Wereldkampioenschap rally in 1985

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Wereldkampioenschap rally in 1985
Volgende: Seizoen 1986
Vorige: Seizoen 1984
De locaties van rally's uit het seizoen 1985 in kaart
Seizoen in het wereldkampioenschap rally
Regio Mondiaal
Jaargang 13
Aantal rondes 12
Kampioen rijders Vlag van Finland Timo Salonen
Kampioen constructeurs Vlag van Frankrijk Peugeot
Portaal  Portaalicoon   Autosport

Het Wereldkampioenschap rally in 1985 was de dertiende jaargang van het Wereldkampioenschap rally (internationaal het World Rally Championship), georganiseerd door de Fédération Internationale de l'Automobile (FIA).

Verslag[bewerken | brontekst bewerken]

Het seizoen zag een ongewijzigde kalender ten opzichte van de twee voorgaande seizoenen, bestaande uit twaalf rondes, waarin dit keer Ivoorkust als enige rally enkel een rol mocht spelen voor het rijderskampioenschap, en dus niet de constructeurs, waarbij in plaats dan zeven de beste acht resultaten meetelde voor het (constructeurs)kampioenschap.

Regerend wereldkampioenen Audi vestigden hun hoop op titelhouder Stig Blomqvist en Walter Röhrl als het vaste rijders paar, terwijl Hannu Mikkola en Michèle Mouton dit keer een veel kleiner programma afwerkten in het WK (Mouton zou zelfs maar één keer dat seizoen starten in een WK-rally). De grillige Audi Sport quattro verving nu definitief de betrouwbare quattro A2, die het team grotendeels haar successen bracht in het afgelopen seizoen. De Sport quattro was echter door ontwikkeld sindsdien, en moest zodoende de constante lijn van zijn voorganger nu weten te evenaren. Bij Lancia waren ze zich inmiddels bewust dat hun Lancia Rally 037 normaliter niet opgewassen kon zijn tegen het geweld van de vierwielaangedreven quattro's, en waren daarom al even bezig met de ontwikkeling van een geschikte tegenspeler, die echter pas later dat jaar het daglicht kon gaan zien, waardoor het team genoodzaakt was het seizoen aan te vangen met de Rally 037. Markku Alén, Attilio Bettega en Henri Toivonen werden behouden als rijders, terwijl Miki Biasion in het zogenaamde satelliet team van Jolly Club een bijna evenredig programma reed. Het team met de grootste verwachtingen was Peugeot, die na een succesvol debuutjaar, waarin het drie keer won, nu hun zinnen volledig ging zetten om Audi de weg te wijzen en beide titels binnen te halen. Na zijn bewezen resultaten bleef Ari Vatanen natuurlijkerwijs aan als kopman, en werd hiermee ook in de favorietenrol gedrukt binnen het team. Een constante nummer 2 rijder was echter nodig om mogelijke schade op te vangen, en die keuze viel op Timo Salonen, die al een aantal jaar aan het ploeteren was met doorgaans niet-competitieve Nissans, maar desondanks regelmatig was in het finishen van rally's. Bruno Saby werd voornamelijk ingezet als specialist voor bepaalde rally's, naast het feit dat er hierdoor bij de rijders ook een Franse inbreng kwam. Naast deze hoofdrolspelers, aasden teams als Toyota, Renault, Opel, Nissan en Mazda voornamelijk op individueel succes, in de wetenschap dat zij geen constante competitie konden bieden aan de drie grootmachten in het kampioenschap.

