Keizer Karel V: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Kleine herindeling en diverse aanvullingen
Regel 49: Regel 49:
Aan het hof van zijn tante [[Margaretha van Oostenrijk (1480-1530)|Margaretha]] werd Karel vanaf 1507 in de praktijk opgevoed door [[Willem van Croy]], heer van Chièvres en Adriaan van Utrecht, de latere [[paus Adrianus VI]]. Naast de klassieke ridderlijke vaardigheden, zoals het zwaardvechten en de jacht, probeerden zij hem ook de nieuwe [[Humanisme|humanistische idealen]] bij te brengen, maar daarvoor interesseerde de jonge Karel zich een heel stuk minder. Grootkanselier [[Jean le Sauvage]] bracht hem de beginselen van politiek en bestuur bij.
Aan het hof van zijn tante [[Margaretha van Oostenrijk (1480-1530)|Margaretha]] werd Karel vanaf 1507 in de praktijk opgevoed door [[Willem van Croy]], heer van Chièvres en Adriaan van Utrecht, de latere [[paus Adrianus VI]]. Naast de klassieke ridderlijke vaardigheden, zoals het zwaardvechten en de jacht, probeerden zij hem ook de nieuwe [[Humanisme|humanistische idealen]] bij te brengen, maar daarvoor interesseerde de jonge Karel zich een heel stuk minder. Grootkanselier [[Jean le Sauvage]] bracht hem de beginselen van politiek en bestuur bij.


Aan het Bourgondische hof was Frans de voertaal en daarmee was dit Karels moedertaal. In de dagelijkse omgang had hij zich wat Nederlands aangeleerd, waarmee hij zich ook enigszins kon redden in het daaraan toendertijd nauw verwante [[Nederduits]]. Tijdens zijn eerste reis naar Spanje leerde hij ook vloeiend Spaans. Volgens de overlevering zou hij zelf gezegd hebben: "''Ik spreek Spaans tegen God, Italiaans tegen vrouwen, Frans tegen mannen en Duits tegen mijn paard''".
Aan het Bourgondische hof was Frans de voertaal en daarmee was dit Karels moedertaal. In de dagelijkse omgang had hij zich wat Nederlands aangeleerd, waarmee hij zich ook enigszins kon redden in het daaraan toendertijd nauw verwante [[Nederduits]]. Tijdens zijn eerste reis naar Spanje leerde hij ook vloeiend Spaans. Volgens de overlevering zou hij in latere jaren zelf gezegd hebben: "''Ik spreek Spaans tegen God, Italiaans tegen vrouwen, Frans tegen mannen en Duits tegen mijn paard''".


==Huwelijk en kinderen==
==Huwelijk en kinderen==
[[Afbeelding:Tizian_057.jpg|right|thumb|175px|Isabella van Portugal (1503-1539) Schilderij door [[Titiaan]]]]
[[Afbeelding:Tizian_057.jpg|right|thumb|175px|Isabella van Portugal (1503-1539) Schilderij door [[Titiaan]]]]
Karel V trouwde op 10 maart 1526 in [[Sevilla]] met de toen 23-jarige [[Isabella van Portugal (1503-1539)|Isabella van Portugal]]. Dit huwelijk was in eerste instantie bedoeld om nauwere banden met het Spaanse buurland Portugal aan te gaan. Bovendien was Isabella een nicht van Karel, zodat een pauselijke dispensatie voor dit huwelijk nodig was. Het zou een relatief gelukkig huwelijk worden, ondanks dat het om politieke redenen gesloten was en ze elkaar vaak jarenlang niet zagen. Zij kregen één zoon, twee dochters en twee zoontjes die reeds kort na hun geboorte stierven.
Karel V trouwde op 10 maart 1526 in [[Sevilla]] met de toen 23-jarige [[Isabella van Portugal (1503-1539)|Isabella van Portugal]]. Dit huwelijk was in eerste instantie bedoeld om nauwere banden met het Spaanse buurland Portugal aan te gaan. Bovendien was Isabella een nicht van Karel, zodat een pauselijke dispensatie voor dit huwelijk nodig was. Na het huwelijk vond een huwelijksreis door Zuid-Spanje plaats, die bijna een jaar duurde. Het zou een relatief gelukkig huwelijk worden, ondanks dat het om politieke redenen gesloten was en ze elkaar vaak jarenlang niet zagen. Zij kregen één zoon, twee dochters en twee zoontjes die reeds kort na hun geboorte stierven.


* [[Filips II van Spanje|Filips II]] ([[21 mei]] [[1527]] – [[13 september]] [[1598]]), getrouwd met, achtereenvolgens, [[Maria Emanuela van Portugal|Maria van Portugal]] (1527 – [[1545]]), [[Maria I van Engeland]] (1516 - [[1558]]), [[Elisabeth van Valois]] ([[1545]] - [[1568]]) en [[Anna van Oostenrijk (1549-1580)]]
* [[Filips II van Spanje|Filips II]] ([[21 mei]] [[1527]] – [[13 september]] [[1598]]), getrouwd met, achtereenvolgens, [[Maria Emanuela van Portugal|Maria van Portugal]] (1527 – [[1545]]), [[Maria I van Engeland]] (1516 - [[1558]]), [[Elisabeth van Valois]] ([[1545]] - [[1568]]) en [[Anna van Oostenrijk (1549-1580)]]
Regel 66: Regel 66:


==De erflanden==
==De erflanden==
[[Afbeelding:Karel-V-rijken.jpg|right|thumb|300px|Het [[Heilige Roomse Rijk]] en de erflanden van Karel V tegen het eind van zijn regeerperiode]]
De kern van het latere wereldrijk van Karel V werd gevormd door de erflanden, dat wil zeggen de gebieden die hij van zijn voorouders erfde. Net zoals zijn totale rijk, waren ook deze erflanden geen eenheid, maar vormden een [[personele unie]] van tientallen afzonderlijke gebieden, uiteenlopend van grote koninkrijken, hertogdommen, graafschappen, tot soms heel kleine heerlijkheden. De kaart geeft de situatie weer op het toppunt van zijn heerschappij (hierop zijn de overzeese gebieden niet weergegeven). Hoewel Karel vaak oorlog heeft gevoerd, moest hij daarbij meestal zijn eigen gebieden verdedigen tegen buitenlandse invallen. Alleen het grondgebied van de Nederlanden heeft hij aanzienlijk kunnen vergroten.
De kern van het latere wereldrijk van Karel V werd gevormd door de erflanden, dat wil zeggen de gebieden die hij van zijn voorouders erfde. Net zoals zijn totale rijk, waren ook deze erflanden geen eenheid, maar vormden een [[personele unie]] van tientallen afzonderlijke gebieden, uiteenlopend van grote koninkrijken, hertogdommen, graafschappen, tot soms heel kleine heerlijkheden. De kaart geeft de situatie weer op het toppunt van zijn heerschappij (hierop zijn de overzeese gebieden niet weergegeven). Hoewel Karel vaak oorlog heeft gevoerd, moest hij daarbij meestal zijn eigen gebieden verdedigen tegen buitenlandse invallen. Alleen het grondgebied van de Nederlanden heeft hij aanzienlijk kunnen vergroten.

[[Afbeelding:Karel-V-rijken.jpg|right|thumb|300px|Het [[Heilige Roomse Rijk]] en de erflanden van Karel V tegen het eind van zijn regeerperiode]]


===De Bourgondische erflanden===
===De Bourgondische erflanden===
In 1506, toen zijn vader Filips de Schone stierf, erfde Karel al diens landsheerlijkheden die tesamen de [[Bourgondische Nederlanden|Bourgondische]] en later de [[Habsburgse Nederlanden]] genoemd werden. De belangrijkste waren het hertogdom Brabant, de graafschappen Vlaanderen en Holland en het Vrijgraafschap Bourgondië ([[Franche-Comté]]). Zijn grootvader [[Maximiliaan I van het Heilige Roomse Rijk|Maximiliaan I van Oostenrijk]] zou tot 1515 het regentschap waarnemen voor de minderjarige Karel.
In 1506, toen zijn vader Filips de Schone stierf, erfde Karel al diens landsheerlijkheden die tesamen de [[Bourgondische Nederlanden|Bourgondische]] en later de [[Habsburgse Nederlanden]] genoemd werden. De belangrijkste waren het hertogdom Brabant, de graafschappen Vlaanderen en Holland en het Vrijgraafschap Bourgondië ([[Franche-Comté]]). Omdat Karel nog minderjarig was, nam zijn grootvader [[Maximiliaan I van het Heilige Roomse Rijk|Maximiliaan I van Oostenrijk]] het regentschap op zich, maar omdat zijn aanwezigheid elders in Europa nodig was, benoemde hij zijn dochter [[Margaretha van Oostenrijk (1480-1530)|Margaretha van Oostenrijk]] tot [[landvoogd]]es van de Nederlanden. Zij resideerde in [[heerlijkheid Mechelen|Mechelen]] en maakte deze stad tot de feitelijke hoofdstad van de toenmalige Nederlanden.


Margaretha's taak eindigde formeel toen Karel op 5 januari 1515 in een plechtige vergadering van de [[Staten-Generaal van de Nederlanden|Staten-Generaal]] in het [[Paleis op de Koudenberg]] in Brussel meerderjarig werd verklaard. Vanwege haar ervaring bleef zijn tante Margaretha wel een belangrijke rol in de regering spelen, mede omdat Karel direct na zijn aantreden begon met een lange rondreis door zijn nieuwe [[landsheerlijkheid|landsheerlijkheden]]. Daarbij vond in vele steden de traditionele [[blijde intrede]] (''Joyeuse Entrée'') plaats, waarbij hij als de nieuwe vorst door zijn onderdanen gehuldigd werd.
Omdat Maximiliaan het te druk had met zijn andere regeringstaken en militaire campagnes, benoemde hij zijn dochter Margaretha van Oostenrijk tot [[landvoogd]]es van de Nederlanden, een functie die ook onder Karel en zijn opvolgers bleef bestaan. Margaretha resideerde in [[heerlijkheid Mechelen|Mechelen]], leidde van daaruit de Nederlanden en maakte van de stad de hoofdstad der toenmalige Nederlanden.


===Gulden Vlies, embleem en motto===
===Gulden Vlies, embleem en motto===
Regel 93: Regel 92:


===De Oostenrijkse erflanden===
===De Oostenrijkse erflanden===
Toen Karels grootvader [[Maximiliaan I van het Heilige Roomse Rijk|Maximiliaan I van Oostenrijk]] op 12 januari 1519 overleed, erfde hij ook nog de Oostenrijkse erflanden, bestaande uit het [[Aartshertogdom Oostenrijk beneden de Enns|aartshertogdom Oostenrijk]], de hertogdommen [[Hertogdom Stiermarken|Stiermarken]], [[Hertogdom Karinthië|Karinthië]] en [[Krain]] en het graafschap [[Vorstelijk Graafschap Tirol en het Land Vorarlberg|Tirol]] en enkele andere titels. Tegen de wil van Karel, wist zijn broer [[Ferdinand I|Ferdinand]] te bereiken dat deze Oostenrijkse erflanden bij het Verdelingsverdrag van Worms van 21 april 1521 aan hem werden overgedragen. Hiermee werd de basis gelegd voor de latere splitsing van het huis [[Habsburg]] in een Spaanse en een Oostenrijkse tak. Als hoofd van het huis Habsburg bleef Karel wel de titel aartshertog van Oostenrijk voeren.
Toen Karels grootvader [[Maximiliaan I van het Heilige Roomse Rijk|Maximiliaan I van Oostenrijk]] op 12 januari 1519 overleed, erfde hij ook nog de [[Oostenrijkse erflanden]], bestaande uit het [[Aartshertogdom Oostenrijk beneden de Enns|aartshertogdom Oostenrijk]], de hertogdommen [[Hertogdom Stiermarken|Stiermarken]], [[Hertogdom Karinthië|Karinthië]] en [[Krain]] en het graafschap [[Vorstelijk Graafschap Tirol en het Land Vorarlberg|Tirol]] en enkele andere titels. Tegen de wil van Karel, wist zijn broer [[Ferdinand I|Ferdinand]] te bereiken dat deze Oostenrijkse erflanden bij het Verdelingsverdrag van Worms van 21 april 1521 aan hem werden overgedragen. Hiermee werd de basis gelegd voor de latere splitsing van het huis [[Habsburg]] in een Spaanse en een Oostenrijkse tak. Als hoofd van het huis Habsburg bleef Karel wel de titel aartshertog van Oostenrijk voeren.


