Eendenkooi

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Martin Borsje (overleg | bijdragen) op 12 mei 2017 om 21:54. (→‎Modern gebruik)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Voor het gelijknamige dierenpark, zie Eendenkooi (Berlare)
Werking eendenkooi (filmpje uit 1974)

Een eendenkooi is van oorsprong een plek waar in het wild levende eenden werden gevangen voor consumptie. Een eendenkooi bestaat uit een flinke vijver waar enkele smalle sloten op uitkomen, de zogenaamde vangpijpen. Eenden die uit een kouder wordend gebied getrokken zijn om in een warmer gebied te overwinteren, zoeken vaak een plek waar ze kunnen uitrusten van de reis. Om deze overvliegende eenden te lokken houdt de beheerder op de kooiplas een aantal gekortwiekte 'staleenden' die hij dagelijks voert, ze zijn gewend aan de kooiker met zijn kooikerhond.

Geschiedenis

De vanginrichting voor waterwild dateert zeker uit de middeleeuwen. Waarschijnlijk is hij ontstaan uit een systeem met fuiken die net boven water stonden opgesteld. Een vroege vermelding is uit Engeland waar in 1280 toestemming wordt gevraagd voor het oprichten van een eendenkooi. De mogelijk oudste nog bestaande eendenkooi van in de Lage Landen bevindt zich bij het kasteel Marnix de Sainte-Aldegonde te Bornem in de provincie Antwerpen. Deze kooi wordt het eerst vermeld in 1318 en dateert in zijn huidige vorm van 1534. In Denemarken, Noord-Duitsland, Engeland en de Nederlanden zijn door de eeuwen heen eendenkooien opgericht. In het huidige Nederland is de locatie van zo'n 3000 van deze 'vangstallen' bekend, de meeste waren in gebruik in de 17e eeuw.

Stilte en rust rond de kooi worden al eeuwenlang gewaarborgd door het zogenoemde afpalingsrecht. In een cirkel van circa 500 tot 1.500 meter rond een eendenkooi zijn geen activiteiten toegestaan die de eenden kunnen verstoren of wegjagen. De belangrijkste daarvan is van oudsher de jacht door derden.

Werkwijze

Einde van de vangpijp
De rietschermen

Als het jachtseizoen geopend is laat de kooiker zijn hond, het kooikerhondje, langs de pijp lopen om de op de plas rustende vreemde eenden te lokken. De pijp is aan weerszijden voorzien van rietschermen zodat de eenden de kooiker niet kunnen zien. Het hondje laat hij voor en achter langs de schermen lopen. De eenden, nieuwsgierig geworden door het gedrag van het kooikerhondje met zijn opvallende grote witte staart, die steeds weer verdwijnt en een eindje verder weer tevoorschijn komt, zwemmen achter het hondje aan de steeds nauwer wordende pijp in. Dan komt de kooiker achter de schermen vandaan en jaagt de eenden op. De eenden vliegen dan verder de pijp in het licht tegemoet. Het kooibos rond de kooiplas wordt namelijk aan het eind van elke pijp opengehouden. De eenden vliegen uiteindelijk tegen de zogenaamde spiegel, een schuin gespannen net aan het einde van de pijp. Ze vallen dan naar beneden en kruipen naar de enige schijnbare uitweg aan het einde van de pijp, het vanghokje. De kooiker laat het vanghokje dichtvallen zodat de eenden gevangenzitten en niet meer terug kunnen.

Modern gebruik

Anno 2010 worden nog maar weinig eenden voor consumptie gevangen. Het aantal eenden dat jaarlijks door jagers geschoten wordt is veel groter. In Nederland zijn er nog ongeveer 119 eendenkooien geregistreerd. Ze zijn op kaarten en vanuit de lucht vaak te herkennen aan het typische model van de plas in de vorm van een H.

Eendenkooien worden steeds vaker gebruikt om eenden te ringen voor wetenschappelijk onderzoek. Door middel van ringonderzoek kan een telling bijgehouden worden van watervogels die zich in een bepaald gebied bevinden. Enkele eendenkooien zijn gebruikt om onderzoek te doen naar vogelgriep bij het waterwild. De beperking van activiteiten volgens het afpalings- of kooikersrecht maakt dat veel kooien tot natuurgebied zijn geworden.

Zie ook

Zie de categorie Eendenkooien van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.