De avonturen van Kuifje: verschil tussen versies
1 (onbereikbare) link(s) aangepast en 0 gemarkeerd als onbereikbaar) #IABot (v2.0.8 |
|||
Regel 26: | Regel 26: | ||
Hergé beweerde dat Kuifje in de beginjaren onbewust op zijn broer Paul gebaseerd was. Kuifje kreeg Pauls kuif, leeftijd (16-17), houdingen, gebaren en karakter. Het beroep van avontuurlijke reporter was geïnspireerd op de Franse journalist [[Albert Londres]].<ref>{{Citeer boek| achternaam = Farr | voornaam = Michael | datum = 2007 | titel = Kuifje | uitgever = Éditions Moulinsart | plaats = België | ISBN = 978-2-87424-161-1 | pagina's = 14, 24}}</ref> Al voor het ontstaan van Kuifje had de tekenaar een duo bedacht, bestaande uit een jongeman en een hondje. Er is slechts een klein verschil tussen de figuur en de naam van ''[[Totor, P.L. van de Meikevers]]'', zijn allereerste [[ballonstrip]] die hij in december 1928 voor het Belgische satirische weekblad ''[[Le Sifflet]]'' maakte, en die van Kuifje (''Tintin''). |
Hergé beweerde dat Kuifje in de beginjaren onbewust op zijn broer Paul gebaseerd was. Kuifje kreeg Pauls kuif, leeftijd (16-17), houdingen, gebaren en karakter. Het beroep van avontuurlijke reporter was geïnspireerd op de Franse journalist [[Albert Londres]].<ref>{{Citeer boek| achternaam = Farr | voornaam = Michael | datum = 2007 | titel = Kuifje | uitgever = Éditions Moulinsart | plaats = België | ISBN = 978-2-87424-161-1 | pagina's = 14, 24}}</ref> Al voor het ontstaan van Kuifje had de tekenaar een duo bedacht, bestaande uit een jongeman en een hondje. Er is slechts een klein verschil tussen de figuur en de naam van ''[[Totor, P.L. van de Meikevers]]'', zijn allereerste [[ballonstrip]] die hij in december 1928 voor het Belgische satirische weekblad ''[[Le Sifflet]]'' maakte, en die van Kuifje (''Tintin''). |
||
In 1940 werd ''Le Petit Vingtième'' opgeheven. Kuifje verscheen vanaf dat jaar in ''[[Le Soir]]'', een krant die werd uitgegeven onder aan auspiciën van de bezetter. Met het einde van de oorlog werd de strip stopgezet. Hergé werd van [[collaboratie]] met de nazi's beschuldigd. Na de bevrijding van Brussel op 3 september 1944 werd hij door verschillende verzetsgroepen tot vier keer toe opgepakt en weer vrijgelaten. In 1946 werd Hergé min of meer gerehabiliteerd door uitgever en voormalig verzetsheld [[Raymond Leblanc]] die Kuifje opnieuw liet verschijnen, nu in een [[Kuifje (weekblad)|eigen stripblad]]. |
|||
Vanaf 1950, toen de strip in de details van de tekeningen steeds realistischer werd, liet Hergé zich assisteren door een aantal tekenaars en coloristen binnen een eigen studio ([[Studios Hergé]]) om zo voldoende pagina’s per week te kunnen produceren. Hergé tekende nog wel alle karakters. Vanaf de [[Jaren 60|jaren zestig]] werd Hergé minder productief. Na 1963 zouden tot 1976 nog slechts twee nieuwe albums verschijnen. Na Hergé’s overlijden in 1983 verschenen postuum de schetsen van een laatste onvoltooid album, ''[[Kuifje en de Alfa-kunst]]''. Hergé had te kennen gegeven dat hij de wens had dat er geen nieuwe Kuifje-avonturen zouden verschijnen na zijn dood. |
|||
== Inhoud en thema's == |
== Inhoud en thema's == |
Versie van 2 mei 2021 19:23
De avonturen van Kuifje | ||||
---|---|---|---|---|
Les Aventures de Tintin | ||||
Land van oorsprong | België | |||
Oorspronkelijke taal | Frans | |||
Genre | Avonturenstrip Humoristische strip Politieke strip Satirische strip Detectivestrip | |||
Creatieteam | ||||
Schrijver(s) | Hergé | |||
Tekenaar(s) | Hergé, met bijdragen van onder anderen Bob De Moor, Jacques Martin, Edgar P. Jacobs en Roger Leloup | |||
Publicatie | ||||
Uitgever | Le Vingtième Siècle Casterman | |||
Publicatie | 1929–1983 | |||
Publicatiemedia | Stripboeken | |||
Huidige status | Gestopt | |||
