Grand Prix-wegrace van Japan 1987

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Vlag van Japan Grand Prix van Japan 1987
Officiële naam Grand Prix of Japan
Land Vlag van Japan Japan
Datum 29 maart 1987
Organisator FIM
500 cc
Poleposition Vlag van Verenigd Koninkrijk Niall Mackenzie
Snelste ronde Vlag van Verenigd Koninkrijk Randy Mamola
Eerste Vlag van Verenigd Koninkrijk Randy Mamola
Tweede Vlag van Australië Wayne Gardner
Derde Vlag van Japan Takumi Ito
250 cc
Poleposition Vlag van Japan Masahiro Shimizu
Snelste ronde Vlag van Duitsland Martin Wimmer
Eerste Vlag van Japan Masaru Kobayashi
Tweede Vlag van Spanje Sito Pons
Derde Vlag van Duitsland Reinhold Roth

De Grand Prix-wegrace van Japan 1987 was de eerste race van het wereldkampioenschap wegrace voor motorfietsen in het seizoen 1987. De races werden verreden op 29 maart 1987 op de Suzuka International Racing Course, 50 kilometer ten zuidwesten van Nagoya

Algemeen[bewerken | brontekst bewerken]

De laatste keer dat het WK in Japan werd verreden was tijdens de GP van 1967, die werd gewonnen door Mitsuo Itō (50 cc), Hugh Anderson (125 cc), Ralph Bryans (250 cc) en Mike Hailwood (350 cc). Dat was nog op de Fuji Speedway, maar nu racete men op de vernieuwde Suzuka International Racing Course, waar alleen de 250- en de 500cc-klasse aan de start kwamen. De organisatie gaf aan dat men de 125cc-klasse niet kon faciliteren omdat er niet genoeg hotelkamers in de omgeving beschikbaar waren. Zowel Honda als Yamaha wilden tijdens hun thuis-Grand Prix geen gezichtsverlies lijden en dat resulteerde in een enorm aantal Japanse wildcardrijders met fabrieksmateriaal. Er startten niet minder dan 20 fabrieksrijders in de 250cc-klasse en 23 fabrieksrijders in de 500cc-klasse. Op de trainingsdagen was het droog, maar op de racedag regende het. Daarom kregen de coureurs een korte extra training om met regenbanden te oefenen.

500 cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

De 500cc-klasse gaf in de training al opmerkelijke resultaten, maar tijdens de race waren de regen en de bandenkeuze scherprechters. Randy Mamola profiteerde optimaal van de bandenwarmers van Dunlop en twee kansloos geachte rijders scoorden punten door de nattigheid: Takumi Ito werd met de veel te zware en onbetrouwbare Suzuki RGV 500 derde en Raymond Roche reed met de 1986-Cagiva (de nieuwe was nog niet klaar) naar de tiende plaats.

De training[bewerken | brontekst bewerken]

Niall Mackenzie beheerste de trainingen vanaf het eerste moment. Gedurende alle trainingsdagen kon niemand hem van de eerste plaats verdringen. Net als in de 250cc-klasse waren er veel valpartijen door de lage temperaturen en het bijzondere asfalt. Zelfs Mackenzie viel een keer, toen hij nieuwe Michelin-banden had gemonteerd. Dat was een vergissing en met het oude type van Michelin ging het verder prima. Wayne Gardner blesseerde zijn al beschadigde voet opnieuw en strompelde door het rennerskwartier, Roger Burnett reed op vrijdag zijn 1986 Honda NSR 500 zodanig in elkaar dat hij de hele dag niet meer kon trainen. Rob McElnea werd na een val met duizeligheidsverschijnselen naar het ziekenhuis gebracht, Kevin Magee viel twee keer met zijn fabrieks-Yamaha YZR 500 uit 1986 en ook Ron Haslam kwam hard ten val. Eddie Lawson verloor de controle over zijn machine, klapte hard met zijn hoofd op de tank, maar bleef overeind. Freddie Spencer was vrijdagavond al naar huis gereisd; hij had te veel last van een eerder (in de Daytona 200) opgelopen blessure.

