Roodkopgier
Roodkopgier IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2018) | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Roodkopgier in Santa Clara County, Californië | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Cathartes aura (Linnaeus, 1758) Originele combinatie Vultur aura | |||||||||||||
Verspreidingsgebied
■ alleen broeden
| |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
Roodkopgier op Wikispecies | |||||||||||||
|
De roodkopgier[2] of kalkoengier (Cathartes aura) is een vogel uit de familie van de gieren van de Nieuwe Wereld (Cathartidae), en van deze familie de soort met het grootste verspreidingsgebied, dat loopt van het zuiden van Canada tot aan Vuurland, de zuidelijkste punt van Zuid-Amerika, en overlapt het leefgebied van de overige Amerikaanse gieren, waaronder de kleine en grote geelkopgier en de zwarte gier.
De habitat van de roodkopgier bestaat uit een verscheidenheid aan open en halfopen terreinen. Een groot dagdeel foerageert hij, waarbij hij zo veel mogelijk gebruikmaakt van thermiek. De roodkopgier is een aaseter die zich vrijwel alleen met kadavers voedt. Die vindt hij niet alleen op het zicht, zoals alle gieren doen, maar ook op de geur. De roodkopgier is in staat om op grote afstand de gassen te onderscheiden die bij de ontbinding vrijkomen. Zo kan hij ook kleine en goed verborgen kadavers vinden, waardoor hij een belangrijke niche invult in zijn ecosysteem.
Veldkenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]De roodkopgier behoort tot de grotere vogels van Amerika. Een volwassen vogel heeft een lichaamslengte van 64 tot 81 centimeter en een vleugelspanwijdte van ongeveer 150 tot 180 centimeter.[3] Het gewicht ligt meestal tussen de 0,85 en 2 kilogram. In het noordelijkste deel van het verspreidingsgebied zijn roodkopgieren gemiddeld groter dan die in het Neotropisch gebied. Er is weinig seksuele dimorfie, zowel in afmetingen als in het verenkleed.[4]
Het verenkleed is overwegend bruinzwart.[a] De slagpennen van de brede vleugels zijn aan de onderzijde zilvergrijs. De relatief kleine kop van de roodkopgier is rood en heeft weinig tot geen veren. Een volwassen vogel heeft soms witte tuberkels op de teugel voor zijn ogen, die zich uitbreiden naarmate hij ouder wordt.[6] Ook de naakte nek vertoont bij het ouder worden meer rimpels.[7]
Het oog heeft een onvolledige rij wimpers op het bovenste ooglid en twee rijen op het onderste.[8] De iris heeft een grijsbruine kleur. De korte, ivoorkleurige snavel heeft een forse, haakvormige punt. Net als alle Amerikaanse gieren heeft de roodkopgier geen neustussenschot; men kan zijdelings dwars door de neusgaten kijken.
De huid van de poten is roze, maar meestal bedekt met witte sporen van uitwerpselen. De voeten zijn plat, relatief zwak en voorzien van vrij botte klauwen. Ze zijn hierdoor weinig geschikt voor het vastgrijpen van grote stukken aas.
Onderscheid met andere soorten
[bewerken | brontekst bewerken]De roodkopgier lijkt sterk op de kleine geelkopgier (Cathartes burrovianus) en de grote geelkopgier (Cathartes melambrotus). Deze zeldzamere gieren onderscheiden zich door een iets kleiner formaat en de gele en blauwachtige kleuren op hun kop. Qua postuur komt de roodkopgier ook overeen met de iets kleinere zwarte gier (Coragyps atratus), een zeer talrijke gier in Amerika. Die heeft echter een geheel zwarte kop, een kortere, bredere staart en kortere, volledig zwarte vleugels. Het vliegbeeld van de roodkopgier lijkt op dat van de roodstaartbuizerd en de steenarend. Hij zweeft echter meer op de thermiek en houdt zijn vleugels daarbij in een lichte V-vorm.[7]
-
Vliegbeeld van een roodkopgier boven Morro Bay, Californië
-
Vliegbeeld van een zwarte gier (Coragyps atratus)
-
Vliegbeeld van een grote geelkopgier (Cathartes melambrotus)
-
Kop van een kleine geelkopgier (Cathartes burrovianus)
Fysiologie
[bewerken | brontekst bewerken]Net als alle gieren heeft de roodkopgier een spijsverteringsstelsel dat is aangepast aan het verteren van rottende kadavers. Het maagzuur is krachtig genoeg om schadelijke bacteriën en virussen uit te schakelen. De roodkopgier onderscheidt zich, samen met de twee andere soorten uit het geslacht Cathartes, van andere gieren door zijn goed ontwikkelde reukzin. De gieren uit dit geslacht zijn de enige roofvogels waarvan met zekerheid bekend is dat ze hun reukorgaan gebruiken bij het zoeken naar voedsel.[b] De bulbus olfactorius in de hersenen, het orgaan dat verantwoordelijk is voor het registeren van geur, is bij deze gieren verhoudingsgewijs aanzienlijk groter dan bij de meeste andere dieren.[10] Hierdoor kunnen ze vanaf grote afstand de geur van ethaanthiol waarnemen, het gas dat wordt geproduceerd in de eerste stadia van verrotting.[10][11]
Voortbeweging
[bewerken | brontekst bewerken]Op de grond beweegt de roodkopgier zich moeizamer voort dan bijvoorbeeld de zwarte gier.[12] Hij verplaatst zich met kleine, onhandige sprongen en moet veel moeite doen om op te stijgen. Eerst maakt hij een aantal kleine sprongen, waarbij hij met veel geluid zijn vleugels op en neer slaat, en uiteindelijk stijgt hij klapwiekend op.
