Portaal:Oudheid/werkplaats/Cleopatra VII

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Cleopatra VII Philopator
69 v.Chr. - 12 augustus 30 v.Chr.
Buste van Cleopatra VII (Altes Museum, Berlijn)
Farao van Egypte (Ptolemaeïsche Dynastie)
Periode 51-30 v.Chr.
Voorganger Ptolemaeus XII Neos Dionysos
Opvolger Ptolemaeus XV Caesarion
Vader Ptolemaeus XII Neos Dionysos
Moeder Cleopatra V (vermoedelijk)
Namen van de farao in Egyptische hiërogliefen
Serech of Horusnaam
G5
wr
r
nbnfrnfrnfrH2
x
O22
Nomen of geboortenaam
G39N5
 
q
rw
Wp
d
r
t
H8
nTrt
H8
R7
t
z
N36
Portaal  Portaalicoon   Egyptologie

Cleopatra VII Philopator (Κλεοπάτρα Θεά Φιλοπάτωρ; december 70 v.Chr./januari 69 v.Chr.[1] - Alexandrië, 12 augustus 30 v.Chr.[2]) was de laatste koningin (farao) van het Oude Egypte uit de familie van de Lagiden, die van 51 v.Chr. tot 30 v.Chr. over dit land heerste. Ze moest de eerste jaren echter wel haar broers - en tevens echtgenoten - Ptolemaeus XIII Theos Philopator en Ptolemaeus XIV Theos Philopator II naast zich dulden. Zij staat tevens bekend om haar relaties met Julius Caesar en Marcus Antonius.

Leven[brontekst bewerken]

Afkomst[brontekst bewerken]

Cleopatra was de dochter van Ptolemaeus Auletes.[3] Ze werd vermoedelijk geboren in december 70 of begin januari 69 v.Chr.[4] Haar moeders naam wordt niet in de antieke bronnen vermeld, maar men gaat ervan uit dat zij een dochter van Cleopatra V was.[5]

Kindertijd en jeugd[brontekst bewerken]

Stèle van kalksteen van Isis en Cleopatra VII (51 v. Chr.) (Louvre; IFayoum III 205).

Plutarchus vermeldt dat Cleopatra buiten Egyptisch ook Ethiopisch, de taal van de Troglodytae, Hebreeuws, Arabisch, Syrisch, Medisch, Parthisch en andere talen beheerste.[6] Ze zou tezamen met de Egyptische sofist Philostratus filosofie hebben gestudeerd.[7] In de lente van 51 v.Chr. volgde ze samen met Ptolemaeus XIII Theos Philopator haar vader op die bij testament had bepaald dat ze samen moesten regeren.[8] Zij werd in de dynastiek cultus opgenomen als de vaderminnende godin.[9] Zij was omstreeks september 48 v.Chr. gehuwd met haar broer Ptolemaeus XIII Theos Philopator.[10]

Ze was in ieder geval zeker niet betrokken bij de afzetting van haar vader door Berenice IV en haar moeder Cleopatra VI.[11] Anders had Ptolemaeus XII, die Berenice IV - nadat hij in 55 v.Chr. met Romeinse militaire hulp naar Egypte was teruggekeerd - liet executeren,[12] Cleopatra niet voorbestemd om zijn opvolger te zijn.

In 51 v.Chr. installeerde ze een nieuwe Buchisstier in Hermonthis.[13]

De strijd om de troon[brontekst bewerken]

Redelijk kort daarop (48 v.Chr.) werd zij door de voogden van Ptolemaeus, Achillas en Pothinus, wegens haar eerzuchtige plannen verdreven.[14] Ze moest Egypte ontvluchten.[15]

Interne Ptolemaeïsche machtsstrijd[brontekst bewerken]

Fragment van een kolossaal standbeeld uit Alexandrië, dat vermoedelijk Cleopatra VII als Isis voorstelt (Musée Royal de Mariemont, België)[16]

Zij trachtte zich vervolgens vanuit Syria met geweld haar recht te verschaffen.[17]

Caesars aankomst en de Alexandrijnse Oorlog[brontekst bewerken]

Zie Alexandrijnse Oorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Gaius Iulius Caesar kwam te Alexandrië aan en besliste in augustus 48 dat de beide echtgenoten gezamenlijk zouden regeren.[18] Wel veroorzaakte deze beslissing grote ontevredenheid en Caesar kwam zelfs zelf in vrij groot gevaar.

