De klokkenluider van de Notre Dame (1996)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De klokkenluider van de Notre Dame
The Hunchback of Notre Dame
(Filmposter op en.wikipedia.org)
Regie Gary Trousdale
Kirk Wise
Producent Don Hahn
Scenario Victor Hugo (verhaal)
Tab Murphy (scenario)
Irene Mecchi (scenario)
Bob Tzudiker (scenario)
Noni White (scenario)
Jonathan Roberts (scenario)
Hoofdrollen Tom Hulce
Demi Moore
Bill Fagerbakke
Kevin Kline
Paul Kandel
Jason Alexander
Charles Kimbrough
Mary Wickes
Muziek Alan Menken
Montage Ellen Keneshea
Distributie Walt Disney Pictures
Première Vlag van Verenigde Staten 21 juni 1996
Vlag van België 27 november 1996
Vlag van Nederland 28 november 1996
Genre Animatiefilm, drama, historisch, musical
Speelduur 87 minuten
Taal Engels
Land Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten
Budget US$ 100 miljoen
Opbrengst US$ 325 miljoen[1]
Gewonnen prijzen 7
Overige nominaties 12
Vervolg De klokkenluider van de Notre Dame II
(en) IMDb-profiel
MovieMeter-profiel
(mul) TMDb-profiel
(en) AllMovie-profiel
Portaal  Portaalicoon   Film
Disney

De klokkenluider van de Notre Dame (Engels, origineel: The Hunchback of Notre Dame) is een animatiefilm uit 1996 van Walt Disney Feature Animation, die op 21 juni 1996 uitkwam in de Amerikaanse bioscoop. Het is de 34e lange animatiefilm van Disney. De film is gebaseerd op het gelijknamige boek uit 1831 van Victor Hugo.

De film is geregisseerd door Kirk Wise en Gary Trousdale, en geproduceerd door Don Hahn. De muzieknummers in de film zijn gecomponeerd door Alan Menken en geschreven door Stephen Schwartz.

Verhaal[bewerken | brontekst bewerken]

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.

De film speelt zich af in het Parijs van 1482. De zigeuner Clopin vertelt een groep kinderen het verhaal van de klokkenluider van de Notre-Dame. Dit verhaal begint twintig jaar eerder, wanneer een klein groepje zigeuners bij hun tocht naar Parijs wordt onderschept door rechter Claude Frollo en diens soldaten. De enige vrouw in het groepje vlucht met haar baby naar de Notre-Dame, achtervolgd door Frollo die denkt dat er gestolen goederen zitten in het bundeltje dat ze vasthoudt. Frollo haalt haar in voordat ze naar binnen kan vluchten. De vrouw komt om doordat Frollo haar het bundeltje met de baby afpakt en ze zelf een fatale val met haar hoofd tegen de stenen maakt.

Frollo ziet het kind, dat zwaar misvormd blijkt te zijn. Uit walging wil hij het kind verdrinken in een waterput, maar wordt dan door de aartsbisschop tegengehouden. Deze overtuigt Frollo dat hij voor het kind moet zorgen, om zo zijn zonde voor het doden van de zigeunervrouw goed te maken. Frollo stemt met tegenzin hiermee in, op voorwaarde dat het kind in de Notre-Dame kan wonen. Het kind geeft hij vanwege zijn misvormdheid de naam Quasimodo.

Twintig jaar later woont Quasimodo nog steeds in de Notre-Dame, waar hij nu de vaste klokkenluider is. Frollo heeft hem nooit de waarheid verteld, waardoor Quasimodo denkt dat hij als baby door zijn moeder in de steek is gelaten. Frollo staat erop dat Quasimodo zich nooit buiten de kerk begeeft, daar de maatschappij Quasimodo zal verstoten vanwege zijn lelijkheid. Op aandringen van zijn enige vrienden, de drie waterspuwers, gaat Quasimodo op een dag toch naar beneden zodat hij op de markt het zottenfestival mee kan maken. Daar die dag iedereen in een gek of lelijk kostuum rondloopt, valt hij niet op.

Ondertussen heeft Frollo de legerkapitein Phoebus terug laten keren naar Parijs om als nieuwe aanvoerder te dienen voor zijn soldaten. Phoebus vergezelt Frollo naar het festival. Daar zijn hij, Frollo en Quasimodo getuige van een dans, opgevoerd door de mooie zigeunerin Esmeralda. Alle drie de mannen worden op slag verliefd op haar. Tijdens het hoogtepunt van het feest ontdekt men dat Quasimodo geen masker draagt, waarop hij spontaan tot koning van het festival wordt gekroond. De festiviteiten ontaarden hierna in een marteling voor Quasimodo, maar Frollo weigert in te grijpen. Uiteindelijk is het Esmeralda die Quasimodo te hulp komt. Esmeralda ontsnapt met behulp van magie aan Frollo's soldaten, waarna Frollo een arrestatiebevel tegen haar uit laat vaardigen.