Het seizoen startte traditioneel in Monte Carlo, al was er even sprake dat het evenement geen doorgang kreeg, na een conflict tussen de organisatie van de rally, de ACM, en de overkoepelende organisatie FISA (FIA) en hun president Jean-Marie Balestre, wat grotendeels te maken had met de commerciële rechten van de Grand Prix van Monaco, waarover de ACM ook verantwoordelijk is. Een uiteindelijke doorgang kwam er, en het was Vatanen die het seizoen van start ging zoals hij het vorige was geëindigd, namelijk met een overwinning. De Peugeot kopman stak de gehele rally met nek en schouder boven de rest uit, en zelfs een inklok fout van zijn navigator Terry Harryman op de vooravond van de slotdag, waarmee een tijdstraf gepaard ging van acht minuten, weerhield hem niet van dit succes. Röhrl, een viervoudig winnaar van het evenement, had geen antwoord in petto en consolideerde voor een tweede plaats, met Salonen die daarachter gelijk naar een bemoedigend podium resultaat toe reed als derde. In Zweden was Vatanen eveneens onaantastbaar en zette daar zijn reeks aan overwinningen door, terwijl het dit keer Blomqvist was die achtervolgde op plaats twee en Salonen die wederom de top drie zou completeren. Portugal bracht een eerste smet op Vatanens titel campagne, nadat hij op een van de klassementsproeven iets te grillig verloren tijd wilde goed maken en daarmee de wielophanging brak en als consequentie moest opgeven. Röhrl dirigeerde het tempo grotendeels, maar ook hij ondervond problemen aan het materiaal, wat voor hem weliswaar niet het einde betekende, dan wel een wat onfortuinlijke derde plaats. Salonen bewees zijn waarde als Peugeots steunpilaar en reed naar zijn eerste overwinning toe voor het team, terwijl Biasion in de Jolly Club ingeschreven Rally 037 sterk als tweede eindigde. De Safari werd het terrein voor de specialisten die naar het individueel succes zochten. Audi was namelijk snel uitgespeeld met een snelle opgave voor zowel Blomqvist als Mikkola, terwijl ook Peugeot een moeizaam verloop kende in hun eerste langeafstandswedstrijd, met alleen Salonen die de finish haalde op slechts een zevende plaats. Lancia kon zich ook niet ontdoen van problemen, met zowel Alén als Bettega als uitvallers door motorproblemen. Opel-rijders Rauno Aaltonen en Erwin Weber voerde enige tijd het klassement aan, maar beide raakte in de slotfase in de problemen en zouden een top drie resultaat uit hun hoofd moeten zetten. Toyota sloeg toe met de naar omstandigheden uiterst geschikte Toyota Celica TCT en wist voor het tweede jaar op rij het evenement te winnen, alleen was het dit keer verrassend genoeg Safari debutant Juha Kankkunen die dit volbracht, terwijl Björn Waldegård nu als tweede eindigde en Nissan-rijder Mike Kirkland derde. In Corsica introduceerde de Franse constructeurs nieuwe auto's in het kampioenschap; Renault maakte haar opwachting met de R5 Maxi Turbo voor Jean Ragnotti en Peugeot kwam aanzetten met een tweede evolutie van hun 205 Turbo 16, enkel nog bestuurd door derde rijder Bruno Saby, waar het dat zijn teamgenoten nog voldeden met de originele versie. Ragnotti voerde gelijk vanaf het begin het klassement aan, met Vatanen, Saby en de Lancia's in de achtervolging. Op de vierde klassementsproef verongelukte Lancia-rijder Bettega echter met dodelijke afloop, waardoor de gehele Italiaanse inbreng zich vervolgens terugtrok uit de wedstrijd. Het overschaduwde het evenement, al werd deze diezelfde dag nog wel voortgezet, met Vatanen die stukje bij beetje de voorsprong van Ragnotti verkleinde, tot het moment dat ook hij verongelukte, al kwam Vatanen er ongeschonden vanaf. Ragnotti domineerde het restant van de rally en won, met Saby die keurig als tweede eindigde en Bernard Béguin met een Porsche 911 daarachter op plaats drie. In Griekenland werd het al gauw een tweestrijd tussen Salonen en Blomqvist, nadat hun teamgenoten Vatanen en Röhrl al op de eerste klassementsproef aan de kant stonden met technisch falen. Salonen trok uiteindelijk aan het langste eind en won voor Blomqvist die tweede eindigde, terwijl Mazda een succes vierde door het podium te completeren met rijder Ingvar Carlsson, weliswaar op grote achterstand van zijn twee voorlopers.

Timo Salonen en het team van Peugeot grepen in 1985 naar beide de rijders- en constructeurstitel toe

