Grand Prix-wegrace van Groot-Brittannië 1982

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Vlag van Verenigd Koninkrijk Grand Prix-wegrace van Groot-Brittannië 1982
Officiële naam Marlboro British Grand Prix
Land Vlag van Verenigd Koninkrijk Verenigd Koninkrijk
Datum 1 augustus 1982
Organisator FIM
500 cc
Poleposition Vlag van Verenigde Staten Kenny Roberts
Snelste ronde Vlag van Nieuw-Zeeland Graeme Crosby
Eerste Vlag van Italië Franco Uncini
Tweede Vlag van Verenigde Staten Freddie Spencer
Derde Vlag van Nieuw-Zeeland Graeme Crosby
350 cc
Poleposition Vlag van Duitsland Martin Wimmer
Snelste ronde Vlag van Frankrijk Jean-François Baldé
Eerste Vlag van Frankrijk Jean-François Baldé
Tweede Vlag van België Didier de Radiguès
Derde Vlag van Duitsland Toni Mang
250 cc
Poleposition Vlag van Duitsland Martin Wimmer
Snelste ronde Vlag van Duitsland Toni Mang
Eerste Vlag van Duitsland Martin Wimmer
Tweede Vlag van Duitsland Toni Mang
Derde Vlag van Frankrijk Jean-Louis Tournadre
125 cc
Poleposition Vlag van Spanje Ángel Nieto
Snelste ronde Vlag van Spanje Ángel Nieto
Eerste Vlag van Spanje Ángel Nieto
Tweede Vlag van Spanje Ricardo Tormo
Derde Vlag van Italië Pier Paolo Bianchi
Zijspan
Poleposition Vlag van Zwitserland Rolf Biland/Vlag van Zwitserland Kurt Waltisperg
Snelste ronde Vlag van Nederland Egbert Streuer/Vlag van Nederland Bernard Schnieders
Eerste Vlag van Nederland Egbert Streuer/Vlag van Nederland Bernard Schnieders
Tweede Vlag van Duitsland Werner Schwärzel/Vlag van Duitsland Andreas Huber
Derde Vlag van Verenigd Koninkrijk Steve Abbott/Vlag van Verenigd Koninkrijk Shaun Smith

De Grand Prix-wegrace van Groot-Brittannië 1982 was de negende Grand Prix van het wereldkampioenschap wegrace-seizoen 1982. De races werden verreden op 1 augustus 1982 op het Silverstone circuit nabij Silverstone (Northamptonshire).

Algemeen[bewerken | brontekst bewerken]

De 500cc-wereldtitel werd voor een deel al in de trainingen op woensdag voor de Britse Grand Prix beslist, toen zowel Barry Sheene als Jack Middelburg gewond raakten. Die training was voor een bedrag van 110 gulden opengesteld voor iedereen die de baan op wilde en ongeveer 80 rijders met motoren van 125- tot 500 cc namen eraan deel. Net achter het hoogste punt aan het einde van Farm Straight botste Patrick Igoa op Gerhard Waibel. Igoa's machine kaatste terug op de baan, net voor de aanstormende Sheene en Middelburg. Zij konden de machine niet ontwijken en kwamen hard ten val. Pas na twintig minuten arriveerde de eerste ambulance. Igoa had een gebroken sleutelbeen en Middelburg had schaaf- en brandwonden en gekneusde tenen, maar Sheene moest een acht uur durende operatie ondergaan, waarbij de artsen zijn beide benen ternauwernood wisten te behouden. Een chirurg verklaarde dat toen het been onder de knie werd opengemaakt, de botjes er gewoon uit rolden. Daarnaast had hij een gecompliceerde polsbreuk. Sheene zou ten minste twee maanden uitgeschakeld zijn en zijn kansen op de wereldtitel waren verkeken. Het was juist de race dat Barry Sheene voor het eerst de beschikking had over een Yamaha OW 61-W-4. Martin Wimmer trainde zowel in de 250- als de 350cc-klasse als snelste en won in de 250cc-race zijn eerste Grand Prix. Dat gold ook voor Egbert Streuer en Bernard Schnieders in de zijspanrace. Zij profiteerden van het uitvallen van de combinatie Rolf Biland/Kurt Waltisperg. Een zware val van Kenny Roberts in de 500cc-race betekende dat er nog slechts een theoretische kans was dat de wereldtitel Franco Uncini zou kunnen ontgaan. Ook Roberts bleek (achteraf) voor de rest van het seizoen te zijn uitgeschakeld.

