Bulgaars voetbalelftal (mannen)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Bulgarije
Bulgarije
Bijnaam Лъвовете (De leeuwen)
Kledingsponsor Macron
FIFA-ranglijst 83 Stabiel (4 april 2024)
Hoogste ranking 8e (juni 1995)
Laagste ranking 96e (apr-mei 2012)
Associatie Bulgaarse voetbalbond
Bondscoach Vlag van Bulgarije Ilian Iliev
Stadion Vasil Levski Nationaal Stadion
Meeste interlands Stilijan Petrov (105)
Topscorer Dimitar Berbatov (48)
Wedstrijden
Eerste interland:
Vlag van Oostenrijk Oostenrijk 6–0 Bulgarije Vlag van Bulgarije
(Wenen, Oostenrijk; 21 mei 1924)
Grootste overwinning:
Vlag van Bulgarije (1948-1967) Bulgarije 10–0 Ghana Vlag van Ghana
(León, Mexico; 2 oktober 1968)
Grootste nederlaag:
Vlag van Spanje (1931-1939) Spanje 13–0 Bulgarije Vlag van Bulgarije
(Madrid, Spanje; 21 mei 1933)
Wereldkampioenschap
Optredens 7 (eerste keer: 1962)
Beste resultaat vierde plaats, 1994
Europees kampioenschap
Optredens 2 (eerste keer: 1996)
Beste resultaat eerste ronde, 1996 en 2004
Thuis
Uit

Het Bulgaars voetbalelftal is een team van voetballers dat Bulgarije vertegenwoordigt in internationale wedstrijden en competities.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Beginjaren (1924–1960)[bewerken | brontekst bewerken]

Bulgarije speelde in 1924 zijn eerste interland, het verloor met 0-6 van Oostenrijk. Voor de tweede wereldoorlog behoorde Bulgarije tot de zwakkere Europese landen, het nam nooit deel aan de Olympische Spelen en speelde voor het WK van 1934 en 1938 vijf kwalificatie-wedstrijden en haalde maar één gelijkspel met het doelsaldo: 4 voor en 21 tegen. Ook kwalificatie voor het WK van 1954 was niet best met één punt uit vier wedstrijden en de laatste plaats achter Tsjecho-Slowakije en Roemenië. Voor het WK van 1958 boekte Bulgarije zijn eerste zeges in een kwalificatie-toernooi tegen Noorwegen, maar Hongarije was tweemaal duidelijk te sterk. Een lichtpunt was een derde plaats op de Olympische Spelen in Melbourne, in een door boycots sterk devalueerd toernooi haalde Bulgarije de derde plaats na een 3-0 zege op India.

Vijf WK's zonder overwinning (1960–1986)[bewerken | brontekst bewerken]

WK 1962[bewerken | brontekst bewerken]

Voornaamste tegenstander om zich te kwalificeren voor het EK van 1962 was Frankrijk, de nummer drie van het laatste WK, de uitwedstrijd werd kansloos met 3-0 verloren. In de return scoorde Iliev vlak voor tijd het winnende tijd en aangezien het doelsaldo nog niet toereikend was voor een beslissing moest er een beslissingswedstrijd gespeeld worden in Milaan. Dimitar Yakimov scoorde het winnende doelpunt en Bulgarije plaatste zich voor de eerste keer voor het WK. Het WK in Chili werd geen succes, na een 1-0 nederlaag tegen Argentinië volgde een duidelijke nederlaag tegen Hongarije: 6-1. De debutant eindigde het toernooi met een doelpuntloos gelijkspel tegen Engeland.