De tweede seizoenshelft werd in Nieuw-Zeeland ingeluid met opnieuw een overwinning voor Salonen, die nu in een rechtstreeks gevecht zijn teamgenoot Vatanen versloeg, die hierin zijn meerdere moest erkennen en als tweede zou eindigen, wat voor hem desalniettemin na enige tijd droogte weer belangrijke punten betekende. Röhrl en Blomqvist zaten niet ver weg, maar achtervolgden uiteindelijk op plaatsen drie en vier. In Argentinië werd de sport wederom opgeschrikt door een serieus ongeluk, waarbij dit keer Vatanen betrokken was. Zijn verwondingen waren zwaar genoeg om hem meer dan een jaar uit de roulatie te houden, waardoor hij geen rol meer speelde in het kampioenschap. Na ook het wegvallen van Blomqvist, die de radicale Sport quattro E2 debuteerde tijdens deze rally, maar waarbij de betrouwbaarheid nog zoek was, greep Salonen naar een relatief eenvoudige overwinning toe, met passant Wilfried Wiedner in een privé-ingeschreven quattro A2 eindigend als tweede en Peugeots gastrijder Carlos Reutemann die het podium compleet maakte op plaats drie. Beide de rijders- en constructeurstitel lagen daarom in Finland al voor het grijpen voor het Franse team; een kans die ze dan ook wisten te benutten doordat Salonen de rally wist te winnen en daarmee zichzelf en Peugeot de titel schonk. Blomqvist reed dit keer een nagenoeg probleemloze rally en eindigde in het kielzog als tweede met de nieuwe evolutie Sport quattro, met Alén nog steeds in de Rally 037 eindigend als derde, waar het team van Lancia aanvankelijk zou debuteren met hun nieuwe aanwinst, die overigens tot de frustratie van hun rijders, vertraging opliep in de ontwikkeling. San Remo werd het decor van Audi's en Walter Röhrls wederopstanding met hun eerste maar ook enige overwinning van het seizoen. Röhrl domineerde het evenement nagenoeg van start tot finish en liet de kersverse wereldkampioen Salonen op afstand als tweede eindigen, terwijl het dit keer Toivonen was die het podium compleet maakte met Lancia, in wat nu wel het laatste optreden betekende voor de Rally 037. Enkel veroordeeld tot ronde van het rijderskampioenschap (en naast het feit dat alle titels al beslist waren), ontbraken de hoofdrolspelers aan de start in Ivoorkust, waar Toyota huishoud hield en met Kankkunen en Waldegård als eerste en tweede respectievelijk eindigden. Audi was in een soort tweede gedaante aanwezig (het verscheen aan de start met de originele Sport quattro) onder aanvoering van Mouton, die tot dan toe nog niet in actie was gekomen in het WK. Een resultaat bleef ook uit, want met veel technische en fysieke schade aan het materiaal wist ze de tweede langeafstandswedstrijd op de kalender niet uit te rijden, waar het Alain Ambrosino in een Nissan was die uiteindelijk als derde zou eindigen. De afsluitende ronde in Groot-Brittannië zag de meest competitieve deelnemerslijst van het seizoen aan de start verschijnen, waarbij nagenoeg alle fabrieksteams zich hadden ingeschreven, waaronder enkele nieuwkomers zoals Austin Rover met de MG Metro 6R4 en Ford met de Ford RS200, al kon de laatstgenoemde niet competitief deelnemen gezien deze nog niet door de homologatie was geweest (Blomqvist, overgekomen van Audi, reed de rally als voor auto buiten het klassement om). Het grootste nieuws was echter het langverwachte debuut van de Lancia Delta S4, wat de ultieme tegenhanger moest zijn van de 205 Turbo 16. De auto bewees zich in de handen van Alén en Toivonen ook gelijk competitief, aangezien ze mee konden in het tempo van de Peugeots en Audi's. Nadat deze allen uitvielen door verschillende problemen, maakte dit de weg vrij voor de Lancia's, die weliswaar met horten en stoten naar een overtuigend top twee resultaat toe reden. Alén nam in eerste instantie de leiding over van Mikkola en behield deze ook lange tijd, maar het was Toivonen die deze uiteindelijk overnam en voor het eerst in vijf jaar weer naar een WK-rally overwinning toe greep, terwijl Alén als tweede eindigde. De top drie werd gecompleteerd door Tony Pond in de Metro 6R4, wat daarmee eveneens een succesvol debuut inhield voor debutant Austin Rover.

Nieuwe reglementen[bewerken | brontekst bewerken]

  • Nieuwe evoluties van Groep B auto's krijgen de term 'E2' achter de officiële benaming. Dit staat voor 'Evolution 2' (tweede evolutie).

Kalender[bewerken | brontekst bewerken]

Ronde Datum Rally Basis Ondergrond
1 26 januari-1 februari Rally van Monte Carlo Vlag van Monaco Monte Carlo Asfalt
2 15-17 februari Rally van Zweden Vlag van Zweden Karlstad Sneeuw en ijs
3 6-9 maart Rally van Portugal Vlag van Portugal Estoril Asfalt en gravel
4 4-8 april Safari Rally Vlag van Kenia Nairobi Gravel
5 2-4 mei Rally van Corsica Vlag van Frankrijk Ajaccio Asfalt
6 27-30 mei Rally van Griekenland Vlag van Griekenland Athene Gravel
7 29 juni-2 juli Rally van Nieuw-Zeeland Vlag van Nieuw-Zeeland Auckland Gravel
8 31 juli-3 augustus Rally van Argentinië Vlag van Argentinië Buenos Aires Gravel
9 23-25 augustus Rally van Finland Vlag van Finland Jyväskylä Gravel
10 30 september-4 oktober Rally van San Remo Vlag van Italië San Remo Asfalt en gravel
11 30 oktober-3 november Rally van Ivoorkust Vlag van Ivoorkust Yamoussoukro Gravel
12 24-28 november Rally van Groot-Brittannië Vlag van Verenigd Koninkrijk Nottingham Gravel

Teams en rijders[bewerken | brontekst bewerken]

