenring Jarno Saarinen Renzo Pasolini Rodney Gould Jarno Saarinen
10 16 juli Vlag van Tsjechië GP van Tsjecho-Slowakije Masaryk-Ring Jarno Saarinen Renzo Pasolini Phil Read Jarno Saarinen
11 22 en 23 juli Vlag van Zweden GP van Zweden Anderstorp Rodney Gould Jarno Saarinen Renzo Pasolini Jarno Saarinen
12 30 juli Vlag van Finland GP van Finland Imatra Jarno Saarinen Silvio Grassetti Kent Andersson Jarno Saarinen
13 23 sept Vlag van Spanje (11 okt. 1945- 20 jan. 1977) GP van Spanje Montjuïc Renzo Pasolini Teuvo Länsivuori Barry Sheene Renzo Pasolini

Eindstand 250cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
1 Vlag van Finland Jarno Saarinen Yamaha 94 (122)
2 Vlag van Italië Renzo Pasolini Aermacchi 93 (103)
3 Vlag van Verenigd Koninkrijk Rodney Gould Yamaha 88 (101)
4 Vlag van Verenigd Koninkrijk Phil Read Yamaha 58
5 Vlag van Finland Teuvo Länsivuori Yamaha 46 (54)
6 Vlag van Australië John Dodds Yamaha 42
7 Vlag van Zweden Kent Andersson Yamaha 39
8 Vlag van Zweden Börje Jansson Derbi /
Yamaha
36
9 Vlag van Italië Silvio Grassetti MZ 30
10 Vlag van Zwitserland Werner Pfirter Yamaha 28
11 Vlag van Japan Hideo Kanaya Yamaha 26
12 Vlag van Duitsland Dieter Braun SMZ 22
13 Vlag van Verenigd Koninkrijk Barry Sheene Yamaha 18
14 Vlag van Verenigd Koninkrijk Chas Mortimer Yamaha 18
15 Vlag van België Oronzo Memola Yamaha 17
16 Vlag van Hongarije János Drapál Yamaha 16
17 Vlag van Duitsland Walter Sommer Yamaha 11
18 Vlag van Verenigd Koninkrijk John Williams Yamaha 10
19 Vlag van Finland Tapio Virtanen Yamaha 10
20 Vlag van Verenigd Koninkrijk Charlie Williams Yamaha 8
21 Vlag van Italië Guido Mandracci Yamaha 6
22 Vlag van Duitsland Günter Fischer Yamaha 6
23 Vlag van Verenigd Koninkrijk Billie Henderson Yamaha 5
24 Vlag van Duitse Democratische Republiek Bernd Tüngethal MZ 5
Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
25 Vlag van Nederland Marcel Ankoné Yamsel 5
Vlag van Hongarije Géza Repitz MZ 5
27 Vlag van Italië Luigi Anelli Yamaha 4
Vlag van Verenigd Koninkrijk Derek Chatterton Yamaha 4
Vlag van Zwitserland Rémy Hirschy Yamaha 4
Vlag van Zweden Roland Olsson Yamaha 4
Vlag van Spanje (11 okt. 1945- 20 jan. 1977) Víctor Palomo Yamaha 4
32 Vlag van Duitsland Gert Bender Maico 4
33 Vlag van Frankrijk Christian Bourgeois Yamaha 3
Vlag van Oostenrijk Karl Auer Yamaha 3
Vlag van Italië Fosco Giansanti Yamaha 3
Vlag van Verenigd Koninkrijk Dudley Robinson Yamaha 3
Vlag van Verenigd Koninkrijk Jerry Lancaster Yamsel 3
Vlag van Hongarije Arpád Juhos Yamaha 3
Vlag van Finland Seppo Kangasniemi Yamaha 3
40 Vlag van Verenigd Koninkrijk Barry Randle Yamaha 2
Vlag van Italië Giovanni Proni Yamaha 2
Vlag van Verenigd Koninkrijk Tony Rutter Yamaha 2
43 Vlag van Duitsland Peter Stocksiefen Yamaha 1
Vlag van Zwitserland Heinz Schmied Yamaha 1
Vlag van Italië Gianfranco Buffarello Yamaha 1
Vlag van Verenigd Koninkrijk Bill Rae Yamaha 1
Vlag van Duitse Democratische Republiek Reiner Richter MZ 1
Vlag van Frankrijk Olivier Chevallier Yamaha 1

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

Constructeurstitel 250cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos. Constructeur Ptn.
1 Vlag van Japan Yamaha 105 (183)
2 Vlag van Italië Aermacchi 93 (103)
3 Vlag van Duitse Democratische Republiek MZ 36
4 Vlag van Duitsland SMZ 26
5 Vlag van Spanje (11 okt. 1945- 20 jan. 1977) Derbi 16
6 Vlag van Verenigd Koninkrijk Seeley (Yamsel) 5

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

125cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

De 125cc-klasse bleef in 1972 lang spannend omdat Ángel Nieto een bruto-puntenachterstand opliep op Börje Jansson, Kent Andersson en Chas Mortimer. Bovendien werden de eerste twee races geheel onverwacht gewonnen door Gilberto Parlotti met de nieuwe Morbidelli. Parlotti verongelukte tijdens de Isle of Man TT. Nieto wist de schade in de laatste races pas te herstellen en werd alsnog wereldkampioen.

