Naar inhoud springen

Bulgarije

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Godihrdt (overleg | bijdragen) op 18 apr 2020 om 12:25. (Spatie verwijderd, diverse kleine details)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Република България
Repoeblika Balgarija
Kaart
Basisgegevens
Officiële taal Bulgaars
Hoofdstad Sofia
Regeringsvorm republiek met een parlementair stelsel
Staatsvorm Gedecentraliseerde eenheidsstaat
Staatshoofd Rumen Radev
Regerings­leider Bojko Borisov
Religie Bulgaars-orthodox 85%, Islam 12%
Oppervlakte 110.900 km²[1] (0,3% water)
Inwoners 7.364.570 (2011)[2]
6.966.899 (2020)[3] (62,8/km² (2020))
Overige
Volkslied Mila Rodino
Munteenheid Lev (BGN)
UTC +2 (zomertijd +3)
Nationale feestdag 3 maart
Web | Code | Tel. .bg | BGR | 359
Voorgaande staten
Eerste Bulgaarse Rijk Eerste Bulgaarse Rijk 681
Detailkaart
Kaart van Bulgarije
Portaal  Portaalicoon   Bulgarije
Portaal  Portaalpictogram  Landen & Volken

Bulgarije (Bulgaars: България, Balgarija), officieel de Republiek Bulgarije (Bulgaars: Република България, Repoeblika Balgarija), is een land in Zuidoost-Europa, gelegen in het oosten van het Balkanschiereiland en ten zuiden van de rivier de Donau.

Het land heeft een bevolking van 6.966.899 (2020) en een oppervlakte van 110.900 km². Sofia is de hoofdstad en met ruim 1 miljoen inwoners de grootste stad van het land. Andere belangrijke steden zijn Varna en Boergas (de belangrijkste havens van Bulgarije aan de Zwarte Zee), Plovdiv en Roese.

Geschiedenis

Zie Geschiedenis van Bulgarije voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Het Romeinse theater in Plovdiv

Een beknopt overzicht van belangrijke perioden in de Bulgaarse geschiedenis:

Na de ondergang van hun Groot-Bulgaarse Rijk vestigden de Boelgaren, een aan de Turken verwant volk uit Centraal-Azië, zich in het huidige Bulgarije en vormden daar in de zevende eeuw het Eerste Bulgaarse Rijk onder leiding van khan Asparoech. Na verloop van tijd namen de Boelgaren de taal van de reeds aanwezige Zuid-Slavische bevolking over.

In de veertiende eeuw werd het land veroverd door het Ottomaanse Rijk. Tussen 1762 en totstandkoming van de onafhankelijkheid in 1878 was er sprake van de Bulgaarse Renaissance. Op 3 maart 1878 herkreeg Bulgarije zijn zelfbestuur als zelfstandig vorstendom binnen het Ottomaanse Rijk, en op 22 september 1908 werd het een volledig onafhankelijk koninkrijk. Het won en verloor gebied gedurende de Balkanoorlogen en de Eerste Wereldoorlog.

Na de Tweede Wereldoorlog kwam Bulgarije in de invloedssfeer van de Sovjet-Unie en werd het een communistische volksrepubliek. In 1989 ontvluchtten honderdduizenden etnische Turken en Pomaken het land vanwege de zware repressieve houding van de regering tegenover de islamitische minderheden. Zo werden Turkse namen in 1984 verboden en werden moskeeën gesloten.[4]

Na een paleiscoup door de minister van Buitenlandse Zaken in 1989 werd het land een democratische meerpartijenstaat en kon het zich langzaam richting de Europese Unie (EU) bewegen. Ook werden in 1989 de repressieve maatregelen tegen de minderheden opgeschort.

Op 7 mei 1992 werd Bulgarije lid van de Raad van Europa en daarmee van de OVSE. Het land werd op 29 maart 2004 officieel lid van de NAVO en op 1 januari 2007 trad het ook toe tot de Europese Unie, nadat het eerst in 2004 de boot van de grote uitbreiding van de EU had gemist. Het associatieverdrag werd op 25 april 2005 ondertekend.

Geografie

Pomorie

Bulgarije heeft in het oosten 378 km kustlijn aan de Zwarte Zee. Verder wordt het land begrensd door Roemenië in het noorden (608 km), door Servië (318 km) en Noord-Macedonië (148 km) in het westen, door Griekenland (494 km) in het zuiden en door Europees-Turkije (240 km) in het zuidoosten.