==Het keizerschap==
==Het keizerschap==
Regel 122: Regel 121:
Gattinara liet het echter niet bij een politieke theorie, maar kwam ook met heel concrete plannen voor hoe de keizerlijke regering in de praktijk vormgegeven zou moeten worden. Als "grootkanselier aller rijken en landen" van Karel V zag hij voor zichzelf een rol weggelegd als leider van centraal keizerlijk bestuursapparaat, dat rechtstreeks bevoegd zou zijn voor alle aangelegenheden van al Karels gebieden. Zelfs had hij daarvoor één uniform munt- en rechtsstelsel in gedachten. <ref>Hierover: Headley, John M., "The Emperor and His Chancellor: A Study of the Imperial Chancellery under Gattinara", Cambridge University Press, Cambridge/New York 1983.</ref> Topfiguren uit de Spaanse regering zagen dit centralistische concept van Gattinara echter niet zitten en ook Karel zelf vreesde dat hij hierdoor al te afhankelijk zou worden van zijn oude grootkanselier.
Gattinara liet het echter niet bij een politieke theorie, maar kwam ook met heel concrete plannen voor hoe de keizerlijke regering in de praktijk vormgegeven zou moeten worden. Als "grootkanselier aller rijken en landen" van Karel V zag hij voor zichzelf een rol weggelegd als leider van centraal keizerlijk bestuursapparaat, dat rechtstreeks bevoegd zou zijn voor alle aangelegenheden van al Karels gebieden. Zelfs had hij daarvoor één uniform munt- en rechtsstelsel in gedachten. <ref>Hierover: Headley, John M., "The Emperor and His Chancellor: A Study of the Imperial Chancellery under Gattinara", Cambridge University Press, Cambridge/New York 1983.</ref> Topfiguren uit de Spaanse regering zagen dit centralistische concept van Gattinara echter niet zitten en ook Karel zelf vreesde dat hij hierdoor al te afhankelijk zou worden van zijn oude grootkanselier.


Gattinara overleed op 5 juni 1530, maar niet nadat hij nog heeft mogen meemaken dat Karel V op 24 februari van dat jaar, diens 30e verjaardag, in [[Bologna (stad)|Bologna]] tot keizer werd gekroond door paus [[Paus Clemens VII|Clemens VII]]. Het zou de laatste keer zijn dat een [[keizer]] door de paus gekroond werd.
Gattinara overleed op 5 juni 1530. Kort tevoren had hij nog wel zijn langgekoesterde wens in vervulling zien gaan, toen Karel V op 24 februari van dat jaar, diens 30e verjaardag, in [[Bologna (stad)|Bologna]] tot keizer werd gekroond door paus [[Paus Clemens VII|Clemens VII]]. Het zou de laatste keer zijn dat een [[keizer]] door de paus gekroond werd.


===Het regentschapssysteem===
===Het regentschapssysteem===
Regel 134: Regel 133:
Elk van deze regenten kreeg een publieke volmacht waarmee hij of zij de volledige bevoegdheden kreeg om staatkundig als het alter ego van Karel V te kunnen fungeren. In een geheime restrictie werd vervolgens bepaald welke rechten Karel aan zichzelf voorbehield of welke beslissingen aan hem ter goedkeuring dienden te worden voorgelegd.
Elk van deze regenten kreeg een publieke volmacht waarmee hij of zij de volledige bevoegdheden kreeg om staatkundig als het alter ego van Karel V te kunnen fungeren. In een geheime restrictie werd vervolgens bepaald welke rechten Karel aan zichzelf voorbehield of welke beslissingen aan hem ter goedkeuring dienden te worden voorgelegd.


De centrale aansturing van deze regenten deed Karel voortaan persoonlijk, bijgestaan door een kleine flexibele staf. Na het overlijden van Gattinara had hij namelijk geen nieuwe [[kanselier (historisch)|grootkanselier]] meer benoemd, maar werkte hij op een meer informele manier samen met de staatssecretaris [[Francisco de los Cobos]] voor Spaanse zaken en met [[Nicolas Perrenot de Granvelle]] voor alle overige aangelegenheden. Deze laatste was Gattinara alleen als [[grootzegelbewaarder]] opgevolgd, maar ging in de praktijk al gauw als Karels eerste minister fungeren.
De centrale aansturing van deze regenten deed Karel voortaan persoonlijk, bijgestaan door een kleine flexibele staf. Na het overlijden van Gattinara had hij namelijk geen nieuwe [[kanselier (historisch)|grootkanselier]] meer benoemd, maar werkte hij op een meer informele manier samen met de staatssecretaris [[Francisco de los Cobos]] voor Spaanse zaken en met [[Nicolas Perrenot de Granvelle]] voor alle overige aangelegenheden. Deze laatste was Gattinara alleen als [[grootzegelbewaarder]] opgevolgd, maar fungeerde in de praktijk als Karels eerste minister. Granvelle sr. werd na zijn overlijden in 1550 opgevolgd door zijn zoon en naaste medewerker [[Antoine Perrenot de Granvelle]].


Met dit regentschapssysteem had Karel V afstand genomen van de plannen voor een gecentraliseerde superstaat en gekozen voor centralisatie op lager, nationaal niveau. Daarmee zette hij in op de vorming van moderne eenheidsstaten in Spanje en de Nederlanden en gaf hij zelfs de aanzet voor moderne staatsvorming in Duitsland. De keerzijde hiervan was dat de aansturing op internationaal niveau nu een volledig persoonlijke aangelegenheid was geworden en deze zou dan ook met zijn troonsafstand in 1555 verloren gaan.
Met dit regentschapssysteem had Karel V afstand genomen van de plannen voor een gecentraliseerde superstaat en gekozen voor centralisatie op lager, nationaal niveau. Daarmee zette hij in op de vorming van moderne eenheidsstaten in Spanje en de Nederlanden en gaf hij zelfs de aanzet voor moderne staatsvorming in Duitsland. De keerzijde hiervan was dat de aansturing op internationaal niveau nu een volledig persoonlijke aangelegenheid was geworden. De eenheid van macht en gezag ging dan ook verloren toen met Karels troonsafstand in 1555/1556 de Spaanse en Nederlandse erflanden overgingen op zijn zoon [[Filips II van Spanje|Filips]], maar het keizerschap op zijn broer [[Ferdinand I van het Heilige Roomse Rijk|Ferdinand]]. Hierdoor bleef de Spaanse macht zonder erkend internationaal gezag en werd het keizerschap een vrijwel inhoudsloos aanhangsel van het Duitse koningschap. <ref>Horst Rabe, "Deutsche Geschichte 1500-1600, das Jahrhundert der Glaubensspaltung", C.H. Beck, München 1991, p. 643.</ref>


==Strijd op Europees niveau==
==De Nederlandse staatsvorming==

===De Ottomaanse dreiging===

Vanoudsher was de strijd tegen de Islam en de bevrijding van Jeruzalem één van de hoofdtaken van de Rooms-Duitse keizer, maar na de laatste [[kruistocht]] in 1270 was geen keizer daar meer aan toe gekomen. Na de val van [[Constantinopel]] in 1453 rukte het [[Ottomaanse rijk]] echter steeds verder richting West-Europa en ging een bedreiging voor de Habsburgse landen vormen.

Karel werd echter niet alleen vanuit het keizerschap tot de bestrijding van de Ottomanen geïnspireerd: als koning van Aragon voerde hij namelijk ook de titel [[Koninkrijk Jeruzalem|koning van Jeruzalem]] en ook van de [[Bourgondische hertogen]] had hij een ridderlijk kruistochtideaal geërfd. Karel had dit tot uitdrukking gebracht in zijn embleem en motto. Tot een herovering van Jeruzalem zou het nooit komen, het tot staan brengen van de Ottomaanse expansie zou al meer dan genoeg inspanningen vergen.

Met de slag bij [[Mohács]] in 1526 veroverde sultan [[Süleyman I]] grote delen van het [[koninkrijk Hongarije (1000-1526)|koninkrijk Hongarije]] en in 1529 rukte hij zelfs op tot voor de poorten van [[Wenen]]. Deze aanval kon door Karels broer [[Ferdinand I van het Heilige Roomse Rijk|Ferdinand]] vrijwel geheel zelfstandig worden afgeslagen. Karel streed op dat moment in Italië met zijn troepen tegen Frankrijk. In 1532 deed de sultan wederom een poging om Wenen te veroveren, maar dit keer bracht Karel een leger van 80.000 man op de been, waarop het Ottomaanse leger zich terugtrok.
[[Afbeelding:Charles_quint_a_tunis.png|thumb|280px|right|De verovering van Tunis door keizer Karel V in 1535]]
De Ottomaanse sultan veroverde in 1529 [[Algiers]] en in 1534 [[Tunis]] en ging bovendien militaire steun geven aan de [[Barbarijse zeerovers]], die nu vanaf de Noord-Afrikaanse kust de handel op de [[Middellandse zee]] bedreigden, Spaanse schepen overvielen en de kusten van Karels Spaanse en Italiaanse gebieden plunderden. Aan het hoofd van een legermacht van ca. 60.000 man kon Karel V in 1535 de vloot van de sultan vernietigen. Vervolgens wist hij na een korte belegering van de vesting La Goletta op 14 juli 1535 de stad Tunis weer op de Ottomanen te veroveren. Hiermee was de rust aan het zuidelijk front voorlopig hersteld.

In 1541 laaide de strijd in Hongarije weer op en in 1543 sloot sultan [[Süleyman I]] bovendien een informele coalitie met de Franse koning [[Frans I van Frankrijk|Frans I]]. Gezamelijk voerden zij daarop een aanval uit op [[Nice]], een strategische havenstad in handen van Karels bondgenoot, hertog [[Karel III van Savoye]]. Deze strijd op vele fronten noopte Karel om in 1547, samen met zijn broer [[Ferdinand I van het Heilige Roomse Rijk|Ferdinand]] als koning van Hongarije, en tegen een jaarlijke tribuutbetaling van 50.000 dukaten, een wapenstilstand voor 5 jaar met de sultan te sluiten. In deze overeenkomst werd Karel niet als keizer, maar slechts als koning van Spanje aangeduid, aangezien de sultan zichzelf, hoewel hij geen christen was, toch als opvolger van de Byzantijnse keizers en daarmee als de enige ware ''caesar'' zag.

===De oorlogen met Frankrijk===

Gedurende een groot deel van zijn regeerperiode voerde Karel oorlog met Frankrijk. Dit land voelde zich bedreigd doordat het aan alle kanten omringd was door landen van Karel V en met name de Franse koning [[Frans I van Frankrijk|Frans I]] werd zijn grote tegenspeler in de strijd om de hegemonie in Europa.

[[Afbeelding:Franz_I_und_Karl_V.JPG|thumb|250px|left|De gezamelijke intocht van [[Frans I van Frankrijk|Frans I]] en Karel V in Parijs in 1540. Fresco in [[Caprarola]]]]
In 1515 behaalde [[Frans I van Frankrijk]] tijdens de [[Oorlog van de Liga van Kamerijk]] een grote overwinning in de [[Slag van Marignano]] tegen Milaan, dat toebehoorde aan [[Ferdinand II van Aragón|Ferdinand V van Aragón]]. In [[1516]] legde hij Karel V, die ondertussen Ferdinand was opgevolgd, de [[Vrede van Noyon]] ([[1516]]) op. Daarop smeedde Karel een coalitie met [[Paus Leo X]] en koning [[Hendrik VIII van Engeland]]. In de volgende oorlog, de [[Italiaanse Oorlog van 1521 - 1526]], leed [[Frans I van Frankrijk|Frans I]] tijdens de [[Slag bij Pavia (1525)|Slag bij Pavia]] een zware nederlaag en werd gevangengenomen door Karel V, die hem dwong om de [[Vrede van Madrid]] ([[1526]]) te aanvaarden, waarin Frans I al zijn aanspraken op [[Italië|Noord-Italië]] opgaf.