1. Duitsland, Nordschleife

Nadat Ángel Nieto in de 250cc-race in Duitsland gevallen was en geblesseerd was geraakt, mocht hij van de circuitarts niet in de 125cc-race starten. Hij probeerde toch te rijden en moest met geweld van het startveld verwijderd worden. Het gat dat daardoor op de eerste startrij open bleef werd handig gebruikt door Cees van Dongen (Yamaha AS-1), die even de leiding kon nemen. Hij kon het echter niet lang volhouden tegen Börje Jansson (Maico), Gilberto Parlotti (Morbidelli), Chas Mortimer (Yamaha) en Dave Simmonds (Kawasaki). Simmonds viel al snel terug, maar Parlotti wist in de vierde van vijf ronden de leiding te nemen die hij niet meer afstond. Mortimer werd met een machinelengte tweede vóór Jansson.

2. Frankrijk, Clermont-Ferrand

De 125cc-race was de spannendste van de Franse Grand Prix. Börje Jansson nam meteen de leiding, maar zijn Maico liep al na een halve ronde vast. Daardoor ontstond een enerverende race, waarbij Ángel Nieto (Derbi), Dave Simmonds (Kawasaki KA-1) en Gilberto Parlotti elkaar aan de leiding aflosten. Mortimer probeerde zijn watergekoelde Yamaha YZ 623 C dichterbij te brengen, en toen dat lukte viel Nieto uit met een defecte motor. Parlotti had zijn Morbidelli tot halverwege de race kennelijk gespaard, want toen vertrok hij om met gemak te winnen. Chas Mortimer werd tweede, maar Börje Jansson, die zijn motor had laten afkoelen en daarna steeds meer snelheid kreeg, wist Simmonds nog te verschalken en werd derde.

3. Oostenrijk, Salzburgring

In Oostenrijk klopte Ángel Nieto Parlotti met 0,4 seconden. Hier werd Kent Andersson met zijn Yamaha derde.

4. Nations GP, Imola

In Imola duelleerden Nieto en Parlotti tot drie ronden voor het einde om de leiding. Toen viel Gilberto Parlotti nadat hij net het ronderecord had verbeterd. Toen kon Nieto rustig naar de finish rijden. Chas Mortimer werd tweede en Parlotti wist toch nog derde te worden.

5. Isle of Man Lightweight 125 cc TT, Snaefell Mountain Course

Gilberto Parlotti kwam als leider in de WK-stand naar het eiland Man. Hij had zich uitstekend voorbereid: met een geleende 750cc-Ducati had hij minstens 60 trainingsronden (3.600 km) gereden. De Lightweight 125 cc TT werd met slecht weer verreden, maar Parlotti nam bij de start meteen de leiding. Na de eerste ronde had hij al 15 seconden voorsprong op Chas Mortimer. In de tweede ronde liep zijn Morbidelli vast bij de Verandah. Hij werd zwaar gewond per helikopter afgevoerd naar Nobles Hospital in Douglas, maar bleek bij aankomst al te zijn overleden. Chas Mortimer won de race met ruim 6½ minuut voorsprong op Charlie Williams (Yamaha) en 8 minuten voorsprong op Bill Rae (Maico).

6. Joegoslavië, Opatija

Nadat hij in de 50cc-race in Joegoslavië tweede was geworden, waarna zijn Derbi er onmiddellijk mee ophield, had Ángel Nieto in de 125cc-race minder geluk. Hij viel in de twaalfde ronde uit. Kent Andersson won de race en de machine van Chas Mortimer ging vlak voor de finish kapot, maar hij duwde hem over de streep naar de tweede plaats. Harold Bartol, die aan het begin van het seizoen de Suzuki RT 67 van Dieter Braun had gekocht, werd derde.

7. Nederland, Assen

In Assen bleek nog eens hoe snel de Yamaha RA 31 viercilinder in 1968 was geweest. Bill Ivy reed toen een ronderecord van 3.17,7. In 1972 was Ángel Nieto in de training 3½ seconde sneller dan Dave Simmonds, maar toch nog steeds bijna 14 seconden langzamer dan Ivy vier jaar eerder was geweest. Simmonds was weer 5 seconden sneller dan Harold Bartol, waaruit bleek dat de verschillen groot waren. Börje Jansson kreeg een aanbod om de overleden Gilberto Parlotti bij Morbidelli te vervangen, maar hij werd gehouden aan zijn contract met Maico. Nieto startte slecht omdat de Derbi moeilijk op toeren kwam, maar Bartol was met zijn oude Suzuki juist als snelste weg. Hij werd al gauw ingehaald door Kent Andersson en het duurde ook niet lang tot Nieto aan het wiel van Andersson zat. Bij de eerste doorkomst reed Jos Schurgers op de derde plaats. Andersson en Nieto sloegen een flink gat, maar Andersson viel uit met een defecte motor. Schurgers werd gepasseerd door Jansson, Bartol, Buscherini (Malanca) en Simmonds. In de vierde ronde moest Bartol opgeven. Buscherini moest te veel risico nemen om Jansson en Simmonds te volgen en viel in de zevende ronde. Jos Schurgers werd nog ingehaald door Chas Mortimer, maar die was door zijn gebrek aan onderdelen gestart met een onwillige versnellingsbak die dan ook stuk ging. Nieto won met 10 seconden voorsprong op Börje Jansson, Dave Simmonds werd derde en Jos Schurgers werd vierde. Dat was een geweldige prestatie, want hoewel zijn machine te boek stond als een "Bridgestone", had Schurgers hem helemaal zelf gebouwd.

8. België, Spa-Francorchamps

De Bridgestone van Schurgers was ook in België snel. Schurgers moest echter bij de start meteen in de achtervolging op Chas Mortimer, terwijl hij bij Stavelot werd ingehaald door Nieto. Schurgers viel echter uit door een vastloper. Drie ronden lang vochten Nieto en Mortimer om de leiding, maar daarna begon de Spanjaard een voorsprong op te bouwen. Kent Andersson won het gevecht om de derde plaats van Börje Jansson.