Landschappen en streken

Van west naar oost loopt het Balkangebergte door het midden van Bulgarije. Tussen de Balkan en de Donau ligt een vruchtbaar plateau. Dit vlakke gebied in het noordoosten van het land heet de Dobroedzja en loopt door in Roemenië. De Donau vormt het grootste deel van de noordelijke grens.

In het zuiden ligt het Rodopegebergte. Verder zijn er in het westen de Rila met het hoogste punt van Bulgarije (en het Balkanschiereiland), de berg Moesala (2925 m), en in het zuidwesten de Pirin met als hoogste berg de Vichren (2920 m).

Tussen de Balkan en het Rodopegebergte is het Bulgaarse landschap vlak. Het zuidoosten van Bulgarije wordt Thracië genoemd, naar de Thraciërs die er in de oudheid woonden. De stad Plovdiv ligt in de Thracische vlakte. Deze streek zet zich ten zuiden van Bulgarije voort in Griekenland en Turkije.

De Donau, de Iskar, de Maritsa en de Struma zijn de belangrijkste rivieren. Het noorden en oosten van het land wateren, al dan niet via de Donau, af op de Zwarte Zee. De Maritsa en de Struma en hun zijrivieren wateren af op de Egeïsche Zee.

Klimaat

Bulgarije heeft een Midden-Europees landklimaat met warme zomers en koude winters. Ten zuiden van het Balkangebergte heerst een zachter klimaat met mediterrane kenmerken.

De gemiddelde temperatuur op een zomerdag ligt in het binnenland rond de 24 °C. Juli en augustus zijn de warmste maanden van het jaar. Het is dan gemiddeld circa 27 °C warm; langs de Zwarte Zeekust lopen de temperaturen op tot 30 °C.

De neerslag bedraagt gemiddeld 600 mm per jaar, maar in de bergen valt vaak meer dan 1000 mm per jaar, vaak in de vorm van sneeuw. De meeste regen valt op veel plekken in de zomer, maar in het zuiden is dit in de herfst.

Bevolking

Zie Bevolking van Bulgarije voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Op 31 december 2018 telt Bulgarije 7.000.039 inwoners.[5] De bevolking neemt al vanaf het midden van de jaren 80 af. Bulgarije bevindt zich in een zogenaamde ’demografische crisis’. Het geboortecijfer is al jarenlang laag, terwijl het sterftecijfer relatief hoog is. In 2018 alleen bedroeg het geboorteoverschot bijvoorbeeld -6,5‰.[6] Bulgarije en Letland zijn de enige twee landen ter wereld die in het begin van de 21ste eeuw minder inwoners tellen dan in 1950.

De bevolkingsontwikkeling van Bulgarije sinds de onafhankelijkheid in 1878
Jaar 1887 1900 1920 1934 1946 1956 1965 1975 1985 1992 2001 2011 2018
Stedelijke bevolking Gestegen 593.547 Gestegen 742.435 Gestegen 966.375 Gestegen 1.302.551 Gestegen 1.735.188 Gestegen 2.556.071 Gestegen 3.822.824 Gestegen 5.061.087 Gestegen 5.799.939 Gedaald 5.704.552 Gedaald 5.474.534 Gedaald 5.339.001 Gedaald 5.159.129
Plattelandsbevolking Gestegen 2.560.828 Gestegen 3.001.848 Gestegen 3.880.596 Gestegen 4.775.388 Gestegen 5.294.161 Gedaald 5.057.638 Gedaald 4.405.042 Gedaald 3.666.684 Gedaald 3.148.710 Gedaald 2.782.765 Gedaald 2.454.367 Gedaald 2.025.569 Gedaald 1.840.910
Bulgarije (totaal) Gestegen 3.154.375 Gestegen 3.744.283 Gestegen 4.846.971 Gestegen 6.077.939 Gestegen 7.029.349 Gestegen 7.629.254 Gestegen 8.227.966 Gestegen 8.727.771 Gestegen8.948.649 Gedaald 8.487.317 Gedaald 7.932.984 Gedaald 7.364.570 Gedaald 7.000.039

Het gemiddeld aantal kinderen per vrouw is de afgelopen eeuw sterk afgenomen. Het vruchtbaarheidscijfer daalde van 5,83 kinderen per vrouw in 1905 naar 1,56 kinderen per vrouw in 2018.[7] Deze daling vindt vooral plaats onder de etnische Bulgaren, aangezien de Sinti en de Roma nog relatief hoge geboorte- en vruchtbaarheidscijfers hebben.