Bijna onmiddellijk hierna ontstond er een nieuwe alliantie, waarvan Frans I het machtigste lid was: de [[Liga van Cognac]], waarin Engeland, [[Paus Clemens VII|Clemens VII]], Venetië, Milaan en Florence zijn bondgenoten waren.
Karel versloeg eerst de zwakste van zijn tegenstanders, de paus. In [[1527]] namen zijn troepen Rome in en plunderden dat, tegen zijn bedoeling in, op een schaal die sinds de tijd van de [[Vandalen]] niet meer was voorgekomen. Deze ramp ging de geschiedenis in als de [[Plundering van Rome|''Sacco di Roma'']]. Vervolgens werd het door de pest verzwakte Franse leger verslagen voor de poorten van [[Napels (stad)|Napels]]. Hierop sloot Karel V opnieuw een vredesverdrag met Frankrijk, de [[Damesvrede van Kamerijk]] (1529), dat de bepalingen van het Verdrag van Madrid bevestigde. Paus Clemens VII werd verplicht Karel tot Rooms keizer te kronen ([[Bologna (stad)|Bologna]], [[1530]]), de laatste keizerkroning door een paus in de geschiedenis.

==Politiek op nationaal niveau==
===De Nederlandse staatsvorming===
In navolging van zijn Bourgondische voorouders, ging Karel V verder met het omvormen van de Nederlanden tot één staat. Hiertoe voerde hij een drie-sporenbeleid:
In navolging van zijn Bourgondische voorouders, ging Karel V verder met het omvormen van de Nederlanden tot één staat. Hiertoe voerde hij een drie-sporenbeleid:
* Vorming van een territoriale eenheid
* Vorming van een territoriale eenheid
Regel 157: Regel 182:
Na de dood van zijn tante [[Margaretha van Oostenrijk (1480-1530)|Margaretha van Oostenrijk]] op 1 december 1530, benoemde Karel V in 1531 zijn zuster [[Maria van Hongarije (1505-1558)|Maria van Hongarije]] tot haar opvolger als landvoogdes van de Nederlanden. Met haar eruditie en daadkrachtigheid waren de Nederlanden in vertrouwde en capabele handen, zodat Karel zich spoedig weer op de problemen in zijn andere rijken kon richten. Maria van Hongarije trad op 25 oktober 1555 tegelijk met haar broer af.
Na de dood van zijn tante [[Margaretha van Oostenrijk (1480-1530)|Margaretha van Oostenrijk]] op 1 december 1530, benoemde Karel V in 1531 zijn zuster [[Maria van Hongarije (1505-1558)|Maria van Hongarije]] tot haar opvolger als landvoogdes van de Nederlanden. Met haar eruditie en daadkrachtigheid waren de Nederlanden in vertrouwde en capabele handen, zodat Karel zich spoedig weer op de problemen in zijn andere rijken kon richten. Maria van Hongarije trad op 25 oktober 1555 tegelijk met haar broer af.


==Spanje en de Nieuwe Wereld==
===Spanje en de Nieuwe Wereld===
Toen Karel, anderhalf jaar nadat hij in [[Brussel (stad)|Brussel]] tot koning van Spanje was uitgeroepen, voor het eerst in dit rijk kwam, werd hij onmiddellijk geconfronteerd met de [[opstand van de Comunidades]] ([[1520]]-[[1521]]), die hij moeizaam onderdrukte. In 1523 kon vervolgens het centrale bestuur van Spanje gereorganiseerd worden, waarbij meerdere gespecialiseerde bestuursraden (''consejeros'') werden gevormd. Deze zouden het voorbeeld worden voor de [[Collaterale Raden]] die Karel V in 1531 in de Nederlanden instelde.
Toen Karel, anderhalf jaar nadat hij in [[Brussel (stad)|Brussel]] tot koning van Spanje was uitgeroepen, voor het eerst in dit rijk kwam, werd hij onmiddellijk geconfronteerd met de [[opstand van de Comunidades]] ([[1520]]-[[1521]]), die hij moeizaam onderdrukte. In 1523 kon vervolgens het centrale bestuur van Spanje gereorganiseerd worden, waarbij meerdere gespecialiseerde bestuursraden (''consejeros'') werden gevormd. Deze zouden het voorbeeld worden voor de [[Collaterale Raden]] die Karel V in 1531 in de Nederlanden instelde.


Regel 174: Regel 199:
Tijdens de tweede helft van zijn regeerperiode (1530-1555) kwam Karel niet meer langere tijd naar Spanje. Hij liet het regentschap over de Spaanse koninkrijken toen eerst over aan zijn vrouw Isabella en na haar dood in 1539 aan zijn oudste zoon Filips, die hem in 1556 ook zou opvolgen als koning [[Filips II van Spanje|Filips II]]. In de praktijk werd de Spaanse regering tot midden jaren '40 grotendeels gecoördineerd door de zeer invloedrijke topambtenaar [[Francisco de los Cobos]] <ref>Uitgebreid over zijn persoon: Hayward, Keniston, "Francisco de Los Cobos - Secretary of the Emperor Charles V", University Of Pittsburgh, Pittsburgh 1959.</ref>.
Tijdens de tweede helft van zijn regeerperiode (1530-1555) kwam Karel niet meer langere tijd naar Spanje. Hij liet het regentschap over de Spaanse koninkrijken toen eerst over aan zijn vrouw Isabella en na haar dood in 1539 aan zijn oudste zoon Filips, die hem in 1556 ook zou opvolgen als koning [[Filips II van Spanje|Filips II]]. In de praktijk werd de Spaanse regering tot midden jaren '40 grotendeels gecoördineerd door de zeer invloedrijke topambtenaar [[Francisco de los Cobos]] <ref>Uitgebreid over zijn persoon: Hayward, Keniston, "Francisco de Los Cobos - Secretary of the Emperor Charles V", University Of Pittsburgh, Pittsburgh 1959.</ref>.


===Duitsland en de Reformatie===
==De strijd met Frankrijk==

Gedurende een groot deel van zijn regeerperiode voerde Karel oorlog met Frankrijk. Dit land voelde zich bedreigd doordat het aan alle kanten omringd was door landen van Karel V en met name de Franse koning [[Frans I van Frankrijk|Frans I]] werd zijn grote tegenspeler in de strijd om de hegemonie in Europa.

[[Afbeelding:Franz_I_und_Karl_V.JPG|thumb|250px|left|De gezamelijke intocht van [[Frans I van Frankrijk|Frans I]] en Karel V in Parijs in 1540. Fresco in [[Caprarola]]]]
In 1515 behaalde [[Frans I van Frankrijk]] tijdens de [[Oorlog van de Liga van Kamerijk]] een grote overwinning in de [[Slag van Marignano]] tegen Milaan, dat toebehoorde aan [[Ferdinand II van Aragón|Ferdinand V van Aragón]]. In [[1516]] legde hij Karel V, die ondertussen Ferdinand was opgevolgd, de [[Vrede van Noyon]] ([[1516]]) op. Daarop smeedde Karel een coalitie met [[Paus Leo X]] en koning [[Hendrik VIII van Engeland]]. In de volgende oorlog, de [[Italiaanse Oorlog van 1521 - 1526]], leed [[Frans I van Frankrijk|Frans I]] tijdens de [[Slag bij Pavia (1525)|Slag bij Pavia]] een zware nederlaag en werd gevangengenomen door Karel V, die hem dwong om de [[Vrede van Madrid]] ([[1526]]) te aanvaarden, waarin Frans I al zijn aanspraken op [[Italië|Noord-Italië]] opgaf.

Bijna onmiddellijk hierna ontstond er een nieuwe alliantie, waarvan Frans I het machtigste lid was: de [[Liga van Cognac]], waarin Engeland, [[Paus Clemens VII|Clemens VII]], Venetië, Milaan en Florence zijn bondgenoten waren.
Karel versloeg eerst de zwakste van zijn tegenstanders, de paus. In [[1527]] namen zijn troepen Rome in en plunderden dat, tegen zijn bedoeling in, op een schaal die sinds de tijd van de [[Vandalen]] niet meer was voorgekomen. Deze ramp ging de geschiedenis in als de [[Plundering van Rome|''Sacco di Roma'']]. Vervolgens werd het door de pest verzwakte Franse leger verslagen voor de poorten van [[Napels (stad)|Napels]]. Hierop sloot Karel V opnieuw een vredesverdrag met Frankrijk, de [[Damesvrede van Kamerijk]] (1529), dat de bepalingen van het Verdrag van Madrid bevestigde. Paus Clemens VII werd verplicht Karel tot Rooms keizer te kronen ([[Bologna (stad)|Bologna]], [[1530]]), de laatste keizerkroning door een paus in de geschiedenis.

==De Ottomaanse dreiging==

Vanoudsher was de strijd tegen de Islam en de bevrijding van Jeruzalem één van de hoofdtaken van de Rooms-Duitse keizer, maar na de laatste [[kruistocht]] in 1270 was geen keizer daar meer aan toe gekomen. Na de val van [[Constantinopel]] in 1453 rukte het [[Ottomaanse rijk]] echter steeds verder richting West-Europa en ging een bedreiging voor de Habsburgse landen vormen.

Karel werd echter niet alleen vanuit het keizerschap tot de bestrijding van de Ottomanen geïnspireerd: als koning van Aragon voerde hij namelijk ook de titel [[Koninkrijk Jeruzalem|koning van Jeruzalem]] en ook van de [[Bourgondische hertogen]] had hij een ridderlijk kruistochtideaal geërfd. Karel had dit tot uitdrukking gebracht in zijn embleem en motto. Tot een herovering van Jeruzalem zou het nooit komen, het tot staan brengen van de Ottomaanse expansie zou al meer dan genoeg inspanningen vergen.

Met de slag bij [[Mohács]] in 1526 veroverde sultan [[Süleyman I]] grote delen van het [[koninkrijk Hongarije (1000-1526)|koninkrijk Hongarije]] en in 1529 rukte hij zelfs op tot voor de poorten van [[Wenen]]. Deze aanval kon door Karels broer [[Ferdinand I van het Heilige Roomse Rijk|Ferdinand]] vrijwel geheel zelfstandig worden afgeslagen. Karel streed op dat moment in Italië met zijn troepen tegen Frankrijk. In 1532 deed de sultan wederom een poging om Wenen te veroveren, maar dit keer bracht Karel een leger van 80.000 man op de been, waarop het Ottomaanse leger zich terugtrok.
[[Afbeelding:Charles_quint_a_tunis.png|thumb|280px|right|De verovering van Tunis door keizer Karel V in 1535]]
De Ottomaanse sultan veroverde in 1529 [[Algiers]] en in 1534 [[Tunis]] en ging bovendien militaire steun geven aan de [[Barbarijse zeerovers]], die nu vanaf de Noord-Afrikaanse kust de handel op de [[Middellandse zee]] bedreigden, Spaanse schepen overvielen en de kusten van Karels Spaanse en Italiaanse gebieden plunderden. Aan het hoofd van een legermacht van ca. 60.000 man kon Karel V in 1535 de vloot van de sultan vernietigen. Vervolgens wist hij na een korte belegering van de vesting La Goletta op 14 juli 1535 de stad Tunis weer op de Ottomanen te veroveren. Hiermee was de rust aan het zuidelijk front voorlopig hersteld.

In 1541 laaide de strijd in Hongarije weer op en in 1543 sloot sultan [[Süleyman I]] bovendien een informele coalitie met de Franse koning [[Frans I van Frankrijk|Frans I]]. Gezamelijk voerden zij daarop een aanval uit op [[Nice]], een strategische havenstad in handen van Karels bondgenoot, hertog [[Karel III van Savoye]]. Deze strijd op vele fronten noopte Karel om in 1547, samen met zijn broer [[Ferdinand I van het Heilige Roomse Rijk|Ferdinand]] als koning van Hongarije, en tegen een jaarlijke tribuutbetaling van 50.000 dukaten, een wapenstilstand voor 5 jaar met de sultan te sluiten. In deze overeenkomst werd Karel niet als keizer, maar slechts als koning van Spanje aangeduid, aangezien de sultan zichzelf, hoewel hij geen christen was, toch als opvolger van de Byzantijnse keizers en daarmee als de enige ware ''caesar'' zag.

