Gebruiker:Cnemo99/Kladblok/LAsF

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
L'Amitié sans Fin
Algemeen Nut Beogende Instelling
Zegel van de loge
Obediëntie Grootoosten der Nederlanden
Logenummer 243
Kleur(en)
Geschiedenis
Constitutie 30-09-1967
Structuur
Zetel Vlag van Nederland Terneuzen
Ledenaantal ca. 25 (telling 2024)
Officiële website
Portaal  Portaalicoon   Mens & maatschappij
Cordon 'L'Amitié sans Fin'

Loge L'Amitié sans Fin is een vrijmetselaarsloge in Terneuzen welke is opgericht in 1967. Loge 'L'Amitié sans Fin' is een vereniging van leden van de Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden, die - op grond van een haar door die Orde verleende constitutiebrief - zelfstandig werkt in de stad Terneuzen. Het is de derde loge onder deze naam, welke letterlijk 'de vriendschap zonder einde' betekent wat terug slaat op de broederschap binnen de vrijmetselarij.

Halverwege de jaren zestig van de twintigste eeuw werd door een aantal vrijmetselaars in Zeeuws-Vlaanderen een maçonnieke kring gevormd (een groep vrijmetselaars die regelmatig bij elkaar komt zonder formele status). Begin 1967 werd vanuit deze kring door D. Benner, J. van den Ende, A. de Hullu, M.C. van Kerkvoort, W.B. van Leeuwen, H.J. van der Linde en G. Ottens een aanvraag ingediend bij het Grootoosten om een loge onder de naam 'L'Amitié sans Fin' op te mogen richten in Terneuzen, de derde loge onder deze naam. Het merendeel van hen was lid van de Vlissingse loge 'L'Astre de l'Orient'.

Het verzoek werd gehonoreerd en de installatie van de loge vond plaats op 30 september 1967 in hotel-restaurant 'Delta' in Vlissingen, in de toenmalige tempel van 'L'Astre de l'Orient'. De eerste jaren werden de rituele bijeenkomsten gehouden in het logegebouw van enkele Vlaamse loges in Gent, de overige bijeenkomsten vonden eerst plaats boven een lunchroom in de Noordstraat in Terneuzen en later in de Opstandingskerk aan de Bellamystraat. In 1975 werd het huidige logegebouw in de buurtschap Spui, gemeente Terneuzen, in gebruik genomen.

De loge kent vandaag de dag (anno 2024) ca. vijfentwintig leden, veelal uit Zeeuws-Vlaanderen maar ook uit België. De leden komen daarbij uit alle geledingen van de maatschappij. Wekelijks is er op woensdag een logebijeenkomst, waarbij er doorgaans een Open Loge is - een rituele bijeenkomst waarbij de aanwezigen formeel gekleed zijn en maçonnieke attributen als schootsvel en handschoenen dragen - of een comparitie. Bij dit laatste type bijeenkomst wordt een inleiding gegeven over een filosofisch, spiritueel of anderszins interessant onderwerp (in vrijmetselaarsjargon: er wordt een bouwstuk opgeleverd), wat daarna besproken wordt.

De loge onderhoudt goede betrekkingen met de omringende loges, in Nederland maar zeker ook in Vlaanderen. Vanuit de geografische ligging en historie zijn er banden met loges in onder meer Gent, Antwerpen en Brugge.

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Het rangnummer van de loge is 243 (tweehonderd drieënveertig). De onderscheidingskleuren van de loge zijn zilver en blauw, zoals ook van de eerdere loges onder de naam 'L'Amitié sans Fin'

Het zegel van de loge is cirkelvormig, aan de buitenste rand staat de logenaam en vestigingsplaats met daartussen een tweetal acaciatakken, in de vrijmetselarij een symbool voor onsterfelijkheid. Daarbinnen een zogeheten ourobouros, symbool voor de cyclische aard van de natuur. In het midden een vlammende ster, daarbinnen passer en winkelhaak en het symbool van yin en yang.

Het logegebouw[bewerken | brontekst bewerken]

Het logegebouw van loge 'L'Amitié sans Fin' bevindt zich in de buurtschap Spui op nr. 23. Het pand was oorspronkelijk een verenigingsgebouw wat in 1941 werd omgebouwd tot een gereformeerde kerk, en is een gemeentelijk monument. Naast het logegebouw staat de witte beltmolen 'Eben Haezer' uit 1807.