Eerste publicatie | Kuifje in het land van de Sovjets | |||
Laatste publicatie | Kuifje en de Alfa-kunst | |||
Voorafgegaan door | Totor, P.L. van de Meikevers | |||
Website | ||||
|
De avonturen van Kuifje (Frans: Les Aventures de Tintin) is een stripreeks over de fictieve reporter Kuifje, getekend door de Belgische scenarist en striptekenaar Hergé (1907-1983). De reeks startte als krantenstrip in 1929 en het eerste album verscheen in 1930. De reeks verscheen ook in weekbladen. Het eerste Nederlandstalige album verscheen in 1946. Van een aantal albums werden in de loop der jaren vernieuwde versies uitgegeven. In maart 2014 waren Kuifje-albums verschenen in 110 talen en dialecten en waren er wereldwijd in totaal meer dan 230 miljoen albums verkocht.[1]
Geschiedenis
Kuifje begon als stripverhaal in Le Petit Vingtième, de jongerenbijlage van de rooms-katholieke krant Le Vingtième Siècle, met het verhaal van Kuifje in het land van de Sovjets. Als rooms-katholiek dagblad was de Siècle sterk gekant tegen het communisme en de parodie op de Sovjets moet in dat licht gezien worden. Zo laat een Russische communist in het album aan westerse communisten zien hoe goed de fabrieken in de Sovjet-Unie draaien. Kuifje gaat de zaak van naderbij bekijken en ontdekt dat de rook uit de schoorstenen komt van gestapeld hooi dat verbrand wordt.
Hergé beweerde dat Kuifje in de beginjaren onbewust op zijn broer Paul gebaseerd was. Kuifje kreeg Pauls kuif, leeftijd (16-17), houdingen, gebaren en karakter. Het beroep van avontuurlijke reporter was geïnspireerd op de Franse journalist Albert Londres.[2] Al voor het ontstaan van Kuifje had de tekenaar een duo bedacht, bestaande uit een jongeman en een hondje. Er is slechts een klein verschil tussen de figuur en de naam van Totor, P.L. van de Meikevers, zijn allereerste ballonstrip die hij in december 1928 voor het Belgische satirische weekblad Le Sifflet maakte, en die van Kuifje (Tintin).
In 1940 werd Le Petit Vingtième opgeheven. Kuifje verscheen vanaf dat jaar in Le Soir, een krant die werd uitgegeven onder aan auspiciën van de bezetter. Met het einde van de oorlog werd de strip stopgezet. Hergé werd van collaboratie met de nazi's beschuldigd. Na de bevrijding van Brussel op 3 september 1944 werd hij door verschillende verzetsgroepen tot vier keer toe opgepakt en weer vrijgelaten. In 1946 werd Hergé min of meer gerehabiliteerd door uitgever en voormalig verzetsheld Raymond Leblanc die Kuifje opnieuw liet verschijnen, nu in een eigen stripblad.
Vanaf 1950, toen de strip in de details van de tekeningen steeds realistischer werd, liet Hergé zich assisteren door een aantal tekenaars en coloristen binnen een eigen studio (Studios Hergé) om zo voldoende pagina’s per week te kunnen produceren. Hergé tekende nog wel alle karakters. Vanaf de jaren zestig werd Hergé minder productief. Na 1963 zouden tot 1976 nog slechts twee nieuwe albums verschijnen. Na Hergé’s overlijden in 1983 verschenen postuum de schetsen van een laatste onvoltooid album, Kuifje en de Alfa-kunst. Hergé had te kennen gegeven dat hij de wens had dat er geen nieuwe Kuifje-avonturen zouden verschijnen na zijn dood.
Inhoud en thema's
Hergé verwees in zijn Kuifje-albums vaak naar actuele gebeurtenissen. In De Blauwe Lotus wordt verwezen naar het spoorwegincident bij Moekden in augustus 1931, het bestaan van de Internationale Concessie in Shanghai en het vertrek uit de Volkenbond van Japan in 1933. Verder zijn de verhalen doorspekt met verwijzingen naar en parodieën op historische gebeurtenissen uit de twintigste eeuw. Zo kan De scepter van Ottokar (1939) bijvoorbeeld gelezen worden als een parodie op de Anschluss van Oostenrijk bij nazi-Duitsland. Onder meer de naam van de Bordurische leider, Müsstler, verwijst daar naar: het is een combinatie van Hitler en Mussolini.