Cleopatra wordt de onomstreden farao[brontekst bewerken]

Ptolemaeus XIII sneuvelde echter in een gevecht,[19] waardoor Cleopatra haar doel bereikte. Op bevel van Caesar, die door haar buitengewone schoonheid/charme geheel betoverd was, huwde zij omstreeks januari 47 met haar jongste broeder Ptolemaeus XIV.[20]

Geboorte van Caesarion[brontekst bewerken]

Caesar liet haar later naar Rome komen (waarschijnlijk in 45 v.Chr.), verzekerde haar het bezit van Egypte en erkende de uit haar geboren Caesarion als zijn zoon.[21] Dit zorgde voor ontevredenheid bij de Romeinen, zodat zij na Caesar's dood de vlucht moest nemen.

Cleopatra in Rome[brontekst bewerken]

Munt van Seleucis en Pieria in Syrië, met Marcus Antonius op de voorzijde en Cleopatra VII op de keerzijde.

Zij kwam met Caesar mee naar Rome, waar Caesar's liefde voor haar zo'n grote ontevredenheid verwekte, dat zij na zijn dood moest vluchten. Ook later ondersteunde zij de aanhangers van Caesar.[22]

Egypte tijdens de Romeinse Burgeroorlog[brontekst bewerken]

De moord op Ptolemaeus XIV en verheffing van Caesarion tot mederegent[brontekst bewerken]

In 44 v.Chr. werd Ptolemaeus XIV Theos Philopator II vermoord, vermoedelijk in opdracht van Cleopatra,[23] en haar zoontje Ptolemaeus XV Caesarion werd tot mederegent verheven.

Maatregelen tegen hongersnood in Egypte[brontekst bewerken]

In Egypte kreeg Cleopatra te maken met hongersnoden en epidemieën zoals de pest. Incidentele beschuldigingen dat ze geen modderige irrigatiekanalen heeft laten reinigen en daardoor heeft bijgedragen aan de hongersnoden, worden door de meeste onderzoekers verworpen, aangezien de koningin in staat was om het hele leger te voorzien tijdens Antonius’ laatste oorlog tegen Octavianus. De oorzaak is eerder te vinden in onvoldoende overstromingen van de Nijl (getuigd voor 43 en 42 v.Chr. - de oorzaak was een uitbarsting van de Okmok-vulkaan[24]). Toen echter graan werd gedistribueerd vanuit de koninklijke pakhuizen naar de Alexandriërs om de honger te stillen, werd de Joodse bevolking van de hoofdstad genegeerd met de bewering dat ze geen burgerrechten hadden. Een decreet van Cleopatra van 13 april 41 v.Chr. - het laatst bekende decreet van een Ptolemaeïsche heerser - laat zien dat de koningin voor de landbouw zorgde.[25] In het decreet beval ze de ambtenaren in de nomes om de privileges van de Alexandriërs die in de landbouw buiten de Egyptische metropool werkzaam waren te respecteren en hen niet illegaal te blijven belasten. In Opper-Egypte werd in een tussen 44 en 39 v.Chr. geschreven priesterlijk decreet - waarin de naam van Cleopatra alleen in de datering wordt genoemd - een belangrijke strateeg van de Thebaïs genaamd Callimachus met buitengewoon hoge eer bedacht, zoals de oprichting van zijn standbeelden, omdat hij de verwoeste stad Thebe hielp herbouwen en later een beslissende rol speelde rol bij het overwinnen van een plaag en hongersnood had bijgedragen. Blijkbaar had deze strateeg, die relatief onafhankelijk was van de Alexandrijnse centrale regering, onafhankelijk gehandeld ten behoeve van het volk van Thebe en werd daarom beschouwd als de welwillende "redder" (Soter) van de stad in plaats van Cleopatra.[26]

Buitenlandse politiek[brontekst bewerken]