9. DDR, Sachsenring

In de 125cc-klasse op de Sachsenring viel Nieto op kop liggend uit. Daardoor ontstond een gevecht om de overwinning tussen Chas Mortimer en Börje Jansson. Mortimer leidde het eerste deel van de race, maar daarna nam Jansson het over en liep nog 7 seconden weg. Kent Andersson werd op ruime achterstand derde.

10. Tsjecho-Slowakije, Masaryk-Ring

In Tsjecho-Slowakije nam Nieto de leiding, maar hij werd bedreigd door Börje Jansson. Nieto viel en moest zijn motor over de finish duwen, maar dat was al in de voorlaatste ronde. Jansson won dus, Mortimer werd tweede en Andersson werd derde.

11. Zweden, Anderstorp

Voor de race in Zweden stond Ángel Nieto er slecht voor. Alle wedstrijden waarin hij gefinisht was had hij gewonnen, maar dat waren er slechts vier. Hij stond dan ook slechts vierde in het kampioenschap en kon zich geen misstappen meer veroorloven. Kent Andersson (derde in het kampioenschap) nam de leiding, en Nieto wist hem pas in de eindfase te passeren. Op de finish had Nieto slechts 0,3 seconden voorsprong. Leider in het kampioenschap Chas Mortimer werd derde en Börje Jansson (tweede in het kampioenschap) werd vierde.

12. Finland, Imatra

In Finland spaarde Nieto zijn Derbi door achter Kent Andersson te blijven. Slechts één ronde reed Nieto aan de leiding, maar hij werd meteen teruggepakt door Andersson en Jansson. Die laatste viel echter uit door een lekkende benzinetank. Nieto werd slechts tweede achter Andersson, maar werd geholpen door het uitvallen van Jansson en Chas Mortimer. Andersson won de race, Dieter Braun werd derde.

13. Spanje, Montjuïc Park

In zijn thuis-GP reed Ángel Nieto geheel tegen zijn natuur in een tamelijk rustige race. Dat Kent Andersson op kop reed deerde hem niet: Chas Mortimer moest winnen om zijn netto resultaat te verbeteren, maar was slechts tweede. Aan de derde plaats had Nieto voldoende om de wereldtitel binnen te halen. Hij gaf alleen een beetje extra gas om Dave Simmonds af te schudden en met de derde plaats ook de wereldtitel te pakken.

Uitslagen 125cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Datum Race Circuit 1e 2e 3e Snelste ronde
1 29 en 30 april Vlag van Duitsland GP van Duitsland Nürburgring Nordschleife Gilberto Parlotti Chas Mortimer Börje Jansson Gilberto Parlotti
2 7 mei Vlag van Frankrijk GP van Frankrijk Clermont-Ferrand Gilberto Parlotti Chas Mortimer Börje Jansson Gilberto Parlotti
3 14 mei Vlag van Oostenrijk GP van Oostenrijk Salzburgring Ángel Nieto Gilberto Parlotti Kent Andersson Ángel Nieto
4 21 mei Vlag van Italië Nations GP Imola Ángel Nieto Chas Mortimer Gilberto Parlotti Gilberto Parlotti
5 9 juni Vlag van Man Isle of Man TT Mountain Course Chas Mortimer Charlie Williams Bill Rae Chas Mortimer
6 18 juni Vlag van Joegoslavië (1943-1992) GP van Joegoslavië Opatija Kent Andersson Chas Mortimer Harald Bartol Ángel Nieto
7 24 juni Vlag van Nederland TT van Assen Assen Ángel Nieto Börje Jansson Dave Simmonds Börje Jansson
8 2 juli Vlag van België GP van België Spa-Francorchamps Ángel Nieto Chas Mortimer Kent Andersson Ángel Nieto
9 9 juli Vlag van Duitse Democratische Republiek GP van de DDR Sachsenring Börje Jansson Chas Mortimer Kent Andersson Ángel Nieto
10 16 juli Vlag van Tsjechië GP van Tsjecho-Slowakije Masaryk-Ring Börje Jansson Chas Mortimer Kent Andersson Ángel Nieto
11 22 en 23 juli Vlag van Zweden GP van Zweden Anderstorp Ángel Nieto Kent Andersson Chas Mortimer Kent Andersson
12 30 juli Vlag van Finland GP van Finland Imatra Kent Andersson Ángel Nieto Dieter Braun Kent Andersson
13 23 sept Vlag van Spanje (11 okt. 1945- 20 jan. 1977) GP van Spanje Montjuïc Kent Andersson Chas Mortimer Ángel Nieto Chas Mortimer