Etniciteit

Zie Roma in Bulgarije voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Zie Bulgaarse Turken voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De meeste inwoners van Bulgarije zijn etnische Bulgaren (84,8 procent). Er is een aanzienlijke minderheid van Bulgaarse Turken (8,8 procent), voornamelijk in de oblasten Kardzjali en Razgrad. De derde bevolkingsgroep vormen de Roma met 4,9 procent van de bevolking en wonen verspreid over het hele land. Er wonen tevens kleinere groepen Russen (0,2 procent), Armeniërs (0,1 procent) en Macedoniërs. Bulgarije, met zijn historische claims in Macedonië, beschouwt de Macedoniërs niet als een aparte bevolkingsgroep en ziet hun sterk aan het Bulgaars verwante taal als een Bulgaars dialect. De laatste groep woont hoofdzakelijk in oblast Blagoëvgrad.

Religie

Zie Katholieke Kerk in Bulgarije voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Alexander Nevski-kathedraal in Sofia

Bulgarije is traditioneel gezien een christelijk land. Onder leiding van Boris I van Bulgarije werd Bulgarije in de negende eeuw gekerstend. Volgens de volkstelling van 2011 verklaarde zo'n 77,9% van de bevolking christelijk te zijn, een flinke daling ten opzichte van 83,9% in 2001.

De grootste denominatie is de orthodoxe kerk en met name de Bulgaars-Orthodoxe Kerk. Ongeveer 76,0% van de bevolking gaf aan tot deze kerk te behoren.

Zo'n 0,8% van de bevolking is rooms-katholiek: dat zijn ongeveer 50.000 katholieken. De meeste katholieken wonen in oblast Plovdiv en met name in de gemeente Rakovski.

Het protestantisme is de snelstgroeiende religie in Bulgarije. In minder dan twintig jaar tijd is het aantal protestanten bijna verdrievoudigd. De volkstelling van 1992 telde 21.878 protestanten. Dat aantal verdubbelde naar 42.308 volgens de volkstelling van 2001 en vervolgens groeide dat aantal verder naar 64.476 in de volkstelling van 2011. De groei van het protestantisme is vooral te danken aan de massale bekering van de etnische Roma tot het pentecostalisme, in volksmond ook wel de zogenaamde 'zigeunerkerken' genoemd. Tegenwoordig is zo'n 1,1% van de bevolking lid van een van de verschillende protestantse denominaties. De protestanten wonen verspreid over het hele land.

De islam arriveerde in de veertiende eeuw ten gevolge van de Ottomaanse overheersing. Bulgarije heeft tegenwoordig een van de grootste moslimpopulaties van Europa. In de volkstelling van 2011 verklaarde 10,1% van de bevolking moslim te zijn. De meeste moslims behoren tot de Turkse minderheid, maar er bestaat ook een grote gemeenschap van geïslamiseerde Bulgaren (de zogenaamde 'Pomaken') en Roma. In twee oblasten vormen moslims zelfs een meerderheid: Kardzjali (70%) en Razgrad (51%). Er woont tevens ook een grote islamitische minderheid in de oblasten Smoljan (40%), Targovisjte (38%), Silistra (38%) en Sjoemen (34%).

Er woont een kleine joodse gemeenschap van 706 mensen, bijna allen woonachtig in de stad Sofia. In de volkstelling van 1992 verklaarden nog 3461 mensen aanhanger van het jodendom te zijn. Voor de Tweede Wereldoorlog leefden er bijna vijftigduizend joden in Bulgarije.

Slechts een klein deel van de bevolking praktiseert zijn religie. Onder het communistisch regime is de invloed van religie enorm gedaald. Het zondagse kerkbezoek onder christenen schommelt rond de tien procent, terwijl veel moslims gewoon alcohol drinken, niet vasten en niet bidden. In de volkstelling van 2011 gaf zo'n 22% geen antwoord op de vraag welk geloof ze aanhangen, terwijl ruim 9% vermeldde atheïstisch of agnostisch te zijn.