Terwijl Cleopatra de interne situatie van haar land stabiliseerde, moest ze ook de machtsstrijd in het Romeinse rijk observeren. De belangrijkste tegenstanders van de moordenaars van Caesar waren Marcus Antonius en Octavianus, maar ze kwamen niet overeen met elkaar. Terwijl Antonius een uitstekende commandant, rokkenjager, waaghals en favoriet van zijn soldaten was, en al een belangrijke machtspositie bekleedde, was Octavianus, die twee decennia jonger en slechts 18 jaar oud was, nieuw in de politieke arena, vaak ziekelijk en onervaren in militaire zaken, maar koel berekenend en steeds zorgvuldig zijn stappen afwegend; hij dankte zijn snelle politieke opkomst alleen aan het testament van Caesar. In de maanden na de Iden van maart 44 v.Chr. was Antonius als consul feitelijk alleenheerser in Rome en hinderde hierdoor Octavianus’ rasse politieke carrière. Door een verbond met de Senaat onder Cicero’s leiding bekampte de erfgenaam van Caesar vervolgens in de tussentijd Antonius, schakelde echter midden 43 v.Chr. na de bezetting van Rome de Senaat uit en verzoende zich met Antonius. Deze sloot met Octavianus en Lepidus het Tweede Triumviraat, dat aan de drie mannen nagenoeg gelijkaardige volmachten zoals die van Caesar verleende. Duizenden equites en senatoren werden slachtoffer van de nu afgekondigde proscripties; hun vermogen werd afgenomen en diende de triumvirs voor de financiering van de oorlog tegen de Caesarmoordenaars.

Intussen waren Brutus en Cassius van Italië naar het oosten overgestoken, om zich daar een heerschappijgebied te verschaffen. Op grond van haar verleden hield Cleopatra vast aan het kamp van de Caesarianen en verbond zich begin 43 v.Chr. met hun aanvoerder in het oosten, Publius Cornelius Dolabella,[27] die in ruil daarvoor Caesarion als haar mederegent erkende. De koningin zond hem de vier in haar land gestationeerde legioenen, die echter naar Cassius overliepen. Dolabella geraakte in Syrië in gevecht met Cassius in een uitzichtloze situatie en pleegde in juli 43 v.Chr. zelfmoord. Reeds voordien hadden de Caesarmoordenaars de zending van schepen en voorraden van Cleopatra verlangd, die ze echter ondanks Cassius’ machtige positie met betrekking tot de in Egypte heersende hongersnood afwees. Cleopatra’s strategos op Cyprus, Serapion, leverde echter tegen de wil van zijn koningin zijn vloot uit aan Cassius. De door Cassius geplande invasie van Egypte kwam niet tot stand omdat Brutus hem aan het eind van 43 v.Chr. dringend naar Klein-Azië terugriep. Cleopatra vaarde nu met haar vloot van Alexandria uit naar het westen, om de scheepsmacht van de Caesarianen te versterken, doch een storm bracht haar schepen enorme schade toe en zorgde er tezamen met haar ziek worden voor haar terugkeer naar Egypte,[28] zodat Antonius en Octavianus in oktober 42 v.Chr. in de beslissende slag bij Philippi zonder Egyptische ondersteuning over de Caesarmoordenaars zegevierden. Sommige historici besloten op basis van deze omstandigheden verkeerdelijk dat Cleopatra zich in de Romeinse Burgeroorlog neutraal zou hebben opgesteld.[29]

Eerste ontmoeting tussen Marcus Antonius en Cleopatra[brontekst bewerken]

Na de slag bij Philippi (42 v.Chr.) ontmoette zij Marcus Antonius te Tarsus, en nam hem door haar bekoorlijkheden zo voor zich in, dat hij haar naar Alexandrië volgde.[30]

Regering zonder Marcus Antonius[brontekst bewerken]

Bloeitijd van het Ptolemaeïsche Rijk[brontekst bewerken]

Herordening van het Oosten van het Romeinse Rijk[brontekst bewerken]

Hij nam haar mee op zijn tochten door Azië en liet toe dat zij, na het vermoorden van haar broer Ptolemaeus XIV (44 v.Chr.) en zus Arsinoë IV (41 v.Chr.), alleen over Egypte heerste.[31]

Antonius bracht de winter van 41 v.Chr. bij haar door. Daarop volgde zij hem naar Syrië en verliet hem bijna niet weer (37 v.Chr.).