  • Volgorde is gebaseerd op de eindstand van het kampioenschap uit het voorgaande seizoen.
Fabrieksinschrijvingen
Inschrijving Constructeur Auto Band Rijder Navigator Rondes
Vlag van Duitsland Audi Sport Audi Audi Sport quattro
Audi Sport quattro E2
M Vlag van Zweden Stig Blomqvist Vlag van Zweden Björn Cederberg 1-4, 6-9
Vlag van Duitsland Walter Röhrl Vlag van Duitsland Christian Geistdörfer 1-3, 5-7, 10
Vlag van Verenigd Koninkrijk Phil Short 12
Vlag van Finland Hannu Mikkola Vlag van Zweden Arne Hertz 2, 4, 9, 12
Vlag van Frankrijk Michèle Mouton 11
Vlag van Italië Martini Racing Lancia Lancia Rally 037
Lancia Delta S4
P Vlag van Finland Henri Toivonen Vlag van Finland Juha Piironen 1, 9-10, 12
Vlag van Finland Markku Alén Vlag van Finland Ilkka Kivimäki 4-5, 9-10, 12
Vlag van Italië Attilio Bettega Vlag van Italië Maurizio Perissinot 4-5
Vlag van Kenia Vic Preston Jr. Vlag van Kenia John Lyall 4
Vlag van Frankrijk Peugeot Talbot Sport Peugeot Peugeot 205 Turbo 16
Peugeot 205 Turbo 16 E2
M Vlag van Finland Ari Vatanen Vlag van Verenigd Koninkrijk Terry Harryman 1-8
Vlag van Finland Timo Salonen Vlag van Finland Seppo Harjanne 1-10, 12
Vlag van Frankrijk Bruno Saby Vlag van Frankrijk Jean-François Fauchille 1, 4-5, 10
Vlag van Argentinië Carlos Reutemann 8
Vlag van Zweden Kalle Grundel Vlag van Zweden Claes Billstam 9
Vlag van Verenigd Koninkrijk Terry Harryman 12
Vlag van Finland Mikael Sundström Vlag van Verenigd Koninkrijk Paul White 12
Vlag van Japan Toyota Team Europe Toyota Toyota Celica TCT P Vlag van Zweden Björn Waldegård Vlag van Zweden Hans Thorszelius 4, 9, 11-12
Vlag van België Michel Lizin 7
Vlag van Finland Juha Kankkunen Vlag van Verenigd Koninkrijk Fred Gallagher 4, 7, 9, 11-12
Vlag van Frankrijk Renaulf Elf Philips Renault Renault 5 Maxi Turbo M Vlag van Frankrijk Jean Ragnotti Vlag van Frankrijk Pierre Thimonier 5
Vlag van Duitsland Opel Euro Team Opel Opel Manta 400 Vlag van Finland Rauno Aaltonen Vlag van Kenia Lofty Drews 4
Vlag van Duitsland Erwin Weber Vlag van Duitsland Gunter Wanger 4, 12
Vlag van Frankrijk Guy Fréquelin Vlag van Frankrijk 'Tilber' 5
Vlag van Verenigd Koninkrijk Jimmy McRae Vlag van Verenigd Koninkrijk Ian Grindrod 12
Vlag van Verenigd Koninkrijk Russell Brookes Vlag van Verenigd Koninkrijk Mike Broad 12
Vlag van Japan Team Nissan Europe Nissan Nissan 240RS D Vlag van Kenia Shekhar Mehta Vlag van Kenia Rob Combes 4
Vlag van Kenia Yvonne Mehta 6-8
Vlag van Kenia Mike Kirkland Vlag van Kenia Anton Levitan 4, 6
Vlag van Frankrijk Alain Ambrosino Vlag van Frankrijk Daniel Le Saux 4
Vlag van Kenia Jayant Shah Vlag van Kenia Ivan Smith 4
Vlag van Griekenland Iórgos Moschous Vlag van Griekenland Dimítris Vazakas 6
Vlag van Nieuw-Zeeland Reg Cook Vlag van Nieuw-Zeeland Wayne Jones 7
Vlag van Verenigd Koninkrijk Terry Kaby Vlag van Verenigd Koninkrijk Kevin Gormley 12
Vlag van Japan Mazda Rally Team Europe Mazda Mazda RX-7 P Vlag van Zweden Ingvar Carlsson Vlag van Zweden Benny Melander 2, 6, 12
Vlag van Duitsland Achim Warmbold Vlag van Frankrijk 'Biche' 6
Vlag van Nieuw-Zeeland Rod Millen Vlag van Verenigd Koninkrijk Brian Rainbow 12
Vlag van Verenigd Koninkrijk Computervision Rallying with Mobil MG MG Metro 6R4 M Vlag van Verenigd Koninkrijk Tony Pond Vlag van Verenigd Koninkrijk Rob Arthur 12
Vlag van Verenigd Koninkrijk Malcolm Wilson Vlag van Verenigd Koninkrijk Nigel Harris 12
Vlag van Frankrijk Citroën Competitions Citroën Citroën Visa 1000 Pistes Vlag van Frankrijk Jean-Claude Andruet Vlag van Frankrijk Annick Peuvergne 1
Vlag van Frankrijk Philippe Wambergue Vlag van Frankrijk Bernard Martin-Dondoz 1
Vlag van Frankrijk Maurice Chomat Vlag van Frankrijk Didier Breton 1
Vlag van Duitsland Volkswagen Motorsport Volkswagen Volkswagen Golf GTI P Vlag van Duitsland Jochi Kleint Vlag van Duitsland Werner Hohenadel 3, 5-6, 9-10
Vlag van Oostenrijk Franz Wittmann Vlag van Oostenrijk Ferdi Hinterleitner 3, 5, 9-10
Vlag van Oostenrijk Max Ogrisek 6