==Duitsland en de Reformatie==
Als kerngebied van het [[Heilige Roomse Rijk]] was Duitsland voor Karel V één van zijn vele rijken. Anders dan in zijn erflanden bezat hij hier ook weinig concrete machtsmiddelen. Voor zijn politieke doelstellingen was hij daarom hoofdzakelijk aangewezen op de steun van de rijksvorsten. Sinds het eind van de 15e eeuw begonnen dezen zich echter te organiseren in [[Rijksdag (Heilige Roomse Rijk)|Rijksdag]], om zo sterker te staan tegenover de koning/keizer. Karel V zocht als alternatief de steun van de kleinere [[Rijksgraaf|rijksgraven]], -heren en -ridders, die hij in een bond probeerde te verenigen. Dit naar het voorbeeld van de succesvolle [[Zwabische Bond]], die van 1488-1533 een belangrijke pijler van de keizerlijke macht in met name Zuid-West Duitsland was. <ref>Hierover: Horst Rabe, "Reichsbund und Interim. Die Verfassungs- und Religionspolitik Karls V. und der Reichstag von Augsburg 1547/1548", Köln-Wien 1971 en Volker Press, "Kaiser Karl V, König Ferdinand und die Entstehung der Reichsritterschaft", Franz Steiner Verlag, Wiesbaden 1976.</ref>
Als kerngebied van het [[Heilige Roomse Rijk]] was Duitsland voor Karel V één van zijn vele rijken. Anders dan in zijn erflanden bezat hij hier ook weinig concrete machtsmiddelen. Voor zijn politieke doelstellingen was hij daarom hoofdzakelijk aangewezen op de steun van de rijksvorsten. Sinds het eind van de 15e eeuw begonnen dezen zich echter te organiseren in [[Rijksdag (Heilige Roomse Rijk)|Rijksdag]], om zo sterker te staan tegenover de koning/keizer. Karel V zocht als alternatief de steun van de kleinere [[Rijksgraaf|rijksgraven]], -heren en -ridders, die hij in een bond probeerde te verenigen. Dit naar het voorbeeld van de succesvolle [[Zwabische Bond]], die van 1488-1533 een belangrijke pijler van de keizerlijke macht in met name Zuid-West Duitsland was. <ref>Hierover: Horst Rabe, "Reichsbund und Interim. Die Verfassungs- und Religionspolitik Karls V. und der Reichstag von Augsburg 1547/1548", Köln-Wien 1971 en Volker Press, "Kaiser Karl V, König Ferdinand und die Entstehung der Reichsritterschaft", Franz Steiner Verlag, Wiesbaden 1976.</ref>


Regel 219: Regel 221:
Om in afwachting van definitieve besluiten van het Concilie de protestanten voorlopig tevreden te stellen had Karel V kort daarvoor het [[Interim_van_Augsburg|Augsburger Interim]] uitgevaardigd. Dit was een tamelijk eigenmachtige mengeling van concessies, waarmee hij enerzijds de protestanten opdroeg om het traditionele katholiek geloof, de katholieke gebruiken en de zeven [[sacramenten]] opnieuw te aanvaarden, maar hij anderzijds protestantse geestelijken toestond om te trouwen en leken om de [[Heilige Communie]] onder beide gedaanten te ontvangen.
Om in afwachting van definitieve besluiten van het Concilie de protestanten voorlopig tevreden te stellen had Karel V kort daarvoor het [[Interim_van_Augsburg|Augsburger Interim]] uitgevaardigd. Dit was een tamelijk eigenmachtige mengeling van concessies, waarmee hij enerzijds de protestanten opdroeg om het traditionele katholiek geloof, de katholieke gebruiken en de zeven [[sacramenten]] opnieuw te aanvaarden, maar hij anderzijds protestantse geestelijken toestond om te trouwen en leken om de [[Heilige Communie]] onder beide gedaanten te ontvangen.


In herfst van 1551 sloten protestantse rijksvorsten echter een geheim verbond met de Franse koning [[Hendrik II van Frankrijk|Hendrik II]], waarbij zij geld en steun zouden krijgen in ruil voor de overdracht van [[Kamerijk]] en de zogeheten [[Trois-Évêchés]] [[Metz]], [[Toul]] en [[Verdun (Meuse)|Verdun]] aan Frankrijk. De protestantse vorsten trekken vervolgens onder leiding van [[Maurits van Saksen (1521-1553)|Maurits van Saksen]] op naar Innsbruck, waar Karel op dat moment verbleef. Ternauwernood wist hij aan een gevangenneming te ontkomen. Terwijl zijn broer Ferdinand op 2 augustus 1552 bij het [[Verdrag van Passau]] vrede met de protestantse vorsten wist te sluiten, trok Karel met een legermacht op naar Metz, om die terug te veroveren op Frankrijk. Na een slopend beleg moest hij zijn pogingen staken.
In de herfst van 1551 sloten protestantse rijksvorsten echter weer een geheim verbond met de Franse koning [[Hendrik II van Frankrijk|Hendrik II]], waarbij zij geld en steun zouden krijgen in ruil voor de overdracht van [[Kamerijk]] en de drie bisschopssteden (de ''[[Trois-Évêchés]]'') [[Metz]], [[Toul]] en [[Verdun (Meuse)|Verdun]] aan Frankrijk. De vorstelijke troepen trokken toen onder leiding van [[Maurits van Saksen (1521-1553)|Maurits van Saksen]] op naar Innsbruck, waar Karel op dat moment verbleef. Ternauwernood wist hij aan een gevangenneming te ontkomen. Terwijl zijn broer Ferdinand op 2 augustus 1552 bij het [[Verdrag van Passau]] vrede met de protestantse vorsten wist te sluiten, trok Karel met een legermacht op naar Metz, om die stad terug te veroveren op Frankrijk. Op 1 januari 1553 moest hij het slopende beleg staken.

Nadat hij naar Brussel was teruggekeerd, probeerde Karel V in de loop van 1553 de Duitse vorsten nog te bewegen om zijn zoon [[Filips II van Spanje|Filips]] tot rooms-koning en toekomstig keizer te kiezen, wanneer zijn broer [[Ferdinand I van het Heilige Roomse Rijk|Ferdinand]] eenmaal keizer zou zijn. Dit in een laatste poging om het gezag van het [[Keizer|keizerschap]] verbonden te houden met de macht van de Spaanse en Nederlandse erflanden. Hierdoor zagen de Duitse vorsten hun vrijheid (''Libertät'') wederom bedreigd door een absolute en universele monarchie (''Monarchia Universalis'') onder een veel te katholieke en Spaanse Filips en wezen het voorstel dan ook resoluut van de hand.


Nadat hij naar Brussel was teruggekeerd, probeerde Karel V in 1553 de Duitse vorsten nog te bewegen om zijn zoon Filips tot rooms-koning en toekomstig keizer te kiezen, wanneer zijn broer Ferdinand eenmaal keizer zou zijn. Zij zagen de zeer katholieke en Spaanse Filips als de zoveelste bedreiging van hun vrijheid en wezen het voorstel resoluut van de hand. De religieuze en politieke strijd kwam hierna voorlopig ten einde op de rijksdag van Augsburg van 1555, waar Ferdinand, zonder toestemming van zijn broer, met de protestantse vorsten de [[Godsdienstvrede van Augsburg]] sloot. Deze regeling hield in dat de rijksvorsten voortaan vrij waren om de religie van hun keuze op te leggen aan hun onderdanen: [[cuius regio, eius religio]]. De onderdanen kregen dus geen individuele godsdienstvrijheid.
De religieuze en politieke strijd kwam hierna voorlopig ten einde op de rijksdag van Augsburg van 1555, waar Ferdinand, zonder toestemming van zijn broer, met de protestantse vorsten de [[Godsdienstvrede van Augsburg]] sloot. Deze regeling hield in dat de rijksvorsten voortaan vrij waren om de religie van hun keuze op te leggen aan hun onderdanen: [[cuius regio, eius religio]]. De onderdanen kregen dus geen individuele godsdienstvrijheid.


==Troonsafstand en laatste jaren==
==Troonsafstand en laatste jaren==
[[Afbeelding:Frans_Francken_II_-_Troonsafstand_Karel_V.jpg|thumb|250px|right|[[Allegorie (beeldende kunst)|Allegorie]] op de troonsafstand van Karel V. Schilderij door Frans Francken II uit 1620.]]
[[Afbeelding:Frans_Francken_II_-_Troonsafstand_Karel_V.jpg|thumb|250px|right|[[Allegorie (beeldende kunst)|Allegorie]] op de troonsafstand van Karel V. Schilderij door Frans Francken II uit 1620.]]
Karel V zag de Godsdienstvrede van Augsburg als een persoonlijke nederlaag. Teleurgesteld en uitgeput door het vrijwel permanente rondreizen, deed hij op 25 oktober 1555 in [[Brussel (stad)|Brussel]] troonsafstand. Dit was een voor die tijd zeer ongewone daad. Voor deze plechtigheid in de [[Aula Magna]] van het [[Paleis op de Koudenberg]] waren vertegenwoordigers van alle [[Zeventien Provinciën]], leden van de regeringsorganen en de ridders van het [[Gulden Vlies]] bijeengekomen.
Karel V zag de Godsdienstvrede van Augsburg als een persoonlijke nederlaag. Teleurgesteld en uitgeput door het vrijwel permanente rondreizen, deed hij op 25 oktober 1555 in [[Brussel (stad)|Brussel]] troonsafstand. Dit was een voor die tijd zeer ongewone en opzienbarende daad. Voor deze plechtigheid in de [[Aula Magna]] van het [[Paleis op de Koudenberg]] waren vertegenwoordigers van alle [[Zeventien Provinciën]], leden van de regeringsorganen en de ridders van het [[Gulden Vlies]] bijeengekomen.


In een ontroerende rede verhaalde de oude keizer, steunend op de jonge [[Willem van Oranje]], hoe hij steeds had gestreefd "''om voor het welzijn van Duitsland en de andere rijken te zorgen, om voor de vrede en de eenheid van het hele christendom te zorgen en om krachten tegen de Turken aan te wenden''". Terugblikkend op zijn leven, eindigde hij met: "''ik weet, dat ik vele fouten begaan heb, grote fouten, niet in het minst wegens mijn jeugd, dan wegens menselijk dwalen en wegens mijn passies, en uiteindelijk door mijn vermoeidheid. Maar niemand heb ik bewust onrecht aangedaan, wie ook. Indien er dan toch nog onrecht was, gebeurde het buiten mijn weten en enkel door onvermogen: ik betreur dit openbaar en smeek eenieder, die ik gekrenkt zou hebben, om vergiffenis''".
In een ontroerende rede verhaalde de oude keizer, steunend op de jonge [[Willem van Oranje]], hoe hij steeds had gestreefd "''om voor het welzijn van Duitsland en de andere rijken te zorgen, om voor de vrede en de eenheid van het hele christendom te zorgen en om krachten tegen de Turken aan te wenden''". Terugblikkend op zijn leven, eindigde hij met: "''ik weet, dat ik vele fouten begaan heb, grote fouten, niet in het minst wegens mijn jeugd, dan wegens menselijk dwalen en wegens mijn passies, en uiteindelijk door mijn vermoeidheid. Maar niemand heb ik bewust onrecht aangedaan, wie ook. Indien er dan toch nog onrecht was, gebeurde het buiten mijn weten en enkel door onvermogen: ik betreur dit openbaar en smeek eenieder, die ik gekrenkt zou hebben, om vergiffenis''".

Versie van 7 okt 2008 20:33

Dit artikel is voorgedragen als etalageartikel. Aangemelde gebruikers kunnen gedurende één maand hun stem uitbrengen.
Keizer Karel V
1500 - 1558
Keizer Karel V
Koning van Spanje
Periode 1516 - 1556
Voorganger Filips I
Opvolger Filips II
Koning van Sicilië <br.> Koning van Sardinië <br.> Koning van Napels
Periode 1516 - 1556
Voorganger Ferdinand II / III
Opvolger Filips II
Keizer van het HRR
Periode 1519 - 1556
Voorganger Maximiliaan I
Opvolger Ferdinand I
Aartshertog van Oostenrijk
Periode 1519 - 1520
Voorganger Maximiliaan I
Opvolger Ferdinand I
Heer der Nederlanden
Periode 1515 - 1555
Voorganger Filips de Schone
Opvolger Filips II
Vader Filips de Schone
Moeder Johanna van Castilië

Karel V (Gent, 24 februari 1500Cuacos de Yuste (Spanje), 21 september 1558), voor zijn mondigverklaring Karel van Luxemburg geheten, uit het Huis Habsburg, was sinds 1506 landsheer van uiteindelijk alle Nederlandse gewesten, van 1516 tot 1556 als Karel I koning van Spanje en van 1519 tot 1556 als Karel V keizer van het Heilige Roomse Rijk. In Vlaanderen staat hij algemeen bekend als Keizer Karel.

