Gebruiker:AbvanG/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Schuitendiep[bewerken | brontekst bewerken]

In 1612 besloot het stadsbestuur van Groningen een kanaal te willen graven naar het oosten van de provincie. De reden hiervoor was de veengebieden te ontsluiten en om meer controle te krijgen over de turfwinning.[1]
Het reeds bestaande Schuitendiep, dat rond 1400 van Roodehaan naar Groningen werd gegraven om de Hunze naar de stad te leiden vormde het eerste tracé.[2] Dit Schuitendiep werd al gebruikt voor het vervoer van turf dat was gewonnen uit de veengebieden langs de Hunze.
In de periode 1618 tot en met 1628 werd het gedeelte van Foxhol tot Zuidbroek aangelegd. Dit kanaal kreeg aanvankelijk nog de naam Schuitendiep. Van 1634 tot 1636 is het in oostelijke richting verlengd tot Winschoten en de Pekel A. Dit gedeelte heette aanvankelijk het Heerendiep.[3] In die tijd moet ook het tracé gegraven zijn van Roodehaan naar Foxhol, dat tot dan toe via het Foxholstermeer en Drentsche Diep (Hunze) verbonden was met het Schuitendiep.
De naam Winschoterdiep raakte pas omstreeks 1840 in zwang.


Boterdiep, Ebbingepoort en Nieuwe Kerk op een foto van Friedrich Julius von Kolkow (1877) plus een uitsnede van een plankaart van Waterstaat (1855). De beren (dammen) met monniken (torentjes) scheidden het Boterdiep van de vestinggracht.


Nieuwe Ebbingepoort en Boterdiep op een foto van Friedrich Julius von Kolkow. Goed zichtbaar zijn de beren (dammen) met monniken (torentjes) die het Boterdiep scheidden van de vestinggracht. De complexen De Beren en Monnikhof van 2002 danken hier hun naam aan. De foto is waarschijnlijk genomen vanaf de Korrebrug.


De Hoogte
Buurt van Groningen
Kerngegevens
Gemeente Groningen
Stadsdeel Oude Wijken
Wijk Oud-Noord
Oppervlakte 0,57 km²  
- land 0,55 km²  
- water 0,02 km²  
Inwoners
(2023)
4.105[4]
(7.202 inw./km²)
Woningvoorraad 2.599 woningen[4]
Overig
Website http://www.opdehoogte050.nl
Foto's
Cortingpoort
Cortingpoort

De Hoogte is een buurt in de wijk Oud-Noord in het noorden van de Nederlandse stad Groningen.

Er dient onderscheid gemaakt te worden tussen De Hoogte (tuindorp) -dat de oorspronkelijke buurt was met deze naam- en De Hoogte (wijk).

De Hoogte (tuindorp)[bewerken | brontekst bewerken]

De Hoogte was de eerste woonwijk die buiten de toenmalige stad werd gebouwd, dus nog voor de Korrewegwijk en de Indische buurt. Dit kwam doordat de grond daar betrekkelijk eenvoudig te verwerven was, terwijl de andere gronden moesten worden onteigend.

De buurt is rond 1920 gebouwd binnen een lus van het (nu verdwenen) Selwerderdiepje op de plek waar zich een hoogte bevond (vandaar de naam). Tijdens de voorbereiding van de bouw trof men resten aan van de borg het Cortinghuis. Door deze vondst heeft de wijk zijn huidige vorm gekregen, namelijk een burcht (de Cortinghschool) en met daarom heen een soort vestingmuur die werden gevormd door straten als de Borgwal en Poortstraat. De straten in deze wijk kregen de namen van bewoners die verondersteld werden in dit huis gewoond te hebben zoals Idastraat, Hermanstraat, Cortinghlaan en Reinautstraat (zie Straatnamen in de stad Groningen). Door de vroege bouw heeft de wijk een eigen karakter met twee poorten.

Kaartje van de verhoging waar het vm. Cortinghuis heeft gestaan

De Hoogte (wijk)[bewerken | brontekst bewerken]

Deze wijk ligt ingeklemd tussen het spoor en de Bedumerweg en bestaat uit vier delen: Selwerderwijk (Noord en Zuid), het tuindorp De Hoogte, Cortinghborg en bedrijventerrein De Hoogte.

