Laurens Jan Brinkhorst

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Laurens Jan Brinkhorst
Laurens Jan Brinkhorst in 1981
Algemene informatie
Volledige naam Laurens Jan Brinkhorst
Geboren 18 maart 1937
Geboorteplaats Zwolle (Overijssel)
Partij D66
Titulatuur mr., M.A.
Alma mater Rijksuniversiteit Leiden, Columbia-universiteit
Politieke functies
1970–1971 Lid Provinciale Staten van Groningen
1973–1977 Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
1977–1982 Lid Tweede Kamer
1981–1982 Fractievoorzitter Tweede Kamer
1982 Partijleider van D66
1982–1987 Europees Ambassadeur naar Japan
1994–1999 Lid Europees Parlement
1999–2002 Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
2003–2006 Minister van Economische Zaken
2005–2006 Vicepremier
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Nederland

Laurens Jan Brinkhorst (Zwolle, 18 maart 1937) is een Nederlands voormalig politicus van de Democraten 66 (D66), oud-diplomaat en jurist. Brinkhorst was partijleider van D'66 in 1982. Hij was staatssecretaris van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Den Uyl van 1973 tot 1977 en lid van de Tweede Kamer 1977 tot 1982 en fractievoorzitter van D66 in de Tweede Kamer van 1981 tot 1982 en Europees ambassadeur naar Japan van 1982 tot 1987. Brinkhorst was later lid van het Europees Parlement van 1994 tot 1999 en minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij in het kabinet-Kok II van 1999 tot 2002 en minister van Economische Zaken in het kabinet-Balkenende II van 2003 tot 2006 en kortstondig vicepremier in dat zelfde kabinet van 2005 tot 2006.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Zijn ouders waren Marius Jacobus Brinkhorst (1902–1943) en Françoise Laurence Wilhelmina Holboom (1901–1981).

Opleiding[bewerken | brontekst bewerken]

Na het behalen van het diploma gymnasium-B aan Christelijk Gymnasium Sorghvliet in Den Haag studeerde hij rechten aan de Rijksuniversiteit Leiden (doctoraalexamen 1959). Vervolgens behaalde hij in 1961 zijn MA in Public Law and Government aan de Columbia-universiteit te New York.

Juridische werkzaamheden[bewerken | brontekst bewerken]

Na zijn studie werkte bij het advocatenkantoor Shearman & Sterling in New York. Vanaf 1962 was hij werkzaam bij het Europa-Instituut van de Rijksuniversiteit Leiden, waar hij vanaf 1965 tevens lector recht der internationale organisaties was; per datzelfde jaar werd hij directeur van het instituut, na de benoeming van Ivo Samkalden tot minister van Justitie. Van 1967 tot 1973 was hij hoogleraar Europees recht aan de Rijksuniversiteit Groningen op de eerste leerstoel in dat vakgebied in Nederland;[1] hij werd als directeur van het Leidse Europa Instituut opgevolgd door de diplomaat Herman Hendrik Maas.

Politieke werkzaamheden[bewerken | brontekst bewerken]

Van 1970 tot 1971 was Brinkhorst namens D'66 lid van de Provinciale Staten van Groningen.[2] Van 11 mei 1973 tot 8 september 1977 was hij staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, belast met Europese Zaken in het kabinet-Den Uyl. Van 1977 tot 1982 was hij voor D'66 lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, in 1981/1982 ook als fractievoorzitter.

Europese werkzaamheden[bewerken | brontekst bewerken]

In 1982 werd Brinkhorst benoemd tot hoofd van de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen te Japan. Vanaf 1987 was hij directeur-generaal voor Milieuzaken, Consumentenbelangen en Nucleaire Veiligheid - vanaf 1989 voor Milieuzaken en Nucleaire Veiligheid - bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

Brinkhorst en premier Dries van Agt in de Tweede Kamer op 3 februari 1981.
Brinkhorst en CDA-fractievoorzitter Ruud Lubbers in de Tweede Kamer op 9 juni 1982.