Die avond volgt Esmeralda Quasimodo naar de kathedraal. Phoebus op zijn beurt volgt Esmeralda. Wanneer Frollo en zijn soldaten arriveren, redt Phoebus Esmeralda door te zeggen dat Esmeralda een beroep gedaan heeft op het asielrecht van de kerk. Frollo vertrekt, maar laat de hele kerk omsingelen door zijn soldaten zodat Esmeralda niet weg kan. Met hulp van Quasimodo kan Esmeralda later toch ontsnappen. Voor ze afscheid neemt, geeft ze Quasimodo een sieraad. Frollo wordt intussen geplaagd door zijn gevoelens voor Esmeralda en vreest dat deze lust hem fataal zal worden. Hij besluit dat Esmeralda alleen aan hem zal toebehoren, of anders zal sterven en in de hel branden. Hij vraagt aan de heilige maagd Maria om hem te beschermen.

Wanneer Frollo hoort dat Esmeralda is ontsnapt uit de Notre-Dame, begint hij een genadeloze klopjacht door heel Parijs. Als Frollo een molen met daarin een heel gezin in brand steekt, besluit Phoebus om Frollo niet langer te gehoorzamen. Terwijl Phoebus wegvlucht voor Frollo's soldaten, wordt hij in zijn schouder geschoten en voor dood achtergelaten in de Seine. Esmeralda, die zich in de buurt schuilhield, brengt de gewonde Phoebus naar de kathedraal. Als Quasimodo de liefde tussen Phoebus en Esmeralda ziet opbloeien, beseft hij dat hij zelf door zijn uiterlijk bij Esmeralda totaal geen kans maakt.

Frollo beseft dat Quasimodo Esmeralda heeft helpen ontsnappen en verzint een list. Hij maakt Quasimodo wijs dat hij Esmeralda's schuilplaats al kent en een grootse aanval beraamd heeft. Het sieraad dat Esmeralda aan Quasimodo gaf blijkt een geheime wegwijzer te zijn naar de Hof der Wonderen, een ondergrondse begraafplaats waar Clopin en de overige zigeuners zich schuilhouden. Om de zigeuners te waarschuwen gaan Quasimodo en Phoebus hierheen, heimelijk gevolgd door Frollo. Even later worden Quasimodo, Phoebus en alle zigeuners inclusief Esmeralda door Frollo gevangengenomen. Esmeralda wordt beschuldigd van hekserij en veroordeeld tot de brandstapel.

Quasimodo is in de Notre-Dame vastgeketend, maar hij weet zichzelf te bevrijden. Hij redt de inmiddels bewusteloze Esmeralda van de vlammen en brengt haar weer naar de Notre-Dame, maar dan lijkt het of ze dood is. Frollo laat zijn soldaten de kerk aanvallen. Quasimodo en de waterspuwers proberen de aanval af te slaan, door een zee van gesmolten koper uit de toren te laten lopen. Intussen ontsnapt ook Phoebus en hij zet de bevolking van Parijs aan tot opstand. In de chaos die volgt dringt Frollo de kathedraal binnen, waarna hij probeert zowel Quasimodo als Esmeralda te doden. Ook vertelt hij aan Quasimodo wat er in werkelijkheid gebeurde met Quasimodo's moeder. In het gevecht dat volgt, komt Frollo om het leven doordat hij van de klokkentoren valt. Quasimodo valt ook, maar wordt gered door Phoebus.

Quasimodo accepteert dat Esmeralda meer geeft om Phoebus dan om hem. Buiten wordt hij verwelkomd door de bevolking van Parijs en eindelijk geaccepteerd als een van hen, ondanks zijn abnormale uiterlijk. Clopin besluit zijn verhaal met een raadsel: hij vergelijkt Frollo en Quasimodo en vraagt wie van de twee het monster is en wie de man.