Het tuindorp is begin jaren 1920 gebouwd door de "Maatschappij tot Verbetering van Woningtoestanden" (nu De Huismeesters).
De Selwerderwijk (niet te verwarren met de naastgelegen wijk Selwerd) is na de tweede wereldoorlog gebouwd door "Volkhuisvesting" (nu woningbouwcorporatie Lefier) en bestaat uit Selwerderwijk-Noord en Selwerderwijk-Zuid.
Cortinghborg is de nieuwste buurt en is in 2014 opgeleverd.

In maart 2007 maakte minister Ella Vogelaar bekend dat De Hoogte tot de 40 wijken behoort waar het kabinet Balkenende IV extra geld voor beschikbaar stelt.

Zie de categorie De Hoogte (Groningen) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.




De Korreweg op Open Streetmap

De Korreweg is een weg in de stad Groningen en is de verkeersader die centraal door de Korrewegwijk loopt. Op oude kaarten wordt het veelal aangeduid als Curreweg. De naam houdt mogelijk verband met de familienaam Curre.

De Korreweg is een belangrijke (lokale) verkeersader voor gemotoriseerd- en fietsverkeer. De fietspaden aan weerszijden behoren tot de drukste van Nederland vanwege het fietsverkeer tussen de stad, de wijk Beijum en verschillende dorpen ten oosten van het Van Starkenborghkanaal.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Oorspronkelijk was het een middeleeuwse zuidwending, een dijk ten bate van de waterhuishouding van het Wester- en Oosterhamrik.[1]

Op de meeste oude kaarten loopt de weg dood op een meander van de Hunze maar een kaart uit het begin van de 18de eeuw[2] laat zien dat de weg rond die tijd doorliep tot aan het voormalige Ulgershuis en wordt het Wegh naer de Ulger(shuis) genoemd.

Wegh naer de Ulger(shuis) op 'Caertien van 't Botterdiep' (1700-1750)

In de 19de eeuw was het een relatief brede onverharde weg met nauwelijks bebouwing die regelmatig gebruikt werd voor paardenraces. Rond 1900 werd daartoe een drafbaan (Noordersportterrein) aangelegd ten oosten van de Singelweg. Vanwege de uitbreidingsplannen van de stad en de aanleg van het Oosterhamrikkanaal verhuisde de drafbaan in 1922 naar het Stadspark.

De bebouwing langs de weg begon eind 19de eeuw bij de 'kop' van de Korreweg. Het was veelal particuliere woningbouw in verschillende stijlen en formaten en enkele bedrijfspanden. Tussen de Singelweg en het Boterdiep werden ook verscheidene schipperswoningen gebouwd waarvan het merendeel in de loop der jaren verdwenen is. Verder naar het noordoosten werd in 1907 een rij herenhuizen gebouwd in zakelijke Jugendstil stijl. Dit was voorlopig het laatste wapenfeit wat betreft woningbouw langs de Korreweg wat te maken had met het toenmalige Plan van Uitleg van Mulock Houwer dat voor de oostkant van de stad vooral gericht was op industrie.

Halverwege de jaren 1920 kwam men tot nieuwe inzichten en het Plan van Uitleg werd door Schut en Berlage alhier sterk gewijzigd. Het voorgenomen plan om het Gorechtkanaal verder naar het noorden door te trekken (daar waar later de Heymanslaan en Floresstraat werden aangelegd) ging van tafel. Daarvoor in de plaats werd meer naar het oosten een kanaal geprojecteerd: het Van Starkenborghkanaal. Hierdoor kon ook de industriestrook verder naar het oosten verlegd worden en kwam er veel meer ruimte voor woningbouw. In 1928 werd begonnen met de aanleg van het Van Starkenborghkanaal en werd het nieuwe Plan van Uitbreiding gepresenteerd. Twee jaar eerder was al begonnen met woningbouw op het terrein van de voormalige drafbaan en in 1928 werd het Bernoulliplein aangelegd. De woningen aan dit plein zijn door J.A. Boer ontworpen in de stijl van de Amsterdamse School.

De aanleg van de Korrewegwijk ging vervolgens in rap tempo door en in 1935 werd de bebouwing aan de Korreweg tot aan het Molukkenplantsoen voltooid. De resterende ruimte naar het kanaal bleef vooralsnog leeg omdat het was gereserveerd voor een industriestrook. De weg werd in 1936 doorgetrokken naar de nieuwe brug over het Van Starkenborghkanaal wat nog te zien is aan de knik bij de Oosterhamriklaan.

Herenhuizen met Jugendstil kenmerken (1907) met rechts daarvan woningen in de stijl van de Amsterdamse School ontworpen door J.A. Boer (1926)

Rond 1950 werd in het kader van de Wederopbouw besloten om de industriestrook ten westen van de weg te gebruiken voor woningbouw. Aan het laatste stukje Korreweg werd aan de westkant in 1953 een rij flats gebouwd.