Met De scepter van Ottokar oefende Hergé vooral onderhuidse kritiek uit op het Duitse rijk in wording. De geheimzinnige ster (1942) zorgde voor heel wat controverse. Het verscheen in volle oorlogstijd. De oorspronkelijke versie van het verhaal viel vooral op doordat de antagonisten oorspronkelijk onder de Amerikaanse vlag opereerden en geleid werden door een Jood genaamd Blumenstein. Bij een na de oorlog herziene versie van het verhaal werd Amerika vervangen door het fictieve São Rico. Ook de man achter de geldzuchtige operatie krijgt nu de in Hergés oren minder Joods klinkende naam Bohlwinkel (een verwijzing naar het Brusselse bollewinkel, wat "snoepwinkel" betekent). Wat Hergé toen niet wist, is dat ook Bohlwinkel een veel voorkomende Joodse naam is.
In de allereerste versie van Kuifje en het Zwarte Goud werd verwezen naar de oorlogsdreiging in 1939. Toen Hergé dit verhaal na de Tweede Wereldoorlog voltooide, werd de plaats waar het conflict zich afspeelt verplaatst naar het Palestina van die tijd, waar destijds onder de ogen van het Britse mandaatbestuur, Joodse en Palestijnse verzetsgroepen elkaar bestreden. Later zijn er opnieuw aangepaste versies van dit verhaal uitgekomen, waarin alle verwijzingen naar het Joods-Palestijnse conflict zijn verwijderd.
Hergés visie op de ruimtevaart komt tot uiting in een lang verhaal dat de albums Raket naar de maan (1953) en Mannen op de maan (1954) beslaat. Aan de totstandkoming van dit verhaal ging een uitgebreide studie van de modernste wetenschappelijke inzichten vooraf. Het maken van de twee albums nam zes jaar in beslag. De raket waarmee de hoofdpersonen naar de maan reizen is gebaseerd op de door de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde V2-raket.
In De zaak Zonnebloem (1956) maakte Hergé een parodie op dictatoriale regimes in het algemeen, en op (de satellietstaten van) de Sovjet-Unie in het bijzonder. Bordurië, het fictieve land waar het voornoemde verhaal zich voor een deel afspeelt, wordt beheerst door uniformen met een rode schouderband met witte cirkel en zwart embleem in de vorm van een snor.
Het laatste voltooide album in de serie, Kuifje en de Picaro's, schetst een karikatuur van Zuid-Amerika en zijn kenmerkende revoluties. In dit verhaal weet Kuifje generaal Alcazar ertoe te bewegen geen executies te laten plaatsvinden als hij aan de macht komt. Alcazar laat duidelijk merken dat hij het hier niet mee eens is. Aan het eind geeft zelfs generaal Tapioca (die geëxecuteerd zou moeten worden) toe dat hij dit een belediging van de San-Theodoraanse cultuur vindt.
Afgezien van een aantal fictieve staten kent Kuifje ook enkele fictieve talen. Hiervan zijn vooral het Syldavisch en de taal van de Arumbaya-indianen vaandeldragers. In beide gevallen worden voortdurend elementen uit het Brusselse stadsdialect, het Marols, in een Slavisch respectievelijk indiaans jasje gestoken.