500 cc[bewerken | brontekst bewerken]

Kenny Roberts stond op poleposition, maar zijn machine, met nieuwe carburateurs, wilde niet aanslaan en hij startte in het achterveld. Tot ieders verrassing nam Stu Avant met zijn tamelijk oude privé-Suzuki RG 500 de leiding. De baan was nog wat vochtig, vooral de witte steentjes langs de rand. Roberts kwam daar in de eerste bocht (Copse) op terecht, zijn achterwiel sloeg weg en Roberts werd van zijn motorfiets geworpen. Zijn race had minder dan 400 meter geduurd. Avant werd al snel terechtgewezen door Takazumi Katayama, Marc Fontan en Franco Uncini. Intussen waren de marshals druk met het blussen van de motor van Graham Wood (tegelijk met Roberts gevallen) en het afvoeren van de gewonde Roberts. Nog voordat de eerste ronde voltooid was had Uncini de leiding overgenomen voor Katyama, Fontan, Reggiani, Spencer en de ook al geblesseerde Graeme Crosby[2] Spencer rukte al snel op naar de tweede plaats, terwijl Crosby werd gepasseerd door Kork Ballington en Crosby verloor de aansluiting bij de groep achtervolgers, terwijl Uncini's voorsprong steeds groter werd. In de tweede groep kwam Crosby zelfs achter Randy Mamola en Virginio Ferrari terecht, terwijl Fontan nog achter hem zat. In de tweede helft van de race verdween de pijn in zijn handen en begon Crosby zich opnieuw naar voren te vechten. Hij passeerde de hele achtervolgende groep binnen enkele ronden, reed de snelste ronde en werd toch nog derde.

Uitslag 500 cc[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Tijd Grid Punten
1 Vlag van Italië Franco Uncini Gallina-Suzuki 42"49'64 2 15
2 Vlag van Verenigde Staten Freddie Spencer RSC-Honda 42"56'07 3 12
3 Vlag van Nieuw-Zeeland Graeme Crosby Marlboro-Yamaha 43"03'38 4 10
4 Vlag van Italië Loris Reggiani Gallina-Suzuki 43"04'82 8
5 Vlag van Verenigde Staten Randy Mamola HB-Suzuki 43"05'04 7 6
6 Vlag van Italië Virginio Ferrari Gallina-Suzuki 9 5
7 Vlag van Zuid-Afrika (1928-1982) Kork Ballington Kawasaki 4
8 Vlag van Frankrijk Marc Fontan Sonauto-Yamaha 6 3
9 Vlag van Italië Leandro Becheroni Suzuki 2
10 Vlag van Verenigd Koninkrijk Chris Guy Suzuki 1
11 Vlag van Zwitserland Andreas Hofmann Suzuki
12 Vlag van Verenigd Koninkrijk Dave Dean Suzuki
13 Vlag van Zuid-Afrika (1928-1982) Jon Ekerold Cagiva 10
14 Vlag van Verenigd Koninkrijk Gary Lingham Suzuki
15 Vlag van Verenigd Koninkrijk Ron Haslam R&D-Honda
16 Vlag van Japan Iwao Ishikawa[3] Suzuki
17 Vlag van Italië Marco Lucchinelli RSC-Honda
18 Vlag van Verenigd Koninkrijk Steve Parrish Yamaha
19 Vlag van Verenigd Koninkrijk Steve Henshaw Suzuki
20 Vlag van Frankrijk Philippe Coulon Suzuki
21 Vlag van Nieuw-Zeeland Stuart Avant Suzuki
26 Vlag van Italië Guido Paci Yamaha
DNF Vlag van Verenigde Staten Kenny Roberts Yamaha Val 1
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Graham Wood Yamaha Val
DNF Vlag van Japan Takazumi Katayama RSC-Honda 8
DNF Vlag van Zwitserland Sergio Pellandini Suzuki
DNF Vlag van Frankrijk Franck Gross Suzuki
DNF Vlag van Finland Seppo Rossi Suzuki
DNF Vlag van Zweden Peter Sjöström Suzuki
DNF Vlag van Italië Graziano Rossi Marlboro-Yamaha
DNF Vlag van Nederland Peter Looijesteijn Suzuki 46
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Keith Huewen Suzuki
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Denis Ireland Suzuki
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Rob McElnea Suzuki
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Con Law Yamaha
DNF Vlag van Italië Giovanni Pelletier Morbidelli
DNS Vlag van Frankrijk Raymond Roche Suzuki
DNS Vlag van Spanje Víctor Palomo Suzuki
DNS Vlag van Nederland Boet van Dulmen Suzuki 5
DNQ Vlag van Verenigd Koninkrijk Barry Sheene John Player-Yamaha Blessure[4]
DNQ Vlag van Nederland Jack Middelburg HB-Suzuki Blessure[4]
DNQ Vlag van Zwitserland Michel Frutschi[5] Sanvenero

