Portaal:Jodendom/Uitgelicht

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Januari[brontekst bewerken]

Davidster

De david(s)ster of davidschild (in het Hebreeuws: Maĝeen David, in het Nederlands-Jiddisch Moĝendovid) is een spiritueel symbool in de vorm van een hexagram, een combinatie van twee gelijkzijdige driehoeken. Hij komt voor bij vele volkeren, zoals de Egyptenaren, Indiërs, Chinezen en Peruanen.

De davidster kwam al in de oudheid incidenteel voor in de joodse wereld, ogenschijnlijk als decoratief motief. Volgens overleveringen stamt hij uit de tijd van David en Salomo en zou hij eens de tempel in Jeruzalem hebben gesierd. In de oudheid en in de Middeleeuwen werd hij al in de joodse kunst toegepast. Zo draagt bijvoorbeeld in Israël een stenen gewelf van een 3e-4e-eeuwse synagoge het teken. Ook komt de term davidster voor in het traditionele joodse gebedenboek de Siddoer, onder andere in het Amida-gebed (dat rond het jaar 1000 van de gangbare jaartelling zijn vorm vond). (Lees verder)

Februari[brontekst bewerken]

Zicht op de muur met de scheiding tussen mannen (links) en vrouwen (rechts)

De westmuur of westelijke muur (Hebreeuws: Hakotel hama'aravi) of klaagmuur is traditioneel de westelijke muur van de Joodse Tempel, die op de tempelberg in Jeruzalem was gebouwd. Strikt genomen is de Westmuur niet een originele muur van het eigenlijke tempelgebouw maar is het een gedeelte van de muur dat het plateau omringt en ondersteunt waarop de eigenlijke Tempel eens stond en waar nu de Rotskoepel en de Al-Aqsa Moskee staan. Zij bevindt zich in de oude stad van Jeruzalem. Het is de enige zichtbare muur, die na de voor de rest zeer grondige vernietiging van de tweede tempel door de Romeinse bezetters in 70 van de gangbare jaartelling nog is overgebleven.

Doordat vele joden aan de muur klaagden vanwege de verwoesting van de tempel en de diaspora, vooral tijdens de rouw- en vastendag Tisja be'Aaw, wordt de muur door niet-joden vaak ook de klaagmuur genoemd. (Lees verder)

Maart[brontekst bewerken]

Joodse filosofie is de filosofische studie van het jodendom, dan wel filosofische activiteit door Joden.

Volgens sommige middeleeuwse joodse en islamitische overdrachten was Abraham een volleerd astronoom die op puur filosofische grond al op het monotheïsme kwam voordat God hem daartoe bracht. Het Boek van Psalmen bevat vele verwijzingen naar filosofische concepten, zoals oproepen om tot inzicht in de grootheid van God te komen door middel van het bekijken en bestuderen van zijn werken. Andere boeken van filosofisch belang zijn Spreuken en Prediker.

Middeleeuwse joodse filosofie is sterk beïnvloed door Plato, Aristoteles en islamitische filosofie. Met name de vroege sefardisch-joodse filosofen werden sterk beïnvloed door de islamitische filosofische stroming bekend als 'Mutazili,' waarbij onder anderen ieder beperkend aspect aan God ontkend werd en God omschreven werd als de ultieme eenheid en rechtvaardigheid. (Lees verder)

April[brontekst bewerken]

Sedertafel met bij elk bord een Haggada

De Haggada (Hebreeuws: הַגָּדָה;) is een boek of boekje waaruit Joden lezen tijdens de sederavond. De naam betekent letterlijk 'vertelling' of 'het Verhaal' en is afgeleid van het Joodse gebod te vertellen over de exodus. De Haggada behandelt het verhaal van de Joodse slavernij in Egypte en de uittocht uit Egypte. Voor vele teksten bestaan bekende wijsjes (soms meerderen).

De Haggada bevat ook de volgorde of orde (seder – סֵדֶר) van de gebruiken, die de grondslag vormt voor de hiervan afgeleide sederavond. Tevens wordt in de haggada uitleg gegeven over de gerechten van de sederavond, waaronder het ongezuurde brood (matze), een symbolisch bot van een lam (gedenkende aan het paaslam dat tijdens de tempel werd geslacht), een ei, bittere kruiden (maror), zoete charoset en wat groente (karpas)

Er zijn zeer veel uitgaven van de haggada, meestal met vertaling en verklaringen en vaak ook met prachtige illustraties versierd. (Lees verder)

Mei[brontekst bewerken]

Mozaïek van de Hebreeuwse Dierenriem van de 12 maanden in een synagoge in Israël (5e eeuw)

De joodse jaartelling, joodse kalender of Hebreeuwse kalender (Hebreeuws: הלוח העברי / ha'loeach ha'iwri) rekent vanaf het jaar waarvan het jodendom aanneemt dat de schepping van de wereld heeft plaatsgevonden (de Anno Mundi).