EK 1964[bewerken | brontekst bewerken]

Het deelnemersveld voor het EK van 1964 bestond uit slechts vier landen, men moest drie Play-Off ronden overleven om de eindronde te halen. Het tweeluik tegen Portugal stond in het teken van twee ontluikende sterren: Georgi Asparuhov scoorde twee keer in de met 3-1 gewonnen thuiswedstrijd, Eusébio scoorde het tegendoelpunt. Nadat de wedstrijd in Lissabon met 3-1 werd verloren was er een beslissingswedstrijd nodig, Asparuhov scoorde het enige doelpunt. In de tweede ronde was opnieuw Frankrijk de tegenstander, na een 2-1 zege in Sofia verloor de ploeg in Parijs de wedstrijd in het laatste kwartier: 3-1.

WK 1966[bewerken | brontekst bewerken]

Georgi Asparuhov

In het kwalificatie-toernooi was België de voornaamste tegenstander, na een 3-0 zege in Sofia volgde een duidelijke 5-0 nederlaag in Brussel. Beide landen eindigde gelijk in punten en er moest andermaal een beslissingswedstrijd komen, in Florence won Bulgarije met 2-1 door twee doelpunten van Asparuhov. Verscheidene Europese topclubs wilden de aanvaller contracteren, maar de communistische regering liet hem niet gaan. Op het WK in 1966 maakte Bulgarije een goede indruk, maar in een sterk deelnemersveld werden drie nederlagen gelegen: 2-0 tegen Brazilië, 3-0 tegen Portugal en 3-1 tegen Hongarije.

EK 1968[bewerken | brontekst bewerken]

Om de Play-Offs van het EK te halen was opnieuw Portugal de tegenstander, Bulgarije verwierf een goede uitgangspositie door tweemaal van Zweden te winnen, terwijl de Portugezen een thuisnederlaag tegen Zweden leden. In de onderlinge wedstrijd won Bulgarije met 1-0 door een doelpunt van Dinko Dermendzjiev, Italië was het laatste obstakel om de eindronde te halen. Voor 60.000 toeschouwers overklatsten de Bulgaren de Italianen, maar door een tegendoelpunt zes minuten voor tijd viel de zege karig uit: 3-2. In Milaan waren de rollen omgedraaid, voor 90.000 toeschouwers wonnen de Italianen met 2-0, ze zouden later Europees kampioen worden. In hetzelfde jaar haalden de Bulgarije de finale van de Olympische Spelen in Mexico, in de finale werd met 4-1 verloren van Hongarije.

WK 1970[bewerken | brontekst bewerken]

Tegenstanders in de kwalificatie waren twee opkomende landen het Nederland van Johan Cruijff en het Polen van Kazimierz Deyna. Alle drie de landen wonnen hun onderlinge thuiswedstrijden, de beslissing viel in Rotterdam toen Bulgarije met 1-1 gelijkspeelde tegen Nederland, Christo Bonev scoorde de gelijkmaker. De eindronde in Mexico werd opnieuw een flop, Bulgarije verspeelde een 2-0 voorsprong tegen Peru, verloor met 3-2 en na een 5-2 nederlaag tegen West-Duitsland was de ploeg al na twee wedstrijden uitgeschakeld. Ook tegen Marokko werd niet gewonnen (1-1), zodat het land nog steeds moest wachten op hun eerste zege op een WK.

EK 1972[bewerken | brontekst bewerken]

Christo Bonev

Belangrijkste tegenstander in de kwalificatie was Hongarije, de thuiswedstrijd werd met 3-0 gewonnen, maar door een 2-0 nederlaag in Boedapest, een nederlaag tegen Frankrijk en een gelijkspel thuis tegen Noorwegen kwam de ploeg twee punten tekort. Erger was de dood van Asparuhov, hij overleed bij een auto-ongeluk, honderdduizenden Bulgaren bewezen de eerste grote Bulgaarse voetballer de laatste eer.