Eindstand 125cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
1 Vlag van Spanje (11 okt. 1945- 20 jan. 1977) Ángel Nieto Derbi 97
2 Vlag van Zweden Kent Andersson Yamaha 87 (103)
3 Vlag van Verenigd Koninkrijk Chas Mortimer Yamaha 87 (121)
4 Vlag van Zweden Börje Jansson Maico 78 (100)
5 Vlag van Italië Gilberto Parlotti (†) Morbidelli 52
6 Vlag van Verenigd Koninkrijk Dave Simmonds (†) Kawasaki 44
7 Vlag van Oostenrijk Harald Bartol Suzuki 37
8 Vlag van Duitsland Dieter Braun Maico 25
9 Vlag van Nederland Jos Schurgers Bridgestone 23
10 Vlag van Duitse Democratische Republiek Bernd Köhler MZ 23
11 Vlag van Italië Eugenio Lazzarini Maico 22
12 Vlag van Finland Matti Salonen Yamaha 18
13 Vlag van Duitsland Gert Bender Maico 13
14 Vlag van Nederland Cees van Dongen Yamaha 13
15 Vlag van Verenigd Koninkrijk Charlie Williams Yamaha 12
16 Vlag van Verenigd Koninkrijk Bill Rae Maico 10
17 Vlag van Spanje (11 okt. 1945- 20 jan. 1977) Benjamín Grau Derbi 10
18 Vlag van Polen Ryszard Mankiewicz MZ 10
19 Vlag van Duitsland Lothar John Yamaha 10
20 Vlag van Verenigd Koninkrijk Lindsay Porter Honda 8
21 Vlag van Frankrijk Thierry Tchernine Yamaha 8
22 Vlag van Hongarije László Szabó MZ 7
23 Vlag van Italië Silvano Bertarelli Suzuki 6
Vlag van Verenigd Koninkrijk Ron Hackett Honda 6
25 Vlag van Duitse Democratische Republiek Jürgen Lenk MZ 5
26 Vlag van Verenigd Koninkrijk Ralph Watts Honda 5
Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
Vlag van Duitsland Günter Fischer Maico 5
Vlag van Duitse Democratische Republiek Hartmut Bischoff MZ 5
Vlag van Italië Paolo Isnardi Mondial 5
30 Vlag van Finland Pentti Salonen Yamaha 5
31 Vlag van Frankrijk Ramon Jimenez Yamaha 4
Vlag van Italië Adriano Cocchi Yamaha 4
Vlag van Verenigd Koninkrijk Fred Launchbury Maico 4
Vlag van Verenigd Koninkrijk Steve Machin Yamaha 4
35 Vlag van Duitsland Rolf Minhoff Maico 4
Vlag van Finland Seppo Kangasniemi Maico 3
Vlag van Verenigd Koninkrijk Leigh Notman Yamaha 3
38 Vlag van Zwitserland Walter Rungg Yamaha 2
Vlag van Frankrijk Michel Rougerie Aermacchi 2
Vlag van Duitse Democratische Republiek Thomas Heuschkel MZ 2
Vlag van Italië Luigi Rinaudo Aermacchi 2
Vlag van Verenigd Koninkrijk Andy Morris Yamaha 2
Vlag van Hongarije Béla Godany MZ 2
Vlag van Nederland Bert Nijland Maico 2
Vlag van Cuba Benigno Jul MZ 2
Vlag van Cuba Aramis Brito MZ 2
47 Vlag van Verenigd Koninkrijk Mike Evans Yamaha 1
Vlag van Denemarken Børge Nielsen Maico 1
Vlag van Duitse Democratische Republiek Wolfgang Rösch MZ 1
Vlag van Cuba Antonio García MZ 1
Vlag van Zweden Roland Olsson Yamaha 1
Vlag van Zweden Leif Rosell Maico 1

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

Constructeurstitel 125cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos. Constructeur Ptn.
1 Vlag van Spanje (11 okt. 1945- 20 jan. 1977) Derbi 97
2 Vlag van Japan Yamaha 96 (160)
3 Vlag van Duitsland Maico 82 (128)
4 Vlag van Italië Morbidelli 52
5 Vlag van Japan Kawasaki 44
6 Vlag van Japan Suzuki 43
7 Vlag van Duitse Democratische Republiek MZ 29 (30)
8 Vlag van Nederland Bridgestone 23
9 Vlag van Japan Honda 8
10 Vlag van Italië Mondial 5
11 Vlag van Italië Aermacchi 2

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

50cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

De 50cc-klasse van 1972 was enorm spannend, ondanks het feit dat het team van Jamathi in financiële problemen verkeerde en zich niet op het hoogste niveau kon manifesteren. Dit verlies werd ruimschoots goed gemaakt door de teams van Van Veen-Kreidler en Derbi. Er waren echter twee coureurs die met kop en schouders boven de rest uit staken: Jan de Vries en Ángel Nieto. Hoewel beide teams verschillende andere coureurs ter ondersteuning inhuurden, kon niemand deze twee volgen. Aan het einde van het seizoen hadden beiden bruto 81 punten, netto (alleen tellende resultaten) 69 punten en beiden drie overwinningen en drie tweede plaatsen. De wereldtitel werd in het voordeel van Nieto beslist door de tijden van de races waarin beiden gefinisht waren op te tellen.

1. Duitsland, Nordschleife

De eerste 50cc-race werd in Duitsland gewonnen door Jan de Vries met de Van Veen-Kreidler, met enige dank aan de monteurs van de Derbi van Nieto. Die kwam in de eerste van slechts drie ronden stil te staan met een losse vlotterkamerbevestiging. In die ronde nam Börje Jansson met een Jamathi de leiding, gevolgd door een groep met Jan de Vries. Bij de eerste doorkomst was Nieto al naar de derde plaats geklommen, maar de Vries reed al 18 seconden vóór Jansson. Na twee ronden was Nieto tweede, met 21 seconden achterstand op de Vries. Nieto was veel sneller, en bij de finish bedroeg zijn achterstand nog slechts 9 seconden. Een woedende Nieto gooide zijn Derbi tegen de vangrails, verwenste zijn monteurs en liet zich zelfs niet bij de huldiging zien.

2. Nations GP, Imola

Bij de finish van de 50cc-race in Imola kwam het tot een opmerkelijk incident. Jan Huberts, die door Jan de Vries en Ángel Nieto op een ronde was gereden, gaf Nieto na de race een klap. De reden zou zijn geweest dat hij gezien had hoe Nieto geprobeerd had de Vries van de baan te drukken. Journalisten kwamen daarna met een aantal versies van het gebeurde: De Vries zou schakelproblemen hebben gekregen waardoor Nieto tegen hem aan botste, Nieto zou Huberts als eerste geslagen hebben omdat die hem gehinderd zou hebben en de versie waarin Nieto bewust tegen de Vries zou zijn aangereden. In elk geval was bij de huldiging alles tussen de Vries en Nieto weer koek en ei. De race werd dus nipt gewonnen door Jan de Vries, met Ángel Nieto als tweede en Rudolf Kunz (Kreidler) als derde.