Top tien WK-tussenstand 500 cc[bewerken | brontekst bewerken]

Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
1 Vlag van Italië Franco Uncini Gallina-Suzuki 103
2 Vlag van Verenigde Staten Kenny Roberts Yamaha 68
Vlag van Verenigd Koninkrijk Barry Sheene John Player-Yamaha
4 Vlag van Verenigde Staten Freddie Spencer RSC-Honda 57
5 Vlag van Nieuw-Zeeland Graeme Crosby Marlboro-Yamaha 56
6 Vlag van Italië Marco Lucchinelli RSC-Honda 26
Vlag van Verenigde Staten Randy Mamola Suzuki
8 Vlag van Japan Takazumi Katayama RSC-Honda 25
9 Vlag van Zuid-Afrika (1928-1982) Kork Ballington Kawasaki 22
10 Vlag van Zwitserland Michel Frutschi Sanvenero 17

350 cc[bewerken | brontekst bewerken]

Martin Wimmer reed de snelste 350cc-trainingstijd, maar zijn start mislukte omdat zijn machine niet meteen aansloeg. Nu vormde zich een kopgroep met Toni Mang, Alan North en Didier de Radiguès, op enkele seconden gevolgd door een tweede groep met Jean-François Baldé, Carlos Lavado, Donnie Robinson, Christian Sarron, Jeffrey Sayle en Andy Watts. Toen deze groep het gat had gedicht ontstond er een geweldig gevecht waarbij regelmatig van positie werd gewisseld. Jeffrey Sayle ging onderuit in Becketts Corner en even later raakten De Radiguès en North elkaar waarbij Alan North ten val kwam. Wimmer had intussen ook aansluiting gevonden maar ook hij viel in Becketts Corner. Baldé had intussen wat afwachtend gereden, maar tegen het einde nam hij de leiding en hij won de race, waardoor hij ook aan de leiding van het wereldkampioenschap kwam.