WK 1974[bewerken | brontekst bewerken]

Bulgarije had weinig moeite zich opnieuw te plaatsen voor het WK, een gelijkspel in Lissabon tegen Portugal volstond dankzij twee goals van Bonev, die de opvolger werd van Ashapourov. Na een 0-0 gelijkspel tegen Zweden leek Bulgarije op weg naar de eerste zege op een eindronde, maar door een fout van doelman Goranov werd een 1-0 voorsprong tegen Uruguay weggegeven: 1-1. Er moest nu gewonnen worden van het Nederland van Johan Cruijff, maar tegen het aanvallend sterke en verdedigend keiharde totaalvoetbal van de Nederlanders waren de Bulgaren niet opgewassen: 4-1. Net als de (ex-) wereldkampioenen Italië, Uruguay, West-Duitsland en Brazilië plaatsten de Bulgaren zich vier keer achter elkaar voor het WK, maar hun cijfers waren dramatisch: 12 wedstrijden, nul overwinningen, vier gelijke spelen, acht nederlagen en de doelcijfers: 9 voor en 29 tegen.

1974–1984[bewerken | brontekst bewerken]

Daarna kwamen vijf kwalificatie-toernooien zonder zich te plaatsen voor een eindtoernooi, voor het WK van 1978 had Bulgarije genoeg aan een gelijkspel tegen Frankrijk om zich voor de vijfde keer te kwalificeren, maar een 3-1 nederlaag zorgde voor de eerste uitschakeling sinds 1958. In de andere kwalificatie-toernooien speelde Bulgarije geen rol van betekenis. Voor het EK van 1984 moest Bulgarije de laatste wedstrijd uit tegen Joegoslavië spelen, de winnaar zou zich plaatsen voor het toernooi, bij een gelijkspel zou Wales profiteren. Bij een 2-2 stand kozen beide landen vol voor de aanval, in de laatste minuut kwamen drie Bulgaren vrij voor de doelman, maar ze kregen de bal er niet in, waarna bij de tegenaanval Radanović het winnende doelpunt voor Joegoslavië scoorde.

WK 1986[bewerken | brontekst bewerken]

Bulgarije had in de kwalificatie voor het WK van 1986 drie geduchte tegenstanders: Oost-Duitsland, Joegoslavië en vooral Europees kampioen Frankrijk. In het voorjaar van 1985 werden alle drie de thuiswedstrijden gewonnen en door de onderlinge resultaten volstond nu een zege op Luxemburg: 1-3. Op het WK in Mexico speelde Bulgarije gelijk tegen Italië en Zuid-Korea, waarna een 2-0 nederlaag volgde tegen het Argentinië van Diego Maradona. Bulgarije eindigde als derde in zijn groep, maar omdat Bulgarije tot de beste nummers drie van het toernooi behoorde plaatste Bulgarije zich toch voor de achtste finales. Het land was echter kansloos tegen het gastland: 2-0.

Tijdperk Stoitsjkov (1986–2000), halve finale WK 1994[bewerken | brontekst bewerken]

1986–1992[bewerken | brontekst bewerken]

Christo Stoitsjkov

In 1987 leek Bulgarije zich voor de eerste keer voor een EK-eindronde te plaatsen, na een 2-0 zege op België had Bulgarije nog één punt nodig om enig rivaal Ierland voor te blijven. Een 2-0 nederlaag in Dublin was nog niet fataal, maar door in de laatste wedstrijd thuis van Schotland te verliezen door een laat doelpunt gingen de Ieren naar het EK. Hoop gaf de voorhoede van Sredets Sofia (het voormalige CSKA Sofia), waar het aanvalsduo Emil Kostadinov, Ljoeboslav Penev en met name Christo Stoitsjkov doorbraken. In de halve finale van de Europa Cup tegen FC Barcelona imponeerde Stoitsjkov dermate, dat de Bulgaar het volgend jaar naar de topclub vertrok. De resultaten van het Bulgaarse team bleven nog achter, voor het WK van 1990 eindigde Bulgarije op de vierde en laatste plaats. Ook het kwalificatie-toernooi voor het EK van 1992 leverde slechts een vierde plaats op, positief was een 0-3 uitzege op Roemenië, maar twee nederlagen tegen Zwitserland brak het land op.