Nederlagen tegen de Parthen[brontekst bewerken]

Afwijzing van Octavia[brontekst bewerken]

Spanningen tussen Cleopatra en Herodes[brontekst bewerken]

De dood van Sextus Pompeius[brontekst bewerken]

De schenkingen van Alexandrië[brontekst bewerken]

Zie Donatie van Alexandrië voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
De schenkingen van Alexandrië.

Mogelijk huwelijk met Marcus Antonius, cultureel leven van Alexandrië[brontekst bewerken]

Cleopatra in de Sibyllijnse Orakels[brontekst bewerken]

Verval van het Ptolemaeïsche Rijk[brontekst bewerken]

Propagandaslag en voorbereiding op de laatste oorlog[brontekst bewerken]

Octavianus maakte propaganda richting Rome om Egypte nadelig af te schilderen. Zo werd de religie belachelijk gemaakt, de goden die half mens en half dier waren. En ook dik aangezette leugens over Marcus Antonius en Cleopatra VII. Dit met als doel om de aanhang van Marcus Antonius klein te houden.

Oorlog in Griekenland tot aan de slag bij Actium[brontekst bewerken]

Zo groot was haar invloed op hem dat, toen zij in de slag bij Actium in het heetste van het gevecht de vlucht nam, Antonius haar volgde en daardoor de oorzaak was van de nederlaag van zijn troepen.

Het laatste jaar van Marcus Antonius en Cleopatra[brontekst bewerken]

Toen hij zich daarna gedood had en Cleopatra zag, dat Octavianus ongevoelig was voor haar charme, en vreesde, dat hij haar in triomftocht naar Rome wilde voeren, doodde zij zich, naar men beweerde door de beet van een gifslang (30).[32]

Het raadsel omtrent Cleopatra's dood[brontekst bewerken]

Verdere ontwikkeling van Egypte en de Ptolemaeën[brontekst bewerken]

Haar werken[brontekst bewerken]

Titulatuur[brontekst bewerken]

Alle namen van haar titulatuur zijn afkomstig van de voorstelling van de geboorte van Ptolemaeus XV Caesarion op de tempel van Hermonthis ten zuiden van Thebe. De Horusnamen worden gevolgd door cartouches die haar bestempelen als "Cleopatra Philopator".

Horusnaam[brontekst bewerken]

Cleopatra's Horusnamen zijn:

1. wr(t) nb(t)-nfrw Ax(t)-zH20[33]
"De grote Dame van perfectie, uitmuntend in raad(geven)"[34]
G5
wr
r
nbnfrnfrnfrH2
x
O22
2. wrt twt-n-jt.s21[35]
"De Grote, geheiligd (even)beeld van haar vader"[36]
G5
wr t
r
t
W
t
A53n
X2 t
z

Nomen (Sa-Re-naam)[brontekst bewerken]

Lezing van haar naam in hiërogliefen.
<
q
rw
iwApAd
r
At
H8
>


Qlwpdrt

  1. qlwpdrt (nTrt mr(t)-it.s)
    Cleopatra, neczeret meret ites (Cleopatra, godin, geliefde van haar vader)
G39N5
 
<
q
rw
Wp
d
r
t
H8
nTrt
H8
R7
t
z
N36
>

De figuur van Cleopatra[brontekst bewerken]

Beeld van Cleopatra VII
Rosicrucian Egyptian Museum
Beeld van mogelijk Cleopatra VII
(200-30 v. Chr.), Metropolitan Museum of Art

Het verhaal van Cleopatra heeft diverse schrijvers en artiesten door de eeuwen heen gefascineerd. Die aantrekkingskracht kwam voor een belangrijk deel door haar legende als een grote verleidster die in staat was om de twee machtigste mannen van haar tijd (Caesar en Antonius) aan zich te binden.

Schilderkunst[brontekst bewerken]

Cleopatra en Caesar door Jean-Léon Gérôme (1866).