Trainingstijden[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Tijd
1. Vlag van Verenigd Koninkrijk Niall Mackenzie Gallina-HB-HRC-Honda 2"14'433
2. Vlag van Verenigde Staten Eddie Lawson Agostini-Marlboro-Yamaha 2"15'075
3. Vlag van Australië Wayne Gardner Rothmans-HRC-Honda 2"15'354
4. Vlag van Japan Shunji Yatsushiro Rothmans-HRC-Honda 2"15'377
5. Vlag van Japan Tadahiko Taira Agostini-Marlboro-Yamaha 2"15'396
6. Vlag van Australië Kevin Magee Yamaha 2"15'313
7. Vlag van Verenigd Koninkrijk Rob McElnea Agostini-Marlboro-Yamaha 2"16'294
8. Vlag van Verenigde Staten Randy Mamola Roberts-Lucky Strike-Yamaha 2"16'403
9. Vlag van Verenigd Koninkrijk Ron Haslam ELF-HRC-Honda 2"16'586
10. Vlag van Frankrijk Christian Sarron Gauloises-Sonauto-Yamaha 2"16'782

De race[bewerken | brontekst bewerken]

Rob McElnea was na zijn ziekenhuisopname toch fit bevonden door de artsen, maar dat hielp hem niet veel verder. Terwijl het hele veld op regenbanden stond, kregen McElnea en teamgenoot Eddie Lawson van Michelin-racemanager Fayol én van hun eigen chefmonteur Kel Carruthers het dringende advies om achter een intermediate te steken. "Rocket" Ron Haslam had de snelste start, maar na de eerste ronde leidde Randy Mamola al, gevolgd door Haslam, Wayne Gardner, Shunji Yatsushiro, Kevin Magee, Christian Sarron, Niall Mackenzie, Pierfrancesco Chili, Tadahiko Taira en Hiroyuki Kawasaki. Lawson reed op dat moment al de pit in om ook achter een regenband te laten monteren. Na vijf ronden had Mamola al twintig seconden voorsprong op zijn teamgenoot Mike Baldwin, die ook weer gemakkelijk wegliep van Gardner, Sarron, Haslam en Magee. Mamola hoefde zijn voorsprong slechts te consolideren, maar achter hem vond een groot aantal valpartijen plaats. Masaru Mizutani was al in de eerste ronde gevallen, enkele ronden later gevolgd door Keiji Kinoshita. Magee viel ook, evenals Christian Sarron, die daarvoor dezelfde bocht (130 R) uitzocht als zijn broer Dominique in de 250cc-race had gedaan. Sarron was net opgestaan toen Shunji Yatsushiro op hem af kwam schuiven. In de laatste ronde schoof Haslam, in gevecht met Mackenzie, onderuit, maar hij kon zijn machine weer oprapen en vijfde worden. Mackenzie dacht echter dat Haslam nog achter hem zat, gaf te veel gas en viel ook. Na de val van Baldwin schoof Gardner door naar de tweede plaats en Takumi Ito werd tot zijn eigen verrassing derde met de veel te trage Suzuki. Ook Pierfrancesco Chili scoorde goed: vierde met een driecilinder Honda NS 500 uit 1986.

Uitslag 500cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Ronden Tijd Grid Punten
1 Vlag van Verenigde Staten Randy Mamola Roberts-Lucky Strike-Yamaha 22 57"22'889 8 15
2 Vlag van Australië Wayne Gardner Rothmans-HRC-Honda 22 +42'389 3 12
3 Vlag van Japan Takumi Ito Suzuki 22 +51'294 22 10
4 Vlag van Italië Pierfrancesco Chili Gallina-HB-HRC-Honda 22 +1"20'353 17 8
5 Vlag van Verenigd Koninkrijk Ron Haslam ELF-HRC-Honda 22 +1"22'950 9 6
6 Vlag van Japan Tadahiko Taira Agostini-Marlboro-Yamaha 22 +1"38'680 5 5
7 Vlag van Japan Hiroyuki Kawasaki Roberts-Lucky Strike-Yamaha 22 +1"40'066 13 4
8 Vlag van Verenigd Koninkrijk Roger Burnett Rothmans-HRC-Honda 22 +2"08'258 21 3
9 Vlag van Japan Shinji Katayama Roberts-Lucky Strike-Yamaha 22 +2"16'331 19 2
10 Vlag van Frankrijk Raymond Roche Bastos-Cagiva 22 +2"28'180 12 1
11 Vlag van Japan Norio Iobe Honda 21 +1 ronde 23
12 Vlag van Japan Hisashi Yamana Honda 21 +1 ronde 29
13 Vlag van Verenigd Koninkrijk Simon Buckmaster Duckhams-Honda 21 +1 ronde 32
14 Vlag van Zwitserland Wolfgang von Muralt Suzuki 21 +1 ronde 30
15 Vlag van Finland Esko Kuparinen Honda 21 +1 ronde 30

Niet gefinished[bewerken | brontekst bewerken]