WK 1994[bewerken | brontekst bewerken]

Emil Kostadinov

Stoitsjkov groeide bij Barcelona uit tot een internationale ster, in 1992 won hij als eerste Bulgaar de Europa Cup I. Kwalificatie voor het WK van 1994 begon goed met een 2-0 zege op Frankrijk, maar door een serie mindere resultaten (2-0 verlies tegen Zweden, 3-1 tegen Oostenrijk, thuis gelijk tegen Israël) zorgde voor een flinke achterstand op Zweden en Frankrijk. Na een 1-1 gelijkspel thuis tegen Zweden had Bulgarije een wonder nodig om zich te plaatsen. Dat wonder gebeurde in Parijs, waar Frankrijk in de slotminuten tegen Israël een 2-1 voorsprong verspeelde en met 2-3 won. Bulgarije moest nu ook winnen in Parijs, een minuut voor tijd was de stand 1-1 door doelpunten van Éric Cantona en Emile Kostadinov. In de slotminuut verspeelde David Ginola namens Frankrijk de bal in zijn eigen strafgebied, dankzij een razendsnelle counter scoorde Kostadinov het winnende doelpunt en de wedstrijd was meteen afgelopen. Het WK in de Verenigde Staten begon slecht, Nigeria troefde de Bulgaren met 3-0 af, de tweede wedstrijd leverde eindelijk de eerste WK-zege op een eindronde op: 4-0 tegen buurland Griekenland. In de laatste groepswedstrijd tegen Argentinië zou een gelijkspel genoeg zijn om de achtste finales te halen, vlak voor de wedstrijd raakte Argentinië Maradona kwijt vanwege betrapping op doping. In de tweede helft sloeg Bulgarije toe en door doelpunten van Stoitsjkov en Sirakov werd een 2-0 zege geboekt. In de achtste finale tegen Mexico moesten strafschoppen de beslissing brengen, Yordan Letchkov zorgde voor de beslissende penalty. De kwartfinale tegen Duitsland ontbrandde in de tweede helft, een vrij onschuldige buiteling van Jürgen Klinsmann tegen Letchkov werd bestraft met een strafschop, die Lothar Matthäus benutte. Vlak daarna leek de beslissing te vallen, Rudi Völler scoorde, het score-boord gaf al 2-0 aan, maar het doelpunt werd afgekeurd vanwege buitenspel. Daarna kantelde de wedstrijd, Stoitsjkov scoorde uit een vrije trap, waarna nota bene de voor Hamburger SV Letchkov de wedstrijd besliste met een kopgoal. In de halve finale tegen Italië werd Bulgarije overklatst door twee doelpunten van Roberto Baggio, Bulgarije kwam niet verder dan een benutte strafschop van Stoitsjkov. De wedstrijd om de derde plaats werd een farce, binnen drie dagen moest er van New York naar Los Angeles gereisd worden en in de eerste helft was de stand al 4-0 voor Zweden. Stoitsjkov werd samen met de Rus Salenko topscorer van het toernooi met zes goals en werd gekozen tot Europees voetballer van het jaar.

EK 1996[bewerken | brontekst bewerken]

Na een moeizaam jaar bij FC Barcelona vertrok Stoitsjkov naar Parma Calcio 1913, waar hij weinig indruk maakte en al naar een jaar terugkeerde bij de Catalaanse club. Bij het Bulgaarse team was hij nog steeds van grote waarde, hij scoorde tien keer in de kwalificatie. Na zeven van de tien wedstrijden was Bulgarije voor de eerste keer al zeker van kwalificatie voor het EK, het plaatste zich samen met Duitsland met gemak voor de eindronde, belangrijkste zege was een 3-2 zege op de Duitsers na een 0-2 achterstand. Bulgarije begon het EK in Engeland met een 1-1 gelijkspel tegen Spanje en een 1-0 zege op Roemenië. Winst op Frankrijk was nodig om de kwartfinales te halen, maar Bulgarije verloor kansloos met 3-1, dieptepunt was een eigen doelpunt van aanvaller Penev. Bulgarije had nog hoop als Spanje niet zou winnen van Roemenië, maar door een laat doelpunt van Amor moesten de Bulgaren naar huis. Alle drie de doelpunten werden gemaakt door Stoitsjkov, uit een strafschop, uit een solo en uit een vrije trap. Bondscoach Penev werd na het toernooi ontslagen.