Rolverdeling (stemmen)[bewerken | brontekst bewerken]

Acteur Personage Vlag van Nederland Stem Vlag van België Stem
Tom Hulce Quasimodo Raymond Kurvers Jan Schepens
Demi Moore (dialoog) Esmeralda Vera Mann Vera Mann
Heidi Mollenhauer (zang)
Tony Jay Claude Frollo Edmond Classen (dialoog) François Beukelaers (dialoog)
Ernst Daniël Smid (zang) Werner Brams (zang)
Kevin Kline Kapitein Phoebus Peter Blok Vic De Wachter
Paul Kandel Clopin Bill van Dijk Peter De Smet
Jason Alexander Hugo Kees van Lier Wim Opbrouck
Charles Kimbrough Victor Jérôme Reehuis David Davidse
Mary Wickes* Laverne Lia Dorana Julienne De Bruyn
David Ogden Stiers Aartsbisschop Ger Smit Bert André (dialoog)
Marc Meersman (zang)
Mary Kay Bergman Moeder van Quasimodo Maria Lindes Katrien Devos
Corey Burton Bruut Jan Anne Drenth Fred Van Kuyk
Bill Fagerbakke Klungelaar Jan Anne Drenth Francois Beukelaers
Gary Trousdale De oude ketter Jac. Goderie Marc Bober
Patrick Pinney Bewakers en zigeuners Lucie de Lange Luk De Koninck
Jim Cummings Olaf Wijnants Tuur De Weert
Beatrijs Sluijter Christel Domen

* Na Mary Wickes' overlijden sprak Jane Withers nog enkele aanvullende teksten in voor het personage Laverne.

Vlaamse nasynchronisatie[bewerken | brontekst bewerken]

De klokkenluider van de Notre-Dame werd niet alleen in een Nederlandstalige, maar ook in een Vlaamse nasynchronisatie uitgebracht. Het was de eerste Disneyfilm waarmee dit gebeurde.

Vertaling[bewerken | brontekst bewerken]

De dialogen werden in het Vlaams vertaald door Guy Bernaert en de liedteksten door Mitta Van der Maat. Koen van Dijk was verantwoordelijk voor de vertaling van de Nederlandse versie.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Productie[bewerken | brontekst bewerken]

De klokkenluider van de Notre-Dame was de tweede Disneyfilm geregisseerd door Gary Trousdale en Kirk Wise. Al eerder regisseerden de twee Belle en het Beest.

De film heeft voor een Disneyproductie een behoorlijk serieuze ondertoon. Maatschappelijke onderwerpen als religie, zonde, seksuele lust, vooroordelen en sociale ongelijkheid staan veel meer op de voorgrond dan in andere Disney-tekenfilms. Het is de enige Disney-tekenfilm tot nu toe waarin het christendom een centrale rol heeft.

De tekenaars bezochten de echte Notre-Dame in Parijs om het gebouw zo goed mogelijk na te tekenen.

Verschillen met het boek[bewerken | brontekst bewerken]

Een aantal personages uit het boek van Hugo zijn weggelaten in de Disney-film, zoals Esmeralda's man – de dichter Gringoire – en haar moeder. Mogelijk is Clopin echter gebaseerd op Gringoire, aangezien hij gedichten schrijft en Clopin toneelstukken opvoert in zijn poppenkast, twee soortgelijke kunstvormen. Ook is Clopin de leider van de zigeuners, terwijl in het originele verhaal Gringoire besluit om voor vier jaar te trouwen met Esmeralda om te voorkomen dat hij geëxecuteerd wordt. Er werden ook een paar nieuwe personages bij bedacht zoals de drie waterspuwers Victor, Hugo en Laverne, die steeds als Quasimodo alleen in de kathedraal is tot leven komen. Zij dienen vooral als vrolijke noot van de film.

De personages die wel zijn overgenomen in de film zijn vrijwel allemaal sterk aangepast. Frollo is in het boek geen rechter, maar zelf de aartsbisschop van de Notre-Dame. Zijn rol als grote schurk is minder duidelijk dan in de film. Hij heeft niet specifiek iets tegen zigeuners, maar wil enkel dat ze uit de buurt van de kerk blijven. Ook vindt hij Quasimodo hier als vondeling, waarna hij hem uit vrije wil adopteert. Phoebus is in de film een sympathieker personage dan in het boek, waar hij een antagonist is met een rol gelijk aan die van Frollo in de film. Quasimodo is in het boek doof door het luiden van de klokken – waardoor hij bijna niet praat – en hij is ook stukken gewelddadiger. Hij heeft in het boek een hekel aan alle mensen, behalve Esmeralda en Frollo. Hij gebruikt zijn brute kracht en lelijke uiterlijk om iedereen angst aan te jagen. Ook zijn uiterlijk is voor de film iets gewijzigd. Clopin is in het boek een serieuzer personage dan in de film, met een duister gevoel voor humor. Esmeralda is in het boek vooral een verlegen meisje, terwijl ze in de Disney-film juist heel vastberaden en assertief is.