Coureur Merk Ronden Oorzaak Grid
Vlag van Verenigd Koninkrijk Niall Mackenzie Gallina-HB-HRC-Honda 21 Val 1
Vlag van Verenigde Staten Mike Baldwin Roberts-Lucky Strike-Yamaha 18 Val 11
Vlag van Japan Shunji Yatsushiro Rothmans-HRC-Honda 15 Val[1] 4
Vlag van Frankrijk Christian Sarron Gauloises-Sonauto-Yamaha 14 Val 10
Vlag van Australië Kevin Magee Yamaha 14 Val 6
Vlag van Italië Alessandro Valesi Iberna-Honda 13 25
Vlag van Japan Susumu Shimada Suzuki 11 27
Vlag van Duitsland Gustav Reiner Hein Gericke-Honda 9 Opgave[2] 18
Vlag van Verenigde Staten Eddie Lawson Agostini-Marlboro-Yamaha 8 Opgave[3] 2
Vlag van Verenigd Koninkrijk Rob McElnea Agostini-Marlboro-Yamaha 5 Opgave[3] 7
Vlag van Japan Norihiko Fujiwara Yamaha 4 20
Vlag van Zwitserland Marco Gentile Lucky Strike-Fior-Honda 3 28
Vlag van Verenigd Koninkrijk Kenny Irons Heron-Suzuki 3 Opgave[4] 24
Vlag van Japan Keiji Kinoshita Honda 2 Val 16
Vlag van België Didier de Radiguès Bastos-Cagiva 2 Opgave[5] 26
Vlag van Japan Masaru Mizutani Suzuki 0 Motor 14

Niet gestart[bewerken | brontekst bewerken]

Coureur Merk Oorzaak Grid
Vlag van Japan Osamu Hiwatashi Suzuki 15
Vlag van Verenigde Staten Freddie Spencer HRC-Honda Blessure[6] 31

250 cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

De 250cc-klasse opende de Japanse Grand Prix en daarmee ook het seizoen 1987. Er was een enorm aantal wildcardrijders, voornamelijk testcoureurs van Honda Racing Corporation en Yamaha, die het circuit van Suzuka goed kenden, maar die nog nooit in een WK-race gereden hadden. De Honda-fabrieksrijders uit Europa hadden enkele weken van tevoren echter ook een testsessie op Suzuka gehad, zodat ook zij met een redelijke circuitkennis konden beginnen. Ook de voormalige endurancerijders, zoals Patrick Igoa, kenden het circuit goed van de 8 uur van Suzuka.

De training[bewerken | brontekst bewerken]

Koude weersomstandigheden en onwennig asfalt leverden in de trainingen al de nodige valpartijen op. In de 250cc-klasse overkwam dat o.a. Carlos Cardús, Juan Garriga, Manfred Herweh, Reinhold Roth, Alan Carter, Sito Pons, Kevin Mitchell en Carlos Lavado. Die laatste kon niet starten omdat hij bij zijn val een sleutelbeen brak. De Japanse rijders, bijna allemaal voorzien van fabrieksracers, waren erg sterk. Masahiro Shimizu was de snelste, maar ook Masaru Kobayashi en Masumitsu Taguchi plaatsten zich bij de eerste vier, terwijl Martin Wimmer tweede werd. De "westerse" coureurs maakten zich niet al te druk over de Japanners, wetende dat zij in de rest van het WK niet meer aan de start zouden komen.

Trainingstijden[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Tijd
1. Vlag van Japan Masahiro Shimizu HRC-Honda 2"18'724
2. Vlag van Duitsland Martin Wimmer Agostini-Marlboro-Yamaha 2"18'849
3. Vlag van Japan Masaru Kobayashi HRC-Honda 2"19'659
4. Vlag van Japan Masumitsu Taguchi HRC-Honda 2"19'683
5. Vlag van Frankrijk Dominique Sarron Rothmans-HRC-Honda 2"20'087
6. Vlag van Frankrijk Patrick Igoa Gauloises-Sonauto-Yamaha 2"20'343
7. Vlag van Duitsland Reinhold Roth HB-Römer-HRC-Honda 2"20'579
8. Vlag van Spanje Sito Pons Campsa-HRC-Honda 2"20'595
9. Vlag van Zwitserland Jacques Cornu Parisienne-HRC-Honda 2"21'120
10. Vlag van Duitsland Toni Mang Rothmans-HRC-Honda Deutschland 2"21'151

De race[bewerken | brontekst bewerken]