Taal

De officiële taal van het land is het Bulgaars, dat met het cyrillische alfabet wordt geschreven. Minderheden spreken Turks en Romani.

Urbanisatie

Sofia, naast de hoofdstad ook de stad met de meeste inwoners van Bulgarije
Zie Lijst van steden in Bulgarije voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Bulgarije telt 5278 nederzettingen, waarvan 257 steden en 5021 dorpen. De grootste stad is Sofia met omstreeks 1,2 miljoen inwoners, en de kleinste stad is Melnik met ruim tweehonderd inwoners. Het grootste dorp is Lozen, nabij oblast Sofia, gevolgd door het dorp Aydemir in oblast Silistra. Beide dorpen hebben ongeveer zesduizend inwoners.

Eind 2018 woonde 73,7 procent van de Bulgaarse bevolking in steden. De oblasten met de hoogste urbanisatiegraad zijn: de stad Sofia, Varna en Gabrovo. Daarentegen hebben de oblasten Kardzjali, Silistra en Razgrad de laagste urbanisatiegraad.

Economie

Zie Economie van Bulgarije voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Export

Traditioneel is Bulgarije een landbouwland. Na de Tweede Wereldoorlog is het land door de communisten aanzienlijk geïndustrialiseerd. De belangrijke industrieën zijn de machinebouw, metaalbewerking, voedselverwerking, techniek en de productie van chemische producten, textiel en elektronica. De belangrijkste mineralen van Bulgarije zijn bauxiet, koper, lood, zink, steenkool, bruinkool, ijzererts, olie en aardgas.

De landbouw vertegenwoordigt meer dan 20 procent van het bruto nationaal product en stelt hetzelfde percentage van het aantal arbeidskrachten te werk. De belangrijkste gewassen zijn tarwe, koolzaad, graan, gerst, groenten en tabak. Druiven en ander fruit, evenals rozen, worden ook gekweekt, en de productie van wijn en brandewijn is belangrijk voor de economie.

Tot 1989 had het land een economie in de Sovjetstijl, waarin bijna alle landbouw en industriële ondernemingen door de staat beheerd werden. Een stagnerende economie, tekort aan voedsel, energie, en consumptiegoederen, een enorme buitenlandse schuld en verouderde en inefficiënte industriële complexen spoorden pogingen aan tot marktgerichte hervorming in de jaren negentig. De economie van Bulgarije zakte na 1989 door het uiteenvallen van de Sovjet-Unie aanvankelijk sterk in, waarbij de levensstandaard daalde met 40 procent.

De Bulgaarse munteenheid is de lev, die een vaste koers heeft ten opzichte van de euro: 1 euro = 1,95583 lev.

Euro en Bulgarije

In Brussel is unaniem besloten dat Bulgarije mag beginnen met de voorbereiding voor toetreding van de euro als nationale munt [(sinds) wanneer?]. Vóór het zover is moet Bulgarije aan een groot aantal economische voorwaarden voldoen, de bankensector versterken en bovendien corruptie en de georganiseerde misdaad aanpakken.

Cultuur

De Bulgaarse muziek is onder liefhebbers van wereldmuziek of volksmuziek geliefd vanwege het voorkomen van onregelmatige maatsoorten. De Bulgaarse muziek heeft meerdere moderne muziekstijlen beïnvloed.

Bulgarijes voornaamste (klassieke) componist was Pancho Vladigerov, wiens werk grote populariteit geniet. Het Conservatorium in Sofia is naar hem genoemd, alsmede een tweejaarlijks terugkerend muziekconcours in Sjoemen.

Onder meer de operazangers Nicolai Ghiaurov, Boris Christoff, Raina Kabaivanska, Ghena Dimitrova, Anna Veleva, de harpiste Anna-Maria Ravnopolska-Dean, alsmede de succesvolle kunstenaars Christo, Jules Pascin, Vladimir Dimitrov hebben de cultuur van Bulgarije in het buitenland populair gemaakt.

De Bulgaren gebruiken het cyrillisch alfabet. Methodius en Cyrillus van Saloniki die het alfabet ontwikkelden zijn belangrijke personen in de geschiedenis van Bulgarije. Ze kwamen uit Thessaloniki, dat destijds tot het Bulgaarse rijk behoorde.