Terug in de politiek en andere nevenfuncties[bewerken | brontekst bewerken]

Aftreden als minister[bewerken | brontekst bewerken]

In april 2006 besliste de Tweede Kamer over het al of niet laten deelnemen van Nederlandse militairen aan een missie in de Afghaanse provincie Uruzgan. Brinkhorst dreigde met aftreden als de fractie van D66 tegen de missie zou stemmen, wat tot een kabinetscrisis zou hebben geleid. Hij zou letterlijk "Ik zeg mijn lidmaatschap op en sleur jullie mee in mijn val." hebben gezegd.[5]
Op 29 juni 2006 trok de Tweede Kamerfractie van D66 alsnog de steun aan het kabinet-Balkenende II in, door haar blijvende onvrede met het vreemdelingenbeleid van minister Rita Verdonk, culminerend in de onduidelijkheid met betrekking tot de verblijfsstatus en nationaliteit van Ayaan Hirsi Ali. De koningin verleende Brinkhorst op 3 juli 2006 op de meest eervolle wijze ontslag, nadat Brinkhorst samen met de andere twee bewindslieden van D66, minister Alexander Pechtold en staatssecretaris Medy van der Laan, daartoe een verzoek had ingediend.

Verdere personalia[bewerken | brontekst bewerken]

Met ingang van 1 november 2006 werd Brinkhorst hoogleraar Internationaal en Europees recht en bestuur aan de Universiteit Leiden. Hierbij ging hij tevens het College van Bestuur adviseren over internationale relaties.

Hij is lid van de raad van advies van The Rights Forum[6]

Brinkhorst is getrouwd met Jantien Heringa met wie hij een zoon en een dochter heeft. De laatste (Laurentien) trouwde in 2001 met prins Constantijn der Nederlanden.

Opvallende uitspraken[bewerken | brontekst bewerken]

Brinkhorst staat erom bekend regelmatig uitspraken te doen die als kwetsend of denigrerend worden ervaren, met name over boeren.[7][8] In 2001 gaf hij in het blad Opzij zelfs toe dat hij graag provoceert.[7]

Zo zei Brinkhorst tijdens de MKZ-crisis van 2001 dat de getroffen boeren krokodillentranen huilden.[7] Over de twijfel die er heerste in Kootwijkerbroek over de besmetting van MKZ zei hij: 'Zolang Onze Lieve Heer zelf niet heeft gesproken, is er kennelijk geen MKZ. Ik denk dat men daarop nog lang zal kunnen wachten.'[7] In dagblad de Volkskrant merkte hij op dat boeren verwend zijn omdat ze 'veertig jaar lang aan de subsidietrog hebben gelegen' en 'Boeren willen als ondernemer door het leven gaan, maar als ambtenaar worden betaald.'[7] Een aantal boerenleiders noemde hij 'valse profeten en rattenvangers van Hamelen'.[7] In een in 2020 uitgezonden interview zei hij over de inwoners van Kootwijkerbroek 'Ik denk ook niet dat heel veel mensen in Kootwijkerbroek het prettig vinden om te zien dat ik nog steeds springlevend ben.'[8]

Over de film Submission zei Brinkhorst in 2004 'Je weet wat er gebeurt als je in een munitiemagazijn een sigaret opsteekt.'[9] Een jaar later zei hij dat als de Nederlandse bevolking tegen de Europese grondwet zou stemmen: 'Op den duur gaat in Nederland dan het licht uit en dan zetten we ons land op slot'.[10]

Onderscheidingen[bewerken | brontekst bewerken]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Voorganger:
Th.E. (Tjerk) Westerterp
Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
1973–1977
Opvolger:
D.F. (Durk) van der Mei
Voorganger:
J.C. (Jan) Terlouw
Fractievoorzitter van D66
in de Tweede Kamer

1981–1982
Opvolger:
M.B. (Maarten) Engwirda
Voorganger:
J.C. (Jan) Terlouw
Partijleider van D66
1982
Opvolger:
M.B. (Maarten) Engwirda
Voorganger:
L. (Leslie) Fielding
Europees Ambassadeur naar Japan
1982–1987
Opvolger:
A.A.M. (Dries) van Agt
Voorganger:
K.G. (Klaas) de Vries (wnd)
Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
1999–2002
Opvolger:
C.P. (Cees) Veerman
Voorganger:
J.F. (Hans) Hoogervorst
Minister van Economische Zaken
2003–2006
Opvolger:
G. (Gerrit) Zalm (wnd)
Voorganger:
T.C. (Thom) de Graaf
Vicepremier
2005–2006
Opvolger:
G. (Gerrit) Zalm
Zie de categorie Laurens Jan Brinkhorst van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.