Een uur voor de start begon het te regenen, wat bij een groot aantal coureurs twijfel opleverde omtrent de te monteren banden. Alleen Jean-François Baldé en Guy Bertin kozen voor slicks. Reinhold Roth monteerde alleen achter een slick en voor een intermediate en Sito Pons deed hetzelfde. Masaru Kobayashi wist dat het steeds harder zou gaan regenen en omdat hij met opgesneden slicks was gestart wist hij dat hij in het begin van de race genoeg voorsprong moest opbouwen omdat zijn banden op een echt natte baan in het nadeel waren ten opzichte van regenbanden. Na een ronde had hij al twee seconden voorsprong op Alan Carter, Masahiro Shimizu, Dominique Sarron, Masumitsu Taguchi, Jaqcues Cornu, Toni Mang, Patrick Igoa, Jean-Philippe Ruggia, Reinhold Roth en Martin Wimmer. Even later reden er alleen Japanners aan de leiding: Kobayashi met een grote voorsprong op Shimizu en Taguchi, waarbij Sarron de enige was die kon volgen. Na tien ronden begon het weer te regenen en begonnen de valpartijen: eerst Ruggia, daarna Cornu, Sarron en Carter. Pons en Roth profiteerden het meest van deze valpartijen, temeer omdat Shimizu terugviel en Taguchi door een slecht lopende motor afzakte naar de negende plaats. Kobayashi was echter niet meer te achterhalen, zeker niet met de volle slicks die Pons en Roth achter gemonteerd hadden. Hij won zijn debuut in het wereldkampioenschap wegrace.

Uitslag 250cc-klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Tijd Grid Punten
1 Vlag van Japan Masaru Kobayashi HRC-Honda 51"15'600 3 15
2 Vlag van Spanje Sito Pons Campsa-HRC-Honda +27'013 8 12
3 Vlag van Duitsland Reinhold Roth HB-Römer-HRC-Honda +27'551 7 10
4 Vlag van Japan Masahiro Shimizu HRC-Honda +39'118 1 8
5 Vlag van Duitsland Martin Wimmer Agostini-Marlboro-Yamaha +50'515 2 6
6 Vlag van Spanje Juan Garriga Ducados-Yamaha +1"01'421 11 5
7 Vlag van Frankrijk Patrick Igoa Gauloises-Sonauto-Yamaha +1"07'673 6 4
8 Vlag van Duitsland Toni Mang Rothmans-HRC-Honda Deutschland +1"20'079 10 3
9 Vlag van Japan Masumitsu Taguchi HRC-Honda +1"30'890 4 2
10 Vlag van Japan Takayoshi Yamamoto Yamaha +2"26'062 20 1
11 Vlag van Japan Toshihiro Wakayama Yamaha +2"31'832 29
12 Vlag van Japan Keiji Tamura Yamaha +2"32'654 18
13 Vlag van Italië Luca Cadalora Agostini-Marlboro-Yamaha +1 ronde 15
14 Vlag van Duitsland Harald Eckl Honda +1 ronde 14
15 Vlag van Frankrijk Jean-François Baldé Honda +1 ronde 25
16 Vlag van Frankrijk Guy Bertin Honda +1 ronde 27
17 Vlag van Japan Hiroo Takemura Honda +1 ronde 31
18 Vlag van Frankrijk Jean-Michel Mattioli Yamaha +1 ronde 30
19 Vlag van Italië Maurizio Vitali FMI-Garelli +1 ronde 23
20 Vlag van Frankrijk Bruno Bonhuil Honda +1 ronde 33

Niet gefinished[bewerken | brontekst bewerken]

Coureur Merk Oorzaak Grid
Vlag van Verenigd Koninkrijk Alan Carter Honda Val 13
Vlag van Italië Fausto Ricci Iberna-Honda 35
Vlag van Zwitserland Jacques Cornu Parisienne-HRC-Honda Val 9
Vlag van Spanje Carlos Cardús Nieto-Ducados-HRC-Honda Opgave[7] 32
Vlag van Italië Virginio Ferrari Katayama-Armstrong-HRC-Honda 34
Vlag van Duitsland Manfred Herweh Levior-Honda Opgave[8] 22
Vlag van Japan Shosuke Kita Honda 16
Vlag van Verenigd Koninkrijk Donnie McLeod Honda Opgave[9] 26
Vlag van België Stéphane Mertens Katayama-Armstrong-HRC-Honda Val 17
Vlag van Verenigd Koninkrijk Kevin Mitchell Yamaha 28
Vlag van Frankrijk Jean-Philippe Ruggia Gauloises-Sonauto-Yamaha Val 19
Vlag van Frankrijk Dominique Sarron Rothmans-HRC-Honda Val 5
Vlag van Japan Hideshi Tomita Honda 24