Norbert Wallez
De Waalse priester en algemeen directeur van Le Vingtième Siècle Norbert Wallez stuurde in belangrijke mate Hergés carrière als stripauteur. Hij gaf Hergé de opdracht om een strip te maken over een deugdzame puber en zijn hond, en bepaalde dat het eerste verhaal zich diende af te spelen in de Sovjet-Unie en het tweede in Belgisch-Congo. Wallez, zichzelf als medeauteur beschouwend, streek de helft van de auteursrechten op van Hergés eerste albums.[3]
Lijst van albums
Nr. | Originele Nederlandse titel | Originele Franse titel | Le Petit Vingtième | Le Soir | Weekblad Kuifje | Album (eerste druk, Frans) | Kleuren (eerste albumdruk) | Vernieuwde versie |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Kuifje in het land van de Sovjets | Les aventures de Tintin, reporter du Petit "Vingtième", au pays des soviets[4] | 1929-30 | – | – | 1930 | zwart-wit | 2017[5] |
2 | Kuifje in Congo[6] | Les aventures de Tintin, reporter du Petit "Vingtième" au Congo[4] | 1930-31 | – | – | 1931 | zwart-wit | 1946, 1975* |
3 | Kuifje in Amerika | Les aventures de Tintin, reporter du Petit "Vingtième", en Amérique[4] | 1931-32 | – | – | 1932 | zwart-wit | 1945, 1973* |
4 | De sigaren van de farao | Les cigares du pharaon | 1932-34 | – | – | 1934 | zwart-wit | 1955 |
5 | De Blauwe Lotus | Le Lotus Bleu | 1934-35 | – | – | 1936 | zwart-wit | 1946 |
6 | Het gebroken oor | L'oreille cassée | 1935-37 | – | – | 1937 | zwart-wit | 1943 |
7 | De Zwarte Rotsen | L'île noire | 1937-38 | – | 1965-66 (3e versie) | 1938 | zwart-wit | 1943, 1966 |
8 | De scepter van Ottokar | Le sceptre d'Ottokar | 1938-39 | – | – | 1939 | zwart-wit | 1947 |
9 | De krab met de gulden scharen | Le crabe aux pinces d'or | – | 1940-41 | – | 1941 | zwart-wit | 1943, 1963* |
10 | De geheimzinnige ster | L'étoile mystérieuse | – | 1941-42 (zwart-wit) | 1991 (2e versie) | 1942 | kleur | 1954* |
11 | Het geheim van de Eenhoorn | Le secret de la Licorne | – | 1942-43 | – | 1943 | kleur | – |
12 | De schat van Scharlaken Rackham | Le trésor de Rackham le Rouge | – | 1943 | – | 1944 | kleur | – |
13 | De 7 kristallen bollen | Les 7 boules de cristal | – | 1943-44 | – | 1948 | kleur | – |
14 | De zonnetempel | Le temple du soleil | – | – | 1946-48 | 1949 | kleur | – |
15 | Kuifje en het Zwarte Goud | Tintin au pays de l'or noir | 1939-40** | – | 1948-50 | 1950 | kleur | 1972 |
16 | Raket naar de maan | Objectif lune | – | – | 1950, 1952 | 1953 | kleur | – |
17 | Mannen op de maan | On a marché sur la lune | – | – | 1952-53 | 1954 | kleur | – |
18 | De zaak Zonnebloem | L'affaire Tournesol | – | – | 1954-56 | 1956 | kleur | – |
19 | Cokes in voorraad | Coke en stock | – | – | 1956-58 | 1958 | kleur | – |
20 | Kuifje in Tibet | Tintin au Tibet | – | – | 1958-59 | 1960 | kleur | – |
21 | De juwelen van Bianca Castafiore | Les bijoux de la Castafiore | – | – | 1961-62 | 1963 | kleur | – |
22 | Vlucht 714[7] | Vol 714 pour Sydney | – | – | 1966-67 | 1968 | kleur | – |
23 | Kuifje en de Picaro's | Tintin et les Picaros | – | – | 1975-76 | 1976 | kleur | – |
24 | Kuifje en de Alfa-kunst | Tintin et l'Alph-art | – | – | – | 1986 | (onvoltooid) | 2004 |
(*) Subtiele wijzigingen. (**) Niet afgemaakt in 1940.
- Sinds 1976 wordt op de achterkant van elk album de verschillende kaften van de titels gedrukt. Voorheen was dit een lijst van de titels met daaromheen Kuifje, kapitein Haddock, professor Zonnebloem en andere bekende creaties van Hergé.
- In de jaren 70 en 80 werd de nieuwe Nederlandse vertaling van de albums op de markt gebracht.
- Naast Kuifje en de Alfa-kunst is er ook het onvoltooide verhaal Kuifje en de Thermozero. Deze is echter nooit als album uitgebracht.