Opvallend is (met uitzondering van de 'kop') de ruime opzet van de Korreweg met toentertijd erg brede trottoirs. Dit zorgde later in de 20ste eeuw voor voldoende ruimte voor fietspaden en parkeerplaatsen.

Korreweg plm. 1915 en 2021. Rechts het paardendekstation (later dresseerschool) van Jan Evert Scholten gebouwd in 1887 dat in 1930 plaats maakte voor een gebouw met o.a. een garagebedrijf. Achter het dekstation was het Noordersportterrein.

Bruggen[bewerken | brontekst bewerken]

  • Brug over de Hunze

Vermoedelijk was er in het verlengde van de Korreweg pas sprake van een doorgang in de Hunze nadat de rivier omstreeks 1400 was omgeleid door de stad. Aangezien dit deel van de Hunze daarna verviel tot hooguit een brede sloot moeten we bij deze brug niet te veel voorstellen. Het was mogelijk slechts een eenvoudige dam.

  • Brug over het Boterdiep

Nadat de Kleisloot in het begin van de 16e eeuw richting het zuiden was doorgetrokken naar de stad kwam er alhier een brug over deze watergang die het begin vormde van het latere Boterdiep. In de 19e eeuw werd dit een draaibrug. Deze werd in 1938 vervangen door een vaste brug aangezien de toenmalige verbinding met het Damsterdiep (via het Gorechtkanaal, Oosterhamrikkanaal en Bloemsingel)[3] verviel wegens het gereedkomen van het Van Starkenborghkanaal. De vaste brug verviel na het dempen van het laatste deel van het Boterdiep in de stad begin jaren 1950.

  • Brug over het Van Starkenborghkanaal

In 1936 kwam er een brug over dit nieuwe kanaal. In 2005 werd deze brug vernoemd naar de auteur Gerrit Krol.

Bronnen en referenties[bewerken | brontekst bewerken]

  1. BROEK, J. VAN DEN (2015) Groningen en het Drentse water 7 De Hunze omgeleid (c. 1400), Groningen. pp. 39-45 Van Lauwers tot Eems
  2. 'Caertien van 't Botterdiep' (1700-1750) Beeldbank Groningen
  3. Tot 1922 was het Damsterdiep met het Boterdiep verbonden via de oostelijke vestinggracht die in 1925 werd gedempt


Uitsnede van het Plan van Uitleg van 1906. Het Gorechtkanaal is gepland van het Damsterdiep tot aan het Boterdiep. Het 'Verbindingskanaal' (de voormalige oostelijke vestinggracht) blijft in dit plan bestaan en van het Oosterhamrikkanaal is nog geen sprake.
In het plan van uitbreiding van Schut en Berlage vervalt het noordelijk deel van het geplande Gorechtkanaal. Het nog niet gerealiseerde oostelijk deel van het Oosterhamrikkanaal is, net als het nog niet voltooide Van Starkenborghkanaal, gearceerd weergegeven.

Borgham-meander (zie Cortinghuis) op de Hunze aan te sluiten.[1]

Tegenwoordig volgt de beek in Drenthe grotendeels zijn oorspronkelijke loop, maar in Groningen is de beek grotendeels gekanaliseerd of verdwenen. In de 13de eeuw werd het Reitdiep gegraven van de stad tot aan Dorkwerd. Dit werd de gegraven benedenloop van de Aa die daarna bij Harssensbosch bij de Muda (monding) ten zuiden van Adorp uitstroomde in de Hunze.[2] In 1385 werd het Reitdiep doorgetrokken naar Wierumerschouw zodat de Aa sindsdien aldaar aansloot op de Hunze. Bij de stad Groningen is veel onderzoek gedaan naar de vroegere loop van de Drentsche Aa, maar dit heeft nog niet geleid tot een duidelijke reconstructie.

test[bewerken | brontekst bewerken]

Basiskaart en gegevens van OpenStreetMap en OpenStreetMap Foundation, CC BY-SA

  1. BROEK, J. VAN DEN (2015) Groningen en het Drentse water 5 Tussen Aduard en Drentse A (13 e -14 e eeuw), Groningen. p. 26 Van Lauwers tot Eems
  2. BROEK, J. VAN DEN (2015) Groningen en het Drentse water 5 Tussen Aduard en Drentse A (13 e -14 e eeuw), Groningen. p. 38 e.v. Van Lauwers tot Eems