WK 1998[bewerken | brontekst bewerken]

Krasimir Balakov

Nog steeds draaide het Bulgaarse team om de "Gouden Generatie" van het WK van 1994, maar de heren raakten behoorlijk op leeftijd. De kwalificatie begon slecht met een nederlaag tegen Israël, maar na vijf achtereenvolgende overwinningen zou een zege op de enige concurrent Rusland genoeg zijn voor plaatsing. De Bulgaren stonden de hele wedstrijd zwaar onder druk, maar een doelpunt van de bebaarde verdediger Trifon Ivanov leverde de overwinning op. Het WK in Frankrijk begon slecht met een 0-0 gelijkspel tegen Paraguay en een 1-0 nederlaag tegen Nigeria. Bulgarije moest nu winnen van Spanje om kans te maken op de achtste finales, maar het uitgebluste elftal werd met 6-1 weggespeeld. Stoitsjkov kon niet meer zijn drempel op het team drukken, hij werd zelfs gewisseld in de rust. Een hele generatie nam afscheid van het nationale team, alleen Stoitsjkov en Krasimir Balakov gingen nog verder.

EK 2000[bewerken | brontekst bewerken]

Met een sterk verjongd team en een inmiddels weer in de Bulgaarse competitie spelende Stoitsjkov was de start slecht: 0-3 thuis tegen het jaren niet presterende Polen. Bulgarije eindigde op, de vierde en voorlaatste plaats in zijn groep met alleen overwinningen op Luxemburg en twee gelijke spelen tegen Engeland. Stoitsjkov nam afscheid van het nationale team, een tijdperk werd afgesloten. In deze periode maakte Dimitar Berbatov zijn debuut.

Tijdperk Berbatov (2000–2010)[bewerken | brontekst bewerken]

WK 2002[bewerken | brontekst bewerken]

Dimitar Berbatov

Bulgarije begon de kwalificatie met een 0-1 nederlaag tegen Tsjechië, maar een sterke serie van vijf zeges en twee gelijke spelen en veel puntverlies bij de concurrenten (Denemarken en Tsjechië) bracht Bulgarije op de eerste plaats in de groep met één punt voorsprong op Denemarken. Berbatov groeide uit tot het grote talent van Bulgarije met vijf goals en verdiende een transfer naar Bayer Leverkusen. Op de voorlaatste speeldag verloor Bulgarije de kooppositie door thuis met 0-2 te verliezen van Denemarken, op de laatste speeldag stond het gelijk in punten met de Tsjechen, maar door een slechter doelsaldo moesten de Bulgaren in Praag winnen om de Play-Offs te halen. Dat lukte bij lange na niet, want door een 6-0 nederlaag was Bulgarije uitgeschakeld.

EK 2004[bewerken | brontekst bewerken]

Bulgarije kende een perfecte start om het EK te halen, het won tweemaal met 2-0 van de directe concurrenten, 0-2 in Brussel tegen België, 2-0 thuis tegen Kroatië en gaf deze voorsprong niet uit handen. Tijdens de kwalificatie nam het afscheid van de 37-jarige Balakov, de laatste speler van het team dat de halve finale haalde van het WK in Amerika. Het EK in Portugal kon niet slechter beginnen, het team werd totaal overklatst door Zweden: 5-0. De overige wedstrijden tegen Denemarken en Italië gingen ook verloren en met nul punten en een doelsaldo van een voor en negen tegen was de toernooideelname finiaal geflopt.