Het bekendste schilderij van Cleopatra is er een dat nu waarschijnlijk niet meer bestaat: omdat de koningin in Egypte stierf lang voordat Augustus zijn triomftocht in Rome kon vieren, waarin zij geketend mee zou lopen, gaf hij opdracht om een groot schilderij van haar te maken, dat meegedragen werd in zijn triomfantelijke processie, en dat haar uitgebeeld zou hebben als vergiftigd door een aspisadder. De bronnen voor het verhaal zijn Plutarchus[37] en Appianus,[38] alhoewel de laatste wellicht refereert aan een sculptuur, en Cassius Dio[39] vertelt dat de "afbeelding" van goud was, en dus helemaal geen schilderij kan zijn geweest. Het veronderstelde schilderij (toegeschreven aan Timomachus) kwam aan het licht en werd gegraveerd in de vroege 19e eeuw (1818/1822): het maakte deel uit van een privécollectie nabij Sorrento. Sindsdien wordt gezegd dat het schilderij onderdeel uitmaakte van een collectie in Cortona, maar het lijkt erop dat alle sporen naar dit schilderij verloren zijn gegaan, een stille verdwijning die doet vermoeden dat het een namaak betrof.[40]

Gerard Lairesse zijn schilderij Het banket met de parel (eind 17e eeuw) toont een oude hofdignitaris die Cleopatra ervan weerhoudt haar tweede parel te doen oplossen.

Het Feestmaal van Cleopatra (Jordaens) (1653) van Jacob Jordaens. Het Feestmaal van Cleopatra (Tiepolo) (1744) van Giovanni Battista Tiepolo.

Cleopatra en haar dood hebben honderden schilders geïnspireerd vanaf de renaissance tot aan de huidige tijd, geen enkele overigens van enige historische waarde; het onderwerp sprak voornamelijk Franse academische schilders aan.


De Triomf van Cleopatra (1821, 106,5 x 132,5 cm), ook bekend als Cleopatra's Aankomst in Cilicië en De Aankomst van Cleopatra in Cilicië van William Etty.

Alexandre Cabanel, Cleopatra laat gif proeven door ter dood veroordeelde gevangenen (1887)

Literatuur[brontekst bewerken]

Horatius noemt haar in Ode I 37: fatale monstrum ... non humilis mulier ("een fataal monster ... geen nederige dame").

In de literatuur van de middeleeuwen werd zij vaak vermeld, meestal in negatieve zin, zoals bij Dante Alighieri die haar als wellustig en boosaardig afschildert. Het beruchte anti-feministische traktaat Malleus maleficarum uit het einde van de 15e eeuw voert haar op als de ergste van de vrouwen en in een verhandeling van Sarah Fielding uit 1757 wordt zij als een valse intrigante tegenover een rechtschapen Octavia geplaatst.

Haar verhouding met Marcus Antonius werd door onder meer Giovanni Boccaccio verwerkt in De mulieribus claris (ca. 1370) en Geoffrey Chaucer in zijn The Legend of Good Women (ca. 1386), waarin hij haar opvoert als nobel slachtoffer van haar liefde.

Stripverhalen[brontekst bewerken]

In stripboekenreeks "De avonturen van Asterix" wordt bij het boek Asterix en Cleopatra (1965) een bezoek gebracht aan Cleopatra VII in Egypte, die geïnspireerd was op Elizabeth Taylor. Ze heeft een aparte neus, hetgeen Panoramix geweldig vindt. Hij verspreekt zich bij het benoemen van Belenos en noemt het "Beleneus". Cleopatra wordt afgebeeld als de bazige vriendin van Julius Caesar. Ze laat zich vervoeren met een gigantische sfinx met slaven ervoor en schermt met mensen voor de krokodillen gooien. Ze krijgt nog een cameo in De zoon van Asterix (1983).

Theater[brontekst bewerken]

De tragedie Cleopatra (1540) van Alessandro Spinello was het eerste toneelstuk met haar naam als titel.[41]

De eerste humanistische tragedie Cléopâtre captive (1552) van Étienne Jodelle maakt van haar een nobele dame tegenover de brute Octavianus.[41]

De historische tragedie Antonius en Cleopatra (1606/1607) van William Shakespeare was gebaseerd op Plutarchus zijn biografie.[41]

All for Love or The World well lost (1678) van John Dryden schetst een negatiever beeld van haar door haar tegenover Octavia te plaatsen.[41]

Drama in vijf aktes Cléopatre van Victorien Sardou (1890) tezamen met Émile Moreau en met muziek door Xavier Leroux.

