Fientje Moerman

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Fientje Moerman
of
Rebecca Vanden Broucke
Fientje Moerman (2006)
Volledige naam Joséphine Rebecca Marie Julienne
Bertha Moerman - Vanden Broucke
Geboren Gent, 19 oktober 1958
Kieskring Oost-Vlaanderen
Regio Vlag Vlaanderen Vlaanderen
Land Vlag van België België
Partij PVV / VLD / Open Vld
Functies
1985 - 1991 Adviseur Valéry Giscard d’Estaing[1]
1988 - 1999 Gemeenteraadslid Gent
1991 - 1995 Hoofdadviseur ELDR
1995 - 1999 Schepen Gent
1999 - 2003 Volksvertegenwoordiger
2003 - 2004 Secretaris-generaal VLD
2003 - 2004 Minister van Economische Zaken, Buitenlandse Handel, Energie en Wetenschapsbeleid
2004 - 2007 Viceminister-president en Vlaams minister van Economie, Ondernemen, Innovatie, Wetenschap en Buitenlandse Handel
2008 - 2014 Vlaams Parlementslid[2]
2018 - heden Rechter Grondwettelijk Hof
Portaal  Portaalicoon   België
Politiek

Joséphine Rebecca Marie Julienne Bertha (Fientje) Moerman - Vanden Broucke (Gent, 19 oktober 1958) is een Belgische advocate en politica voor Open Vld.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Moerman studeerde aan de Rijksuniversiteit te Gent, alwaar ze in 1981 afstudeerde als licentiaat in de Rechten. Vervolgens behaalde ze een 'master of laws' aan de Harvard Law School in 1982. Na haar studies werd ze van 1982 tot 1984 advocate in New York en Brussel.

Van 1984 tot en met 1985 was ze redactrice Economie en Financiën voor De Standaard. In deze periode nam ze deel aan de actie gericht tegen de persoon van Paus Johannes Paulus II naar aanleiding van zijn bezoek aan de Lage Landen, door in Gent affiches op te hangen met de woorden "De Paus, hij kan ze kussen".

Halverwege de jaren tachtig werd ze de woordvoerder van de Europese liberalen in het Europees Parlement. Van 1985 tot 1991 werkte ze als adviseur van de Franse oud-president Valéry Giscard d’Estaing. Daarna werd Moerman van 1991 tot 1995 hoofdadviseur van de Europese liberale fractie, gespecialiseerd in institutionele hervormingen en betrekkingen met Israël en de Golfstaten.[3] Ook in haar thuisbasis Gent was ze politiek actief: tussen 1988 en 1995 was ze gemeenteraadslid en van 1995 tot 1999 was ze schepen voor Onderwijs in de stad. In 1999 werd Moerman voor het eerst verkozen in de Kamer van volksvertegenwoordigers, waar ze bleef zetelen tot in 2003. In 2003 trad ze toe tot de Regering-Verhofstadt II waar ze bevoegd werd voor Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid. In juli 2004 stapte ze over naar de Vlaamse regering als Vlaams minister van Economie, Ondernemen, Innovatie, Wetenschap en Buitenlandse Handel. Ze was tevens viceminister-president. Ze stond ook aan de wieg van Oddyseus, een programma om topwetenschappers naar Vlaanderen te halen.

Ontslag[bewerken | brontekst bewerken]

Moerman nam op 10 oktober 2007 ontslag na een rapport van de Vlaamse ombudsman naar aanleiding van klachten van Rudy Aernoudt. Ze werd opgevolgd door Patricia Ceysens. In de periode voor haar ontslag als Vlaams minister kwamen verschillende feiten in de pers die er uiteindelijk toe geleid hebben dat ze haar positie als minister onhoudbaar vond. In augustus 2007 nam haar man Willem Vanden Broucke - die als Head of Unit and Policy Advisor bij de Alliance of Liberals and Democrats for Europe (ALDE) aan het Europees Parlement werkzaam is - ontslag als bestuurder bij het Vlaams-Europees Verbindingsagentschap (Vleva). Eerder was in het nieuws gekomen dat hij een jaar voordien door de Vlaamse regering benoemd was in deze vzw om te lobbyen bij de Europese Unie.[4] De toenmalige meerderheid in Vlaanderen zag nochtans geen graten in de benoeming. Zo zei toenmalig CD&V-fractievoorzitter Ludwig Caluwé dat men niet iemand van een benoeming mag uitsluiten omdat zijn echtgenote toevallig minister is.[4]