Het gebouw is in 1974 aangekocht door de speciaal hiervoor opgerichte stichting 'Logegebouw Zeeuws-Vlaanderen', met steun van de Stichting Maçonniek Bouwfonds. Na een grondige verbouwing - grotendeels in eigen beheer - onder leiding van architect H. Starck is het gebouw op 10 januari 1975 officieel ingewijd als logegebouw. Op de benedenverdieping is een ruimte voor comparities die ook als eetzaal gebruikt wordt, de bibliotheek/bestuurskamer, een keuken en de bar (in vrijmetselaarsjargon: de zevende graad). De gewezen kerkruimte op de eerste verdieping is nu de grote tempel (in vrijmetselaarsjargon: de werkplaats) geworden die gebruikt wordt voor rituele bijeenkomsten. Het kerkorgel is niet meer aanwezig, er staat nog wel een façade van orgelpijpen. De zetels van de Voorzittend Meester (in vrijmetselaarsjargon: de troon) en die van de beide opzieners in de grote tempel zijn afkomstig uit een Engelse loge. Op de tweede verdieping is nog een kleine tempel, welke gebruikt wordt bij speciale gelegenheden. De stichting 'Logegebouw Zeeuws Vlaanderen' zorgt nog steeds voor onderhoud en beheer en verhuurt het gebouw aan loge 'L'Amitié sans Fin' en andere partijen.

Vervolgpaden en andere activiteiten[bewerken | brontekst bewerken]

Zegel Hoofdkapittel der Hoge Graden

Het logegebouw in Spui wordt niet alleen gebruikt door 'L'Amitié sans Fin' maar ook voor bijeenkomsten van diverse vervolgpaden - ook wel hogere graden genoemd - binnen de Nederlandse vrijmetselarij. Dit betreft:

  • Het kapittel 'Het Zuiderkruis' nr. 32 van de Orde van Vrijmetselaren onder het Hoofkapittel der Hoge Graden[1]. Binnen deze Orde wordt gewerkt met de Franse ritus.
  • Het kapittel 'Relation' nr. 22 van de Orde van het Heilig Koninklijk Gewelf[2]. Dit kapittel heeft eerder ook gewerkt in Goes en Vlissingen.
  • De Merkmeesterloge 'Libanon' nr. 1488[3]. Bij deze Merkmeesterloge hoort een loge van de Royal Ark Mariners (RAM) met dezelfde naam en hetzelfde rangnummer. Beide vallen onder de District Grootloge van Merkmeesters voor Nederland.
  • Het conclaaf 'Flandria' nr. 407 van de 'Order of the Red Cross of Constantine'[4].
  • De preceptorijen 'St. Bernard de Clairvaux' nr. 3 en 'Saint Jean d'Acre' nr. 13, welke vallen onder de Grootpriorij van de Orden van de Tempel ('Knights Templar')[5]. De bijeenkomsten van 'Saint Jean d'Acre' zijn Franstalig.
  • Het tabernakel 'Horeb' van 'The Holy Royal Arch Knight Templar Priests and Order of Holy Wisdom' (Engelstalig)[6].

Daarnaast wordt het gebouw ook gebruikt door loge 'Emergo' nr. 1805[7], welke lid is van 'Le Droit Humain', een orde van gemengde vrijmetselaarsloges.

Geschiedenis van de Vrijmetselarij in Zeeuws-Vlaanderen[bewerken | brontekst bewerken]

Het begin[bewerken | brontekst bewerken]

De eerste activiteiten rondom vrijmetselarij in Zeeuws-Vlaanderen (en in Zeeland) vonden plaats in Sluis, halverwege de achttiende eeuw toen dit als onderdeel van de Staats-Spaanse Linies een vestingstad was met een garnizoen. Een ambulante loge genaamd ‘L’Harmonie’, behorende tot een militair regiment, was vanaf 1749 hier werkzaam. Deze loge was een afsplitsing van een gelijknamige loge die in Dijon (Frankrijk) werkte. Tijdens de Oostenrijkse successie-oorlog waren in 1747-1749 diverse militairen als krijgsgevangenen gelegerd te Dijon. Een van hen, een zekere Adolph von Schweinitz, richtte daar met enkele andere vrijmetselaren een eigen loge op onder de naam 'L'Harmonie', met een Franse constitutiebrief. Deze laatste werd door hem - terwijl hij gelegerd was in Sluis - op 21 augustus 1749 ter protectie en ratificatie aangeboden aan de Nederlandse Grootloge, welke de brief op 11 september 1749 heeft ondertekend. De loge is maar kort actief geweest in Sluis en is vermoedelijk na een jaar alweer opgehouden te bestaan.