Het originele verhaal van Victor Hugo werd op nog een aantal punten sterk aangepast om de film geschikter te maken voor jonge kijkers. De film eindigt positief, in tegenstelling tot het oorspronkelijke verhaal dat een tragisch einde kent. In het boek wordt Phoebus neergestoken door Frollo en gaan Quasimodo en Phoebus nooit naar de Hof der Wonderen. Frollo komt in het boek op een andere manier aan zijn eind dan in de film, terwijl ook Quasimodo en Esmeralda het in het oorspronkelijke verhaal niet overleven. Verder is er in het boek geen sprake van een verteller.

Liedjes uit de film[bewerken | brontekst bewerken]

Nederlandse soundtrack

  1. De klokken van de Notre-Dame - Bill van Dijk, Ger Smit, Ernst Daniël Smid & Koor
  2. Daarbuiten - Ernst Daniël Smid & Raymond Kurvers
  3. Draaien, draaien - Bill van Dijk & Koor
  4. Vernedering - Instrumentaal & Koor
  5. Esmeralda's gebed - Vera Mann & Koor
  6. De klokkentoren - Instrumentaal & Koor
  7. Hemels licht/hellevuur - Raymond Kurvers, Ernst Daniël Smid & Koor
  8. Zo een als jij - Kees van Lier, Jérôme Reehuis & Lia Dorana
  9. Parijs in brand - Instrumentaal & Koor
  10. De hof der wonderen - Bill van Dijk & Koor
  11. Bescherming - Instrumentaal & Koor
  12. Hij zal de verdorvenen verslaan - Instrumentaal & Koor
  13. In het zonlicht - Instrumentaal
  14. De klokken van de Notre-Dame (Reprise) - Bill van Dijk & Koor
  15. Someday - Eternal
  16. God help the outcast - Bette Midler

Vlaamse soundtrack

  1. De klok van de Notre-Dame - Peter de Smet, Marc Meerman, Werner Brans & Koor
  2. Buiten - Werner Brans & Jan Schepens
  3. Hotse knotse dag - Peter de Smet & Koor
  4. Vernedering - Instrumentaal & Koor
  5. God heb genade - Vera Mann & Koor
  6. De klokkentoren - Instrumentaal & Koor
  7. Hemels licht/hellevuur - Jan Schepens, Werner Brans & Koor
  8. Een vent als jij - Wim Opbroek, David Davidse & Julienne Debruyne
  9. Parijs in brand - Instrumentaal & Koor
  10. Het hof der mirakelen - Peter de Smet & Koor
  11. Heiligdom - Instrumentaal & Koor
  12. En hij zal de zonden straffen - Instrumentaal & Koor
  13. In de zonneschijn - Instrumentaal
  14. De klok van de Notre-Dame (Reprise) - Peter de Smet & Koor
  15. Someday - Eternal
  16. God help the outcast - Bette Midler

Het Lied Someday was geschreven voor Esmeralda, maar dit lied is vervangen door God Help the Outcast. In de musicalversie in Duitsland werd het oorspronkelijke lied alsnog weer toegevoegd als Einmal. De musical in ook in de Verenigde Staten te zien als Off-Broadway, met de muziek van Alan Menken waaronder het lied Someday is toegevoegd en vele anderen. De Duitse musical verschilt van de Amerikaanse uitvoering.

Prijzen en nominaties[bewerken | brontekst bewerken]

In 1997 werd De klokkenluider van de Notre-Dame genomineerd voor twaalf prijzen, waarvan de film er zeven won.

Varia[bewerken | brontekst bewerken]

  • Twee van de drie waterspuwers, Victor en Hugo, zijn genoemd naar de schrijver van De klokkenluider van de Notre-Dame.
  • Oorspronkelijk was het Clopin die in de climax de bevolking van Parijs zou aanzetten tot opstand. De producers vonden Phoebus hiervoor uiteindelijk geschikter.
  • Tijdens het lied Out There is Belle, een van de hoofdpersonen uit Belle en het Beest, even te zien. Tevens klopt een koopman in deze scène een kleedje uit dat sterk lijkt op het vliegende tapijt uit Aladdin. Pumbaa uit De Leeuwenkoning is te zien tijdens het Zottenfestival.
  • Esmeralda en haar geitje Djali verkleden zich om op de markt te ontsnappen als een oude man. Dezelfde oude man is ook te zien in Aladdin, maar dan is het Jafar in vermomming.
  • Het paard van rechter Frollo heet Sneeuwbal volgens audiocommentaar van de dvd.
  • Het uiterlijk van de Notre-Dame klopt niet met de tijd waarin de film zich afspeelt. Zo is de neogotische gietijzeren kruisingstoren van Viollet-le-Duc bijvoorbeeld al aanwezig, terwijl deze toren in werkelijkheid pas in de 19e eeuw op de kathedraal werd aangebracht.

Sequels[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]