3. Joegoslavië, Opatija

In Joegoslavië had Nieto problemen met een slecht lopende motor en moest zelfs een pitstop maken. Dat was gunstig voor Jan de Vries, die een flinke voorsprong opbouwde, maar in de laatste ronde uitviel door een gebroken zuiger. Jan Bruins (Kreidler) profiteerde daarvan en won de race, maar Nieto wist alsnog de tweede plaats te pakken, maar op de streep ging ook zijn Derbi stuk. Otello Buscherini werd met een Malanca derde.

4. Nederland, Assen

In Assen lukte het Jan de Vries wéér niet om zijn thuisrace te winnen. Zijn Kreidler trok wat beter tegen de vrij harde wind in, maar de Derbi van Nieto liep met de wind in de rug harder. Ze sloegen samen meteen een groot gat met de concurrentie en Nieto liet al een paar keer zien dat hij vanuit de kniebocht slipstreamend voorbij de Vries kon komen. In de laatste ronde had de Vries een behoorlijke voorsprong, maar Nieto wist het gat te dichten, in de kniebocht te passeren en te winnen. Nieto en de Vries hadden bijna twee minuten voorsprong op de derde man, Harald Bartol (Kreidler). Tijdens de 50cc-race van Assen keerde Paul Lodewijkx (die al een internationale race in Zandvoort had gereden) terug na zijn zware ongeval in 1969. Hij had in de trainingen in Assen al grote problemen met zijn Jamathi en viel in de tweede ronde uit.

5. België, Spa-Francorchamps

In België trainde Jan de Vries sneller dan Nieto, maar bij inspectie bleek de motor niet betrouwbaar te zijn, waardoor hij met zijn reservemotor moest starten. Die leverde aanzienlijk minder vermogen. Zijn rondetijden lagen nog onder die van 1971 en hij wist meteen na de start dat hij Nieto niet zou kunnen volgen. Nieto nam al in de eerste ronde een kleine voorsprong, die hij in de volgende ronden opbouwde. Theo Timmer kon met de Jamathi uit 1971 de Vries in zicht houden, maar dat betekende niet dat de Jamathi snel genoeg was. Nieto hoefde niet sneller te rijden, de Vries kon niet sneller rijden, maar de derde plaats van Timmer was in elk geval een opsteker voor Jamathi.

6. DDR, Sachsenring

In de DDR was Ángel Nieto een van de eerste uitvallers, maar kort na hem moest ook Jan de Vries zijn motor parkeren. Theo Timmer had tijdens de training weer veel problemen gehad met de onwillige Jamathi, maar in de race bleek de machine snel genoeg om aan de finish een voorsprong van 50 seconden over te houden op tweede man Hans-Jürgen Hummel (Kreidler). Otello Buscherini werd derde. Door het uitvallen van zowel Nieto als de Vries verdween een deel van de spanning om de eindstand in het WK. Nieto hoefde nog slechts één wedstrijd te winnen om wereldkampioen te worden.

7. Zweden, Anderstorp

In Zweden nam Nieto bij de start de leiding, maar binnen een ronde voegde Jan de Vries zich bij hem. Er ontstond een geweldig gevecht, dat volgens Jan de Vries voor een van hen verkeerd moest aflopen. Dat gebeurde met Ángel Nieto die in de elfde ronde in een linker bocht de controle verloor. Daardoor won de Vries, Theo Timmer werd tweede en Juan Parés March (Derbi) werd derde. Hierdoor had Jan de Vries nu 69 punten en Ángel Nieto had 66 punten. Beiden moesten in Spanje winnen om wereldkampioen te worden.

8. Spanje, Montjuïc Park

Als Nieto de 50cc-race in Spanje zou winnen en de Vries tweede zou worden, zou de wereldtitel beslist moeten worden door de tijden van deze twee over het hele seizoen te vergelijken. Dat gebeurde ook. Hoewel het Van Veen-team nog niet onder de indruk was toen Nieto in de trainingen een seconde sneller was, bleek in de race dat Jan de Vries inderdaad een seconde per ronde moest toegeven. Nieto had in het seizoen al 6,8 seconden sneller gereden dan de Vries, maar voegde daar nog eens 14,5 seconden aan toe. Beiden hadden nu bruto 81 punten en netto (alleen de beste vijf resultaten) 69, maar Ángel Nieto was toch wereldkampioen. Voor Nieto was dit na de 125cc-klasse de tweede wereldtitel die hij op één dag won.

Uitslagen 50cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Datum Race Circuit 1e 2e 3e Snelste ronde
1 29 en 30 april Vlag van Duitsland GP van Duitsland Nürburgring Nordschleife Jan de Vries Ángel Nieto Börje Jansson Ángel Nieto
2 21 mei Vlag van Italië Nations GP Imola Jan de Vries Ángel Nieto Rudolf Kunz Jan de Vries
3 18 juni Vlag van Joegoslavië (1943-1992) GP van Joegoslavië Opatija Jan Bruins Ángel Nieto Otello Buscherini Jan de Vries
4 24 juni Vlag van Nederland TT van Assen Assen Ángel Nieto Jan de Vries Harald Bartol Ángel Nieto
5 2 juli Vlag van België GP van België Spa-Francorchamps Ángel Nieto Jan de Vries Theo Timmer Ángel Nieto
6 9 juli Vlag van Duitse Democratische Republiek GP van de DDR Sachsenring Theo Timmer Hans-Jürgen Hummel Otello Buscherini Jan de Vries
7 22 en 23 juli Vlag van Zweden GP van Zweden Anderstorp Jan de Vries Theo Timmer Juan Parés March Ángel Nieto
8 23 sept Vlag van Spanje (11 okt. 1945- 20 jan. 1977) GP van Spanje Montjuïc Ángel Nieto Jan de Vries Kent Andersson Ángel Nieto