In 1763 werd - onder andere door de eerder genoemde Adolph von Schweinitz - in Lillo een loge opgericht met de naam ‘De Eendracht’, welke geïnstalleerd werd op 27 juni 1764 en later ook in Hulst was gevestigd. Op 10 december 1767 werd aan de Orde verzocht om de naam van deze loge te mogen wijzigen in ‘L’Harmonie’. De loge werd op 25 mei 1788 vervallen verklaard. Vrijwel tegelijkertijd – in 1787 – werd in Hulst echter een nieuwe loge opgericht, loge ‘De Phoenix’. Van deze loge is weinig bekend, en in 1804 werd ze weer geschrapt uit het register van de Orde. Mogelijk was ‘De Phoenix’ een voortzetting van ‘L’Harmonie’ onder een nieuwe naam, de logekleuren (wit en blauw) waren identiek. Aan loge 'De Eendracht' c.q. 'L'Harmonie' was vanaf 1777 ook een zogeheten Schotse loge verbonden, die werkte in de hogere graden volgens de Franse Ritus.

De eerste loge 'L'Amitié sans Fin' (1784 - 1818)[bewerken | brontekst bewerken]

Beleg van Sluis 1794, ets Cornelis Bogerts (collectie Rijksmuseum)

De overgang van de achttiende naar de negentiende eeuw ging gepaard met grote veranderingen. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd ingelijfd door Frankrijk onder leiding van Napoleon Bonaparte en getransformeerd in een vazalstaat, eerst in de vorm van de Bataafse republiek en vanaf 1806 als het Koninkrijk Holland. Na deze zogeheten Franse Tijd (1794 - 1814) ontstond het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, waarbij de zoon van stadhouder Willem V werd geïnstalleerd als koning Willem I. De tweede zoon van Willem I, prins Frederik, was gedurende 65 jaar (1816 - 1881) grootmeester van de Nederlandse Orde van Vrijmetselaren.

In Sluis werkte in 1782-83 de ambulante (militaire) loge 'La Concorde', behorende bij het Regiment Nationalen (no. 4) van Luitenant-Generaal Hyacinth Graaf d'Envie. Omdat er in Sluis geen gewone loge was, konden burgers hier ook lid van worden. Na het vertrek van 'La Concorde' in 1783 werd door de vrijmetselaars Paulus van Rheenen, Johannes Moelaert, Lambertus van Dijk en Adriaan van der Colff een maçonnieke sociëteit opgericht; de eerste drie waren lid geweest van 'La Concorde', Adriaan van der Colff was lid van een Haagse loge maar woonachtig in Sluis.

Vervolgens werd door hen samen met Willem de Vaynes van Brakel, Mattheus Hennequin, Pieter Hennequin, Huibert Voskuyl en Joan Anthony Exrik op 24 januari 1784 aan het Grootoosten om een constitutiebrief verzocht voor een nieuw op te richten loge onder de naam 'L'Amitié sans Fin'. Van de meeste aanvragers van de constitutiebrief zijn de beroepen bekend: Adriaen van der Colff, Johannes Moelaert en Mattheus Hennequin waren alle drie op enig moment schepen (wethouder) van Sluis[8][9], Paulus van Rheenen was notaris[10], Willem de Vaynes van Brakel en Pieter Hennequin waren beide 'buitengewoon ingenieur', Huibert Voskuyl was militair en Joan Anthony Exrik was pensionaris. De constitutiebrief werd door het Grootoosten - met als grootmeester Carel baron van Boetzelaer - verleend en op 24 juni 1784 werd de loge geïnstalleerd.

Zegel van de eerste loge 'L'Amitié sans Fin'

Het relatief korte bestaan van de eerste loge onder de naam 'L'Amitié sans Fin' werd vooral gekenmerkt door perioden van inactiviteit en financiële perikelen, wat waarschijnlijk mede veroorzaakt werd door de roerige tijden waarin men verkeerde. Zo werd bij de de verovering van Nederland door de Fransen in 1794, Sluis ingenomen na een beleg van drie weken waarbij een groot deel van de stad in puin werd geschoten. Na 1812 waren er vrijwel geen bijeenkomsten meer en in 1818 ging de loge in ruste of in vrijmetselaarsjargon: de lichten werden gedoofd.