Op grond van de Tenach wordt de schepping geacht te hebben plaatsgevonden in het jaar 3761 voor de gangbare jaartelling. Het joodse jaar 5772 komt zodoende overeen met het algemene of gregoriaanse jaar (sept./okt., tisjri) 2011–2012. Het nieuwe jaar begint op Rosj Hasjana, een gewichtige tweedaagse periode van gebed en inkeer, die in september of oktober van de gregoriaanse kalender valt.

De volgorde van de joodse maanden kan op twee manieren plaatsvinden. Ter onderscheiding worden deze soms aangeduid als de 'godsdienstige' en de 'burgerlijke' kalender. (Lees verder)

Juni[brontekst bewerken]

Sjabbatkaarsen met kidoesjbeker en challekleed

De sjabbat (Hebreeuws: שַׁבָּת), ook sjabbes of sjabbos (Asjkenazische / Jiddische uitspraak), is de wekelijkse rustdag in het jodendom. Het is de zevende dag van de joodse week en dient volgens de voorschriften in de Tenach in de eerste plaats te worden gevierd door een onthouding van alle arbeid. Volgens het eerste boek van de Tenach – Genesis (Beresjiet) – rustte God op deze dag uit van Zijn schepping die Hij in de zes dagen daarvoor tot stand had gebracht.

Het Hebreeuwse woord sjabbat is afgeleid van de stam lisjbot (rusten) en betekent letterlijk rust. Het is op geen enkele manier verwant aan het cijfer zeven, een veel voorkomende veronderstelling onder personen die geen kennis van de Hebreeuwse taal hebben. De klemtoon van het woord dient op de tweede lettergreep gelegd te worden. (Lees verder)

Juli[brontekst bewerken]

Kabbalistische Boom des Levens met tien Sefirot

De Kabbala of Kabbalah is een joods religieus filosofisch systeem dat beweert inzicht te geven in de goddelijke natuur. Kabbala (קבלה of QBLH) is een Hebreeuws woord dat ontvangst of openbaring betekent.

"Kabbala" refereert aan een esoterische dogmatiek over God en het universum, die als openbaring aan uitverkoren heiligen uit een ver verleden zou zijn overgedragen, en die aan slechts enkele bevoorrechte mensen zou worden overgeleverd.

Vroege vormen van joods mysticisme bevatten oorspronkelijk enkel empirische leer. Veel later kreeg het, onder invloed van neoplatonische en neopythagorische filosofie, een speculatief karakter. In de middeleeuwen breidde het zich enorm uit met de uitgave van de mystieke tekst Sefer Jetzira. (Lees verder)

Augustus[brontekst bewerken]

Fragment uit de Leningrad-codex of Codex Leningradensis. Het is het oudste nog bestaande complete handschrift van de masoretische tekst van de Tenach, daterend uit het jaar 1008.

De Tenach (Hebreeuws: תנ"ך – Tanach) is het voornaamste boek in het jodendom. Tenach is een Hebreeuws acroniem dat is gevormd uit de eerste letters van de drie onderdelen waaruit het is opgebouwd:

  1. T van Thora (Wet)
  2. N van Newie'iem (Profeten)
  3. CH van Ketoewiem (Geschriften). De uitspraak van de k-klank aan het begin van het woord ketoeviem verandert in een ch-klank aan het einde van het woord Tenach.

Het geschreven Hebreeuws bestaat van origine slechts uit medeklinkers, en ook tegenwoordig worden klinkertekens in het Hebreeuw weinig gebruikt. Het acroniem "Tnch" is dan ook alleen uit medeklinkers opgebouwd. De klinkers zijn voor de uitspraak echter nodig en worden in de transliteratie wel geschreven. De Hebreeuwse versie van het woord 'Tenach' is 'Tanach'; een alternatieve naam is Mikra wat 'geschrift' betekent. Christenen vertalen 'Tenach' vaak als de Hebreeuwse Bijbel als ze spreken over het joodse heilige geschrift, synoniem voor wat onder christenen bekendstaat als het Oude Testament. (Lees verder)

September[brontekst bewerken]

Jodendom/Uitgelicht

Rosj Hasjana (Hebreeuws: ראש השנה – 'hoofd van het jaar') is het joodse nieuwjaar. Rosj Hasjana is ingesteld in Wajikra (Leviticus) 23:24 en Bemidbar (Numeri) 29:1, maar de term Rosj Hasjana wordt pas gebruikt in Jechezkel (Ezechiël) 40:1. Het valt op de eerste twee dagen van tisjri, de zevende maand van de joodse godsdienstige kalender en de eerste maand van de joodse burgerlijke kalender.