Eindstand 50cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
1 Vlag van Spanje (11 okt. 1945- 20 jan. 1977) Ángel Nieto Derbi 69 (81)
2 Vlag van Nederland Jan de Vries Van Veen-Kreidler 69 (81)
3 Vlag van Nederland Theo Timmer Jamathi 50
4 Vlag van Nederland Jan Bruins Van Veen-Kreidler 39
5 Vlag van Italië Otello Buscherini Malanca 32
6 Vlag van Oostenrijk Hans-Jürgen Hummel Kreidler 26
7 Vlag van Oostenrijk Harald Bartol Kreidler 26
8 Vlag van Nederland Jan Huberts Kreidler 25
9 Vlag van Duitsland Rudolf Kunz Kreidler 17
10 Vlag van Spanje (11 okt. 1945- 20 jan. 1977) Benjamín Grau Derbi 12
11 Vlag van Duitsland Gerhard Thurow Kreidler 12
12 Vlag van Zweden Börje Jansson Jamathi 10
Vlag van Spanje (11 okt. 1945- 20 jan. 1977) Juan Parés March Derbi 10
Vlag van Zweden Kent Andersson Van Veen-Kreidler 10
15 Vlag van Zweden Kurt-Ivan Carlsson Monark 8
16 Vlag van Zweden Lars Persson Monark 8
17 Vlag van Zweden Leif Rosell Jamathi 7
18 Vlag van Joegoslavië (1943-1992) Adrijan Bernetic Tomos 6
Vlag van Italië Luigi Rinaudo Tomos 6
Vlag van Nederland Teunis Ramaker Kreidler 6
21 Vlag van Nederland Aalt Toersen Derbi /
Kreidler
6
Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
22 Vlag van Italië Alberto Ieva Malanca 5
Vlag van Joegoslavië (1943-1992) Boja Mikloš Tomos 5
Vlag van Duitse Democratische Republiek Ludwig Uhlig Uhlig-zelfbouw 5
25 Vlag van België Jérôme van Haeltert Kreidler 4
Vlag van Sovjet-Unie Eduard Borisenko Riga 4
27 Vlag van Italië Ermanno Giuliano Tomos 3
Vlag van Zwitserland Albert Bertholet Kreidler 3
29 Vlag van Duitsland Roland Schuster Kreidler 2
Vlag van Verenigd Koninkrijk Nigel Stone Jamathi 2
Vlag van Joegoslavië (1943-1992) Petar Seljak Tomos 2
Vlag van Nederland Ton Daleman Roton 2
Vlag van Duitsland Ludwig Faßbender Kreidler 2
Vlag van Duitse Democratische Republiek Gernot Weser Kreidler 2
Vlag van Nederland Cees van Dongen Roton 2
36 Vlag van Duitsland Rolf Minhoff Maico 1
Vlag van Italië Claudio Lusuardi Villa 1
Vlag van Oostenrijk Hans Kroismayr Kreidler 1
Vlag van Duitsland Siegfried Lohmann Kreidler 1
Vlag van Tsjechië Zbyněk Havrda Ahra 1
Vlag van Nederland Henk van Kessel Kreidler 1
Vlag van Italië Aldo Pero Villa 1

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

Constructeurstitel 50cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos. Constructeur Ptn.
1 Vlag van Duitsland Kreidler 72 (108)
2 Vlag van Spanje (11 okt. 1945- 20 jan. 1977) Derbi 69 (91)
3 Vlag van Nederland Jamathi 55 (63)
4 Vlag van Italië Malanca 33
5 Vlag van Zweden Monark 16
6 Vlag van Joegoslavië (1943-1992) Tomos 15
7 Vlag van Duitse Democratische Republiek Uhlig-zelfbouw 5
8 Vlag van Nederland Roton 5
9 Vlag van Sovjet-Unie Riga 4
10 Vlag van Italië Villa 2
11 Vlag van Tsjechië Ahra 1

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

Zijspanklasse[bewerken | brontekst bewerken]

Klaus Enders keerde terug in de zijspanrace na een jaar in de Formule 2 gereden te hebben. Hij miste de sfeer van de motorsport en bovendien kreeg hij onmiddellijk steun van BMW (2 motorblokken en onderdelen). Zijn tuner Dieter Busch wist uit de 500cc-boxermotor intussen ca. 72 pk bij 10.800 tpm te halen. Enders kreeg echter geen fabrieks-BMW motoren, die kregen Heinz Luthringshauser en Siegfried Schauzu. Het gevecht om de titel eindigde eigenlijk in Tsjecho-Slowakije met het overlijden van Hans-Jürgen Cusnik, de bakkenist van Heinz Luthringhauser. Die startte niet meer in de laatste race van het seizoen, waardoor Enders toch met enig gemak de titel kon grijpen.

1. Duitsland, Nordschleife

In de Grand Prix van Duitsland was de spanning in de zijspanklasse niet erg groot. Na vier ronden was de uitslag bepaald: Siegfried Schauzu en Wolfgang Kalauch reden met hun BMW vóór Heinz Luthringshauser/Hans-Jürgen Cusnik, Richard Wegener/Adi Heinrichs en Georg Auerbacher/Hermann Hahn en in die volgorde finishten ze ook. Christ Vincent, die met Michael Casey nu met de Münch-URS reed, had al in de trainingen veel problemen maar had in de race toch heel even aan de leiding gereden. In de vierde ronde moest hij opgeven.