Een moderne stuk is Caesar and Cleopatra van George Bernard Shaw (première op 15 maart 1899, gepubliceerd in 1901).

Muziek[brontekst bewerken]

De opera Die betrogene Staats-Liebe: oder, Die unglückselige Cleopatra, Königin von Egypten (1704) van Friedrich Christian Feustking was gebaseerd op Shakespeare's toneelstuk.[42]

In de opera Giulio Cesare in Egitto (1724) van Georg Friedrich Händel heeft Cleopatra ook een rol.

Hector Berlioz wist met zijn cantate Cléopâtre (1829), op tekst van Pierre-Ange Vieillard, de Prix de Rome in de wacht te slepen.[41] Victor Massé componeerde La nuit de Cléopâtre (1885) gebaseerde op een libretto van Jules Barbier die zich hiervoor baseerde op de novelle Une nuit de Cléopâtre (1845) van Théophile Gautier.[41] Jules Massenet voerde haar als verleidster op in zijn opera Cléopâtre (1914), net zoals Gian Francesco Malipiero in zijn Antonio e Cleopatra (1938).[41]

De Turkse componist Fazıl Say schreef in dit 2010 zijn Cleopatra, Op. 34 voor viool solo.

De Nederlandse symfonische (Prog) Rockband Kayak schreef en publiceerde in 2014 de rockopera Cleopatra, The Crown of Isis van de hand van componist Ton Scherpenzeel.

Cinema[brontekst bewerken]

Filmposter van Cleopatra
(1917), met Theda Bara als Cleopatra (Twentieth Century Fox).

De eerste Cleopatrafilm was Cléopâtre uit 1899 die werd geregisseerd door Georges Méliès en slechts twee minuten duurde. De eerste echte langspeelfilm over Cleopatra was Cleopatra, Queen of Egypt (1912) met Helen Gardner in de hoofdrol.

Enkele van de films/tv-producties die geïnspireerd zijn door de Koningin van de Nijl:

Muzikale komedie[brontekst bewerken]

In 2009 verscheen de muzikale komedie Cléopâtre, La dernière reine d'Égypte van Kamel Ouali waarin het leven van Cleopatra (vertolkt door Sofia Essaïdi) wordt verhaald vanaf haar ontmoeting met Caesar tot haar zelfmoord.

Noten[brontekst bewerken]