Uitslag 350 cc[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Tijd Grid Punten
1 Vlag van Frankrijk Jean-François Baldé Kawasaki 38"25'75 5 15
2 Vlag van België Didier de Radiguès Chevallier-Yamaha 38"26'71 7 12
3 Vlag van Duitsland Toni Mang Kawasaki 38"26'87 2 10
4 Vlag van Venezuela Carlos Lavado Yamaha 38"27'80 8
5 Vlag van Frankrijk Christian Sarron Yamaha 38"28'02 6 6
6 Vlag van Verenigd Koninkrijk Andy Watts Yamaha 5
7 Vlag van Verenigd Koninkrijk Donnie Robinson Spondon-Yamaha 4 4
8 Vlag van Verenigd Koninkrijk Tony Head Yamaha 8 3
9 Vlag van Finland Pekka Nurmi Yamaha 2
10 Vlag van Verenigd Koninkrijk Steve Tonkin Armstrong 1
11 Vlag van Nederland Mar Schouten Yamaha 19
12 Vlag van Duitsland Karl-Thomas Grässel Yamaha
13 Vlag van Duitsland Gustav Reiner Bimota-Solo
14 Vlag van Verenigd Koninkrijk Graham Young Yamaha
15 Vlag van Oostenrijk Wolfgang von Muralt[6] Bimota-Yamaha 18
16 Vlag van Oostenrijk Siegfried Minich Yamaha
17 Vlag van Frankrijk Eric Saul Chevallier-Yamaha
18 Vlag van Verenigd Koninkrijk Paul Tinker Yamaha
19 Vlag van Finland Eero Hyvärinen Yamaha
20 Vlag van Finland Reino Eskelinen Yamaha
21 Vlag van Verenigd Koninkrijk Donnie McLeod Yamaha
22 Vlag van België René Delaby Yamaha
23 Vlag van Frankrijk Jacques Bolle Yamaha
24 Vlag van Verenigd Koninkrijk Phil Mellor Yamaha
DNF Vlag van Zuid-Afrika (1928-1982) Alan North Bimota-Yamaha Val 3
DNF Vlag van Frankrijk Patrick Fernandez Bimota-Bartol
DNF Vlag van Australië Jeffrey Sayle Armstrong Val 10
DNF Vlag van Duitsland Martin Wimmer Yamaha Val 1
DNF Vlag van Italië Massimo Matteoni Bimota-Yamaha
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Clive Horton Armstrong 9
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Rob McElnea Yamaha
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Simon Buckmaster Yamaha
DNS Vlag van Australië Graeme McGregor Waddon Ehrlich-Rotax Blessure[7]
DNS Vlag van Verenigd Koninkrijk Gary Padgett Yamaha Blessure[8]
DNQ Vlag van Zwitserland Jacques Cornu[5] Yamaha

Top tien WK-tussenstand 350 cc[bewerken | brontekst bewerken]

Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
1 Vlag van Frankrijk Jean-François Baldé Kawasaki 57
2 Vlag van België Didier de Radiguès Chevallier-Yamaha 49
3 Vlag van Duitsland Toni Mang Kawasaki 42
4 Vlag van Venezuela Carlos Lavado Yamaha 35
5 Vlag van Frankrijk Eric Saul Chevallier-Yamaha 32
6 Vlag van Zuid-Afrika (1928-1982) Alan North Bimota-Yamaha 23
7 Vlag van Frankrijk Patrick Fernandez Bimota-Bartol 18
8 Vlag van Zwitserland Jacques Cornu Yamaha 17
9 Vlag van Duitsland Gustav Reiner Bimota-Yamaha 14
10 Vlag van Duitsland Martin Wimmer Yamaha 12
Vlag van Australië Jeffrey Sayle Armstrong
Vlag van Frankrijk Christian Sarron Yamaha

250 cc[bewerken | brontekst bewerken]

Twee ronden reed Jean-Louis Guignabodet aan de leiding van de 250cc-race, maar toen nam Martin Wimmer de koppositie over om ze niet meer af te staan. Aanvankelijk lagen de Pernod-rijders Thierry Espié en Christian Estrosi op de derde en de vierde plaats, maar zij werden bijgehaald door een groep met Paolo Ferretti, Roland Freymond, Carlos Lavado, Toni Mang, Didier de Radiguès en Jean-Louis Tournadre. Uiteindelijk werd Mang tweede voor Tournadre, die zich beperkt had tot volgen en pas in de laatste ronde de derde plaats pakte, genoeg om aan de leiding van het WK te blijven.

