In de mist van het schimmenrijk

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Saschaporsche (overleg | bijdragen) op 11 okt 2019 om 04:34. (Bestand is verwijderd van Commons)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
In de mist van het schimmenrijk
Auteur(s) Willem Frederik Hermans
Kaftontwerper Leendert Stofbergen
Land Nederland
Taal Nederlands
Reeks/serie boekenweekgeschenk
Onderwerp illegaal in eigen land
Genre novelle
Uitgever Stichting CPNB, ter gelegenheid van de Boekenweek 1993
Uitgegeven CPNB maart 1993
De Bezige Bij april 1994 (2e herziene editie)
Medium Print
Pagina's 95
ISBN 90 74 33 602 7
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

In de mist van het schimmenrijk, met de ondertitel Fragmenten uit het oorlogsdagboek van de student Karel R., is een door Willem Frederik Hermans geschreven novelle, die is verschenen als boekenweekgeschenk. Het 95 pagina's tellende boekje kwam uit in maart 1993, op de eerste dag van de Boekenweek, die dat jaar als motto hanteerde "Het leven geschreven - Dagboeken, brieven en biografieën". Het fictieve verhaal is in een literaire dagboekvorm geschreven.

In april 1994 verscheen bij De Bezige Bij een nieuwe editie onder de titel Madelon in de mist van het schimmenrijk. Door de langere titel wordt de suggestie gewekt dat niet Karel R., maar Madelon de hoofdpersoon is. Zoals Hermans' gewoonte was bij herdrukken van zijn boeken, bracht hij vele kleine en ook een aantal grotere veranderingen aan in de novelle, die met bijna 40 bladzijden werd uitgebreid. Fouten werden hersteld, de samenhang werd vergroot en de voornaamste literaire motieven werden versterkt.[1]

Tijdspanne

Het dagboek begint op 6 maart 1944. Vanaf 10 oktober 1944 loopt het nog enige tijd door zonder datering.

Samenvatting

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.

Het verhaal speelt zich af tijdens de Duitse bezetting van Nederland in de Tweede Wereldoorlog. Het begint op 6 maart 1944 als de 23-jarige Madelon vanuit het hoofdpostkantoor aan de Nieuwezijds Voorburgwal te Amsterdam de meeuwen voert. Ze werkt als telegrafiste en is daardoor in contact gekomen met de 20-jarige Karel Rotteveel. Die staat haar beneden te bewonderen en is een soort illegaal in zijn eigen land. Zijn vervalste persoonsbewijs als spoorwegbeambte is dermate slecht gemaakt dat hij bij een vluchtige controle al kan worden opgepakt en afgevoerd. Eerder dat jaar heeft Karel hulp verleend aan Douwe, die een foute tandarts heeft geliquideerd en vervolgens is opgepakt. Vervolgens wilde Karel, samen met Michiel, met een zender met behulp van morseseinen Duitse defensiegeheimen naar Engeland zenden. Maar omdat noch Karel noch Michiel morse beheerst, heeft Karel ijskoud de eerste de beste telegrafiste gebeld om een privéafspraak te maken. Karel werd hopeloos verliefd op de oudere en beeldschone Madelon, die al vier jaar verloofd is met de 35-jarige Tjeu van der Vleure uit Limburg. Ze willen na de oorlog trouwen.

Michiel wordt per ongeluk door de Duitsers opgepakt, maar omdat zijn papieren vals zijn, wordt hij te werk gesteld in Duitsland. De professionele aandacht van Karel voor Madelon is hiermee ten einde, maar hij raakt privé steeds meer in haar netten verstrikt. Er ontstaat een driehoeksverhouding tussen Madelon, Tjeu en Karel, waarbij Madelon duidelijk de regie houdt. Dit alles tegen een achtergrond van illegaliteit in eigen land en een gebrek aan woonruimte. De ouders van Karel komen om bij een beschieting van een trein door Engelse vliegtuigen, maar de fraaie villa in Hilversum kan Karel als enig kind niet in bezit nemen omdat hij administratief niet bestaat. Hij doolt rond in Amsterdam met lotgenoten. Madelon legt hem uit dat de bekende waarzegster Leoni haar precies had verteld wanneer een onbekende jongeman haar zou bellen. Daarom is ze destijds op het vreemde verzoek van Karel ingegaan.

Terwijl Madelon steeds meer afglijdt, doolt Karel door Amsterdam. Op een ochtend wordt hij opgejaagd door Duitsers en hij schiet er een dood. Als represaille worden vijftien Amsterdammers doodgeschoten en steken de Duitsers een huizenblok in brand. Karel raakt gewond, maar ontsnapt. Een behulpzaam hoertje verleent hem eerste hulp. De verwondingen zijn pijnlijk en langzaam kwijnt Karel weg. Madelon komt hem nog één keer opzoeken en neemt zijn hond mee. Karel blijft met hoge koorts in zijn onderduikadres achter. Hij ziet smachtend dat een verpleegster van het Binnengasthuis iedere middag met kruimeltjes brood of aardappel de musjes voert. Zelf zou hij maar wat graag aldaar tussen de schone lakens liggen. Hij zal het niet lang meer uithouden.

Naschrift auteur

  • "Brokstukken van dit dagboek zijn na het einde van de Duitse bezetting op verscheidene adressen in Amsterdam tevoorschijn gekomen. Ter gelegenheid van deze uitgave is de spelling gemoderniseerd en zijn alle eigennamen veranderd. De beschreven personages zijn trouwens, voor zover bekend, niet meer in leven. Hoe het met de dagboekschrijver zelf is afgelopen, die van stonde af aan een schuilnaam heeft gebezigd, is nooit opgehelderd."
  • In de herziene versie van 1994 werd hieraan toegevoegd: "Nadat de eerste druk van dit verhaal in februari 1993 verschenen was, zijn er behalve nog enkele onbekende gedeelten, ook een paar verbeterde versies van de al gepubliceerde fragmenten ontdekt. Dit materiaal is in deze tweede druk verwerkt."