De vlucht van de roodkopgier is traag. Tijdens het vliegen houdt hij zijn vleugels in een ondiepe V-vorm, waardoor de vlucht stabieler is.[13] Daardoor kan hij zelfs in turbulente lucht zeer laag bij de grond vliegen, waar hij het aas goed kan ruiken. Bovendien stelt het hem in staat om in kleine cirkels te vliegen en ook kleine thermiekbellen te benutten om lift te krijgen. Bij het vliegen wendt hij zich regelmatig naar een zijde, waardoor de zilvergrijze slagpennen in het zonlicht nog meer opvallen. Hij slaat weinig met zijn vleugels, maar weet zich door zijn grote vleugeloppervlak met een minimale krachtinspanning in de lucht te houden. Zo kan hij boven kolommen opstijgende lucht grote afstanden afleggen op zoek naar voedsel.[14] Wanneer hij op de thermiek zweeft, vormt hij vaak zwermen met soortgenoten.[12]
Geluid
[bewerken | brontekst bewerken]De roodkopgier maakt weinig geluid. Dit komt omdat hij net als veel andere gieren geen syrinx heeft. Wanneer de roodkopgier zich bedreigd voelt of andere gieren bij een kadaver probeert te verjagen, laat hij een laag gesis horen. Zowel volwassen gieren tijdens de balts als hongerige nestlingen grommen.[15]
Gedrag en leefwijze
[bewerken | brontekst bewerken]De roodkopgier is een sociale vogel, die in tegenstelling tot de zwarte gier zelden agressief is tegenover mensen.[16] Buiten het broedseizoen komen groepen roodkopgieren bijeen om te roesten. De grootte van zo'n groep varieert van een kleine familie tot honderden vogels. Zwarte gieren delen regelmatig dezelfde roestplaats. Hoewel de roodkopgier in grotten en op kliffen broedt, gebruikt hij die locaties nooit buiten het broedseizoen.[17] De vogels roesten bij voorkeur op dode of kale bomen, maar ook op watertorens en andere bouwwerken. 's Nachts daalt hun lichaamstemperatuur zes graden naar 34°C, tegen onderkoeling aan.[18] Twee uur na zonsopgang vertrekken de eerste vogels om individueel te foerageren.[19]
Verzorging
[bewerken | brontekst bewerken]In rust spreidt de roodkopgier regelmatig zijn vleugels uit in de zon. Hij doet dit vooral na een mistige of regenachtige nacht. Naast het drogen van de veren zou deze houding andere functies kunnen hebben, zoals opwarming of het doden van bacteriën. Hetzelfde gedrag is ook waargenomen bij andere Amerikaanse gieren, gieren van de Oude Wereld en ooievaars.[10]
Een andere eigenschap die de roodkopgier met veel ooievaars deelt, is urohidrosis, oftewel het bedekken van de poten met ontlasting. Hij doet dit onder andere voor zijn thermoregulatie. Wanneer het water in de ontlasting verdampt, koelen de bloedvaten in de poten af.[20] Het bijtende urinezuur in de ontlasting doodt bovendien de bacteriën die de gier verzamelt wanneer hij over een kadaver loopt.[21] Het veroorzaakt na verloop van tijd lichte vlekken op de poten.[22]
Voedsel
[bewerken | brontekst bewerken]Het voedsel van de roodkopgier bestaat voornamelijk uit kadavers, van kleine vogels, amfibieën en reptielen tot grote grazers. Hij doodt zelden of nooit zijn prooi, in tegenstelling tot de zwarte gier. De roodkopgier vertoont een voorkeur voor dieren die nog niet in een vergevorderde staat van ontbinding zijn. Hij heeft echter geen sterke snavel en moet soms wachten tot de huid genoeg is vergaan. De zachte delen worden het eerst gegeten en sommige organen worden zo veel mogelijk vermeden.[c][12]
De roodkopgier is een opportunist. Hij wordt vaak langs de weg gezien, waar hij zich voedt met aangereden dieren. Ook bezoekt de vogel grote meren of rivieren, waar hij op zoek gaat naar aangespoelde vissen.[11] De roodkopgier voedt zich sporadisch met ongewervelde dieren[23] of plantaardig voedsel.[d]
Tijdens het foerageren gebruikt de roodkopgier zijn scherpe gezichtsvermogen, maar lijkt nog meer af te gaan op zijn goed ontwikkelde reukzin.[13] Zijn vermogen om geuren nauwkeurig te traceren stelt de roodkopgier in staat om in een verscheidenheid aan habitats te foerageren. Ook kadavers die onder de bladeren liggen weet hij te vinden. De roodkopgier vliegt in min of meer open gebieden vaak laag boven de grond en bij een woud tot onder de bovenste boomlaag. De roodkopgier let ook op foeragerende grote geelkopgieren, omdat die nog beter ruiken.[26][e] Zwarte gieren, andescondors (Vultur gryphus), Californische condors (Gymnogyps californianus) en koningsgieren (Sarcoramphus papa) missen een goed ontwikkelde reukzin en volgen daarom de roodkop- en geelkopgieren.[10][f]