Agenda en resultaten[bewerken | brontekst bewerken]

Kleur Ondergrond
Grijs Asfalt
Bruin Gravel
Roze Asfalt en gravel
Blauw Sneeuw en ijs
Ronde Rally Podium Statistieken
Pos. Rijder Auto Tijd Proeven Afstand Gestart Gefinisht
1 Vlag van Monaco 53ème Rallye Automobile de Monte-Carlo
(26 januari-1 februari 1985)
1. Vlag van Finland Ari Vatanen Peugeot 205 Turbo 16 10:20.49 34 851,70 km 117 68
2. Vlag van Duitsland Walter Röhrl Audi Sport quattro 10:26.06
3. Vlag van Finland Timo Salonen Peugeot 205 Turbo 16 10:30.54
2 Vlag van Zweden 35th International Swedish Rally
(15-17 februari 1985)
1. Vlag van Finland Ari Vatanen Peugeot 205 Turbo 16 4:38.49 29 513,63 km 115 56
2. Vlag van Zweden Stig Blomqvist Audi Sport quattro 4:40.38
3. Vlag van Finland Timo Salonen Peugeot 205 Turbo 16 4:42.15
3 Vlag van Portugal 19º Rallye de Portugal Vinho do Porto
(6-9 maart 1985)
1. Vlag van Finland Timo Salonen Peugeot 205 Turbo 16 8:07.25 47 730,50 km 94 28
2. Vlag van Italië Miki Biasion Lancia Rally 037 8:12.12
3. Vlag van Duitsland Walter Röhrl Audi Sport quattro 8:13.23
4 Vlag van Kenia 33rd Marlboro Safari Rally
(4-8 april 1985)
1. Vlag van Finland Juha Kankkunen Toyota Celica TCT 5:18.00 88 5176,00 km 71 20
2. Vlag van Zweden Björn Waldegård Toyota Celica TCT 5:52.00
3. Vlag van Kenia Mike Kirkland Nissan 240RS 6:01.00
5 Vlag van Frankrijk 29ème Tour de Corse - Rallye de France
(2-4 mei 1985)
1. Vlag van Frankrijk Jean Ragnotti Renault 5 Maxi Turbo 12:54.15 29 1075,90 km 139 45
2. Vlag van Frankrijk Bruno Saby Peugeot 205 Turbo 16 E2 13:06.47
3. Vlag van Frankrijk Bernard Béguin Porsche 911 SC RS 13:20.04
6 Vlag van Griekenland 32nd Acropolis Rally
(27-30 mei 1985)
1. Vlag van Finland Timo Salonen Peugeot 205 Turbo 16 10:20.19 47 811,02 km 110 45
2. Vlag van Zweden Stig Blomqvist Audi Sport quattro 10:24.34
3. Vlag van Zweden Ingvar Carlsson Mazda RX-7 11:08.25
7 Vlag van Nieuw-Zeeland 16th AWA Clarion Rally of New Zealand
(29 juni-2 juli 1985)
1. Vlag van Finland Timo Salonen Peugeot 205 Turbo 16 8:29.16 46 935,50 km 67 39
2. Vlag van Finland Ari Vatanen Peugeot 205 Turbo 16 8:30.33
3. Vlag van Duitsland Walter Röhrl Audi Sport quattro 8:31.42
8 Vlag van Argentinië 6º Marlboro Rally Argentina
(31 juli-3 augustus 1985)
1. Vlag van Finland Timo Salonen Peugeot 205 Turbo 16 10:04.33 23 956,71 km 138 39
2. Vlag van Oostenrijk Wilfried Wiedner Audi quattro A2 10:18.29
3. Vlag van Argentinië Carlos Reutemann Peugeot 205 Turbo 16 10:35.47
9 Vlag van Finland 35th 1000 Lakes Rally
(23-25 augustus 1985)
1. Vlag van Finland Timo Salonen Peugeot 205 Turbo 16 E2 4:10.35 50 453,44 km 175 83
2. Vlag van Zweden Stig Blomqvist Audi Sport quattro E2 4:11.23
3. Vlag van Finland Markku Alén Lancia Rally 037 4:14.14
10 Vlag van Italië 27º Rallye Sanremo
(30 september-4 oktober 1985)
1. Vlag van Duitsland Walter Röhrl Audi Sport quattro E2 7:10.10 45 687,78 km 98 33
2. Vlag van Finland Timo Salonen Peugeot 205 Turbo 16 E2 7:16.39
3. Vlag van Finland Henri Toivonen Lancia Rally 037 7:18.02
11 Vlag van Ivoorkust 17ème Rallye Côte d'Ivoire (R)
(30 oktober-3 november 1985)
1. Vlag van Finland Juha Kankkunen Toyota Celica TCT 4:46 72 4103,00 km 50 8
2. Vlag van Zweden Björn Waldegård Toyota Celica TCT 4:46
3. Vlag van Frankrijk Alain Ambrosino Nissan 240RS 6:19
12 Vlag van Verenigd Koninkrijk 41st Lombard RAC Rally
(24-28 november 1985)
1. Vlag van Finland Henri Toivonen Lancia Delta S4 9:32.05 65 896,98 km 155 62
2. Vlag van Finland Markku Alén Lancia Delta S4 9:33.01
3. Vlag van Verenigd Koninkrijk Tony Pond MG Metro 6R4 9:34.32
  • R = Alleen rijderskampioenschap.