De landen waarover hij regeerde, vormden tesamen het grootste Europese rijk sinds dat van Karel de Grote. Met de feitelijke macht van zijn erflanden was Karel V bovendien de laatste Rooms-Duitse keizer die in de gelegenheid was om zijn universele autoriteit ook daadwerkelijk te laten gelden. Op Europees niveau wist hij met succes de aanvallen van het Ottomaanse rijk af te slaan. De vrijwel permanente strijd met Frankrijk bleef per saldo onbeslist. Als zijn grootste nederlaag ervoer hij het feit dat hij de christelijke eenheid van Europa niet had weten te behoeden voor de scheuring die de reformatie teweeg bracht. Op nationaal niveau heeft Karel V voor zijn erflanden Spanje en de Nederlanden de basis gelegd voor een moderne eenheidsstaat. De heerschappij van keizer Karel V vormt met deze en vele andere aspecten de overgang van de middeleeuwen naar de nieuwe tijd.

Titels

Familie en opvoeding

De jonge Karel temidden van zijn grootvader Maximiliaan I, zijn ouders Filips de Schone en Johanna van Castilië, zijn broer Ferdinand en zijn zwager Lodewijk van Hongarije. Schilderij door Bernhard Strigel

Karel was de zoon van Filips de Schone en Johanna van Castilië, die de geschiedenis zou ingaan als Johanna de Waanzinnige. Hij werd geboren op 24 februari 1500 in het Prinsenhof in Gent. Op 7 maart werd hij gedoopt in de Sint-Janskerk, de huidige Sint-Baafskathedraal. Samen met zijn eveneens in de Nederlanden geboren oudere zuster Eleonora (1498) en zijn twee jongere zusters Isabella (1501) en Maria (1505), zou hij worden grootgebracht aan het hof van zijn tante Margaretha van Oostenrijk, toendertijd landvoogdes van de Nederlanden.

Tijdens de reizen van Karels ouders naar Spanje werden aldaar nog zijn jongere broer Ferdinand (1503) en zijn jongste zuster Catharina (1507) geboren. Deze beide kinderen zouden voorlopig in Spanje worden opgevoed en Karel zou hen dan ook pas op zijn eerste reis naar dat land in 1517 voor het eerst ontmoeten. Bij die gelegenheid zag hij ook voor het eerst sinds 1505 zijn inmiddels gek verklaarde moeder weer terug. Zij bleef tot haar dood in 1555 opgesloten op het kasteel van Tordesillas, waar Karel haar nog enkele malen zou bezoeken.

Aan het hof van zijn tante Margaretha werd Karel vanaf 1507 in de praktijk opgevoed door Willem van Croy, heer van Chièvres en Adriaan van Utrecht, de latere paus Adrianus VI. Naast de klassieke ridderlijke vaardigheden, zoals het zwaardvechten en de jacht, probeerden zij hem ook de nieuwe humanistische idealen bij te brengen, maar daarvoor interesseerde de jonge Karel zich een heel stuk minder. Grootkanselier Jean le Sauvage bracht hem de beginselen van politiek en bestuur bij.

Aan het Bourgondische hof was Frans de voertaal en daarmee was dit Karels moedertaal. In de dagelijkse omgang had hij zich wat Nederlands aangeleerd, waarmee hij zich ook enigszins kon redden in het daaraan toendertijd nauw verwante Nederduits. Tijdens zijn eerste reis naar Spanje leerde hij ook vloeiend Spaans. Volgens de overlevering zou hij in latere jaren zelf gezegd hebben: "Ik spreek Spaans tegen God, Italiaans tegen vrouwen, Frans tegen mannen en Duits tegen mijn paard".

Huwelijk en kinderen

Isabella van Portugal (1503-1539) Schilderij door Titiaan

Karel V trouwde op 10 maart 1526 in Sevilla met de toen 23-jarige Isabella van Portugal. Dit huwelijk was in eerste instantie bedoeld om nauwere banden met het Spaanse buurland Portugal aan te gaan. Bovendien was Isabella een nicht van Karel, zodat een pauselijke dispensatie voor dit huwelijk nodig was. Na het huwelijk vond een huwelijksreis door Zuid-Spanje plaats, die bijna een jaar duurde. Het zou een relatief gelukkig huwelijk worden, ondanks dat het om politieke redenen gesloten was en ze elkaar vaak jarenlang niet zagen. Zij kregen één zoon, twee dochters en twee zoontjes die reeds kort na hun geboorte stierven.

Karel V is ook bekend om zijn amoureuze escapades. Hoeveel minnaressen hij had is niet bekend, maar het aantal zou behoorlijk groot zijn geweest. Twee speelden een belangrijke rol, aangezien ze het leven schonken aan twee latere landvoogden, beiden bastaardkinderen van Karel V:

De erflanden

Het Heilige Roomse Rijk en de erflanden van Karel V tegen het eind van zijn regeerperiode

De kern van het latere wereldrijk van Karel V werd gevormd door de erflanden, dat wil zeggen de gebieden die hij van zijn voorouders erfde. Net zoals zijn totale rijk, waren ook deze erflanden geen eenheid, maar vormden een personele unie van tientallen afzonderlijke gebieden, uiteenlopend van grote koninkrijken, hertogdommen, graafschappen, tot soms heel kleine heerlijkheden. De kaart geeft de situatie weer op het toppunt van zijn heerschappij (hierop zijn de overzeese gebieden niet weergegeven). Hoewel Karel vaak oorlog heeft gevoerd, moest hij daarbij meestal zijn eigen gebieden verdedigen tegen buitenlandse invallen. Alleen het grondgebied van de Nederlanden heeft hij aanzienlijk kunnen vergroten.

De Bourgondische erflanden

In 1506, toen zijn vader Filips de Schone stierf, erfde Karel al diens landsheerlijkheden die tesamen de Bourgondische en later de Habsburgse Nederlanden genoemd werden. De belangrijkste waren het hertogdom Brabant, de graafschappen Vlaanderen en Holland en het Vrijgraafschap Bourgondië (Franche-Comté). Omdat Karel nog minderjarig was, nam zijn grootvader Maximiliaan I van Oostenrijk het regentschap op zich, maar omdat zijn aanwezigheid elders in Europa nodig was, benoemde hij zijn dochter Margaretha van Oostenrijk tot landvoogdes van de Nederlanden. Zij resideerde in Mechelen en maakte deze stad tot de feitelijke hoofdstad van de toenmalige Nederlanden.

Margaretha's taak eindigde formeel toen Karel op 5 januari 1515 in een plechtige vergadering van de Staten-Generaal in het Paleis op de Koudenberg in Brussel meerderjarig werd verklaard. Vanwege haar ervaring bleef zijn tante Margaretha wel een belangrijke rol in de regering spelen, mede omdat Karel direct na zijn aantreden begon met een lange rondreis door zijn nieuwe landsheerlijkheden. Daarbij vond in vele steden de traditionele blijde intrede (Joyeuse Entrée) plaats, waarbij hij als de nieuwe vorst door zijn onderdanen gehuldigd werd.

Gulden Vlies, embleem en motto

Reeds in 1501 werd Karel, tijdens het door zijn vader voorgezeten kapittel in Brussel, opgenomen in de fameuze Bourgondische Orde van het Gulden Vlies. Na het overlijden van zijn vader in 1506 volgde Karel hem ook op als grootmeester van deze prestigieuze ridderorde. Nadat hij meerderjarig was verklaard en inmiddels ook koning van Spanje was geworden, verhoogde hij in 1516 het statutair vastgelegde aantal ridders van eenendertig naar eenenvijftig: tien nieuwe plaatsen voor Spanje en tien nieuwe plaatsen voor Duitsland en de Nederlanden [1].

Embleem en motto van keizer Karel V op het stadhuis van Sevilla

Als nieuwe grootmeester van deze orde koos Karel een eigen embleem, geheel in lijn met de traditie van de Bourgondische hertogen, die hiermee hun aspiraties voor de orde tot uitdrukking brachten. Het embleem van Karel was door Luigi Marliano ontworpen en bestond uit de twee Zuilen van Hercules. Het werd gepresenteerd op het eerste door Karel bijeengeroepen kapittel van de orde, dat in oktober 1516 plaatsvond in de Sint Goedelekerk in Brussel [2].

De gedachte achter dit embleem was dat Karel de invloed van de orde zou expanderen voorbij de Zuilen, dat wil zeggen zowel naar het Oosten ter bevrijding van Jeruzalem en ter bestrijding van de Islam, als naar het Westen ter evangelisering van de Nieuwe Wereld. Dit concept werd ook uitgedrukt met Karels motto Plus Oultre of Plus Ultra, dat gelezen moet worden als "steeds verder" en was afgeleid van de frase più oltre non si metta uit La Divina Commedia (Inferno, Canto XXVI) van Dante [3].

De Spaanse rijken

Als zoon van Johanna van Castilië maakte Karel ook aanspraak op de Spaanse troon. Na de dood van zijn grootmoeder Isabella I van Castilië kwam zijn moeder, door het vroege overlijden van haar oudere broer en zus, op de Castiliaanse troon terecht. Johanna leed echter dermate zwaar onder het verlies van haar in 1506 plotseling overleden echtgenoot, dat haar vader, Ferdinand II van Aragón, haar gek zou laten verklaren en haar opsloot in het kasteel van Tordesillas. Op die manier kon hij zelf het regentschap over de Castiliaanse troon op zich nemen. Deze troon kwam toe aan Karel als zijnde Johanna's oudste zoon, maar de oude Ferdinand wilde liever Johanna's jongere zoon Ferdinand als zijn opvolger. Deze was niet alleen naar hem vernoemd, maar was, anders dan Karel, ook aan zijn hof opgevoed.

Spaanse Escudo op naam van Johanna en Karel

Toen Ferdinand II van Aragón op 23 januari 1516 overleed was hij er nog niet toe gekomen om bij testament zijn kleinzoon Ferdinand ook formeel tot zijn opvolger te benoemen. Daardoor bleef Karel zijn rechtmatige erfgenaam en erfde hij nu al diens koninkrijken: Aragón, Navarra, Napels, Sicilië en Sardinië. Karel werd vervolgens in maart 1516 in de Brusselse Sint Goedelekerk plechtig uitgeroepen tot Koning van Spanje en ging over dat land regeren als koning Karel I (Carlos I).

Vanuit het buitenland gezien regeerde Karel feitelijk over heel Spanje, maar officieel was zijn moeder Johanna de Waanzinnige nog steeds koningin van Castilië (en Granada). Zij was weliswaar gek verklaard, maar dat betekende juridisch gezien dat Karel totaan haar overlijden in 1555 (slechts een half jaar voor zijn eigen abdicatie) slechts het regentschap over dit rijk had. In oorkondes en op munten bleef daarom tot haar overlijden steeds sprake van "Johanna en Karel" (Juana y Carlos).

De Oostenrijkse erflanden

Toen Karels grootvader Maximiliaan I van Oostenrijk op 12 januari 1519 overleed, erfde hij ook nog de Oostenrijkse erflanden, bestaande uit het aartshertogdom Oostenrijk, de hertogdommen Stiermarken, Karinthië en Krain en het graafschap Tirol en enkele andere titels. Tegen de wil van Karel, wist zijn broer Ferdinand te bereiken dat deze Oostenrijkse erflanden bij het Verdelingsverdrag van Worms van 21 april 1521 aan hem werden overgedragen. Hiermee werd de basis gelegd voor de latere splitsing van het huis Habsburg in een Spaanse en een Oostenrijkse tak. Als hoofd van het huis Habsburg bleef Karel wel de titel aartshertog van Oostenrijk voeren.

Het keizerschap

Anders dan bij de Spaanse, Nederlandse en Oostenrijkse erflanden, was het keizerschap en daarmee de heerschappij over het Rooms-Duitse of Heilige Roomse Rijk niet erfelijk. Formeel werd de keizer telkens gekozen door de keurvorsten, maar in de praktijk werd al een aantal eeuwen lang vrijwel steeds een Habsburger gekozen.

De keurvorsten kronen Karel V tot rooms koning in Aken op 23 oktober 1520

Keizerskeuze

Keizer Maximiliaan I, Karels grootvader van vaderszijde, wilde deze lijn voortzetten en schoof daarom zijn kleinzoon Karel als zijn opvolger naar voren. Koning Frans I van Frankrijk presenteerde zichzelf als tegenkandidaat.

Na het overlijden van Maximiliaan in 1519 kwam de keizerlijke herverkiezing op de voorgrond van de Europese politiek. Paus Leo X, bedreigd door Spaanse troepen op zo'n 60 kilometer van Rome, steunde de Franse kandidaat. De keurvorsten steunden beide kandidaten, met uitzondering van Frederik III van Saksen, die niet wilde meewerken aan een campagne. Voor zijn dood had Maximiliaan al 500.000 florijnen aan de keurvorsten beloofd in ruil voor hun stem, maar Frans bood tot drie miljoen, waarna Karel terugsloeg door grote bedragen te lenen van de Fugger-familie.