Wanneer een roodkopgier een kadaver heeft gelokaliseerd, cirkelt hij een aantal keer in de lucht voor hij afdaalt. Zo laat hij zijn familieleden weten dat hij voedsel heeft gevonden.[29] Bij het kadaver gedraagt de roodkopgier zich territorialer tegenover soortgenoten dan bijvoorbeeld de zwarte gier.[30] Eerder gearriveerde geelkopgieren worden doorgaans weggejaagd[31] en roodkopgieren die later arriveren wachten in de regel hun beurt af.[19] Wanneer ze dit niet doen worden ze meestal verjaagd.[12] Bij grote kadavers kunnen meerdere roodkopgieren tegelijk eten. Hierbij kiezen de dominante mannetjes de beste stukken uit.[6]
In de pikorde bij een kadaver staat de roodkopgier onder de zwarte gier, de koningsgier en de condors. Hier is sprake van een symbiotische relatie, met name als het gaat om grotere kadavers. De grote aaseters hebben sterkere snavels, dus wanneer zij klaar zijn is het vlees zodanig verscheurd dat de roodkopgier zich makkelijk kan voeden. Dit gaat niet op bij kleine kadavers. Hier wordt de roodkopgier verjaagd door zwarte gieren en andere roofvogels als caracara's en bandstaartbuizerds.[12]
Net als alle gieren speelt de roodkopgier dankzij zijn voedingsgewoonten een belangrijke rol in het ecosysteem. Hij verwijdert karkassen voordat ze een broeinest van ziektes worden. Zo stopt hij onder andere de verspreiding van botulisme, miltvuur, cholera, salmonella[12] en varkenspest.[32] Doordat de roodkopgier ook kleine en goed verborgen kadavers weet te vinden, vervult hij een belangrijke niche in een groot deel van zijn leefgebied.
Natuurlijke vijanden
[bewerken | brontekst bewerken]De roodkopgier heeft relatief weinig natuurlijke vijanden. Jonge en volwassen vogels vallen incidenteel ten prooi aan Amerikaanse oehoe's, roodstaartbuizerds, steenarenden en Amerikaanse zeearenden, terwijl kleine zoogdieren als wasberen en opossums zich soms voeden met de eieren en kuikens.[10][33]
De voornaamste vorm van zelfverdediging is het uitbraken van halfverteerd voedsel. De stank weerhoudt de meeste predatoren ervan dichterbij te komen.[17] Als de belager dicht is genaderd, zal de roodkopgier vaak proberen om in zijn gezicht te braken. Net als veel andere gieren braakt de roodkopgier zijn voedsel soms ook uit om makkelijker weg te kunnen vliegen.
Voortplanting en ontwikkeling
[bewerken | brontekst bewerken]Het broedseizoen van de roodkopgier varieert met de breedtegraad. In Brits-Columbia in Canada broedt de roodkopgier van begin april tot eind augustus.[34] In Georgia, in het zuiden van de Verenigde Staten, loopt het broedseizoen van maart tot juni, met een piek in april en mei.[35] Op Trinidad broedt de roodkopgier van november tot maart en op de Falklandeilanden van midden september tot eind oktober.[36]
Balts
[bewerken | brontekst bewerken]De balts bestaat uit meerdere rituelen. Op de grond voeren meerdere vogels gezamenlijk een rondedans van kleine sprongen uit, waarbij ze hun vleugels half uitspreiden. Koppels achtervolgen elkaar op korte afstand in de lucht.[23] De leidende vogel zwenkt, duikt en klapwiekt ongeveer een minuut lang, waarop beide vogels kort pauzeren. De gieren herhalen deze achtervolgingen tot wel drie uur achter elkaar.[12]
Nestplaats
[bewerken | brontekst bewerken]De nestplaats bevindt zich op een moeilijk te bereiken plek, zoals een rotsklif, een grot, een holle boom, dicht struikgewas, een verlaten roofvogelnest of een leegstaand gebouw. Meestal kiest de roodkopgier een locatie die aanmerkelijk kouder is dan de omgeving en op grote afstand ligt van verkeerswegen of andere plaatsen met kans op verstoring.[12]
Net als alle gieren van de Nieuwe Wereld bouwt de roodkopgier geen nest; de eieren worden op de kale grond gelegd.[37] Hoogstens worden wat bladeren of grond weggeschraapt of wordt er een hoopje gemaakt van planten en rot hout. Een nestplaats kan meer dan tien jaar achtereenvolgens worden gebruikt.[12]
Broedsel
[bewerken | brontekst bewerken]Een koppel roodkopgieren brengt gewoonlijk elk jaar twee nestlingen groot. Soms wordt er slechts één ei gelegd, en zeer zelden drie. De eieren zijn crèmekleurig met bruine of paarse vlekken aan de dikkere zijde.[23] Een roodkopgierei meet 6,5 tot 7,5 bij 4,4 tot 5,3 centimeter.[12]
De ouders broeden om beurten en na 28 tot 41 dagen komen de eieren uit.[35] De juvenielen zijn nestblijvers en worden door de ouders gevoerd. Doordat de roodkopgier zwakke poten heeft, kan hij geen kadavers naar het nest brengen. In plaats daarvan voert hij de jongen met voedsel uit zijn krop.