Op 14 september 2007 ontsloeg de Vlaamse regering Rudy Aernoudt, secretaris-generaal van het Departement EWI en gewezen (adjunct-)kabinetschef van de ministers Serge Kubla en Moerman, wegens "zware feiten die elke verdere professionele samenwerking onmiddellijk en definitief onmogelijk" maakten. In december 2006 diende Aernoudt een klacht in bij de Vlaamse ombudsman wegens vermeende onregelmatigheden met studieopdrachten op het kabinet-Moerman in de periode dat Aernoudt er zélf kabinetschef was. Volgens het rapport van ombudsman Bernard Hubeau is de toekenning van een expertencontract met het adviesbureau Public Business Services (PBS) niet volgens de regels van het behoorlijk bestuur verlopen. Al geeft de ombudsman in zijn conclusies toe dat er in de wetgeving een grijze zone zit en die werkt contraproductief voor de legitimiteit van de werking van ministeriële kabinetten.[5][6] Volgens Aernoudt kreeg Moerman voor een reis naar Seattle van 9 tot 14 november 2006 met drie medewerkers 90.000 euro.[bron?] Daarvan was 10.000 euro bedoeld voor 'persoonlijke representatiekosten' en kwam er 15.000 euro voor 'onvoorziene uitgaven'.

Als antwoord op de beschuldigingen liet Moerman weten dat het zogenaamde "reisje naar Seattle” een handelsmissie met prins Filip naar Canada betrof met uitbreiding (voor en na) naar de VS, waar cruciale contacten voor de Vlaamse economie werden gelegd (onder andere met General Motors, Ford, Microsoft, Google, Cisco en HP). De 25.000 euro was een begrotingstechnische provisie – opgesplitst in 10.000 euro provisie representatiekost en 15.000 provisie andere onvoorziene uitgaven - die het achteraf moet mogelijk maken om in het buitenland onvoorziene gemaakte uitgaven terug te betalen aan wie de kosten heeft voorgeschoten.

Tevens kwam de politica in opspraak wegens het toekennen van opdrachten (een consultancycontract aan Ernst & Young) door haar kabinet aan bevriende politici (ex-schepen van Gent Guy Serraes, VLD). In 2011 nam het parket de fraudezaak in behandeling[7], maar in 2016 kreeg de beklaagde toestemming de zaak rond belangenvermenging af te kopen.[8]

Einde politieke carrière[bewerken | brontekst bewerken]

In januari 2008 werd ze bestuurder bij de Gentse havengroep Sea Invest. Midden februari 2008 kwam ze voor de kieskring Oost-Vlaanderen in het Vlaams Parlement terecht als opvolger van Marc Cordeel, die zijn ontslag had ingediend als Vlaams volksvertegenwoordiger. Ook na de volgende Vlaamse verkiezingen van 7 juni 2009 werd Moerman herkozen in het Vlaams Parlement met 25.867 voorkeurstemmen. Ze bleef Vlaams volksvertegenwoordiger tot mei 2014. Uit onvrede met de haar aangeboden plaats op de lijst voor de verkiezingen van 25 mei 2014 besloot ze niet op te komen voor die verkiezingen. Dit betekende het einde van haar politieke carrière.[9]

Sinds ze geen politica meer is, gebruikt ze de naam Rebecca Vanden Broucke, Rebecca is haar tweede voornaam, Vanden Broucke is de familienaam van haar man.[10] Sinds 30 juni 2014 mag ze zich ere-Vlaams volksvertegenwoordiger noemen. Die eretitel werd haar toegekend door het Bureau (dagelijks bestuur) van het Vlaams Parlement.

Na haar vertrek uit de politiek werd ze Europees ambtenaar en ging ze naar het European Parliament Liaison Office in Washington.[11]

In december 2015 kwam Moerman in het nieuws na het schrijven van een lezersbrief, waarin ze felle kritiek uitte op de stakers bij de NMBS.[12][13]

De partij Open Vld droeg haar begin 2018 voor als nieuwe rechter in het Grondwettelijk Hof.[10] Op 18 maart 2018 werd ze in deze functie aangesteld.

Moerman is gehuwd en heeft een dochter.

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

Commons heeft mediabestanden in de categorie Fientje Moerman.
Voorganger:
Charles Picqué
Minister van Economische Zaken
2003-2004
Opvolger:
Marc Verwilghen
Voorganger:
Annemie Neyts
Minister van Buitenlandse Handel
2003-2004
Opvolger:
Marc Verwilghen
Voorganger:
Alain Zenner
Minister van Energie
2003-2004
Opvolger:
Marc Verwilghen
Voorganger:
Charles Picqué
Minister van Wetenschapsbeleid
2003-2004
Opvolger:
Marc Verwilghen
Voorganger:
Patricia Ceysens
Vlaams minister van Economie
2004-2007
Opvolger:
Patricia Ceysens
Voorganger:
Patricia Ceysens
Vlaams minister van Buitenlandse Handel
2004-2007
Opvolger:
Patricia Ceysens