De uiteindelijke uitkomst werd uiteindelijk echter niet bepaald door de exorbitante bedragen smeergeld en de belofte van paus Leo X om de keurvorst van Mainz zijn vaste pauselijk legaat te maken. De algemene weerstand onder de bevolking tegen een Franse keizer gaf de keurvorsten een pauze. Toen Karel een leger op de been bracht in de buurt van Frankfurt waar zij vergaderden, kozen zij hem uiteindelijk op 28 juni 1519 tot rooms koning en toekomstig keizer, als vijfde met de naam Karel. Op 23 oktober 1520 werd Karel V plechtig tot rooms koning gekroond in de Dom van Aken.

Taken en betekenis

Hoewel het keizerschap het hoogste wereldlijke ambt van het christelijke Europa was, was de feitelijke macht ervan sinds het interregnum in de 13e eeuw zeer gering geworden. Als koning van Duitsland had de keizer al weinig of geen concrete machtsmiddelen meer in de Duitse gebieden, laat staan op Europees niveau. Maar het feit dat hij door de paus, aan wie in die tijd nog het hoogste universele gezag in geestelijke zaken toekwam, gekroond werd, gaf de keizer nog tot in de 16e eeuw een niet onaanzienlijk universeel gezag in wereldlijke zaken. Dit keizerlijke gezag moet vooral gezien worden als een leiderschap van volkenrechtelijke aard.

Met de keuze van Karel V tot keizer veranderde dit drastisch en werd het oude Rooms-Duitse keizerschap nog eenmaal van echte betekenis. Met zijn rijke erflanden kon Karel het gezag van het keizerschap namelijk voorzien van feitelijk macht. Niet alleen voor wat de Duitse gebieden betreft, maar voor heel Europa. Opgevoed in de ridderlijke traditie van het Bourgondische hof, zag Karel V zich ook ten diepste en op een religieuze manier geroepen om de taken van het keizerschap op zich te nemen en uit te voeren. Concreet waren dat:

  • Bescherming van kerk en paus (als Advocatus Ecclesiae), dit bij wijze van tegenprestatie voor de pauselijke legitimatie van het keizerlijke ambt.
  • Bescherming van de Christenheid tegen interne en externe vijanden. Mede vanuit de voorgaande taak zou Karel de protestanten als de voornaamste interne vijanden gaan zien. Als externe vijand golden sinds de val van Constantinopel in 1453 de Ottomanen, of zoals men dat vroeger zei: de Turken.
  • Handhaving van vrede en gerechtigheid en optreden als scheidsrechter tussen de christelijke vorsten. Dit vloeide voort uit de voorgaande taak en werd in Karels tijd bovendien sterk juridisch gelegitimeerd als de taak tot het bewaken en uitleggen van het toen eveneens universeel geachte Romeinse recht [4].

Monarchia Universalis

Wapencompositie van Karel V, met de dubbele adelaar van het keizerschap, het hartschild van zijn erflanden, de keten van het Gulden Vlies en de Zuilen van Hercules met zijn motto Plus Ultra.

Deze traditionele taken van het keizerschap kwamen onder Karel V samen met de eveneens universele ridderlijke aspiraties vanuit de Bourgondische traditie (zoals uitgedrukt door Karels embleem en motto) en het inmiddels daadwerkelijk wereldomspannende Spaanse rijk. Het was met name Karels grootkanselier Mercurino di Gattinara die al deze elementen samenvoegde in de theorie van de Monarchia Universalis. Aanhakend bij de keizerlijke taak tot het handhaven van vrede en gerechtigheid, baseerde hij zich daarbij vooral op de politieke theoriën van zijn 15e eeuwse Italiaanse landgenoten Bartolus de Saxoferrato en Dante Alighieri.

Gattinara liet het echter niet bij een politieke theorie, maar kwam ook met heel concrete plannen voor hoe de keizerlijke regering in de praktijk vormgegeven zou moeten worden. Als "grootkanselier aller rijken en landen" van Karel V zag hij voor zichzelf een rol weggelegd als leider van centraal keizerlijk bestuursapparaat, dat rechtstreeks bevoegd zou zijn voor alle aangelegenheden van al Karels gebieden. Zelfs had hij daarvoor één uniform munt- en rechtsstelsel in gedachten. [5] Topfiguren uit de Spaanse regering zagen dit centralistische concept van Gattinara echter niet zitten en ook Karel zelf vreesde dat hij hierdoor al te afhankelijk zou worden van zijn oude grootkanselier.

Gattinara overleed op 5 juni 1530. Kort tevoren had hij nog wel zijn langgekoesterde wens in vervulling zien gaan, toen Karel V op 24 februari van dat jaar, diens 30e verjaardag, in Bologna tot keizer werd gekroond door paus Clemens VII. Het zou de laatste keer zijn dat een keizer door de paus gekroond werd.

Het regentschapssysteem

Na het overlijden van Gattinara was de weg vrij voor een nieuwe manier om Karels wereldrijk te besturen. In plaats van het bureaucratische en centralistische plan van Gattinara kwam nu een meer persoonlijke en gedecentraliseerde structuur die wel het regentschapssysteem genoemd wordt. [6] Naar het voorbeeld van het succesvolle regentschap van zijn tante Margaretha van Oostenrijk in de Nederlanden, stelde Karel V nu voor alle drie delen van zijn rijk een landvoogd of regent aan. Dit was telkens één van zijn naaste familieleden, waarmee de loyaliteit aan zijn persoon gewaardborgd werd. Aldus benoemde hij:

  • in juli 1529 zijn vrouw Isabella van Portugal tot regentes voor Spanje
  • in januari 1531 zijn broer Ferdinand tot regent voor Duitsland, dit op basis van diens keuze en kroning tot Rooms koning en toekomstig keizer
  • op 1 oktober 1531 zijn zuster Maria van Hongarije tot landvoogdes voor de Nederlanden
Nicolas Perrenot de Granvelle. Schilderij door Titiaan uit 1548

Elk van deze regenten kreeg een publieke volmacht waarmee hij of zij de volledige bevoegdheden kreeg om staatkundig als het alter ego van Karel V te kunnen fungeren. In een geheime restrictie werd vervolgens bepaald welke rechten Karel aan zichzelf voorbehield of welke beslissingen aan hem ter goedkeuring dienden te worden voorgelegd.

De centrale aansturing van deze regenten deed Karel voortaan persoonlijk, bijgestaan door een kleine flexibele staf. Na het overlijden van Gattinara had hij namelijk geen nieuwe grootkanselier meer benoemd, maar werkte hij op een meer informele manier samen met de staatssecretaris Francisco de los Cobos voor Spaanse zaken en met Nicolas Perrenot de Granvelle voor alle overige aangelegenheden. Deze laatste was Gattinara alleen als grootzegelbewaarder opgevolgd, maar fungeerde in de praktijk als Karels eerste minister. Granvelle sr. werd na zijn overlijden in 1550 opgevolgd door zijn zoon en naaste medewerker Antoine Perrenot de Granvelle.

Met dit regentschapssysteem had Karel V afstand genomen van de plannen voor een gecentraliseerde superstaat en gekozen voor centralisatie op lager, nationaal niveau. Daarmee zette hij in op de vorming van moderne eenheidsstaten in Spanje en de Nederlanden en gaf hij zelfs de aanzet voor moderne staatsvorming in Duitsland. De keerzijde hiervan was dat de aansturing op internationaal niveau nu een volledig persoonlijke aangelegenheid was geworden. De eenheid van macht en gezag ging dan ook verloren toen met Karels troonsafstand in 1555/1556 de Spaanse en Nederlandse erflanden overgingen op zijn zoon Filips, maar het keizerschap op zijn broer Ferdinand. Hierdoor bleef de Spaanse macht zonder erkend internationaal gezag en werd het keizerschap een vrijwel inhoudsloos aanhangsel van het Duitse koningschap. [7]

Strijd op Europees niveau

De Ottomaanse dreiging

Vanoudsher was de strijd tegen de Islam en de bevrijding van Jeruzalem één van de hoofdtaken van de Rooms-Duitse keizer, maar na de laatste kruistocht in 1270 was geen keizer daar meer aan toe gekomen. Na de val van Constantinopel in 1453 rukte het Ottomaanse rijk echter steeds verder richting West-Europa en ging een bedreiging voor de Habsburgse landen vormen.

Karel werd echter niet alleen vanuit het keizerschap tot de bestrijding van de Ottomanen geïnspireerd: als koning van Aragon voerde hij namelijk ook de titel koning van Jeruzalem en ook van de Bourgondische hertogen had hij een ridderlijk kruistochtideaal geërfd. Karel had dit tot uitdrukking gebracht in zijn embleem en motto. Tot een herovering van Jeruzalem zou het nooit komen, het tot staan brengen van de Ottomaanse expansie zou al meer dan genoeg inspanningen vergen.

Met de slag bij Mohács in 1526 veroverde sultan Süleyman I grote delen van het koninkrijk Hongarije en in 1529 rukte hij zelfs op tot voor de poorten van Wenen. Deze aanval kon door Karels broer Ferdinand vrijwel geheel zelfstandig worden afgeslagen. Karel streed op dat moment in Italië met zijn troepen tegen Frankrijk. In 1532 deed de sultan wederom een poging om Wenen te veroveren, maar dit keer bracht Karel een leger van 80.000 man op de been, waarop het Ottomaanse leger zich terugtrok.

De verovering van Tunis door keizer Karel V in 1535

De Ottomaanse sultan veroverde in 1529 Algiers en in 1534 Tunis en ging bovendien militaire steun geven aan de Barbarijse zeerovers, die nu vanaf de Noord-Afrikaanse kust de handel op de Middellandse zee bedreigden, Spaanse schepen overvielen en de kusten van Karels Spaanse en Italiaanse gebieden plunderden. Aan het hoofd van een legermacht van ca. 60.000 man kon Karel V in 1535 de vloot van de sultan vernietigen. Vervolgens wist hij na een korte belegering van de vesting La Goletta op 14 juli 1535 de stad Tunis weer op de Ottomanen te veroveren. Hiermee was de rust aan het zuidelijk front voorlopig hersteld.

In 1541 laaide de strijd in Hongarije weer op en in 1543 sloot sultan Süleyman I bovendien een informele coalitie met de Franse koning Frans I. Gezamelijk voerden zij daarop een aanval uit op Nice, een strategische havenstad in handen van Karels bondgenoot, hertog Karel III van Savoye. Deze strijd op vele fronten noopte Karel om in 1547, samen met zijn broer Ferdinand als koning van Hongarije, en tegen een jaarlijke tribuutbetaling van 50.000 dukaten, een wapenstilstand voor 5 jaar met de sultan te sluiten. In deze overeenkomst werd Karel niet als keizer, maar slechts als koning van Spanje aangeduid, aangezien de sultan zichzelf, hoewel hij geen christen was, toch als opvolger van de Byzantijnse keizers en daarmee als de enige ware caesar zag.

De oorlogen met Frankrijk

Gedurende een groot deel van zijn regeerperiode voerde Karel oorlog met Frankrijk. Dit land voelde zich bedreigd doordat het aan alle kanten omringd was door landen van Karel V en met name de Franse koning Frans I werd zijn grote tegenspeler in de strijd om de hegemonie in Europa.

De gezamelijke intocht van Frans I en Karel V in Parijs in 1540. Fresco in Caprarola

In 1515 behaalde Frans I van Frankrijk tijdens de Oorlog van de Liga van Kamerijk een grote overwinning in de Slag van Marignano tegen Milaan, dat toebehoorde aan Ferdinand V van Aragón. In 1516 legde hij Karel V, die ondertussen Ferdinand was opgevolgd, de Vrede van Noyon (1516) op. Daarop smeedde Karel een coalitie met Paus Leo X en koning Hendrik VIII van Engeland. In de volgende oorlog, de Italiaanse Oorlog van 1521 - 1526, leed Frans I tijdens de Slag bij Pavia een zware nederlaag en werd gevangengenomen door Karel V, die hem dwong om de Vrede van Madrid (1526) te aanvaarden, waarin Frans I al zijn aanspraken op Noord-Italië opgaf.