Het zegel van de eerste loge onder de naam 'L'Amitie sans Fin' is cirkelvormig, met in de buitenrand de logenaam. Centraal staat een vrouwenfiguur welke 'De Vriendschap' symboliseert. Deze figuur is ontleend aan het boek 'Iconologia' van de Italiaanse estheticus Cesare Ripa en is uiteraard een verwijzing naar de naam van de loge. De acaciatakken achter de figuur en de passer en winkelhaak links op de voorgrond zijn maçonnieke symbolen. In de drie linten rondom de figuur staan (in het Latijn) tegenstellingen, welke betrekking hebben op verschillende situaties waarin vriendschap belangrijk is. Van boven naar beneden: 'hiems et aestas' (winter en zomer), 'longe et prope' (ver en nabij) en 'mors et vita' (dood en leven).

Gezien het militaire belang van Sluis mag het geen verbazing wekken dat er - naast 'La Concorde' en de eerder genoemde loge 'L'Harmonie' - meerdere ambulante loges in Sluis voorbijkwamen in deze periode. Dit waren (in chronologische volgorde)

  • De regimentsloge 'Houston Union Lodge' (1766). De loge behoorde bij het Schotse regiment van Generaal Majoor Houston.
  • 'Sint Andreas' (1785), opgericht te Sluis. De loge hoorde bij het regiment van majoor Stuart.
  • 'Les vrais Bataves' (1789), de loge was in 1789 te Duinkerken gesticht door gevluchte Nederlandse patriotten.
  • 'De opgaande Oranjezon' (1795), de loge behoorde bij het regiment Bédaul.
  • 'L'Union Militaire' (1798).

De tweede loge 'L'Amitié sans Fin' (1868 - 1909)[bewerken | brontekst bewerken]

Prins Frederik der Nederlanden als Grootmeester. 1817 (Anoniem, collectie Rijksmuseum)

Bijna vijftig jaar later - Nederland was getransformeerd in een constitutionele monarchie onder Willem III - ontdekte de vrijmetselaar Jannis Lansen Croin, als notaris werkzaam in zijn geboortestad Sluis, dat hier eerder een loge 'L'Amitié sans Fin' had bestaan. Hij wist bij de erfgenamen van de laatste secretaris enkele meubels, regalia en het notulenboek en kasboek van deze loge te achterhalen. Deze laatste twee bevinden zich nog steeds in het archief van het Grootoosten der Nederlanden in den Haag.

Naar aanleiding hiervan verzocht hij samen met een zevental andere vrijmetselaars aan het Grootoosten om de loge 'L'Amitié sans Fin' opnieuw te mogen oprichten in Sluis. Dit betrof Adolphus Elisius Stubbe, Johannes Aegidius Timmerman, Pieter Steenhart, Abraham van Overbeeke, Herman Otto Willem de Bats, Jilles Kooremans Johzn. en Frederik Marie van de Wattijne. Door het Grootoosten - met als grootmeester Prins Frederik - werd op dit verzoek positief gereageerd en de loge werd opnieuw geïnstalleerd op 26 september 1868.

Zegel van de tweede loge 'L'Amitié sans Fin'

Het aantal leden van de loge groeide gestaag, maar vooral met inwoners van het centrale deel van Zeeuws-Vlaanderen. Hierom werd besloten de zetel van de loge te verplaatsen van Sluis naar Terneuzen, en op 8 oktober vond de inwijding van het nieuwe logegebouw aan de Schoolstraat in Terneuzen plaats. In 1897 vond nogmaals een verhuizing plaats - binnen Terneuzen - naar de Havenstraat. Een bijzondere activiteit van de loge was de oprichting van een zogeheten volksbibliotheek, welke in 1889 aanvankelijk bescheiden begon in het logegebouw. Later groeide dit uit tot een echte volksbibliotheek met een eigen bestuur. Ook werd - zonder resultaat - geijverd voor de bouw van een nieuw ziekenhuis.

Na de eeuwwisseling nam het aantal leden van de loge om onbekende reden echter sterk af, en op 16 oktober 1909 werd de constitutiebrief teruggestuurd naar het Grootoosten en doofde de loge de lichten. Er werd nog wel enige tijd een maçonnieke kring in stand gehouden.