Wanneer een van de ouders op het nest wordt bedreigd, zal deze vluchten, over de indringer braken of zich dood houden.[17] De nestlingen verdedigen zich door zacht te sissen, schijnaanvallen uit te voeren of gericht te braken.[23][38]
Verdere ontwikkeling
[bewerken | brontekst bewerken]Na 60 tot 84 dagen vliegen de jongen uit.[12] Ze worden daarna nog ongeveer een week door de ouders gevoerd. De familiegroep blijft bij elkaar tot het begin van de herfst.[23]
Het vliegvlugge jong heeft aanvankelijk een grijze kop met een zwarte snavelpunt. Naarmate hij ouder wordt veranderen de kleuren in die van een volwassen vogel. Elk jaar ondergaat de roodkopgier een geleidelijke rui, die laat in de winter of vroeg in de lente begint en tot de vroege herfst voortduurt.[17]
In het wild kan de roodkopgier tot wel zestien jaar oud worden.[11] In gevangenschap is een leeftijd van dertig jaar niet ongewoon.[39] De maximale bekende leeftijd bedroeg in 2015 ruim veertig jaar.[40]
Verspreiding en leefgebied
[bewerken | brontekst bewerken]Waarschijnlijk is de roodkopgier de meest wijdverspreide vogel in Amerika.[13] Zijn verspreidingsgebied beslaat het grootste deel van het continent en werd in 2016 geschat op 8,15 miljoen vierkante kilometer.[1] De roodkopgier broedt van zuidelijk Canada tot in Cabo de Hornos in Vuurland. In Latijns-Amerika en het zuiden van de Verenigde Staten is hij een standvogel. Noordelijke populaties trekken in de winterperiode naar het zuiden, soms tot in Zuid-Amerika.[11] De migrerende gieren vormen dan zwermen die kunnen uitgroeien tot enkele duizenden vogels.[12]
Populatietrend
[bewerken | brontekst bewerken]De roodkopgier is in een groot deel van zijn omvangrijke verspreidingsgebied een talrijke broedvogel. In Noord-Amerika heeft hij zijn leefgebied de afgelopen twee eeuwen almaar verder naar het noorden uitgebreid. Tijdens hun expeditie in 1804 troffen Lewis en Clark de vogel in grote aantallen aan in de Rocky Mountains en langs de rivier de Columbia. Langs de noordwestelijke kust van Noord-Amerika was het in die tijd echter een zeer zeldzame vogel.[41]
In 1908 had de roodkopgier zijn leefgebied in het noorden uitgebreid tot in New Jersey. In de jaren 1920 broedde hij ook in relatief grote aantallen in New York.[42] De ornitholoog Winsor Marrett Tyler noemde de roodkopgier in 1937 "de belangrijkste aasetende vogel van de Verenigde Staten".[g][43] Sinds 1945 broedt de roodkopgier ook in de omgeving van de Grote Meren en vanaf 1955 ook in Canada.[44] Volgens de North American Breeding Bird Survey is de populatiegrootte in Noord-Amerika ook tussen 1966 en 2014 steeds verder toegenomen.[12]
Tegenwoordig is de roodkopgier een van de meest algemene grote roofvogels van Noord-Amerika.[12] De organisatie Partners in Flight schatte de totale broedpopulatie in 2017 op 18 miljoen. Hiervan zou 28% minstens een deel van het jaar in de Verenigde Staten doorbrengen, 9% in Mexico en 1% broedend in Canada.[12] De soort staat als 'Niet Bedreigd' (LC of Least Concern) geklasseerd op de Rode Lijst van de IUCN.[1]
Habitat
[bewerken | brontekst bewerken]De habitat van de roodkopgier bestaat voornamelijk uit open en halfopen terreinen, zoals bossen, kreupelhout, weilanden, stedelijk gebied en woestijnen.[23] Hij houdt zich bij voorkeur op in relatief open gebieden met voldoende bomen, zoals akkerland en savannes. Ook blijft hij doorgaans in de buurt van rivieren, meren of de oceaankust.[44] Tijdens het foerageren komt de roodkopgier regelmatig in de buurt van mensen.[12] In sommige gebieden is hij algemener in de omgeving van dorpen en nederzettingen dan in de wildernis.[13]
De roodkopgier vermijdt dichtbeboste gebieden, maar kan zich dankzij zijn goede reukzin ook hier handhaven.[45] Hierdoor heeft hij zijn verspreidingsgebied verder naar het noorden kunnen uitbreiden dan de zwarte gier, die in veel overlappende gebieden juist talrijker is.[46]
Taxonomie
[bewerken | brontekst bewerken]De wetenschappelijke naam van de roodkopgier werd in 1758 als Vultur aura gepubliceerd door Carl Linnaeus.[47] De naam 'Aura' nam hij over van Francisco Hernández, die schreef dat het de naam was die de Mexicanen aan de vogel gaven.[48] 'Aura' is hier dus een zelfstandig naamwoord. Voor beschrijvingen en afbeeldingen van de vogel verwees Linnaeus naar Hernández, Georg Markgraf, Francis Willughby, John Ray, Mark Catesby, Hans Sloane en Patrick Browne.