Bijna onmiddellijk hierna ontstond er een nieuwe alliantie, waarvan Frans I het machtigste lid was: de Liga van Cognac, waarin Engeland, Clemens VII, Venetië, Milaan en Florence zijn bondgenoten waren. Karel versloeg eerst de zwakste van zijn tegenstanders, de paus. In 1527 namen zijn troepen Rome in en plunderden dat, tegen zijn bedoeling in, op een schaal die sinds de tijd van de Vandalen niet meer was voorgekomen. Deze ramp ging de geschiedenis in als de Sacco di Roma. Vervolgens werd het door de pest verzwakte Franse leger verslagen voor de poorten van Napels. Hierop sloot Karel V opnieuw een vredesverdrag met Frankrijk, de Damesvrede van Kamerijk (1529), dat de bepalingen van het Verdrag van Madrid bevestigde. Paus Clemens VII werd verplicht Karel tot Rooms keizer te kronen (Bologna, 1530), de laatste keizerkroning door een paus in de geschiedenis.

Politiek op nationaal niveau

De Nederlandse staatsvorming

In navolging van zijn Bourgondische voorouders, ging Karel V verder met het omvormen van de Nederlanden tot één staat. Hiertoe voerde hij een drie-sporenbeleid:

  • Vorming van een territoriale eenheid
  • Losmaking hiervan uit het Franse en Duitse rijksverband
  • Interne centralisatie en unificatie

Voor de vorming van een territoriale eenheid voegde Karel V in de loop van zijn regeerperiode de volgende landsheerlijkheden aan zijn oorspronkelijke Bourgondische erflanden toe: Doornik en het Doornikse in 1521, Friesland in 1524, het Neder- en Oversticht in 1528, Artesië in 1529, Groningen en Drenthe in 1536 en Gelre in 1543. Hiermee waren, op het prinsbisdom Luik na, alle Nederlandse gebieden in Karels hand gekomen. Tesamen werden deze wel aangeduid als de Zeventien Provinciën. In 1547 werd hier alleen nog het graafschap Lingen toegevoegd. Karel V voltooide de Nederlandse eenheid met de Pragmatieke Sanctie van 4 november 1549, die inhield dat de Nederlanden steeds één en onverdeeld overgeërfd zouden worden.

Deze nieuw verworven gebieden waren op uiteenlopende wijze ondergeschikt aan "buitenlandse" machten. Zo waren het Vlaanderen en Artesië lenen van de Franse kroon en behoorden de noordwestelijke gebieden tot de Westfaalse kreits van het Heilige Roomse Rijk. Net zo stapsgewijs als dat hij deze gebieden verworven had, bevrijdde Karel V ze ook uit deze verbanden: Vlaanderen en Artesië werden in 1529 werd bij de Damesvrede van Kamerijk losgemaakt uit het leenverband met de Franse koning.

Gelre, het Neder- en Oversticht en Groningen werden bij het Verdrag of de Transactie van Augsburg van 26 juni 1548 uit de Westfaalse kreits losgemaakt en bij de Bourgondische Kreits gevoegd, waartoe de andere Bourgondische erflanden van Karel V behoorden. Vervolgens werd bij dezelfde overeenkomst dit nieuwe territoriale geheel onttrokken aan de jurisdictie van het Rijkskamergerecht en de wetgeving van het Heilige Roomse Rijk. Als tegenprestatie hiervoor zou de Bourgondische Kreits hetzelfde bedrag als dat van twee keurvorsten in de rijkslasten bijdragen. Feitelijk verkregen de Nederlanden hiermee hun onafhankelijkheid. Alleen de leenbanden van de afzonderlijke gebieden met de keizer bleven intact, maar deze waren in de praktijk van weinig betekenis meer. [8]

Het grootzegel van Karel V

Om de Nederlanden efficiënt te kunnen besturen, reorganiseerde Karel V in 1531 ook de centrale bestuursorganen, die sindsdien in Brussel gevestigd waren. Dit resulteerde in de zogeheten Collaterale Raden. Deze bestonden uit de Raad van State, een adviesorgaan dat was samengesteld uit leden van de hoge adel. Voor het financieel beheer richtte hij de Raad van Financiën op en voor de belangrijkste bestuurlijke zaken was tenslotte de Geheime Raad verantwoordelijk. De al langer bestaande Grote Raad van Mechelen bleef het hoogste college van de rechterlijke macht in de Nederlanden.

Na de dood van zijn tante Margaretha van Oostenrijk op 1 december 1530, benoemde Karel V in 1531 zijn zuster Maria van Hongarije tot haar opvolger als landvoogdes van de Nederlanden. Met haar eruditie en daadkrachtigheid waren de Nederlanden in vertrouwde en capabele handen, zodat Karel zich spoedig weer op de problemen in zijn andere rijken kon richten. Maria van Hongarije trad op 25 oktober 1555 tegelijk met haar broer af.

Spanje en de Nieuwe Wereld

Toen Karel, anderhalf jaar nadat hij in Brussel tot koning van Spanje was uitgeroepen, voor het eerst in dit rijk kwam, werd hij onmiddellijk geconfronteerd met de opstand van de Comunidades (1520-1521), die hij moeizaam onderdrukte. In 1523 kon vervolgens het centrale bestuur van Spanje gereorganiseerd worden, waarbij meerdere gespecialiseerde bestuursraden (consejeros) werden gevormd. Deze zouden het voorbeeld worden voor de Collaterale Raden die Karel V in 1531 in de Nederlanden instelde.

Conquistador Pedro de Valdivia sticht Santiago de Chile in 1541

Ondertussen hadden in de jaren 1519-1521 Spaanse conquistadores aan de andere kant van de wereld het rijk van de Azteken veroverd. Deze nieuw ontdekte landen werden aangeduid als de Nieuwe Wereld, maar werden formeel De Indiën genoemd. Met name deze overzeese gebieden zouden het rijk van Karel V de faam geven van het rijk was waar de zon nooit onderging.

Om deze enorme gebieden met hun grote rijkdommen te besturen en voor anarchie te behoeden, richtte Karel V in 1524 de Raad voor de Indiën op. Het veroverde gebied werd vervolgens in 1535 verheven tot het vice-koninkrijk Nieuw Spanje. In 1532 werd bovendien het Incarijk in Zuid-Amerika veroverd en dit werd in 1540 het vice-koninkrijk Peru. Hiermee kregen deze verre koloniën formeel eenzelfde status als andere onderdelen van de Spaanse kroon, zoals het vice-koninkrijk Napels.

In de praktijk deden zich in deze Amerikaanse gebieden echter talloze misstanden voor. Met name de mishandelingen van de oorspronkelijke Indiaanse bevolking werden door de dominicaner priester Bartolomé de Las Casas onder de aandacht van de Spaanse regering gebracht. Karel V vaardigde daarop in 1542 de Nieuwe Wetten uit, waarbij slavernij van indianen werd verboden en de conquistadores werden verplicht om rekening te houden met het welzijn van de indianen.

De veroverde gebieden bleken zeer rijk aan delfstoffen. Zo werden in het huidige Bolivia zeer rijke zilvermijnen gevonden nabij de stad Potosí, die in april 1545 door Juan de Villarroel gesticht werd onder de naam Villa Imperial de Carlos V. Het zilvererts werd direct op grote schaal ontgonnen, om als zilver naar Spanje te worden verscheept. Dit zou een belangrijke impuls zijn voor de Spaanse economie, hoewel een groot deel ervan ook opging aan Karels vrijwel permenante oorlogsvoeringen.

De binnenplaats van het Paleis van Karel V in de Alhambra van Granada

Van 1522 tot 1530 was Karel vrijwel permanent in Spanje. In deze periode trad hij onder andere in het huwelijk met Isabella van Portugal en gaf hij tijdens zijn huwelijksreis in 1527 de opdracht het Paleis van Karel V te bouwen in het toen al beroemde Alhambra in Granada. Dit in renaissance-stijl gebouwde paleis was met zijn bijzondere ontwerp en rijke symboliek een unieke bouwkundige uitbeelding van Karels opvattingen van het universele keizerschap. Even symbolisch is het feit dat dit paleis uiteindelijk nooit voltooid werd [9].

Tijdens de tweede helft van zijn regeerperiode (1530-1555) kwam Karel niet meer langere tijd naar Spanje. Hij liet het regentschap over de Spaanse koninkrijken toen eerst over aan zijn vrouw Isabella en na haar dood in 1539 aan zijn oudste zoon Filips, die hem in 1556 ook zou opvolgen als koning Filips II. In de praktijk werd de Spaanse regering tot midden jaren '40 grotendeels gecoördineerd door de zeer invloedrijke topambtenaar Francisco de los Cobos [10].

Duitsland en de Reformatie

Als kerngebied van het Heilige Roomse Rijk was Duitsland voor Karel V één van zijn vele rijken. Anders dan in zijn erflanden bezat hij hier ook weinig concrete machtsmiddelen. Voor zijn politieke doelstellingen was hij daarom hoofdzakelijk aangewezen op de steun van de rijksvorsten. Sinds het eind van de 15e eeuw begonnen dezen zich echter te organiseren in Rijksdag, om zo sterker te staan tegenover de koning/keizer. Karel V zocht als alternatief de steun van de kleinere rijksgraven, -heren en -ridders, die hij in een bond probeerde te verenigen. Dit naar het voorbeeld van de succesvolle Zwabische Bond, die van 1488-1533 een belangrijke pijler van de keizerlijke macht in met name Zuid-West Duitsland was. [11]

Voor keizer Karel V was de versterking van zijn positie als Duits koning om meerdere redenen van belang:

  • Ten eerste om de positie van zijn Nederlandse erflanden juridisch te kunnen versterken en ze staatkundig gezien te onttrekken aan het Duitse staatsvormingsproces.
  • Ten tweede om meer invloed hebben op de keuze van zijn opvolger als keizer, aangezien dit ambt de belangrijkste legitimatie was voor de internationale politiek van het huis Habsburg.
  • Ten derde om de religieuze eenheid van het rijk te herstellen, aangezien met de protestantse afwijzing van het pausschap ook de legitimatie voor de universele taken van het keizerschap wegviel.

Met de reformatie werd Karel al direct op zijn eerste reis naar Duitsland in 1519 geconfronteerd. De protesten van de augustijner monnik Maarten Luther tegen de Rooms-Katholieke Kerk en het pausschap kon de zeer katholieke Karel niet zomaar tolereren, temeer daarmee zijn door de paus verleende keizerlijke gezag werd ondergraven. In de hoop hem tot een herroeping van zijn stellingen te kunnen bewegen, kreeg Luther een vrijgeleide om in april 1521 ter verhoor te verschijnen op de Rijksdag van Worms.

Melanchton leest de Augsburgse Confessie voor aan Karel V op de rijksdag van Augsburg (1530)

Daar verklaarde hij echter niets van zijn stellingen te willen herzien. Volgens de legende deed hij dit met de woorden "Hier sta ik, ik kan niet anders". In een eigenhandig geschreven antwoord liet Karel V vervolgens weten dat dit onacceptabel was. Luther werd toen op 26 mei 1521 in de Rijksban gedaan, maar keurvorst Frederik III van Saksen verleende hem onderdak op de Wartburg in Eisenach. Karel V was toen al weer uit Duitsland vertrokken om pas weer in 1530 terug te keren. In de tussentijd waren vele Duitse vorsten naar het protestantisme overgaan.

In 1530 probeerde de keizer op de Rijksdag van Augsburg de christelijke eenheid te herstellen door te wijzen op het Ottomaanse gevaar. Mogelijk beïnvloed door Erasmus, maar ook heel pragmatisch was hij bereid tot concessies aan de protestanten. De Augsburgse Confessie, de geloofsbelijdenis die Melanchthon de Rijksdag voorlegde, werd echter verworpen.

De protestantse rijksvorsten verenigden zich een jaar later in het Schmalkaldisch Verbond onder leiding van landgraaf Filips I van Hessen en Johan Frederik van Saksen. Rond 1540 maakte een groot deel van de rijksvorsten deel uit van dit verbond. Karel V streefde nog steeds naar een verzoening tussen beide groepen en riep verschillende Rijksdagen bijeen om het conflict op te lossen. Ook de Rijksdag te Regensburg van 1541 slaagde er niet in de eenheid te herstellen. Wel had Karel V de paus zover gekregen dat deze in 1545 het Concilie van Trente opende. De keizer verwachtte dat dit concilie tot hervormingen zou besluiten, opdat de protestanten weer naar de Rooms-Katholieke Kerk zouden terugkeren. Het tegendeel gebeurde: dit Concilie zou het begin zijn van de Contrareformatie.