Uitslag 250 cc[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Tijd Grid Punten
1 Vlag van Duitsland Martin Wimmer Spondon-Yamaha 38"38'89 1 15
2 Vlag van Duitsland Toni Mang Kawasaki 38"39'98 4 12
3 Vlag van Frankrijk Jean-Louis Tournadre Yamaha 38"42'38 10
4 Vlag van Zwitserland Roland Freymond MBA 38"42'38 2 8
5 Vlag van Frankrijk Jean-Louis Guignabodet Kawasaki 38"42'73 6 6
6 Vlag van Frankrijk Thierry Espié Pernod 5
7 Vlag van Italië Paolo Ferretti MBA 4
8 Vlag van Venezuela Carlos Lavado Yamaha 10 3
9 Vlag van Frankrijk Christian Estrosi Pernod 8 2
10 Vlag van België Didier de Radiguès Chevallier-Yamaha 5 1
11 Vlag van België Etienne Geeraerd Armstrong 7
12 Vlag van Frankrijk Patrick Fernandez Bimota-Bartol
13 Vlag van Frankrijk Jean-François Baldé Kawasaki 3
14 Vlag van Verenigd Koninkrijk Pete Wild Yamaha
15 Vlag van Verenigd Koninkrijk Donnie Robinson Spondon-Yamaha
16 Vlag van Japan Tadasu Ikeda Yamaha
17 Vlag van België Jean-Marc Toffolo Rotax 9
18 Vlag van Verenigd Koninkrijk Paul Harris Yamaha
19 Vlag van Verenigde Staten Richard Schlachter Yamaha
20 Vlag van Verenigd Koninkrijk Donnie McLeod Yamaha
21 Vlag van Frankrijk Pierre Bolle Yamaha
22 Vlag van Italië Maurizio Vitali MBA
23 Vlag van Australië Jeffrey Sayle Armstrong
24 Vlag van Verenigd Koninkrijk Steve Tonkin Armstrong
DNF Vlag van Frankrijk Christian Sarron Yamaha
DNF Vlag van Spanje Sito Pons Kobas-Rotax
DNF Vlag van Australië Graeme McGregor Waddon Ehrlich-Rotax Blessure[7]
DNF Vlag van Frankrijk Jacques Bolle Yamaha
DNF Vlag van Italië Massimo Matteoni Bimota-Yamaha
DNF Vlag van Frankrijk Jean-Michel Mattioli Yamaha
DNF Vlag van Frankrijk Gabriel Grabia Yamaha
DNF Vlag van Nederland Mar Schouten MBA Afstelling 18
DNF Vlag van Oostenrijk Hans Müller MBA
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Clive Horton Armstrong
DNF Vlag van Oostenrijk Siegfried Minich Rotax
DNS Vlag van Brazilië Antonio Neto Yamaha
DNQ Vlag van Frankrijk Patrick Igoa Onbekend Blessure[4]
DNQ Vlag van Zwitserland Jacques Cornu[5] Yamaha

Top tien WK-tussenstand 250 cc[bewerken | brontekst bewerken]

Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
1 Vlag van Frankrijk Jean-Louis Tournadre Yamaha 74
2 Vlag van Duitsland Toni Mang Kawasaki 67
3 Vlag van Zwitserland Roland Freymond MBA 39
4 Vlag van Australië Jeffrey Sayle Armstrong 27
5 Vlag van België Didier de Radiguès Chevallier-Yamaha 26
Vlag van Frankrijk Jean-Louis Guignabodet Kawasaki
7 Vlag van Duitsland Martin Wimmer Spondon-Yamaha 25
8 Vlag van Italië Paolo Ferretti MBA 22
9 Vlag van Venezuela Carlos Lavado Yamaha 18
10 Vlag van Australië Graeme McGregor Waddon-Rotax 17