Linnaeus plaatste alle hem bekende gieren in het geslacht Vultur, en maakte geen onderscheid tussen de gieren van de Nieuwe Wereld (Cathartidae) en de gieren van de Oude Wereld.[h]
In 1811 plaatste de Duitse zoöloog Johann Illiger de roodkopgier samen met de koningsgier (Vultur papa) in het door hem nieuw gecreëerde geslacht Cathartes.[50]
Geografische variatie
[bewerken | brontekst bewerken]De geografische variatie van de roodkopgier uit zich vooral in de kleur van de kop. Noordelijke vogels hebben een uitgesproken rode kop. De tropische vogels hebben een blekere kop, vaak met een rij van lichtgekleurde banden in de nek. De roodkopgieren in de gematigde streken van Zuid-Amerika hebben vaak een dieprode kop, soms bijna paars-rood. De verschillen in verenkleed en lichaamsformaat zijn subtieler.[13]
De IOC World Bird List onderscheidt in de versie 8.1 (2018) zes ondersoorten:[51]
- C. a. meridionalis Swann, 1921 (synoniem: C. a. teter) is de ondersoort die het meeste migreert. De noordelijke grens van het broedgebied is het zuiden van Manitoba, het zuiden van Brits-Columbia, Centraal-Alberta en Saskatchewan. In het zuiden komt hij als broedvogel voor tot in het zuiden van Baja California, het zuiden van Arizona, het zuidoosten van New Mexico en het zuidoosten van Texas.[52] Hij overwintert tot diep in Zuid-Amerika, in het leefgebied van de kleinere C. a. aura. Hij is te onderscheiden van C. a. septentrionalis door de donkerdere en smallere uiteinden van de kleine vleugeldekveren.[53]
- C. a. septentrionalis zu Wied-Neuwied, 1839 komt voor van het zuidoosten van Canada tot in het oosten van de Verenigde Staten. Hij verschilt van C. a. meridionalis in staart- en vleugelformaat. C. a. septentrionalis trekt zelden. Soms overwintert hij in regio's ten zuiden van de Verenigde Staten.[53]
- C. a. aura is de nominaatondersoort en komt voor van het zuiden van Californië en het zuiden van Texas tot in Costa Rica en de Grote Antillen. Een groot deel van zijn leefgebied overlapt dat van andere ondersoorten. C. a. aura is de kleinste ondersoort en is qua kleur moeilijk te onderscheiden van C. a. meridionalis.[53]
- C. a. ruficollis von Spix, 1824 komt voor van het zuiden van Costa Rica en Panama tot in het noorden van Argentinië en het oosten van Brazilië. Hij komt ook voor op het eiland Trinidad.[54] Deze ondersoort is donkerder en meer zwart gekleurd dan C. a. aura. De bruine vleugelranden zijn smaller of ontbreken geheel.[54]
- C. a. jota (Molina, 1782) leeft in de Andes, van Colombia tot in het zuiden van Argentinië. Hij is groter, bruiner en iets lichter gekleurd dan C. a. ruficollis. De secundaire slagpennen en de vleugeldekveren hebben soms een grijze rand.[55]
- C. a. falklandicus (Sharpe, 1873) lijkt sterk op C. a. jota. Hij komt voor langs de Stille Oceaankust, van Ecuador tot het zuiden van Chili en de Falklandeilanden.
Van twee taxa staat de ondersoortstatus ter discussie. C. a. falklandicus is mogelijk synoniem aan C. a. jota en C. a. meridionalis aan C. a. aura. De onderlinge verschillen in deze twee groepen zijn marginaal.[56] Ook is gesuggereerd dat de verschillen tussen de noordelijke populaties (C. a. septentrionalis, C. a. aura en C. a. meridionalis) en de zuidelijke populaties (C. a. ruficollis, C. a. jota en C. a. falklandicus) mogelijk een opsplitsing in twee aparte soorten rechtvaardigen.[56]
-
C. a. septentrionalis
Canada
Overzicht
[bewerken | brontekst bewerken]- Accipitriformes
- Accipitridae (Havikachtigen)
- onder andere de gieren van de Oude Wereld
- Cathartidae (Gieren van de Nieuwe Wereld)
- Cathartes
- Roodkopgier (C. aura)
- C. a. aura
- C. a. falklandicus
- C. a. jota
- C. a. meridionalis
- C. a. ruficollis
- C. a. septentrionalis
- Kleine geelkopgier (C. burrovianus)
- Grote geelkopgier (C. melambrotus)
- Roodkopgier (C. aura)
- Coragyps
- Zwarte gier (C. atratus)
- Sarcoramphus
- Koningsgier (S. papa)
- Gymnogyps
- Californische condor (G. californianus)
- Vultur
- Andescondor (V. gryphus)
- Cathartes
- Pandionidae (Visarenden)
- Sagittariidae (Secretarisvogels)
- Accipitridae (Havikachtigen)
Naamgeving
[bewerken | brontekst bewerken]De wetenschappelijke naam van de roodkopgier is Cathartes aura. Cathartes is een latinisering van het Griekse kathartēs (καθαρτης), wat 'zuiveraar' betekent.[57] Hiermee wordt verwezen naar de rol van opruimer die de vogel in zijn leefgebied vervult. De soortaanduiding aura is de spelling die Francisco Hernández in 1651 gebruikte voor de naam die Mexicaanse indianen voor de vogel gebruikten, en die ook als aurouá geschreven kan worden.[58]
De Engelse naam voor de roodkopgier luidt turkey vulture. Ook in het Nederlandse taalgebied is 'kalkoengier' een algemene naam voor de vogel. Deze naamgeving dankt hij aan zijn rode, kale kop en zijn donkere verenkleed, typische kenmerken van een mannelijke kalkoen (Meleagris gallopavo).