Kampioenschap standen[bewerken | brontekst bewerken]

Rijders[bewerken | brontekst bewerken]

  • Punten worden uitgereikt aan de top 10 geklasseerden.
Pos. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Punten 20 15 12 10 8 6 4 3 2 1
Pos. Rijder MON
Vlag van Monaco
ZWE
Vlag van Zweden
POR
Vlag van Portugal
KEN
Vlag van Kenia
FRA
Vlag van Frankrijk
GRI
Vlag van Griekenland
NZL
Vlag van Nieuw-Zeeland
ARG
Vlag van Argentinië
FIN
Vlag van Finland
ITA
Vlag van Italië
IVK
Vlag van Ivoorkust
GBR
Vlag van Verenigd Koninkrijk
 Ptn. 
1 Vlag van Finland Timo Salonen 3 3 1 7 NF 1 1 1 1 2 NF 127
2 Vlag van Zweden Stig Blomqvist 4 2 4 NF 2 4 NF 2 75
3 Vlag van Duitsland Walter Röhrl 2 NF 3 NF NF 3 1 NF 59
4 Vlag van Finland Ari Vatanen 1 1 NF NF NF NF 2 NF 55
5 Vlag van Finland Juha Kankkunen 1 NF NF 1 5 48
6 Vlag van Finland Henri Toivonen 6 4 3 1 48
7 Vlag van Finland Markku Alén NF NF 3 4 2 37
8 Vlag van Zweden Björn Waldegård 2 NF 7 2 NF 32
9 Vlag van Kenia Mike Kirkland 3 7 4 26
10 Vlag van Zweden Per Eklund 5 6 4 24
11 Vlag van Frankrijk Bruno Saby 5 NF 2 NF 23
12 Vlag van Italië Miki Biasion 9 2 NF 6 23
13 Vlag van Frankrijk Jean Ragnotti 1 20
14 Vlag van Kenia Shekhar Mehta NF 4 NF 4 20
15 Vlag van Frankrijk Alain Ambrosino 6 3 18
16 Vlag van Zweden Ingvar Carlsson 8 3 10 16
17 Vlag van Oostenrijk Wilfried Wiedner 2 15
18 Vlag van Frankrijk Bernard Béguin 3 12
Vlag van Argentinië Carlos Reutemann 3 12
Vlag van Verenigd Koninkrijk Tony Pond 3 12
21 Vlag van Oostenrijk Werner Grissmann 5 NF 8 11
22 Vlag van Finland Hannu Mikkola 4 NF NF NF 10
Vlag van Finland Rauno Aaltonen 4 10
Vlag van Ierland Billy Coleman 4 10
25 Vlag van Duitsland Erwin Weber 5 11 8
26 Vlag van Frankrijk Yves Loubet 5 8
Vlag van Qatar Saeed Al-Hajri 5 8
Vlag van Nieuw-Zeeland Malcolm Stewart 5 8
Vlag van Argentinië Ernesto Soto 5 8
Vlag van Zweden Kalle Grundel 5 NF 8
Vlag van Italië Dario Cerrato 5 8
Vlag van Ivoorkust Eugène Salim 5 8
33 Vlag van Zweden Mikael Ericsson 7 8 NF 7
34 Vlag van Zweden Gunnar Pettersson 6 NF 6
Vlag van Portugal José Miguel 6 6
Vlag van Frankrijk Bertrand Balas 6 6
Vlag van Duitsland Achim Warmbold 6 6
Vlag van Nieuw-Zeeland Reg Cook 6 6
Vlag van Argentinië Mario Stillo 6 6
Vlag van Italië Alessandro Molino 6 6
Vlag van Verenigd Koninkrijk Jimmy McRae 6 6
42 Vlag van Frankrijk Dany Snobeck 7 4
Vlag van Portugal Carlos Bica 7 4
Vlag van Frankrijk Jean-Claude Bouquet 7 4
Vlag van Nieuw-Zeeland Ian Tulloch 7 4
Vlag van Kenia Jayant Shah NF 7 4
Vlag van Italië Giovanni Del Zoppo 7 4
Vlag van Ivoorkust Gilles Petit de Granville 7 4
Vlag van Verenigd Koninkrijk Terry Kaby 7 4
50 Vlag van Oostenrijk Franz Wittmann NF NF 9 12 9 4