125 cc[bewerken | brontekst bewerken]

De 125cc-race vormde de dagsluiter van de Britse GP en de strijd om de eerste twee plaatsen was erg spannend. Ze ging tussen Ángel Nieto (Garelli) en Ricardo Tormo (Sanvenero). Nieto won uiteindelijk, maar hij stak zijn armen bijna te vroeg in de lucht. Daardoor was het verschil op de finishlijn slechts een honderdste seconde.

Uitslag 125 cc[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Tijd Punten
1 Vlag van Spanje Ángel Nieto Garelli 33"30'90 15
2 Vlag van Spanje Ricardo Tormo Sanvenero 33"30'91 12
3 Vlag van Italië Pier Paolo Bianchi Sanvenero 33"41'13 10
4 Vlag van Italië Eugenio Lazzarini Garelli 34"01'82 8
5 Vlag van Venezuela Iván Palazzese MBA 34"10'23 6
6 Vlag van Italië Pierluigi Aldrovandi MBA 5
7 Vlag van Zwitserland Hans Müller MBA 4
8 Vlag van Oostenrijk August Auinger Bartol-MBA 3
9 Vlag van Zwitserland Bruno Kneubühler[9] MBA 2
10 Vlag van Argentinië Willy Pérez MBA 1
15 Vlag van Nederland Anton Straver MBA
22 Vlag van Nederland Willem Heykoop MBA
DNQ Vlag van Duitsland Gerhard Waibel Seel-MBA Blessure[4]

Top tien WK-tussenstand 125 cc[bewerken | brontekst bewerken]

Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
1 Vlag van Spanje Ángel Nieto Garelli 106
2 Vlag van Italië Eugenio Lazzarini Garelli 62
3 Vlag van Italië Pier Paolo Bianchi Sanvenero 59
4 Vlag van Spanje Ricardo Tormo Sanvenero 48
5 Vlag van Italië Pierluigi Aldrovandi MBA 44
6 Vlag van Zwitserland Hans Müller MBA 41
7 Vlag van Venezuela Iván Palazzese MBA 33
8 Vlag van Frankrijk Jean-Claude Selini MBA 29
9 Vlag van Oostenrijk August Auinger Bartol-MBA 28
10 Vlag van Argentinië Hugo Vignetti Sanvenero 26

Zijspannen[bewerken | brontekst bewerken]

De zijspanklasse was bij de meeste GP's de dagsluiter, maar in het Verenigd Koninkrijk was ze zo populair dat ze als tweede race werd verreden en zelfs rechtstreeks door de BBC werd uitgezonden. Rolf Biland was zoals altijd trainingssnelste, maar in de race reed hij slechts één ronde op kop. Toen kwam hij de pit binnen met een gat in een zuiger en een kapotte ontsteking. Egbert Streuer en Bernard Schnieders kwamen op kop en konden die ook tamelijk gemakkelijk vasthouden. Achter hen reed Derek Jones, maar die had grote moeite met het tempo, stond een aantal keren dwars uiteindelijk kantelde de combinatie in Woodcott's. Nu werden Werner Schwärzel/Andreas Huber tweede, voor Steve Abbott en Shaun Smith, die pas hun tweede GP van het seizoen reden. Trevor Ireson was eerst in gevecht geweest met Schwärzel, maar viel uit door een gebroken drijfstang. Ook andere kampioenskandidaten vielen uit: Michel/Burkhardt (ook door een drijfstang) en Taylor/Johansson (vastloper).