De laatste tijd is de Bulgaarse volkspop, ook wel 'chalga' genoemd (uitgesproken als 'tsjalka'), erg populair geworden. Chalga staat volledig los van traditionele muziek en bevat veel Arabische, Turkse, Romani en Griekse invloeden. Chalga is vergelijkbaar met 'manele' uit Roemenië, arabeskpop uit Turkije en 'turbofolk' in Servië. Het dansritme wordt 'kuchek' genoemd en bestaat ook in de rest van de Balkan. De meeste chalga-muzikanten zijn etnische Roma of Turken. De populairste chalgazangers zijn: Azis, Toni Storaro en zijn zoon Fiki Storaro, Andrea, Anelia, Emilia, Galena, Galin, Kamelia, Preslava, Desi Slava, Sofi Marinova, Gergana, Malina, Tanya Boeva en Dzhena.

UNESCO-werelderfgoed

Bestuur en instellingen

Politiek systeem

Het gebouw van de Nationale Vergadering

Bulgarije is een parlementaire democratie met als staatshoofd een president die elke vijf jaar rechtstreeks wordt gekozen. Sinds januari 2017 wordt deze functie bekleed door Rumen Radev die op 13 november 2016 is gekozen als opvolger van Rosen Plevneliev.[9] De volksvertegenwoordiging bestaat uit één kamer, de Nationale Vergadering (Narodno Sobranie). Deze telt 240 leden die gekozen worden via algemeen en enkelvoudig kiesrecht voor een periode van vier jaar. De verkiezing van de Nationale Vergadering verloopt via het stelsel van evenredige vertegenwoordiging.

Bestuurlijke indeling

Zie Bestuurlijke indeling van Bulgarije voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Sinds 1999 bestaat Bulgarije uit 28 oblasten, die alle zijn genoemd naar de regionale hoofdstad. De nationale hoofdstad, Sofia, vormt een eigen district. Tussen 1987 en 1999 was het land onderverdeeld in negen grotere oblasten.

De oblasten zijn onderverdeeld in gemeenten (obsjtina, meervoud: obsjtini).

Onderwijs

De instellingen van hoger onderwijs zijn de universiteiten van Sofia, Plovdiv, Veliko Tarnovo en Varna.

Het percentage inwoners met een tertiaire opleiding bedraagt 19,6% in 2011. Onder vrouwen (22,3%) is dit percentage hoger dan onder mannen (16,7%). De stad Sofia heeft het hoogste percentage inwoners met een tertiaire opleiding, gevolgd door de oblasten Varna en Plovdiv. In Kardzjali, Targovisjte en Razgrad hebben inwoners het minst vaak een tertiaire opleiding gevolgd.

Volgens de nationale volkstelling van 2011 zijn ongeveer 112.800 inwoners, ofwel 1,7% van de bevolking, analfabeet. Dit percentage varieert enorm per etnische groep: onder Bulgaren is dit percentage 0,5%, onder Turken 5,2% en onder Roma is dit percentage 14,5%. Het percentage analfabeten verschilt ook per oblast: van 0,4% in de stad Sofia en in oblast Pernik tot 5,2% in oblast Kardzjali en 5,7% in oblast Sliven.

Verkeer en vervoer

Trakia Autosnelweg

Bulgarije is een belangrijk doorvoerland tussen Midden-Europa en Turkije. Het land ligt aan vier pan-Europese transportcorridors. Tot corridor nr. IX behoort de oudste van de twee bruggen over de Donau naar Roemenië, de Vriendschapsbrug uit 1954. De tweede brug, Brug van het nieuwe Europa, werd opgeleverd in 2013 en maakt deel uit van corridor nr. IV.

Bulgarije beschikt over 4224 km spoorwegen: de eerste spoorlijn werd in 1866 aangelegd. De frequentie van de treinen is laag en voor het interlokale verkeer is de bus doorgaans sneller. Het plaatselijke busvervoer is in onafhankelijke stadsmaatschappijen ingedeeld; een kaartje van de ene stad is in de andere niet geldig.

Er zijn vier internationale luchthavens: in Sofia, Varna, Boergas en Plovdiv.

Bulgarije beschikt met Varna en Boergas over twee zeehavens aan de Zwarte Zee. De grootste binnenhaven bevindt zich bij Roese aan de Donau.

Bulgarije is bezig met het uitbreiden van een autosnelwegennetwerk, dat alle grote steden met elkaar zal verbinden.

Op andere Wikimedia-projecten