51 Vlag van Frankrijk Jean-Claude Andruet 8 3
Vlag van Portugal Santinho Mendes 8 3
Vlag van Japan Yasuhiro Iwase 8 3
Vlag van Frankrijk Camille Bartoli 8 3
Vlag van Griekenland Iórgos Moschous 8 3
Vlag van Nieuw-Zeeland Possum Bourne 8 3
Vlag van Brazilië Sady Bordin 8 3
Vlag van Ivoorkust Doïc Dieval 8 3
Vlag van Verenigd Koninkrijk Russell Brookes 8 3
60 Vlag van Zweden Lars-Erik Torph 11 9 2
61 Vlag van Zweden Mats Jonsson 9 13 2
62 Vlag van Portugal Jorge Ortigão 9 2
Vlag van Kenia Ashok Patel 9 2
Vlag van Frankrijk Jean-Jacques Poaletti 9 2
Vlag van Nieuw-Zeeland Jim Donald 9 2
Vlag van Uruguay Federico West 9 2
Vlag van Nieuw-Zeeland Rod Millen 9 2
68 Vlag van Monaco 'Tchine' 21 11 10 1
69 Vlag van Frankrijk Maurice Chomat 10 1
Vlag van Zweden Kenneth Eriksson 10 1
Vlag van Portugal Pedro Faria 10 1
Vlag van Kenia Carlo Vittuli 10 1
Vlag van Frankrijk Patrick Bernardini 10 1
Vlag van Griekenland 'Stratissino' 10 1
Vlag van Nieuw-Zeeland Tony Teesdale 10 1
Vlag van Uruguay Luis Etchegoyen 10 1
Vlag van Finland Sebastian Lindholm 10 1
  • Noot: De beste zeven resultaten werden gerekend voor het kampioenschap.

Constructeurs[bewerken | brontekst bewerken]

Pos. Constructeur MON
Vlag van Monaco
ZWE
Vlag van Zweden
POR
Vlag van Portugal
KEN
Vlag van Kenia
FRA
Vlag van Frankrijk
GRI
Vlag van Griekenland
NZL
Vlag van Nieuw-Zeeland
ARG
Vlag van Argentinië
FIN
Vlag van Finland
ITA
Vlag van Italië
GBR
Vlag van Verenigd Koninkrijk
 Ptn. 
1 Vlag van Frankrijk Peugeot 18 18 18 (6) (16) 18 18 18 18 16 142
2 Vlag van Duitsland Audi 16 16 14 16 14 16 16 18 (12) 126
3 Vlag van Italië Lancia 8 16 14 14 18 70
4 Vlag van Japan Nissan 4 14 12 8 12 6 56
5 Vlag van Japan Toyota 10 18 6 10 44
6 Vlag van Frankrijk Renault 6 18 14 38
7 Vlag van Duitsland Volkswagen 10 9 10 29
8 Vlag van Duitsland Opel 4 12 1 8 25
9 Vlag van Duitsland Porsche 14 10 24
10 Vlag van Japan Mazda 6 14 2 22
11 Vlag van Verenigd Koninkrijk Ford 8 6 7 21
12 Vlag van Japan Subaru 9 11 20
13 Vlag van Italië Alfa Romeo 14 14
Vlag van Verenigd Koninkrijk Austin Rover 14 14
15 Vlag van Duitsland BMW 9 9
Vlag van Verenigde Staten Chevrolet 9 9
17 Vlag van Frankrijk Talbot 8 8
18 Vlag van Frankrijk Citroën 4 4
Kleur Resultaat
Goud Winnaar
Zilver 2e plaats
Brons 3e plaats
Groen Gefinisht, in punten
Blauw Gefinisht, geen punten
Niet geklasseerd (NC: Not classified)
Paars Niet gefinisht (DNF: Did not finish)
Zwart Gediskwalificeerd (DSQ: Disqualified)
Wit Uitgesloten (EX: Excluded)
Trok zich terug (WD: Withdrew)
Niet gestart (DNS: Did not start)
Blank Geannuleerd (C: Cancelled)
Uitgesteld (PP: Postponed)
  • Noot: De beste acht resultaten werden gerekend voor het kampioenschap.