Uitslag zijspannen[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Bakkenist Merk Tijd Punten
1 Vlag van Nederland Egbert Streuer Vlag van Nederland Bernard Schnieders LCR-Yamaha 31"57'43 15
2 Vlag van Duitsland Werner Schwärzel Vlag van Duitsland Andreas Huber Krauser-Seymaz-Yamaha 32"38'17 12
3 Vlag van Verenigd Koninkrijk Steve Abbott Vlag van Verenigd Koninkrijk Shaun Smith Yamaha 32"41'43 10
4 Vlag van Verenigd Koninkrijk Mick Barton Vlag van Verenigd Koninkrijk Nick Cutmore Yamaha 33"07'02 8
5 Vlag van Verenigd Koninkrijk Gordon Nottingham Vlag van Verenigd Koninkrijk Steve Johnson Windle-Yamaha 33"08'02 6
6 Vlag van Verenigd Koninkrijk Dennis Bingham Vlag van Verenigd Koninkrijk Julia Bingham Yamaha 5
7 Vlag van Zwitserland Gérald Corbaz Vlag van Zwitserland Yvan Hunziker Seymaz-Yamaha 4
8 Vlag van Verenigd Koninkrijk Derek Bayley Vlag van Verenigd Koninkrijk Bob Bryson Yamaha 3
9 Vlag van Verenigd Koninkrijk Mick Boddice Vlag van Verenigd Koninkrijk Chas Birks Windle-Yamaha 2
10 Vlag van Japan Masato Kumano Vlag van Japan Kunio Takeshima LCR-Yamaha 1
15 Vlag van Nederland Hein van Drie Vlag van Nederland Charles Vroegop LCR-Yamaha
DNF Vlag van Zwitserland Rolf Biland[10] Vlag van Zwitserland Kurt Waltisperg Krauser-LCR-Yamaha Zuiger/ontsteking
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Derek Jones Vlag van Verenigd Koninkrijk Brian Ayres LCR-Yamaha Ongeluk
DNF Vlag van Frankrijk Alain Michel Vlag van Duitsland Michael Burkhardt Krauser-Seymaz-Yamaha Drijfstang
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Jock Taylor Vlag van Zweden Benga Johansson Fowler-Windle-Yamaha Vastloper
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Trevor Ireson Vlag van Verenigd Koninkrijk Donnie Williams Ireson-Yamaha Drijfstang

Top tien WK-tussenstand zijspanklasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos. Coureur Bakkenist Motorfiets Ptn.
1 Vlag van Zwitserland Rolf Biland Vlag van Zwitserland Kurt Waltisperg Krauser-LCR-Yamaha 45
2 Vlag van Duitsland Werner Schwärzel Vlag van Duitsland Andreas Huber Krauser-Seymaz-Yamaha 40
3 Vlag van Nederland Egbert Streuer Vlag van Nederland Bernard Schnieders LCR-Yamaha 33
4 Vlag van Frankrijk Alain Michel Vlag van Duitsland Michael Burkhardt Krauser-Seymaz-Yamaha 24
5 Vlag van Verenigd Koninkrijk Jock Taylor Vlag van Zweden Benga Johansson Fowler-Windle-Yamaha 23
6 Vlag van Verenigd Koninkrijk Steve Abbott Vlag van Verenigd Koninkrijk Shaun Smith Yamaha 16
7 Vlag van Verenigd Koninkrijk Dennis Bingham Vlag van Verenigd Koninkrijk Julia Bingham Yamaha 11
8 Vlag van Frankrijk Patrick Thomas Vlag van Frankrijk Jean-Marc Fresc Seymaz-Yamaha 10
9 Vlag van Verenigd Koninkrijk Mick Barton Vlag van Verenigd Koninkrijk Nick Cutmore Yamaha 8
10 Vlag van Verenigd Koninkrijk Mick Boddice Vlag van Verenigd Koninkrijk Chas Birks Windle-Yamaha 7
Vlag van Duitsland Albert Giesemann Vlag van Duitsland Thomas Riedel LCR-Yamaha
Vlag van Japan Masato Kumano Vlag van Japan Kunio Takeshima LCR-Yamaha

