Hofstede te Vliet

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Hofstede te Vliet
Locatie Lopikerkapel
Algemeen
Bouwmateriaal baksteen
Eigenaar familie Van Vliet
Gebouwd in eerste helft 14e eeuw
Gesloopt in tweede helft 15e eeuw

De Hofstede te Vliet was een adellijk huis in het Nederlandse dorp Lopikerkapel, provincie Utrecht. Het stond 450 meter ten westen van het kasteel Huis te Vliet.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De oudste vermelding van de hofstede dateert uit 1382: de lijst van leenmannen van het Sticht Utrecht vermeldt dat Willem van der Vliet met de hofstede is beleend. Het huis zal echter ouder zijn en is naar verwachting al in de eerste helft van de 14e eeuw gebouwd. Mogelijke bouwheer was Giselbertus Bokel van Vliet.

Willem overleed in 1393 en op 5 maart van dat jaar erfde zijn zuster Margriet het goed. De laatste eigenaar uit deze familie was Jacob van den Vliet Ydenzoon, die in 1437 de hofstede overdeed aan Sweder Johanss.

De laatste vermelding in de leenakten dateert uit 1457, toen Sweders zoon Johan de hofstede erfde. Kort hierna zal de hofstede zijn afgebroken.

Beschrijving[bewerken | brontekst bewerken]

Archeologisch onderzoek in 1984/1985 maakte duidelijk dat de Hofstede te Vliet een versterkt huis was. Het volledige complex was 63 bij 42 meter groot en bestond uit een voorburcht en een hoofdburcht, van elkaar afgescheiden door een 3 meter brede sloot. De ommuurde voorburcht had een afmeting van 25 bij 20 meter. De eveneens ommuurde hoofdburcht was 41 bij 20 meter groot en in een van de hoeken stond een stenen gebouw van 6 bij 5 meter. Rondom het complex lagen een 11 meter brede slotgracht, een aarden wal en een buitengracht. Enkele sloten herinneren nog aan de buitengracht.

Bij het archeologisch onderzoek werden bakstenen gevonden die wijzen op een bouw in de eerste helft van de 14e eeuw. Vondsten als aardewerk, gespen, sleutels en leitafeltjes zijn afkomstig uit een periode van begin 14e tot en met eind 15e eeuw. De leitafeltjes bevatten fragmenten van oorkonden, een liedtekst en een notenschrift, hetgeen doet vermoeden dat er op een complex een schooltje aanwezig was.

Een deel van de vondsten is overgedragen aan het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. De overige vondsten zijn in Lopikerkapel tentoongesteld.[1]