Knoest en zijn drie zonen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Knoest en zijn drie zonen is een sprookje, opgetekend door de gebroeders Grimm in hun Kinder- und Hausmärchen onder volgnummer KHM138. De originele naam van het sprookje is Knoist un sine dre Sühne (in Duits Knoist und seine drei Söhne).

Het verhaal[bewerken | brontekst bewerken]

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.

Een man woont tussen de bedevaartsplaats Werrel en Soest en heeft drie zonen; één is blind, de ander kreupel en de derde spiernaakt. De blinde schiet een haas, de kreupele vangt hem en de naakte doet hem in zijn tas (of jaszak). Ze komen bij een machtige rivier met drie boten en de ene gaat ervandoor, de tweede zinkt en in de derde zit geen bodem. Ze gaan aan boord van het schip zonder bodem en komen bij een groot bos met een machtige boom met een machtige kapel met een koster van beukenhout en een pastoor van bukshout. Ze delen wijwater uit met knuppels, zalig is de man die het wijwater ontlopen kan.

Achtergronden[bewerken | brontekst bewerken]