Versies in Nederlandstalige dialecten
Titel in het dialect | Jaar | Dialect | Titel in het Algemeen Nederlands |
---|---|---|---|
De bijous van de Castafiore | 2004 | Brussels | De juwelen van Bianca Castafiore |
Et gehaaim van de Licorne | 2005 | Brussels | Het geheim van de Eenhoorn |
De schat van Rackham de ruue | 2006 | Brussels | De schat van Scharlaken Rackham |
Et doenker ejland | 2007 | Oostends | De Zwarte Rotsen |
De juwiejele van Bianca Castafiore | 2008 | Antwerps | De juwelen van Bianca Castafiore |
Et radsel van den Ainhoorn | 2009 | Oostends | Het geheim van de Eenhoorn |
De sjhat van sjhetterrooje Rackham | 2009 | Oostends | De schat van Scharlaken Rackham |
Manne obbe moan | 2009 | Hasselts | Mannen op de maan |
Eut gaaim van den Iejenoare | 2011 | Antwerps | Het geheim van de Eenhoorn |
De schat van roeie Rackham | 2011 | Antwerps | De schat van Scharlaken Rackham |
De biezjoes van Bianca Castafiore | 2012 | Gents | De juwelen van Bianca Castafiore |
Die krabbe met de goudne skoar'n | 2013 | Kortrijks | De krab met de gulden scharen |
Andere albums
De volgende albums zijn niet zelf door Hergé gemaakt, maar door Studio Hergé (Hergé Foundation) samengesteld en ingedeeld op basis van de filmbeelden waar de albums op zijn gebaseerd.
Album | Originele Franse titel | Album (eerste druk) | Kleuren (eerste albumdruk) | Vernieuwde versie |
---|---|---|---|---|
Kuifje en het geheim van het Gulden Vlies* | Tintin et le mystère de la Toison d'or | 1962[8] | kleur | |
Kuifje en de blauwe sinaasappels* | Tintin et les oranges bleues | 1965[9] | kleur | |
Kuifje en het Haaienmeer | Tintin et le Lac aux requins | 1972[10] | kleur | 1973[11] |
Kuifje naar de film De zonnetempel* | Tintin et le temple du soleil | 1976[12] | kleur |
(*) Uit de handel
Voor de film Het geheim van de Eenhoorn uit 2011 verschenen onder meer de volgende boeken:
Titel | Verschenen | Opmerking |
---|---|---|
Het geheim van de eenhoorn | 2011 | Spelletjes, raadsels en stickers. |
Het geheim van de eenhoorn | 2011 | Roman. |
Opgelet voor de pickpocket | 2011 | Een onderzoek uit de film. |
De ontsnapping uit de Karaboudjan | 2011 | Een verhaal uit de film. |
Het geheim van Kapitein Haddock | 2011 | Een verhaal uit de film. |
Het album van de film | 2011 | Geïllustreerd met scenefoto's, waarbij het avontuur in tekstvorm kort wordt naverteld. Verkrijgbaar als paperback en hardcover. |
MOVIeALBUM[13] | 2012 | Volledig album van de film met meer dan 700 originele beelden met tekstballonnen. Verkrijgbaar als paperback en hardcover. |
Kuifjebewerkingen
Personages
Hoofdpersonages
De hoofdpersonages zijn Kuifje, Bobbie, Kapitein Haddock, Jansen, Janssen en Professor Zonnebloem. Sommigen rekenen ook Bianca Castafiore tot de hoofdpersonages.
Belangrijke bijfiguren
Belangrijke bijfiguren zijn Bianca Castafiore, Generaal Alcazar, Nestor, Roberto Rastapopoulos, Dokter Müller, Serafijn Lampion en Allan Thompson.
Terugkerende personages
Terugkerende personages in talloze albums zijn Oliveira da Figueira, Kolonel Jorgen, Igor Wagner, Abdallah, J.M. Dawson, Emir Mohammed Ben Kalisj Ezab, Irma, Tchang, Pjotr Szut (Pjotr Sztick), Pablo, Kolonel Sponsz, Ridgewell en Ivan Ivanovitch Sakharine. Sakharine keerde terug in het laatste (onafgemaakte) album van Kuifje. Generaal Tapioca speelt in enkele albums vooral achter de schermen.
Invloed
De stripserie Kuifje is van grote invloed geweest op de ontwikkeling van de Europese strip en kent veel navolging. Enkele series die duidelijke overeenkomsten vertonen:
- De fantastische avonturen van Isabelle Avondrood - Jacques Tardi
- Victor Vallei - Stanislas/Rullier
- Piet Pienter en Bert Bibber - Pom
- X - Charles Burns[16]
Verwijzingen in andere stripreeksen
- Op de aankondiging van Kiekeboe-album 26 Album 26 bedenkt Kiekeboe zelf een titel: De scepter van Ottokar. Zijn zoontje maakt hem erop attent dat dit al een titel van een avontuur van Kuifje is.
- Urbanus-album 47 De harem van Urbanus bevat veel verwijzingen naar Kuifje. Er zijn onder andere de vaas uit De Blauwe Lotus, de maanraket uit Raket naar de maan en de duikboot uit De schat van Scharlaken Rackham te herkennen.