Volksnamen
[bewerken | brontekst bewerken]In Amerika bestaan diverse volksnamen voor de roodkopgier. In veel Latijns-Amerikaanse regio's worden de vier kleinste giersoorten 'kraaien' genoemd. Kraaien zijn net als deze gieren sociale vogels en opportunistische aaseters.
In sommige delen van de Caraïben noemt men de roodkopgier John crow of carrion crow,[i][3][7] wat respectievelijk 'John kraai' of 'aaskraai' betekent. De Quebrada de los Cuervos ('Kraaienravijn') in Uruguay dankt zijn naam aan de roodkopgieren, kleine geelkopgieren en zwarte gieren die hier in grote aantallen voorkomen.[60]
In enkele Noord-Amerikaanse regio's wordt de roodkopgier turkey buzzard of kortweg buzzard genoemd.[61] Mogelijk dankt hij deze naam aan zijn gewoonte om boven een kadaver te cirkelen. De term buzzard wordt namelijk in de Oude Wereld ook gebruikt voor roofvogels die tot het geslacht Buteo behoren. Hiertoe behoort ook de buizerd, die vaak in cirkels vliegt. De Cherokees noemen de roodkopgier de 'vredearend', daar hij in de vlucht op een arend lijkt, maar in tegenstelling tot deze roofvogel geen dieren doodt.[62]
Relatie met de mens
[bewerken | brontekst bewerken]De relatie van de roodkopgier met de mens is ambivalent te noemen. Zijn eetgewoonten en onaantrekkelijk uiterlijk werken niet in het voordeel van de roodkopgier[63] en veel mensen associëren rondcirkelende gieren met de nabijheid van de dood.[64] De roodkopgier wordt ook beschuldigd van het doden van vee en het verspreiden van ziektes. Anderen waarderen juist zijn rol als opruimer in de natuur. Zij zien de gier als een ziektebestrijder. In stedelijke gebieden waar roodkopgieren in aantal afnemen, neemt het aantal ratten toe.[32]
Bedreigingen
[bewerken | brontekst bewerken]Vroeger werden gieren in Amerika bedreigd door de ophoping van DDT in hun lichaam, wat resulteerde in een te dunne eierschaal, waardoor eieren kunnen breken tijdens het uitbroeden.[12] Tegenwoordig is DDT in de meeste Amerikaanse landen verboden en vormt het geen ernstige bedreiging meer voor de roodkopgier.
Loodvergiftiging is daarentegen nog altijd een bedreiging. Gieren kunnen lood binnenkrijgen wanneer ze eten van geschoten wild.[12] Hun lichaamssappen kunnen veel schadelijke stoffen neutraliseren, maar dat geldt niet voor dit element. Uiteindelijk wordt het in het bloed opgenomen, vaak met de dood tot gevolg.[65]
Sommige veeboeren menen dat de roodkopgier met zijn poten ziektes verspreidt, zoals varkenspest en miltvuur. Om deze reden wordt hij vergiftigd en bejaagd.[12] Ook is hij soms ten onrechte beschuldigd van het doden van pasgeboren kalveren. Deze worden weleens gedood door zwarte gieren, waarna roodkopgieren zich te goed doen aan de restanten.[66]
Bescherming
[bewerken | brontekst bewerken]De kans dat de roodkopgier uitsterft is volgens het IUCN zeer gering.[1] Desondanks wordt hij in een groot deel van zijn leefgebied beschermd, waaronder in Verenigde Staten, Canada en Mexico. In de Verenigde Staten is het illegaal om een roodkopgier te vangen of te doden. Hij mag alleen in gevangenschap worden gehouden als hij gewond is of niet in staat om in het wild te overleven. Een overtreding kan een boete tot $ 15.000 opleveren of een gevangenisstraf tot zes maanden.[12][67]
Inheemse culturen
[bewerken | brontekst bewerken]Gieren spelen een belangrijke rol in de cultuur en godsdienst van inheemse Amerikanen. De roodkopgier heeft hierin een minder opvallend aandeel dan bijvoorbeeld de andescondor,[68] maar in de gebruiken en overleveringen van enkele indianenstammen wordt specifiek naar hem verwezen.