2. Frankrijk, Clermont-Ferrand

In Frankrijk wonnen Heinz Luthringshauser/Hans-Jürgen Cusnik vóór Siegfried Schauzu/Wolfgang Kalauch en Richard Wegener/Adi Heinrichs.

3. Oostenrijk, Salzburgring

De zijspanrace in Oostenrijk werd gewonnen door Klaus Enders/Ralf Engelhardt (Busch-BMW). Luthringshauser/Cusnik werden tweede en de derde plaats was voor Karl Venus/Rainer Gundel (BMW).

4. Isle of Man 500 cc Sidecar TT, Snaefell Mountain Course

Siegfried Schauzu had een goede week op het eiland Man. Eerst won hij de 750cc-zijspanrace, en later ook de 500cc-Sidecar TT. Hij had wel wat geluk nodig, want hij lag aanvankelijk op de derde plaats achter Klaus Enders en publiekslieveling Chris Vincent met de Münch-URS. Vincent viel in de tweede ronde echter uit bij Crosby en Enders een ronde later in Ramsey. Voor Siegfried Schauzu was het al zijn zevende zijspanoverwinning op Man. Hij won met 7 seconden voorsprong op Luthringshauser en Gerry en Nick Boret werden met een König derde. Georg Auerbacher was al tijdens de trainingen uitgeschakeld door een gebroken remschijf. Die veroorzaakte bij de 13e mijlpaal een voorwielslip waardoor Auerbacher ernstig schaaf- en snijwonden en een lichte rugblessure opliep. Enkele dagen later meldde Auerbacher dat hij nooit meer zou racen.

5. Nederland, Assen

In Assen stonden Enders/Engelhardt, Schauzu/Kalauch en Vincent/Casey op de eerste startrij, maar ook Rudi Kurth met zijn levensgezellin Dane Rowe en hun Cat-racer met Crescent buitenboordmotor. Opmerkelijk was de snelle start van Tony Wakefield en Alex MacFadzean met hun BMW, die eigenlijk bij wijze van vakantie aan de TT van Assen en de GP van België deelnamen. Zij werden dan ook al in de eerste ronde gepasseerd door vijf combinaties. Kurth/Rowe kwamen na de eerste ronde als leiders door, maar vielen meteen daarna uit door een losgeslagen contragewicht van de ontstekingsmagneet. Vincent nam de leiding, gevolgd door Enders. In de vijfde ronde nam Enders de leiding over en halverwege de race lag het hele veld, dat nog slechts uit 9 combinaties bestond, ver uit elkaar. Pas in de laatste ronden begon Vincent weer wat aan te dringen bij Enders, maar hij kwam er niet meer bij. Enders/Engelhardt wonnen, Vincent/Casey werden tweede en Schauzu/Kalauch werden derde.

6. België, Spa-Francorchamps

De zijspanrace in België kende weinig spanning. Enders/Engelhardt wonnen met zes seconden voorsprong op Luthringshauser/Cusnik, die de hele tijd op de tweede plaats gelegen hadden. De derde plaats werd de hele race bezet door Schauzu/Kalauch.

7. Tsjecho-Slowakije, Masaryk-Ring

In Tsjecho-Slowakije reden Heinz Luthringshauser en Hans-Jürgen Cusnik op de tweede plaats achter Klaus Enders/Ralf Engelhardt toen het zijspanwiel van Luthringshauser blokkeerde. De combinatie sloeg over de kop, Cusnik raakte een paal langs de baan en was op slag dood. Enders won de race vóór Vincent/Casey en Wegener/Heinrichs.

8. Finland, Imatra

Na het overlijden van zijn bakkenist verdedigde Heinz Luthringshauser zijn kansen niet in de laatste race in Finland. Daardoor hoefde Klaus Enders ook niet het achterste van zijn tong te laten zien. Hij had genoeg aan de tweede plaats achter Chris Vincent om zijn wereldtitel zeker te stellen. Siegfried Schauzu werd in Finland derde.

Uitslagen zijspanklasse[bewerken | brontekst bewerken]

Datum Race Circuit 1e 2e 3e Snelste ronde
1 29 en 30 april Vlag van Duitsland GP van Duitsland Nürburgring Nordschleife Siegfried Schauzu /
Wolfgang Kalauch
Heinz Luthringshauser /
Hans-Jürgen Cusnik
Richard Wegener /
Adi Heinrichs
Siegfried Schauzu /
Wolfgang Kalauch
2 7 mei Vlag van Frankrijk GP van Frankrijk Clermont-Ferrand Heinz Luthringshauser /
Hans-Jürgen Cusnik
Siegfried Schauzu /
Wolfgang Kalauch
Richard Wegener /
Adi Heinrichs
Chris Vincent /
Michael Casey
3 14 mei Vlag van Oostenrijk GP van Oostenrijk Salzburgring Klaus Enders /
Ralf Engelhardt
Heinz Luthringshauser /
Hans-Jürgen Cusnik
Karl Venus /
Rainer Gundel
Rudi Kurth /
Dane Rowe
4 9 juni Vlag van Man Isle of Man TT Mountain Course Siegfried Schauzu /
Wolfgang Kalauch
Heinz Luthringshauser /
Hans-Jürgen Cusnik
Gerry Boret /
Nick Boret
Heinz Luthringshauser /
Hans-Jürgen Cusnik
5 24 juni Vlag van Nederland TT van Assen Assen Klaus Enders /
Ralf Engelhardt
Chris Vincent /
Michael Casey
Siegfried Schauzu /
Wolfgang Kalauch
Chris Vincent /
Michael Casey
6 2 juli Vlag van België GP van België Spa-Francorchamps Klaus Enders /
Ralf Engelhardt
Heinz Luthringshauser /
Hans-Jürgen Cusnik
Siegfried Schauzu /
Wolfgang Kalauch
Klaus Enders /
Ralf Engelhardt
7 16 juli Vlag van Tsjechië GP van Tsjecho-Slowakije Masaryk-Ring Klaus Enders /
Ralf Engelhardt
Chris Vincent /
Michael Casey
Richard Wegener /
Adi Heinrichs
Klaus Enders /
Ralf Engelhardt
8 30 juli Vlag van Finland GP van Finland Imatra Chris Vincent /
Michael Casey
Klaus Enders /
Ralf Engelhardt
Siegfried Schauzu /
Wolfgang Kalauch
Chris Vincent /
Michael Casey