2004–2010[bewerken | brontekst bewerken]

Na dit debacle nam "living legend" Christo Stoitsjkov de leiding over van het nationale team. Het kwalificatie-toernooi voor het EK 2016 begon voorspoedig met zeven punten uit drie wedstrijden, maar duidelijke nederlagen tegen Zweden (tweemaal 3-0) en Kroatië thuis (1-3) bracht de ploeg in een kansloze positie. Kwalificatie voor het EK van 2008 leverde een spannende strijd met Roemenië en Nederland, uiteindelijk kwam de ploeg één punt tekort ten opzichte van Nederland, twee gelijke spelen tegen Albanië brak de ploeg op. Het WK-kwalificatietoernooi van 2010 leverde meteen een achterstand op na vier gelijke spelen, een 2-0 nederlaag tegen Italië en vooral een 4-1 nederlaag tegen Cyprus bracht de ploeg in een onmogelijke positie, de achterstand op nummer twee Ierland was vier punten. Berbatov groeide uit tot een van de succesvolste spitsen van de premier League, hij speelde bij de topclubs Tottenham Hotspur en Manchester United. Succes met zijn land zat er niet en hij besloot in 2010 te stoppen met het nationale team, hij was wel de topscorer aller tijden met 48 doelpunten.

Neergang (2010–heden)[bewerken | brontekst bewerken]

Kwalificatie voor het EK van 2012 was een nieuw dieptepunt, Bulgarije eindigde als vijfde en laatste in zijn groep. Voor het WK van 2014 stond Bulgarije twee wedstrijden voor het einde op de tweede plaats achter het ongenaakbare Italië, nederlagen in de laatste twee wedstrijden tegen Armenië en Tsjechië leverde uiteindelijk de vierde plek op in zijn groep. Ook voor EK van 2016 zat er niet meer in als een vierde plaats, de ploeg speelde al snel geen rol van betekenis na een slechte start. Dieptepunt was een 1-1 gelijkspel thuis tegen Malta, waarna coach en ex-speler Loeboesjav Penev ontslagen werd. Bulgarije was wel lang in de running om zich te plaatsen voor het WK van 2018 mede door verrassende overwinningen op Nederland (2-0, hetgeen leidde tot het ontslag van bondscoach Danny Blind) en Zweden (3-2). Alle uitwedstrijden gingen echter verloren en na een thuisnederlaag tegen Frankrijk was de ploeg definitief uitgeschakeld. De kwalificatie eindigde in het eerste punt in een uitwedstrijd, 1-1 tegen Luxemburg.

Deelname aan internationale toernooien[bewerken | brontekst bewerken]

Wereldkampioenschap[bewerken | brontekst bewerken]

Wereldkampioenschap voetbal
Jaar Ronde Wed. W G V DV DT Kwal
Vlag van Uruguay 1930 Geen deelname
Vlag van Italië (1861-1946) 1934 Niet gekwalificeerd
Vlag van Frankrijk 1938 Niet gekwalificeerd
Vlag van Brazilië 1950 Geen deelname
Vlag van Zwitserland 1954 Niet gekwalificeerd
Vlag van Zweden 1958 Niet gekwalificeerd
Vlag van Chili 1962 Groepsfase 3 0 1 2 1 7 (Kwal.)
Vlag van Engeland 1966 Groepsfase 3 0 0 3 1 8 (Kwal.)
Vlag van Mexico 1970 Groepsfase 3 0 1 2 5 9 (Kwal.)
Vlag van Bondsrepubliek Duitsland 1974 Groepsfase 3 0 2 1 2 5 (Kwal.)
Vlag van Argentinië 1978 Niet gekwalificeerd
Vlag van Spanje 1982 Niet gekwalificeerd
Vlag van Mexico 1986 Achtste finale 4 0 2 2 2 6 (Kwal.)
Vlag van Italië 1990 Niet gekwalificeerd
Vlag van Verenigde Staten 1994 Vierde 7 3 1 3 10 11 (Kwal.)
Vlag van Frankrijk 1998 Groepsfase 3 0 1 2 1 7 (Kwal.)
Vlag van Zuid-KoreaVlag van Japan 2002 Niet gekwalificeerd
Vlag van Duitsland 2006 Niet gekwalificeerd
Vlag van Zuid-Afrika 2010 Niet gekwalificeerd
Vlag van Brazilië 2014 Niet gekwalificeerd
Vlag van Rusland 2018 Niet gekwalificeerd
Vlag van Qatar 2022 Niet gekwalificeerd
Totaal 7 keer 26 3 8 15 22 53