Trivia[bewerken | brontekst bewerken]

Waddon[bewerken | brontekst bewerken]

Joe Ehrlich had de Waddon-Rotax-racers ontwikkeld, maar kon maar moeilijk coureurs vinden die ermee wilden rijden. Voor de TT van Man had hij de machine aangeboden aan Graeme McGregor, die voor de eer bedankte. Daarop kreeg Con Law de motorfiets en hij won er de Junior 250 cc TT mee. Richard Schlachter reed de machine in het wereldkampioenschap wegrace maar stapte over op een Yamaha. Zo kwam de machine vanaf de Belgische GP toch bij McGregor terecht, die er tweede mee werd. Ehrlich wilde echter vooral goed voor de dag komen in zijn thuis-GP en liet McGregor de Joegoslavische GP overslaan om de 250- en 350cc-racers optimaal te kunnen voorbereiden voor de Britse Grand Prix. Tijdens de training op zaterdagmiddag viel McGregor echter bij Copse Corner tegen een houten paal waarbij hij zijn dijbeen brak.

Jean-François Baldé[bewerken | brontekst bewerken]

Jean-François Baldé stond aan de leiding van het 350cc-WK, maar in de 250cc-klasse had hij na zijn tweede plaats in de GP van Argentinië geen punt meer gescoord. In de training van Silverstone stond hij lange tijd eerste en hij dacht het lek boven te hebben, maar op het laatste moment werd hij gepasseerd door Martin Wimmer en Roland Freymond. Hij startte toch als derde, maar kon opnieuw niet meekomen en finishte slechts als dertiende.

Boet van Dulmen[bewerken | brontekst bewerken]

Bij de start van de 500cc-race zat Boet van Dulmen eenzaam op een stoeltje voor de pit. Hij had zich als vijfde gekwalificeerd voor de race, maar tijdens de trainingen was zijn privé-Suzuki RG 500 al eens vastgelopen en in de opwarmronde voor de race brandde er een gat in een zuiger en sloeg de motor opnieuw vast.

Uncini wereldkampioen?[bewerken | brontekst bewerken]

Formeel was Franco Uncini na de racedag (1 augustus) nog geen wereldkampioen, maar Kenny Roberts had slechts een week om te herstellen van zijn verdraaide knie en geblesseerde pink. Op woensdag 4 april moest hij echter een tweede operatie aan zijn pink ondergaan en onmiddellijk daarna vertrok hij naar de Verenigde Staten. Dat was het moment dat Uncini zeker was van zijn wereldtitel, want zijn tweede concurrent, Barry Sheene, was zeker twee maanden uitgeschakeld. Zowel Sheene als Roberts zouden - als ze op 5 september bij de Grand Prix van San Marino fit zouden zijn, maximaal 98 punten kunnen scoren. Uncini had na de Britse Grand Prix al 103 punten.

Ángel Nieto[bewerken | brontekst bewerken]

Ángel Nieto had wel een klein feestje te vieren na de Britse GP, niet alleen had hij zijn 50e 125cc-Grand Prix gewonnen, het was ook zijn 77e in totaal en daarmee passeerde hij Mike Hailwood. Hij stond nu tweede achter Giacomo Agostini, die 122 overwinningen had. Hij hoefde bovendien nog maar één punt te scoren om wereldkampioen te worden. Vooruitlopend daarop verklaarde hij dat hij na de Grand Prix van Zweden op vakantie zou gaan en zijn Garelli ter beschikking zou stellen aan Maurizio Vitali.

Vorige race:
Grand Prix-wegrace van Joegoslavië 1982
FIM wereldkampioenschap wegrace
34e seizoen (1982)
Volgende race:
Grand Prix-wegrace van Zweden 1982

Vorige race:
Grand Prix-wegrace van Groot-Brittannië 1981
Grand Prix-wegrace van Groot-Brittannië Volgende race:
Grand Prix-wegrace van Groot-Brittannië 1983