- Bij de titelrolopsomming van Urbanus-album 56 Kermis in de Hel is Kuifje te zien. Ook in album Wat voorafging is Kuifje te zien.
- Paniek in Stripland bevat een verwijzing naar Kuifje.
- In Suske en Wiske-album Het machtige monument is op de laatste pagina Kuifje die een ijsje eet te zien. In het album De kleurenkladder komt Lambik Bobbie tegen.
- Bobbie komt ook voor in een cartoon van Guust. Kwabbernoot noemt hem schattig, maar vraagt zich af of hij niet beter terug moet naar zijn baasje.
- In het buiten de normale serie verschenen album Piccolo in veldgroen van Robbedoes en Kwabbernoot wordt heel wat gerefereerd aan het werk van Hergé.
- Kuifje duikt zeer sporadisch op in andere stripverhalen, bijvoorbeeld in een avontuur van De 4 helden van François Craenhals.
Parodieën
Er zijn vele parodieën op Kuifje gemaakt, meestal met een politieke of seksuele inhoud. Tegen deze parodieën wordt doorgaans sterk opgetreden door de erven Hergé. Een voorbeeld hiervan betreft een zaak tussen Ole Ahlberg en de erven Hergé, welke in 2010 tot bij het Hof van Cassatie werd uitgevochten.[17]
Enkele parodieën:
- Efdé, Kuifje in Zwitserland
- Martin Lodewijk (als W. Vandersteen), Kuifje in El Salvador
- Kuifje en de vervalsers
- Een jonge reporter aan de rol
- Jan Bucquoy, Het Sexuele Leven Van Kuifje (2 delen)
- Het geheim van Molensloot[18]
Erkenning
- Van 20 tot en met 23 juli 2005 werd in Brussel een Kuifje-festival gehouden. Ter gelegenheid hiervan werd in de Stoofstraat, nabij de Grote Markt, een fresco aangebracht.
- Op 14 mei 2007 bracht bpost, het Belgisch postbedrijf, een vel postzegels uit met daarop de Kuifje-albums.
- De Belgische staat heeft in 2007 een speciale munt van 20 euro uitgegeven, als eerbetoon aan de grootste succestekenaar die het land ooit kende.
Tintinofiel
Experts van de avonturen van Kuifje, over zowel de inhoud als de achtergronden, worden tintinofielen genoemd. Wereldwijd zijn er diverse fanclubs van de avonturen van Kuifje. In Nederland is het Hergé Genootschap actief, in België is er Les Amis de Hergé. Een bekend Belgisch tintinofiel was Stéphane Steeman.
Marktwaarde
Eerstedrukuitgaven en originele tekeningen zijn begeerd bij verzamelaars en halen hoge prijzen. Zo ging in 2008 een originele gouache van de eerste Kuifje-cover voor 650.000 euro van de hand.[19] In juni 2009 werden twee originele zwart-wituitgaven van Kuifje voor elk 12.000 euro geveild. Het betrof exemplaren van Kuifje in het land van de Sovjets (1930) en De sigaren van de Farao (1942).[20] In 2015 bracht een exemplaar van Kuifje in het land van de Sovjets op een veiling 30.000 euro op.[21] In 2012 werd een gouache van de eerste omslag van Kuifje in Amerika verkocht voor meer dan 1,1 miljoen euro (met kosten meer dan 1,3 miljoen)[22][23] en in 2014 werd een door Hergé in 1937 getekende plaat van Kuifje geveild voor 2,5 miljoen euro, de hoogste prijs ooit betaald voor een stripobject. Het gaat om een dubbele pagina getekend in Oost-Indische inkt die werd gebruikt voor de binnenkant van de kaften van de Kuifje-albums die tussen 1937 en 1958 zijn verschenen. In 2018 werd een aquarel die dienstdeed als covertekening van Le Petit Vingtième in 1939 geveild voor 629.000 euro.[24] Een originele tekening die werd gebruikt in het album Kuifje in het land van de Sovjets, bracht op een veiling in 2019 1,12 miljoen Amerikaanse dollar op. [25] In januari 2021 werd een door uitgeverij Casterman afgewezen coverontwerp voor De Blauwe Lotus geveild voor 3,175 miljoen euro (inclusief veilingkosten), een wereldrecord binnen de Europese strip.[26]
Externe links
- (nl) Officiële website
- (en) Tintin around the World, een uitgebreide website over alle vertalingen van Kuifje
Bronnen, noten en/of referenties
|