Eindstand zijspanklasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos. Coureur Bakkenist Motorfiets Ptn.
1 Vlag van Duitsland Klaus Enders Vlag van Duitsland Ralf Engelhardt Busch-BMW 72
2 Vlag van Duitsland Heinz Luthringshauser Vlag van Duitsland Hans-Jürgen Cusnik (†) BMW 63
3 Vlag van Duitsland Siegfried Schauzu Vlag van Duitsland Wolfgang Kalauch BMW 62 (80)
4 Vlag van Verenigd Koninkrijk Chris Vincent Vlag van Verenigd Koninkrijk Michael Casey Münch-URS 47
5 Vlag van Duitsland Richard Wegener Vlag van Duitsland Adi Heinrichs BMW 46
6 Vlag van Duitsland Wolfgang Klenk Vlag van Duitsland Norbert Scherer BMW 28
7 Vlag van Verenigd Koninkrijk Tony Wakefield Vlag van Verenigd Koninkrijk Alex MacFadzean BMW 24
8 Vlag van Duitsland Karl Venus Vlag van Duitsland Rainer Gundel BMW 19
9 Vlag van Duitsland Gustav Pape Vlag van Duitsland Franz Kallenberg BMW 19
10 Vlag van Duitsland Rolf Steinhausen Vlag van Duitsland Werner Kapp König 18
11 Vlag van Verenigd Koninkrijk Graham Milton Vlag van Verenigd Koninkrijk John Thornton BMW 12
12 Vlag van Duitsland Hermann Binding Vlag van Duitsland Helmut Fleck BMW 11
13 Vlag van Verenigd Koninkrijk Gerry Boret Vlag van Verenigd Koninkrijk Nick Boret Renwick-König 10
14 Vlag van Frankrijk Michel Pourcelet Vlag van Frankrijk Claude Domin BMW 9
15 Vlag van Duitsland Georg Auerbacher Vlag van Duitsland Hermann Hahn BMW 8
16 Vlag van Verenigd Koninkrijk Bill Currie Vlag van Verenigd Koninkrijk Keith Scott GSM-Weslake 8
17 Vlag van Verenigd Koninkrijk Barry Dungsworth Vlag van Verenigd Koninkrijk Bill Turrington BMW 6
18 Vlag van Zwitserland Rudi Kurth Vlag van Verenigd Koninkrijk Dane Rowe CAT-Crescent 6
19 Vlag van Verenigd Koninkrijk Roy Hanks Vlag van Verenigd Koninkrijk John Mann BSA 5
20 Vlag van Duitsland Egon Schons Vlag van Duitsland Karl Lauterbach BMW 5
21 Vlag van Verenigd Koninkrijk Roy Woodhouse Vlag van Verenigd Koninkrijk Doug Woodhouse Honda 4
22 Vlag van Duitsland Walter Ohrmann Vlag van Duitsland Bernd Grube BMW 3
Vlag van Oostenrijk Peter Hahn Vlag van Oostenrijk Gertrud Hahn BMW 3
Vlag van Verenigd Koninkrijk Roger Dutton Vlag van Verenigd Koninkrijk Tony Wright BMW 3
Vlag van België Michel Vanneste Vlag van België Serge Vanneste BMW 3
26 Vlag van Zwitserland Willy Meier Vlag van Zwitserland Hansueli Gehrig BMW 2
Vlag van Oostenrijk Josef Ortner Vlag van Oostenrijk Hans Klug BMW 2
Vlag van Verenigd Koninkrijk George O'Dell Vlag van Verenigd Koninkrijk Bill Boldison BSA 2
29 Vlag van Verenigd Koninkrijk Jeff Gawley Vlag van Verenigd Koninkrijk Frank Knights BMW 1
Vlag van Zwitserland Marcel Maire Vlag van Zwitserland Marc Kaufmann BMW 1
Vlag van Verenigd Koninkrijk John Barker Vlag van Verenigd Koninkrijk Alex MacFadzean BSA 1
Vlag van Frankrijk Joseph Duhem Vlag van Frankrijk Jacques Blanc BMW 1
Vlag van Duitsland Gerhard Müller Vlag van Duitsland Harry Hoffmann BMW 1
Vlag van Finland Pentti Moskari Vlag van Finland Olaf Sten BMW 1

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

Constructeurstitel zijspanklasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos. Constructeur Ptn.
1 Vlag van Duitsland BMW 75 (117)
2 Vlag van Duitsland Münch-URS 47
3 Vlag van Duitsland König 28
4 Vlag van Verenigd Koninkrijk GSM-Weslake 8
5 Vlag van Zwitserland CAT-Crescent 6
6 Vlag van Verenigd Koninkrijk BSA 5
7 Vlag van Japan Honda 4

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten.)

Trivia[bewerken | brontekst bewerken]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

Commons heeft mediabestanden in de categorie 1972 in Grand Prix motorcycle racing.