Noord-Amerikaanse indianen die in het broedgebied van de roodkopgier leven zien de terugkomst van de roodkopgier als een teken dat de winter voorbij is. De Pueblovolkeren in het zuidwesten van de Verenigde Staten beschouwen de roodkopgier als het symbool van reiniging. Ze geloven dat zijn veren kwaadaardige invloeden kunnen verdrijven uit mensen en objecten.[69]
Vermeldenswaard is een legende van de Irokezen, die verhaalt hoe de roodkopgier aan zijn verenkleed komt. Hieronder volgt een verkorte versie:[70]
Toen de schepper de vogels maakte, hadden deze aanvankelijk nog geen veren. Ontevreden met hun uiterlijk maakte de schepper een verscheidenheid aan verenpakken. Gáh-gah-go-wah de roodkopgier kreeg de opdracht om deze op te halen, daar hij lange afstanden kon vliegen zonder vermoeid te raken. Als tegenprestatie kreeg hij de eerste keus, maar hij moest beloven elk pak slechts eenmaal te passen.
Gáh-gah-go-wah kon echter niet kiezen tussen de prachtige creaties. Hij begon ze een voor een te passen, maar vond in elk pak een nadeel. Het laatste was saai van kleur en had aan het kopstuk geen veren. Er waren geen andere pakken meer, dus Gáh-gah-go-wah moest het nemen. Teruggekomen werd hij door de vogels uitgelachen om zijn vreemde uitdossing. Maar hij liep trots rond tussen de vogels en zei: "Gáh-gah-go-wah hoeft jullie pakken niet. Hij had de eerste keus en geeft de voorkeur aan zijn eigen pak!"
Noten
- ↑ Soms worden roodkopgieren met een geheel wit verenkleed waargenomen. Dit wordt veroorzaakt door leucisme.[5]
- ↑ Andere vogels met een scherpe reukzin zijn buissnaveligen (orde Procellariiformes) en kiwi's (geslacht Apteryx).[9]
- ↑ Dit geldt bijvoorbeeld voor de geurklieren van stinkdieren.[12]
- ↑ Er bestaan onder andere waarnemingen van roodkopgieren die zich voeden met pompoenen, kokosnoten[24] en vruchten van oliepalmen.[25]
- ↑ Of de kleine geelkopgier een betere reukzin heeft dan de roodkopgier is niet bekend.[27]
- ↑ Lange tijd nam men aan dat de Cathartes-soorten de enige gieren van de Nieuwe Wereld zijn met een reukzin. Een studie in 1991 wees echter uit dat mogelijk ook de koningsgier kadavers kan opsporen op de geur.[28]
- ↑ Origineel citaat: "the chief avian scavenger of the United States."[43]
- ↑ Gieren van de Nieuwe Wereld zijn niet nauw verwant aan de gieren van de Oude Wereld, die volgens onderzoek waarvan de resultaten in 2005 werden gepubliceerd tot de familie van de havikachtigen (Accipitridae) behoren.[49]
- ↑ Carrion crow is de Engelse naam voor de zwarte kraai (Corvus corone). Deze naam wordt in sommige delen van Amerika ook gebruikt voor de zwarte gier.[59]
Bronnen
- (en) Wayne Grady (1997). Vulture: Nature's Ghastly Gourmet, Sierra Club Books
- (en) Cornell Lab of Ornithology: Turkey Vulture
- (en) The Peregrine Fund: Turkey vulture – Cathartes aura
- ↑ a b c d (en) Roodkopgier op de IUCN Red List of Threatened Species.
- ↑ (en) Avibase: Roodkopgier – Cathartes aura (Linnaeus, 1758)
- ↑ a b (en) Peregrinefund.org: Turkey Vulture
- ↑ (en) Hill, N. P. (1944). Sexual Dimorphism in the Falconiformes (PDF). Auk 61 (april): 228–234. DOI: 10.2307/4079366.
- ↑ (en) Golden Gate Raptor Observatory: Rare Raptors
- ↑ a b (en) TrekOhio: Turkey Vultures and Black Vultures (10 juli 2013)
- ↑ a b c Wayne Grady, p. 37
- ↑ (en) Fisher, Harvey I. (februari 1942). The Pterylosis of the Andean Condor. Condor 44 (1): 30–32 (Cooper Ornithological Society). DOI: 10.2307/1364195.
- ↑ (en) Irby J. Lovette & John W. Fitzpatrick (2016). Handbook of Bird Biology, John Wiley & Sons, p. 212
- ↑ a b c d e (en) Noel F. R. Snyder (2006). Raptors of North America: Natural History and Conservation, Voyageur Press
- ↑ a b c d (en) Animal Diversity Web: E. Attwood, Cathartes aura – turkey vulture
- ↑ a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u (en) Cornell Lab of Ornithology: Turkey Vulture Life History
- ↑ a b c d e (en) Neotropical Birds:Turkey Vulture Cathartes aura
- ↑ (en) U.S. Geological Survey: Turkey vulture, Cathartes aura
- ↑ (en) Mildred Miskimen (januari 1957). Absence of Syrinx in the Turkey Vulture (Cathartes aura) (PDF). The Auk 74 (1): 104–105. DOI: 10.2307/4082043.
- ↑ Wayne Grady, p. 42
- ↑ a b c d (en) Charles Fergus (2003). Wildlife of Virginia and Maryland Washington D.C., Stackpole Books, p. 171
- ↑ (en) J. Alan Feduccia (1999). The Origin and Evolution of Birds, Yale University Press
- ↑ a b Wayne Grady, p. 62
- ↑ (en) Snake River Birds of Prey National Conservation Area: Larry Ridenhou, NCA – Turkey Vulture (Bureau of Land Management)
- ↑ (en) HowStuffWorks: Cristen Conger, Why is it a bad idea to scare a vulture?