Op beide dagen van Rosj Hasjana wordt er in de synagoge honderdmaal op de sjofar, de ramshoorn, geblazen. Als symbool voor een goed jaar worden zoete dingen genuttigd. Traditioneel worden stukjes appel met honing gegeten, waarbij de aanwezigen elkaar 'een zoet jaar als de appel met honing' toewensen. Rosj Hasjana is vooral bedoeld om zichzelf in geestelijke zin onder de loep te nemen en met God en de naaste in het reine te komen. Het is daarom tevens de eerste dag van de Aseret Jemé Tesjoewa, de 'tien dagen van inkeer', uitmondend in Jom Kipoer (Grote Verzoendag). In het jodendom gelooft men dat God op 1 tisjri de mens heeft geschapen, oftewel dat dit de zesde scheppingsdag is, en ook dat God op deze dag de wereld zal oordelen. Er zijn nog andere nieuwjaarsfeesten in het jodendom maar Rosj Hasjana geldt als het burgerlijke nieuwjaarsfeest, zoals uiteengezet in de Misjna. (Lees verder)


Oktober[brontekst bewerken]

Synagoge in Elburg

Een synagoge (Grieks voor huis van samenkomst; Hebreeuws: Beit Knesset of Beis Knesses – בית כנסת') of sjoel (Jiddisch, van het Duitse Schule) is in het jodendom een gebeds- en gemeenschapshuis, waar religieuze bijeenkomsten plaatsvinden. Regulier worden in (orthodoxe) synagoges 22 diensten per week gehouden. De meest bezochte diensten zijn die van de hoge feestdagen Jom Kipoer en Rosj Hasjana en daarna die van de andere feestdagen en sjabbat.

Niet-orthodoxe synagoges en orthodoxe synagoges in zeer kleine gemeenschappen hebben meestal alleen op zaterdagochtend en soms ook op vrijdagavond diensten. Orthodoxe joden bidden dan verder thuis; een synagoge en een minjan zijn niet noodzakelijk voor bidden, maar wel voor verschillende onderdelen van de dienst die anders niet uitgevoerd kunnen worden, zoals de herhaling van het Sjemoné Esré of de lezing van de Thora. (Lees verder)

November[brontekst bewerken]

Leeuw van Juda in het wapen van Jeruzalem

De Leeuw van Juda is een van de nationale symbolen van het Joodse volk. Men vindt de leeuw afgebeeld op gebruiksvoorwerpen en rituele voorwerpen. De leeuw van Juda neemt ook een belangrijke plaats in in het wapen van Jeruzalem. In de fantasy-roman De Kronieken van Narnia van C.S. Lewis komt een leeuw met de naam Aslan voor. Deze Aslan is een messiaanse figuur.

Ook in Ethiopië en bij de Rastafari die de Ethiopische keizer Ras Tafari Haile Selassie vereren als godheid speelt dit symbool een grote rol. Juda of Yehuda is de oorspronkelijke naam van de door een leeuw voorgestelde stam Juda, een van de stammen van Israel. (Lees verder)

December[brontekst bewerken]

De chanoekia zoals die tijdens chanoeka gebruikt wordt

Chanoeka is een joods feest. In het Hebreeuws is het חנכה of חנוכה wat 'inwijding' betekent. Het feest staat ook wel bekend als 'het feest van de lichtjes' (Chag Ha'Orot), inwijdingsfeest of toewijdingsfeest (weinig prominente Nederlandse vertaling). Het feest duurt acht dagen, ter nagedachtenis aan het 'Chanoeka-wonder'. De eerste dag van dit feest begint na zonsondergang van de 24e dag van de joodse maand Kislev (5-10 december).

Chanoeka (spreek uit als: Ganoekaa) is een van de kleinere Joodse feesten, dat met name door invloed van enerzijds de Verlichting en kerstmis en anderzijds het zionisme de laatste eeuwen aan belang heeft gewonnen. Er gelden geen halachische verboden, behalve enkele kleine beperkingen rond de tijd dat de kaarsen aangestoken moeten worden en wanneer zij branden. Herdacht wordt de herinwijding van de Tempel van Jeruzalem in 164 v.Chr. door Jehuda haMaccabi. (Lees verder)