Niet gestart[bewerken | brontekst bewerken]

Coureur Merk Oorzaak Grid
Vlag van Japan Hiroshi Okumura Honda 12
Vlag van Japan Yoshihisa Hasegawa Honda 21
Vlag van Venezuela Carlos Lavado HB-Venemotos-Yamaha Blessure[10] 36

Trivia[bewerken | brontekst bewerken]

Bandenoorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Behalve Dunlop en Michelin leverden voor het eerst twee Japanse fabrikanten banden aan 250cc-motorcoureurs. Bridgestone voorzag Masaru Kobayashi en Masumitsu Taguchi van radiaalbanden en Yokohama leverde radiaalbanden aan Kevin Mitchell en Toshihiro Wakayama. In de 500cc-race speelden de banden en vooral de strategie een grote rol. Terwijl Dunlop haar zaken heel goed voor elkaar had met zelfs voor het eerst in de geschiedenis het gebruik van bandenwarmers voor Roberts-Lucky Strike-Yamaha, sloeg Michelin bij Agostini-Marlboro-Yamaha de plank volledig mis. Eddie Lawson en Rob McElnea kregen van Michelin-racemanager én van hun eigen chefmonteur Kel Carruthers het advies om met intermediates te starten omdat de regenbanden niet voldoende getest waren. Lawson reed al na een ronde de pit in om regenbanden te laten monteren, maar liep daarbij 1½ minuut achterstand op. McElnea stopte na vijf ronden in de pit. Na acht ronden riep Giacomo Agostini ook Lawson naar binnen omdat verder rijden zinloos was. Dat was het echter niet. Door de vele (uit)vallers had Lawson met zijn racetempo achtste kunnen worden. Nu verspeelde hij die drie punten ook.

Freddie Spencer[bewerken | brontekst bewerken]

Voor het vierde jaar op rij kon Freddie Spencer niet starten op Suzuka, waar weliswaar geen GP's, maar wel internationale wedstrijden gereden waren. In 1984 moest hij naar huis omdat zijn vader een ernstig ongeluk met een boot had gehad, in 1985 viel hij in de training, in 1986 was zijn geblesseerde hand nog niet genezen en in 1987 had hij te veel last van een blessure opgelopen tijdens de Daytona 200.

Takumi Ito[bewerken | brontekst bewerken]

Takumi Ito was in de training gevallen en reed met zijn Suzuki RGV 500 de 22e trainingstijd. Hij was daarom niet van plan in de race te starten. In de regen klom hij al snel op naar de elfde plaats en door de vele valpartijen eindigde hij als derde in de race. Dat was het beste Suzuki-resultaat van het hele seizoen.

Benzinekraan[bewerken | brontekst bewerken]

Roger Burnett had een slechte start omdat zijn monteurs de benzinekraan niet geopend hadden, maar hij werd toch nog achtste met de Honda NSR 500 die in 1986 door Wayne Gardner was gebruikt.

Dubbel debuut met dubbel succes[bewerken | brontekst bewerken]

Masaru Kobayashi was in 1984 en in 1985 250cc-kampioen van Japan, maar hij debuteerde in het WK met een overwinning. Datzelfde gold voor Bridgestone, dat voor het eerst banden leverde aan WK-rijders. In het geval van Kobayashi waren dat met de hand opgesneden slicks. De tweede Bridgestone-rijder was Masumitsu Taguchi, die vierde werd.

Debuut van de koppelingsstart[bewerken | brontekst bewerken]

Het was voor het eerst dat een Grand Prix werd begonnen met een koppelingsstart. Dat gaf weinig problemen. Ron Haslam, een erkend snelle duwstarter, wist zelfs ook met de koppelingsstart als snelste weg te komen vanaf de negende startpositie.

Debuut van de bandenwarmers[bewerken | brontekst bewerken]

Dunlop gebruikte voor het eerst de al van de Formule 1 bekende bandenwarmers. Daar profiteerde alleen het Roberts-Lucky Strike-Yamaha-team van. Randy Mamola en Mike Baldwin konden op die manier al vanaf de start voluit gaan.

Vorige race:
Preis von Baden-Württemberg 1986
FIM wereldkampioenschap wegrace
39e seizoen (1987)
Volgende race:
Grand Prix-wegrace van Spanje 1987

Vorige race:
Grand Prix-wegrace van Japan 1967
Grand Prix-wegrace van Japan Volgende race:
Grand Prix-wegrace van Japan 1988