  1. Gebaseerd op: Plutarchus, Marcus Antonius 73.3 (maand), 86.4 (jaar). Zie ook: C.J. Bennett, art. Cleopatra VII, in Egyptian Royal Genealogy, 2002-2010 (noot 4).
  2. Clemens van Alexandrië, Stromateis 21.129. Zie ook: C.J. Bennett, art. Cleopatra VII, in Egyptian Royal Genealogy, 2002-2010 (noot 17).
  3. Porphyrius, in Eusebius van Caesarea, Chronicorum I (ed. Schoene, p. 167) (= FGrH 260 F 2.14), Strabo, Geographika XVII 1.11, Cassius Dio, XXXIX 13.1, pseudo-Caesar, Commentarii de bello Alexandrino 33.
  4. Plutarchus, Marcus Antonius 86.4 (zegt dat ze op 39-jarige leeftijd in 30 v.Chr.) en de maand is gebaseerd op de vermelding van de laatste vieringen van haar verjaardag die kort daarop werd gevolgd door die van Marcus Antonius (Plutarchus, Marcus Antonius 73.3). Zie: A.H. Heinen, Rom und Ägypten von 51 bis 47 v. Chr: Untersuchungen zur Regierungszeit der 7. Kleopatra und des 13. Ptolemäers, Tübingen, 1966, p. 190.
  5. W. Huß, Die Herkunft der Kleopatra Philopator, in Aegyptus 70 (1990), pp. 191-203; M. Clauss, Kleopatra, München, 2000, pp. 15-16.
  6. Plutarchus, Marcus Antonius 27.4–5.
  7. Flavius Philostratus, Vitae Sophistarum I 5 (486). Vgl. Plutarchus, Marcus Antonius 80.2-3.
  8. Porphyrius, in Eusebius van Caesarea, Chronicorum I (ed. Schoene) p. 167 (= FGrH 260 F 2.14), Pompeius Trogus, Prol. 40, Strabo, Geographika XVII 1.11.
  9. R. Mond - O.H. Myers, The Bucheum, II, Londen, 1934, pp. 11-13, 32, nr. 13.
  10. Cassius Dio, XLII 35.4. Vgl. Lucanus, Pharsalia X 92-99, 356-367.
  11. Strabo, Geographika XVII 1.11, Porphyrius, in Eusebius van Caesarea, Chronicorum I (ed. Schoene) p. 167 (= FGrH 260 F 2.14), Cassius Dio, XXXIX 13.1.
  12. Strabo, Geographika XVII 1.11, Porphyrius, in Eusebius van Caesarea, Chronicorum I (ed. Schoene) p. 167 (= FGrH 260 F 2.14), Cassius Dio, XXXIX 58.3.
  13. Ancient Egyptian Texts 9.2'E.
  14. Het jaar kan worden afgeleid uit de vermelding dat dit enkele maanden na de moord op Pompeius (28 september 48 v.Chr.) gebeurde: Caesar, Commentarii de bello civili III 103.2.
  15. Plutarchus, Caesar 48.5.
  16. M.-C. Bruwier, Deux fragments d'une statue colossale de reine ptolémaique à Mariemont, in Chronique d'Egypte 64 (1989), pp. 25-43 (non vidi), S.-A. Ashton, Cleopatra and Egypt, Malden - Oxford - Carlton, 2009, pp. 139-140.
  17. Appianus, Bellum Civile II 84; Strabo, Geographika XVII 1.11.
  18. Caesar, Commentarii de bello civili III 108.
  19. Pseudo-Caesar, Commentarii de bello Alexandrino 31 (verdronken op zijn schip); Strabo, Geographika XVII 1.11 (Caesar liet hem executeren). Sterfdatum: a.d. VI Kal. Apr. (= 13 januari 47) (Fasti Caeretani, Fasti Maffeiani).
  20. Cassius Dio, XLII 44.
  21. Plutarchus, Caesar 49.10, Marcus Antonius 71.2.
  22. Cicero, Epistulae ad Atticum XIV 20.2.
  23. Flavius Josephus, Antiquitates Iudaicae XV 4.1. Porphyrius, in Eusebius van Caesarea, Chronicorum I (ed. Schoene) p. 167 (= FGrH 260 F 2.14) (jaar 8 = 45/44 v.Chr., dus voor 3 september 44). Vgl. pOxy XIV 1629 (gedateerd 27 Epeiph jaar 8 = 26 juli 44).
  24. J.R. McConnell - M. Sigl - G. Plunkett - J. Peder Steffensen, Extreme climate after massive eruption of Alaska’s Okmok volcano in 43 BCE and effects on the late Roman Republic and Ptolemaic Kingdom, in PNAS 117 (27) (22 juni 2020), 15443-15449.
  25. SB IV 7337 (Engelse vertaling).
  26. Seneca, Quaestiones naturales IVa 2.16; Appianus, Bellum Civile IV 61, 108; Galenus, XIX 63 (ed. Kühn); Flavius Josephus, Contra Apionem II 60; W. Dittenberger (ed.), Orientis Graeci inscriptiones selectae 194; zie ook: J. Brambach, Kleopatra, München, 1996, pp. 157-159; M. Clauss, Kleopatra, München, 2000, pp. 41-44; G. Hölbl, Geschichte des Ptolemäerreiches, Darmstadt, 1994, p. 215; C. Schäfer, Kleopatra, Darmstadt, 2006, pp. 108-110.
  27. Appianus, Bellum Civile IV 61; Cassius Dio, XLVII 30.4, 31.5.
  28. Appianus, Bellum Civile IV 74, 82; V 8.
  29. J. Brambach, Kleopatra, München, 1996, pp. 175-179; C. Schäfer, Kleopatra, Darmstadt, 2006, pp. 115-119.
  30. Flavius Josephus, Antiquitates Iudaicae XIV 324; Plutarchus, Marcus Antonius 25.1-27.5; Appianus, Bellum Civile V 8; Athenaeus, Deipnosophistae IV 147e-148b, VI 229c; Cassius Dio, XLVIII 24.1-2.
  31. Plutarchus, Marcus Antonius 26, Flavius Josephus, Antiquitates Iudaicae XV 4.1.
  32. Suetonius, Augustus 17, Plutarchus, Marcus Antonius 78-86, Velleius Paterculus, Historia Romana II 87.
  33. C.R. Lepsius, Denkmäler aus Aegypten und Aethiopien IV 65a = H. Gauthier, Livre des rois d'Égypte IV 417 (XVIIID).
  34. R.J. Leprohon - ed. D.M. Doxey, The Great Name: Ancient Egyptian Royal Titulary, Atlanta, 2013, p. 187.
  35. C.R. Lepsius, Denkmäler aus Aegypten und Aethiopien IV 4(a) = H. Gauthier, Livre des rois d'Égypte IV 417 (XVIIIH).
  36. R.J. Leprohon - ed. D.M. Doxey, The Great Name: Ancient Egyptian Royal Titulary, Atlanta, 2013, p. 188.
  37. Marcus Antonius 86.
  38. Bellum Civile II 102.
  39. LI 21.3.
  40. O. Kurz, Fakes, New York, 19672, pp. 77-78.
  41. a b c d e f g Kleopatra VII (69-31 v.C.) & Marcus Antonius (83-31), in E.M. Moormann - W. Uitterhoeve, Van Alexandros tot Zenobia. Thema's uit de klassieke geschiedenis in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater, Nijmegen, 19983, p. 140.
  42. M.R. Griffel, Operas in German: A Dictionary, I, Lanham - Boulder - New York - Londen, 20182, pp. 86-87.
  43. Cleobatra (1943), iMDB