Europees kampioenschap[bewerken | brontekst bewerken]

Europees kampioenschap voetbal
Jaar Ronde Wed. W G V DV DT Kwal
Vlag van Frankrijk 1960 Niet gekwalificeerd
Vlag van Spanje (11 okt. 1945- 20 jan. 1977) 1964 Niet gekwalificeerd
Vlag van Italië 1968 Niet gekwalificeerd
Vlag van België 1972 Niet gekwalificeerd
Vlag van Joegoslavië (1943-1992) 1976 Niet gekwalificeerd
Vlag van Italië 1980 Niet gekwalificeerd
Vlag van Frankrijk 1984 Niet gekwalificeerd
Vlag van Bondsrepubliek Duitsland 1988 Niet gekwalificeerd
Vlag van Zweden 1992 Niet gekwalificeerd
Vlag van Engeland 1996 Groepsfase 3 1 1 1 3 4 (Kwal.)
Vlag van BelgiëVlag van Nederland 2000 Niet gekwalificeerd
Vlag van Portugal 2004 Groepsfase 3 0 0 3 1 9 (Kwal.)
Vlag van OostenrijkVlag van Zwitserland 2008 Niet gekwalificeerd
Vlag van OekraïneVlag van Polen 2012 Niet gekwalificeerd
Vlag van Frankrijk 2016 Niet gekwalificeerd
Vlag van Europa 2020 Niet gekwalificeerd
Vlag van Duitsland 2024 Niet gekwalificeerd
Totaal 2 keer 6 1 1 4 4 13

UEFA Nations League[bewerken | brontekst bewerken]

UEFA Nations League
Jaar Div. Eindpositie Wed. W G V DV DT Res.
2018–19 C 29e 6 3 2 1 7 5 Stabiel
2020–21 B 31e 6 0 2 4 2 7 Gedaald
2022–23 C 40e 6 2 3 1 10 8 Stabiel

Interlands[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Interlands Bulgaars voetbalelftal 2020-2029 voor de meest actuele gespeelde en komende interlands van Bulgarije.

FIFA-wereldranglijst[1][bewerken | brontekst bewerken]

1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
31 16 17 15 36 49 37 53 51 42 34 37 39 43 18 27 30 49 84 50 74 66 71 71 43 46 59 68 71 71 81

Huidige selectie[bewerken | brontekst bewerken]

De volgende spelers werden opgeroepen voor de WK-kwalificatiewedstrijden tegen Vlag van Zweden Zweden en Vlag van Nederland Nederland op 31 augustus en 3 september 2017.

Interlands en doelpunten bijgewerkt tot en met de WK-kwalificatiewedstrijd tegen Vlag van Nederland Nederland (1–3) op 3 september 2017.