Het zegel van de tweede loge onder de naam 'L'Amitié sans Fin' is cirkelvormig, met in de buitenrand de logenaam en -zetel. In het midden verschillende maçonnieke symbolen: maatstok, beitel, passer en winkelhaak, twee troffels, hamer en koevoet. Daaronder het oprichtingsjaar van de eerste loge onder de naam 'L'Amitié sans Fin' en de oprichtingsdatum van de tweede loge onder deze naam. De jaartallen zijn volgens de maçonnieke jaartelling.

Plaatsen van samenkomst[bewerken | brontekst bewerken]

In onderstaande tabel een overzicht van de plaatsen van samenkomst van de verschillende loges onder de naam 'L'Amitié sans Fin'.

Periode Gebouw Locatie
De eerste loge 'L'Amitié sans Fin'
1784-1797 Bij de leden thuis Met name bij broeders van der Colff en Moelaert
1797-1818 Eigen logegebouw 'in de nieuwe Kerkstraat', Sluis[11]. Dit pand werd door de loge ook verhuurd voor sociëteitsbijeenkomsten en danspartijen.
De tweede loge 'L'Amitié sans Fin'
1868-1875 'huis van de weduwe van de Plassche' Meerminnestraat, Sluis
1875-1897 Schoolstraat, Terneuzen. Officieel heet deze straat Kandeelstraat maar ze staat in de volksmond ook bekend als Schoolstraat [12].
1897-1909 Havenstraat A132, Terneuzen Tegenwoordig Havenstraat 42. Dit pand is later lang in gebruik geweest als drukkerij.
De derde loge 'L'Amitié sans Fin'
1967-1975 Logegebouw loges 'Le Septentrion', 'De Zwijger', 'La Liberte' en 'Pieter de Zutter' Koperstraat 5, Gent. Hier werden de rituele bijeenkomsten gehouden, L'Amitié sans Fin stond ook wel bekend als 'de vijfde Gentse loge'. De overige bijeenkomsten waren eerst boven Lunchroom van Assche, Noordstraat 5 in Terneuzen, later in de Opstandingskerk aan de Bellamystraat.
1975-heden Huidige logegebouw Spui 23, Terneuzen

Prominente leden[bewerken | brontekst bewerken]

Een tweetal prominente leden van de loges onder de naam 'L'Amitié sans Fin'

  • J.A. (Joan Anthony) Exrik (1758-1836)[13][14], een van de oprichters van de eerste loge onder de naam 'L'Amitié sans Fin'. Hij was initieel pensionaris te Sluis, daarna vervulde hij diverse posities als bestuurder in Den Haag. Tijdens de Franse Tijd was hij kort lid van het Wetgevend Lichaam van het Bataafse Gemenebest (1801-1802) en eerste secretaris van de Nationale Rekenkamer (1802-1809). Hij was secretaris, daarna lid van de Algemene Rekenkamer van 1814 tot tot aan zijn overlijden in 1836.
  • J.C. (Jan Carel) Peeters (1807-1886), de eerste Voorzittend Meester van de tweede loge onder de naam 'L'Amitié sans Fin', was als kapitein van de marechaussee vanaf 1853 gestationeerd in het overwegend katholieke Sas van Gent. Peeters was katholiek opgevoed, maar overgegaan op het protestantisme en in 1840 ingewijd als vrijmetselaar in loge 'De Drie Kolommen' in Rotterdam. In 1859 werd hij vals beschuldigd van malversaties met gelden van de marechaussee en veroordeeld door de krijgsraad. Na tien maanden in de cel werd hij in hoger beroep echter vrijgesproken en volledig in ere hersteld. Hij mocht zijn positie in Sas van Gent weer innemen en tijdens het bezoek van koning Willem III aan Zeeland in mei 1862 werd hem in diens bijzijn een hoge onderscheiding uitgereikt, het officierskruis van de Orde van de Eikenkroon[15].

Voorzittend Meesters[bewerken | brontekst bewerken]

De voorzittershamer van de loge heet in vrijmetselaarsjargon de Moker des Gezags. In deze lijst een overzicht van de Voorzittend Meesters van de eerste twee loges onder de naam 'L'Amitié sans Fin'.