Ruiterportret van Karel V na de Slag bij Mühlberg (1547) Schilderij door Titiaan

Het Schmalkaldisch Verbond verklaarde zich dan ook bereid de bepalingen van het Concilie van Trente met geweld te bestrijden. Daarop trok Karel V tegen hen ten strijde in de Schmalkaldische Oorlog (1546-1547) en behaalde in de slag Slag bij Mühlberg een overwinning op de protestanten. Hij was mild voor de overwonnenen, slechts hun leiders werden op een fatsoenlijke manier gevangengezet. Karel was nu op het toppunt van zijn macht en dit probeerde hij op de volgende rijksdag van Augsburg (1547-1548) te verzilveren. Aanvankelijk wilde hij een rijksbond met loyale vorsten afsluiten, maar dit stuitte op tegenstand van zijn zuster Maria van Hongarije als landvoogdes van de Nederlanden. Zo'n bond zou immers voornamelijk het Duitse koningschap ten goede komen. Daarom werd uiteindelijk besloten tot de bijna volledige verzelfstandiging van de Nederlanden middels de Transactie van Augsburg van 26 juni 1548. Dat was een belangrijke versterking van de dynastieke positie van het huis Habsburg.

Om in afwachting van definitieve besluiten van het Concilie de protestanten voorlopig tevreden te stellen had Karel V kort daarvoor het Augsburger Interim uitgevaardigd. Dit was een tamelijk eigenmachtige mengeling van concessies, waarmee hij enerzijds de protestanten opdroeg om het traditionele katholiek geloof, de katholieke gebruiken en de zeven sacramenten opnieuw te aanvaarden, maar hij anderzijds protestantse geestelijken toestond om te trouwen en leken om de Heilige Communie onder beide gedaanten te ontvangen.

In de herfst van 1551 sloten protestantse rijksvorsten echter weer een geheim verbond met de Franse koning Hendrik II, waarbij zij geld en steun zouden krijgen in ruil voor de overdracht van Kamerijk en de drie bisschopssteden (de Trois-Évêchés) Metz, Toul en Verdun aan Frankrijk. De vorstelijke troepen trokken toen onder leiding van Maurits van Saksen op naar Innsbruck, waar Karel op dat moment verbleef. Ternauwernood wist hij aan een gevangenneming te ontkomen. Terwijl zijn broer Ferdinand op 2 augustus 1552 bij het Verdrag van Passau vrede met de protestantse vorsten wist te sluiten, trok Karel met een legermacht op naar Metz, om die stad terug te veroveren op Frankrijk. Op 1 januari 1553 moest hij het slopende beleg staken.

Nadat hij naar Brussel was teruggekeerd, probeerde Karel V in de loop van 1553 de Duitse vorsten nog te bewegen om zijn zoon Filips tot rooms-koning en toekomstig keizer te kiezen, wanneer zijn broer Ferdinand eenmaal keizer zou zijn. Dit in een laatste poging om het gezag van het keizerschap verbonden te houden met de macht van de Spaanse en Nederlandse erflanden. Hierdoor zagen de Duitse vorsten hun vrijheid (Libertät) wederom bedreigd door een absolute en universele monarchie (Monarchia Universalis) onder een veel te katholieke en Spaanse Filips en wezen het voorstel dan ook resoluut van de hand.

De religieuze en politieke strijd kwam hierna voorlopig ten einde op de rijksdag van Augsburg van 1555, waar Ferdinand, zonder toestemming van zijn broer, met de protestantse vorsten de Godsdienstvrede van Augsburg sloot. Deze regeling hield in dat de rijksvorsten voortaan vrij waren om de religie van hun keuze op te leggen aan hun onderdanen: cuius regio, eius religio. De onderdanen kregen dus geen individuele godsdienstvrijheid.

Troonsafstand en laatste jaren

Allegorie op de troonsafstand van Karel V. Schilderij door Frans Francken II uit 1620.

Karel V zag de Godsdienstvrede van Augsburg als een persoonlijke nederlaag. Teleurgesteld en uitgeput door het vrijwel permanente rondreizen, deed hij op 25 oktober 1555 in Brussel troonsafstand. Dit was een voor die tijd zeer ongewone en opzienbarende daad. Voor deze plechtigheid in de Aula Magna van het Paleis op de Koudenberg waren vertegenwoordigers van alle Zeventien Provinciën, leden van de regeringsorganen en de ridders van het Gulden Vlies bijeengekomen.

In een ontroerende rede verhaalde de oude keizer, steunend op de jonge Willem van Oranje, hoe hij steeds had gestreefd "om voor het welzijn van Duitsland en de andere rijken te zorgen, om voor de vrede en de eenheid van het hele christendom te zorgen en om krachten tegen de Turken aan te wenden". Terugblikkend op zijn leven, eindigde hij met: "ik weet, dat ik vele fouten begaan heb, grote fouten, niet in het minst wegens mijn jeugd, dan wegens menselijk dwalen en wegens mijn passies, en uiteindelijk door mijn vermoeidheid. Maar niemand heb ik bewust onrecht aangedaan, wie ook. Indien er dan toch nog onrecht was, gebeurde het buiten mijn weten en enkel door onvermogen: ik betreur dit openbaar en smeek eenieder, die ik gekrenkt zou hebben, om vergiffenis".

Vervolgens droeg Karel V zijn Nederlandse gebieden en de Franche-Comté over aan zijn zoon Filips, aan wie hij op 16 januari 1556 ook de Spaanse koninkrijken overdroeg, waarmee deze koning Filips II werd. Op 5-7 september 1556 deed Karel tenslotte afstand van het keizerschap, in welke hoedanigheid hij zou worden opgevolgd door zijn broer Ferdinand I. Hiermee werd Karels wereldrijk en tegelijk het huis Habsburg gesplitst in een Spaanse en een Oostenrijkse tak.

Ondertussen was Karel V uit Brussel vertrokken, deed nog eenmaal zijn geboortestad Gent aan en ging op 15 september 1556 in Vlissingen aan boord van het schip dat hem naar Spanje bracht. Daar aangekomen reisde hij eerst naar Jarandilla de la Vera, waar hij verbleef in afwachting van een riante villa die hij liet bouwen tegen de zijmuur van het klooster van San Jerónimo de Yuste nabij Cuacos de Yuste, een klein plaatsje aan de voet van de Sierra de Gredos in Extremadura. Daar wilde hij zijn laatste jaren doorbrengen, mogelijk geïnspireerd door het leven van de Romeinse keizer Diocletianus, die zich op het einde ook terugtrok als kluizenaar en zich bezighield met tuinieren. Karel V had in Yuste de beschikking over enkele comfortabel ingerichte kamers en vanuit zijn bed had hij, via een speciaal aangebracht venster, uitzicht op het altaar van de kloosterkerk.

Villa van Karel V naast het klooster van Yuste

In zijn laatste maanden had Karel V gezelschap van zijn bastaardzoontje, Don Juan van Oostenrijk, de latere landvoogd van de Nederlanden. Hij bracht zijn tijd voornamelijk door met mijmeren en vissen vanaf het balkon van zijn werkkamer. Ook hield hij zich bezig met zijn verzameling uurwerken, waaronder enkele van de befaamde Italiaanse klokkenmaker Gianello Torriani, die ook enkele bewegende metalen objecten voor hem had gemaakt. Daarnaast liet Karel zich nog wel op de hoogte houden van de politieke actualiteit.

Keizer Karel V overleed in zijn villa op 21 september 1558. Twee dagen later werd zijn stoffelijk overschot bijgezet in een crypte onder het altaar van de kloosterkerk, waar hij nog geen maand eerder al zijn eigen uitvaartmis laten opdragen. Na zijn overlijden werden overal in zijn rijken herdenkingsmissen voor hem opgedragen, tot in Mexico, Cuzco en Peru aan toe [12]. Nadat zijn zoon Filips II buiten Madrid het klooster van San Lorenzo de El Escorial had laten bouwen, liet hij op 14 januari 1573 de stoffelijke resten van zijn vader hiernaartoe overbrengen. Op 11 mei 1664 werden ze tenslotte bijgezet in het nieuwe koninklijke pantheon onder het hoofdaltaar, waar zij thans liggen te midden van de stoffelijke resten van zijn nakomelingen en zijn opvolgers op de Spaanse troon. [13].

Trivia

  • Keizer Karel had net als zijn andere familieleden last van een erfelijke afwijking aan het kaakgewricht, die bekend kwam te staan als de Habsburgse kin. Hierdoor kon hij slecht kauwen, wat leidde tot indigestieproblemen. Bovendien schijnt hij een voorkeur voor excessief veel vlees en koud bier te hebben gehad. Dit zal mede hebben bijgedragen aan de jicht, waar Karel steeds meer onder gebukt ging naarmate hij ouder werd. Volgens het Bourgondische hofprotocol at hij meestal alleen.
  • Dat Karel V als fervent bierliefhebber bekend stond wordt in Vlaanderen herdacht met de biermerken Keizer Karel en Carolus. Keizer Karel nam ook Vlaamse bierbrouwers mee naar Spanje om daar voor hem een bier te brouwen. Dit wordt inmiddels door Heineken Spanje volgens oud recept gebrouwen en als abdijbier verkocht wordt onder de naam Legado de Yuste (Nalatenschap van Yuste).
  • Karel V komt in veel Vlaamse volksverhalen terug als een goedaardige en dappere vorst, dit in tegenstelling tot hoe over zijn opvolgers en dan met name zijn zoon Filips gedacht werd. In één van zulke verhalen wordt verteld hoe de keizer op een dag een bezoek zou hebben gebracht hebben aan de stad Oudenaarde. De wachter in de toren, die de stad op de hoogte moest brengen van zijn komst, had zich echter stomdronken gezopen en zodoende kwam de keizer aan op een leeg marktplein. Karel kon er om lachen en zou de stad verplicht hebben om vanaf toen een bril in zijn wapenschild te dragen. In werkelijkheid staat de bril voor het gotische teken 'A'. In de plaats Olen is Karel V bekende van het verhaal van de pot met de drie oren. Een typerend verhaal uit de laatste maanden van Karels leven vertelt over hoe hij afscheid neemt van een kennis, Selius. De oude keizer vraagt zijn dienaars om Selius uitgeleide te doen, maar niemand reageert. Uiteindelijk begeleidt de vorst zijn gast dan maar zelf naar buiten en zegt tegen hem dat vroeger zoveel mensen hem dienden, maar dat nu zelfs zijn personeel niet meer naar hem wilde luisteren.
  • Toen Karel V na zijn troonsafstand in Spanje voet aan wal zette, liet hij zich verder dragen door voetvolk in een soort draagwieg, die men nog steeds kan bezichtigen in het museum van Yuste. In afwachting van de oplevering van zijn villa naast het klooster van Yuste, verbleef Karel in Jarandilla de la Vera. Hier wordt jaarlijks half maart de laatste tocht van de keizer herdacht met een optocht in middeleeuwse klederdracht over de prachtige en naar hem vernoemde wandelroute Ruta del Emperador. Het klooster van Yuste met de keizerlijke vertrekken zijn voor het publiek te bezichtigen.
  • Tevens is er in Yuste een Europees centrum (zie: www.fundacionyuste.es) opgericht dat de Karel-V-prijs voor Europese Integratie uitreikt. Deze prijs werd onder anderen verleend aan de Franse politicus Jacques Delors, de Belgische oud-premier Wilfried Martens, voormalig sovjetpoliticus Michail Gorbatsjov en oud-bondskanselier Helmut Kohl.
  • In het jaar 2000 is de 500e geboortedag van keizer Karel V in al zijn vroegere landen herdacht met vele activiteiten, publicaties, herdenkingspostzegels e.d. Er waren grote tentoonstellingen in Gent, Bonn en Toledo. Deze laatste vormde de afsluiting van het herdenkingsjaar en werd daarom geopend door koning Juan Carlos I van Spanje, in aanwezigheid van koning Albert II van België, de Nederlandse koningin Beatrix en prinses Astrid van Luxemburg. Opmerkelijk was dat de toenmalige premier Wim Kok voorafgaand bij de kleine christelijke partijen heeft geïnformeerd of zij bezwaar hadden tegen Nederlandse deelname aan deze bijeenkomst. Dit vanwege Karels strijd tegen de protestanten.
  • Karel V is in 2006 opgenomen in de canon van Nederland, de vijftig thema's die volgens de commissie-Van Oostrom niet mogen ontbreken in de geschiedenisles op een Nederlandse school.

Externe links

Zie de categorie Charles V, Holy Roman Emperor van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

Sjabloon:HRR Sjabloon:Koningen Spanje