Statistieken[bewerken | brontekst bewerken]

Rijders[bewerken | brontekst bewerken]

Pos. Rijder Gestart Gefinisht Winst Podia KP winst Punten Pos. in WK
1 Vlag van Finland Timo Salonen 11 9 5 8 95 127 1
2 Vlag van Zweden Stig Blomqvist 8 6 0 3 70 75 2
3 Vlag van Duitsland Walter Röhrl 8 4 1 4 67 59 3
4 Vlag van Finland Ari Vatanen 8 3 2 3 67 55 4
5 Vlag van Finland Juha Kankkunen 5 3 2 2 0 48 5
6 Vlag van Finland Henri Toivonen 4 4 1 2 33 48 6
7 Vlag van Finland Markku Alén 5 3 0 2 32 37 7
8 Vlag van Zweden Björn Waldegård 5 3 0 2 0 32 8
9 Vlag van Kenia Mike Kirkland 3 3 0 1 0 26 9
10 Vlag van Zweden Per Eklund 3 3 0 0 0 24 10
11 Vlag van Frankrijk Bruno Saby 4 2 0 1 5 23 11
12 Vlag van Frankrijk Jean Ragnotti 1 1 1 1 17 20 13
13 Vlag van Kenia Shekhar Mehta 4 2 0 0 0 20 14
14 Vlag van Frankrijk Alain Ambrosino 2 2 0 1 0 18 15
15 Vlag van Zweden Ingvar Carlsson 3 3 0 1 0 16 16
16 Vlag van Verenigd Koninkrijk Tony Pond 1 1 0 1 11 12 18
17 Vlag van Finland Hannu Mikkola 4 1 0 0 10 10 22
18 Vlag van Finland Rauno Aaltonen 1 1 0 0 0 10 22
19 Vlag van Duitsland Erwin Weber 2 2 0 0 0 8 25
20 Vlag van Zweden Kalle Grundel 2 1 0 0 5 8 25
21 Vlag van Duitsland Achim Warmbold 1 1 0 0 0 6 34
22 Vlag van Nieuw-Zeeland Reg Cook 1 1 0 0 0 6 34
23 Vlag van Verenigd Koninkrijk Jimmy McRae 1 1 0 0 0 6 34
24 Vlag van Kenia Jayant Shah 2 1 0 0 0 4 42
25 Vlag van Verenigd Koninkrijk Terry Kaby 1 1 0 0 0 4 42
26 Vlag van Oostenrijk Franz Wittmann 5 3 0 0 0 4 50
27 Vlag van Frankrijk Jean-Claude Andruet 1 1 0 0 0 3 51
28 Vlag van Griekenland Iórgos Moschous 1 1 0 0 0 3 51
29 Vlag van Verenigd Koninkrijk Russell Brookes 1 1 0 0 0 3 51
30 Vlag van Nieuw-Zeeland Rod Millen 1 1 0 0 0 2 60
31 Vlag van Frankrijk Maurice Chomat 1 1 0 0 0 1 68

Constructeurs[bewerken | brontekst bewerken]

Pos. Constructeur Gestart Gefinisht Winst Podia KP winst Punten Pos. in WK
1 Vlag van Frankrijk Peugeot 27 15 7 12 177 142 1
2 Vlag van Duitsland Audi 21 11 1 7 153 126 2
3 Vlag van Italië Lancia 12 7 1 4 80 70 3
4 Vlag van Japan Nissan 12 10 0 2 0 56 4
5 Vlag van Japan Toyota 10 6 2 4 0 44 5
6 Vlag van Frankrijk Renault 1 1 1 1 17 38 6
7 Vlag van Duitsland Volkswagen 10 4 0 0 0 29 7
8 Vlag van Duitsland Opel 6 5 0 0 0 25 8
9 Vlag van Japan Mazda 5 5 0 0 0 22 10
10 Vlag van Verenigd Koninkrijk Austin Rover 1 1 0 1 11 14 13
11 Vlag van Frankrijk Citroën 1 1 0 0 0 4 18

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie 1985 in World Rally Championship van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.