Van Tot Voorzittend Meester
De eerste loge 'L'Amitié sans Fin'
december 1783 juli 1785 Adriaen van der Colff
juli 1785 mei 1790 Mattheus Hennequin
mei 1790 mei 1791 onbekend
mei 1791 september 1793 (mogelijk langer) Huibert Voskuil
september 1793 augustus 1798 onbekend
augustus 1798 juni 1803 Paulus van Rheenen
juni 1803 juni 1810 Willem Hennequin
september 1810 ? J.J. Hennequin
De tweede loge 'L'Amitié sans Fin'
september 1868 juni 1871 J.C. Peeters
juni 1871 juni 1881 N.J. Krom
juni 1881 maart 1898 J.L. van IJsselstejn
april 1898 december 1901 H.C.E. van IJsselsteijn (*)
december 1901 juni 1902 vacant
juli 1902 oktober 1909 M. Eijke

(*) H.C.E. van IJsselsteijn was de zoon van J.L. van IJsselsteijn.

Een overzichtslijst van de Voorzittend Meesters van de derde loge onder de naam 'L'Amitié sans Fin' is in het bezit van de loge. In het logegebouw bevindt zich ook een portrettengalerij hiervan.

Trivia[bewerken | brontekst bewerken]

Gevelsteen logegebouw Havenstraat, collectie 'L'Amitié sans Fin'

Enkele wetenswaardigheden:

  • Kort nadat loge 'De Eendracht' in Lillo was opgericht ontstond er in 1764 een conflict met de plaatselijke protestante gemeente aldaar. De logeleden ontvingen een brief van dominee Josua van Iperen[16] waarin hen de toegang tot de Avondmaalsviering werd ontzegd, op grond van het feit dat zij vrijmetselaar waren. Men ergerde zich binnen de gemeente aan de geheimzinnigheid waarmee de werkzaamheden van de loge gepaard gingen. Na diverse gesprekken met de kerkenraad en bemiddeling van onder meer de Raadpensionaris van Zeeland werd alles uiteindelijk weer bijgelegd.
  • De ambulante loge 'La Concorde' waaruit de eerste loge onder de naam 'L'Amitié sans Fin' is voortgekomen, was een van de zogenaamde 'loges fondatrice': een van de tien loges die in 1756 de Groote Loge der Zeeven Vereenigde Nederlanden hebben opgericht, de voorloper van het huidige Grootoosten. Loge 'La Concorde' is in diverse Nederlandse steden gelegerd geweest, door haar aanwezigheid zijn ook in Kampen (1770, 'Le Profond Silence') en Den Bosch (1776, 'De Edelmoedigheid') loges ontstaan.
  • De familie Hennequin speelde een belangrijke rol in de eerste loge onder naam 'L'Amitié sans Fin', meerdere leden van deze familie waren lid. De familie stamde af van gevluchte hugenoten uit Frankrijk en was in de 18e en 19e eeuw zeer vooraanstaand in Sluis en omstreken. Zo waren zij eigenaar van de buitens de Elderschans en de Kruisdijkschans bij Aardenburg, en is er een familiegraf in de versterking de Krabbeschans - tegenwoordig een natuurgebied - waar diverse leden begraven liggen [17][18]. Een van de bekendste leden was Pieter Christiaan Jacobus Hennequin (1852-1912), onder meer lid van de Tweede Kamer (1891-1909).
  • In de gevel van het logegebouw in de Havenstraat in Terneuzen, waar de tweede loge onder de naam 'L'Amitié sans Fin' samenkwam, waren een passer, een winkelhaak en een troffel in de gevel ingemetseld. Toen de voorgevel van het gebouw jaren later werd gesloopt konden deze gered worden, de passer en de winkelhaak bevinden zich in de voorhof van de tempel in het huidige logegebouw. De troffel zou zijn ingemetseld in de gevel van een winkelpand aan de Axelsestraat wat eigendom was van een logebroeder.
  • De voordeur en trappen van het logegebouw in Spui worden zelden gebruikt. Daarom is het enkele jaren geleden pas opgevallen dat er herkenbare kogelgaten in de voorgevel zitten, een herinnering aan de Tweede Wereldoorlog. Een ander interessant aspect van het gebouw is dat de wijzerplaat van de klok van de voormalige kerktoren vervangen is door een passer en een winkelhaak.

Appendix[bewerken | brontekst bewerken]


Categorie:Grootoosten der Nederlanden Categorie:Terneuzen Categorie:Zeeuws-Vlaanderen Categorie:Cultuur in Zeeland