Referenties[brontekst bewerken]

  • Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Kleopatra_VII. op de Duitstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
  • S.-A. Ashton, Cleopatra and Egypt, Malden - Oxford - Carlton, 2009.
  • J. Brambach, Kleopatra, München, 1996.
  • M.-C. Bruwier, Deux fragments d'une statue colossale de reine ptolémaique à Mariemont, in Chronique d'Egypte 64 (1989), pp. 25-43 (non vidi).
  • M. Clauss, Kleopatra, München, 2000.
  • M.R. Griffel, Operas in German: A Dictionary, I, Lanham - Boulder - New York - Londen, 20182.
  • A.H. Heinen, Rom und Ägypten von 51 bis 47 v. Chr: Untersuchungen zur Regierungszeit der 7. Kleopatra und des 13. Ptolemäers, Tübingen, 1966.
  • G. Hölbl, Geschichte des Ptolemäerreiches, Darmstadt, 1994.
  • W. Huß, Die Herkunft der Kleopatra Philopator, in Aegyptus 70 (1990), pp. 191-203.
  • O. Kurz, Fakes, New York, 19672.
  • R.J. Leprohon - ed. D.M. Doxey, The Great Name: Ancient Egyptian Royal Titulary, Atlanta, 2013.
  • F. Lübker - trad. ed. J.D. Van Hoëvell, art. Cleopatra (7), in F. Lübker - trad. ed. J.D. Van Hoëvell, Classisch Woordenboek van Kunsten en Wetenschappen, Rotterdam, 1857, pp. 220.
  • J.R. McConnell - M. Sigl - G. Plunkett - J. Peder Steffensen, Extreme climate after massive eruption of Alaska’s Okmok volcano in 43 BCE and effects on the late Roman Republic and Ptolemaic Kingdom, in PNAS 117 (27) (22 juni 2020), 15443-15449.
  • Kleopatra VII (69-31 v.C.) & Marcus Antonius (83-31), in E.M. Moormann - W. Uitterhoeve, Van Alexandros tot Zenobia. Thema's uit de klassieke geschiedenis in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater, Nijmegen, 19983, pp. 136-142.
  • C. Schäfer, Kleopatra, Darmstadt, 2006.
  • S. Schiff - tradd. C. van den Berg - C. Kloos, Cleopatra, Amsterdam, 2010. ISBN 9789026324666
  • H. Volkmann - trad. J.F. Nijkerk, Cleopatra. Politiek en propaganda in de oudheid, Bussum, 1973. ISBN 9022845079

Externe links[brontekst bewerken]