Naam Wed. Dlpnt. Club
Doel
Bozjidar Mitrev 9 0 Vlag van Bulgarije Levski Sofia
Plamen Iliev 4 0 Vlag van Roemenië Astra Giurgiu
Georgi Kitanov 0 0 Vlag van Bulgarije CSKA Sofia
Verdediging
Petar Zanev 31 0 Vlag van Rusland Amkar Perm
Strahil Popov 14 0 Vlag van Turkije Kasımpaşa
Georgi Terzijev 10 0 Vlag van Bulgarije PFK Ludogorets
Vasil Bozjikov 9 0 Vlag van Slowakije Slovan Bratislava
Bozjidar Chorbadzjiyski 4 0 Vlag van Bulgarije CSKA Sofia
Anton Nedjalkov 3 0 Vlag van Bulgarije CSKA Sofia
Tsvetomir Panov 0 0 Vlag van Bulgarije Botev Plovdiv
Middenveld
Stanislav Manolev 49 5 Vlag van Bulgarije OFK Pirin Blagoëvgrad
Georgi Milanov 37 2 Vlag van Rusland CSKA Moskou
Ivajlo Tsjotsjev 14 2 Vlag van Italië US Palermo
Todor Nedelev 12 0 Vlag van Bulgarije Botev Plovdiv
Simeon Slavchev 12 0 Vlag van Portugal Sporting CP
Georgi Kostadinov 6 2 Vlag van Israël Maccabi Haifa
Bozjidar Kraev 2 0 Vlag van Denemarken FC Midtjylland
Aleksandar Tsvetkov 2 0 Vlag van Bulgarije Tsjerno More Varna
Kristiyan Malinov 1 0 Vlag van Bulgarije CSKA Sofia
Kiril Despodov 0 0 Vlag van Bulgarije CSKA Sofia
Atanas Zehirov 1 0 Vlag van Bulgarije Tsjerno More Varna
Orlin Starokin 0 0 Vlag van Bulgarije Tsjerno More Varna
Aanval
Ivelin Popov 70 12 Vlag van Rusland Spartak Moskou
Andrej Galabinov 7 2 Vlag van Italië Genoa
Ivajlo Dimitrov 1 0 Vlag van Bulgarije Slavia Sofia

Bondscoaches[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Lijst van coaches van het Bulgaars voetbalelftal (mannen) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Bekende spelers[bewerken | brontekst bewerken]

Selecties[bewerken | brontekst bewerken]

Wereldkampioenschap[bewerken | brontekst bewerken]

Selectie van Bulgarije bij het Vlag van Verenigde Staten Wereldkampioenschap 1994
Naam Wed. Dlpnt. Club
Doel
1 Boris Mihailov Vlag van Bulgarije Botev Plovdiv
12 Plamen Nikolov Vlag van Bulgarije Levski Sofia
Verdediging
2 Emil Kremenliev Vlag van Bulgarije Levski Sofia
3 Trifon Ivanov Vlag van Zwitserland Neuchâtel Xamax
4 Tzanko Tzvetanov Vlag van Bulgarije Levski Sofia
5 Petar Hubchev Vlag van Duitsland Hamburger SV
15 Nikolai Iliev Vlag van Frankrijk Stade Rennes
Middenveld
6 Zlatko Yankov Vlag van Bulgarije Levski Sofia
9 Yordan Letchkov Vlag van Duitsland Hamburger SV
11 Daniel Borimirov Vlag van Bulgarije Levski Sofia
19 Georgi Georgiev Vlag van Frankrijk FC Mulhouse
14 Bontcho Guenchev Vlag van Engeland Ipswich Town
13 Ivailo Iordanov Vlag van Portugal Sporting Lissabon
16 Ilian Kiriakov Vlag van Bulgarije Etar Tarnovo
20 Krassimir Balakov Vlag van Portugal Sporting Lissabon
Aanval
7 Emil Kostadinov Vlag van Portugal FC Porto
8 Christo Stoitsjkov Vlag van Spanje FC Barcelona
10 Nasko Sirakov Vlag van Bulgarije Levski Sofia
17 Petar Mihtarski Vlag van Bulgarije CSKA Sofia
18 Petar Aleksandrov Vlag van Zwitserland Neuchâtel Xamax
21 Velko Iotov Vlag van Spanje RCD Espanyol
22 Ivajlo Andonov Vlag van Spanje Albacete Balompié