- ↑ (en) Malcolm S. Gordon (1977). Animal Physiology: Principles and Adaptations, Macmillan, p. 357
- ↑ a b c d e f (en) Kenn Kaufman (1996). Lives of North American Birds, Houghton Mifflin Field Guides), p. 112
- ↑ (en) Roger C. Crafts Jr. (1968). Turkey Vultures Found to Feed on Coconut. Wilson Bulletin 80 (3): 327–328.
- ↑ (en) Galetti, Mauro. Seed dispersal of Attalea phalerata (Palmae) by Crested caracaras (Caracara plancus) in the Pantanal and a review of frugivory by raptors. Ararajuba 12 (2): 133–135. Gearchiveerd van origineel op 12 juni 2013.
- ↑ Wayne Grady, p. 45
- ↑ (en) Neotropical Birds: Jack C. Eitniear, Lesser Yellow-headed Vulture Cathartes burrovianus
- ↑ (en) William C. Lemon (december 1991). Foraging behavior of a guild of Neotropical vultures (PDF). Wilson Bulletin 103 (4): 698–702.
(en) Neotropical Birds: Melissa Holste, Janet M. Ruth, Jack C. Eitniear, King Vulture Sarcoramphus papa - ↑ Wayne Grady, p. 63
- ↑ Wayne Grady, p. 56
- ↑ (en) L. G. Gomez (1994). The role of greater yellow-headed vultures Cathartes melambrotus as scavengers in neotropical forest. Ibis 136 (2): 193–196. DOI: 10.1111/j.1474-919X.1994.tb01084.x. Gearchiveerd van origineel op 16 februari 2009.
- ↑ a b (en) Kansas Wildlife Federation: Turkey Vulture
- ↑ (en) J. S. Coleman (1986). Predation on black and turkey vultures. Wilson Bulletin 98: 600–601.
(en) E. D. Stolen (1996). Black and turkey vulture interactions with bald eagles in Florida. Florida Field Naturalist 24: 43–45.
(en) J.G. Evens (1991). Golden eagle attacks turkey vulture. Northwest. Nat. 72. - ↑ (en) Government of British Columbia: Turkey vulture (Cathartes aura)
- ↑ a b (en) Georgia Museum of Natural History: Species Description: Turkey Vulture (Cathartes aura)
- ↑ (en) The Peregrine Fund: Cathartes aura – Additional details on Breeding
- ↑ Wayne Grady, p. 50
- ↑ Wayne Grady, p. 54
- ↑ (en) Raptorrehab.org: Turkey vulture (Cathartes aura)
- ↑ (en) Lindsay Wildlife Museum: Introducing our Turkey Vultures, "Diablo" and "Richard"
- ↑ a b (en) John James Audubon (1827–1838). The Birds of America: Plate 151: Turkey Buzzard
- ↑ Wayne Grady, p. 38, 39
- ↑ a b (en) Winsor Marrett Tyler (1937). Turkey Vulture – Cathartes aura. United States National Museum Bulletin 167 (1): 12–28 (Smithsonian Institution).
- ↑ a b Wayne Grady, p. 39
- ↑ (en) Stephen L. Hilty (1977). A Guide to the Birds of Colombia, Princeton University Press, p. 87
- ↑ Wayne Grady, p. 37, 38
- ↑ (la) Linnaeus, C. (1758). Systema naturae ed. 10: 86, 87
- ↑ Hernández, F. (1651). Nova plantarum, animalium et mineralium mexicanorum historia: 319, 331
- ↑ (en) Heather R. Lerner (november 2005). Phylogeny of eagles, Old World vultures, and other Accipitridae based on nuclear and mitochondrial DNA. Molecular Phylogenetics and Evolution 37 (2): 327–346. ISSN: 1055-7903. PMID 15925523. DOI: 10.1016/j.ympev.2005.04.010. Gearchiveerd van origineel op 6 juni 2011. Geraadpleegd op 14 maart 2018.
- ↑ (la) Johann Illiger (1811). Prodromus systematis mammalium et avium: 236
- ↑ (en) Gill, F. & D. Donsker (Eds). (2017). IOC World Bird List (v 7.3).
- ↑ (en) J.L. Peters (1979). Check-list of Birds of the World, Museum of Comparative Zoology)
- ↑ a b c (en) Dean Amadon (1977). Notes on the Taxonomy of Vultures (PDF). Condor 79 (4): 413–416 (Cooper Ornithological Society). DOI: 10.2307/1367720.
- ↑ a b (en) Leslie Brown (1968). Eagles, Hawks, and Falcons of the World, McGraw-Hill
- ↑ (en) Emmet Reid Blake (1953). Birds of Mexico: A Guide for Field Identification, University of Chicago Press
- ↑ a b (en) The Internet Bird Collection: Turkey vulture Cathartes aura
- ↑ (en) Henry George Liddell & Robert Scott (1891). Greek-English Lexicon, Abridged Edition, Harper & brothers
- ↑ (en) James A. Jobling (2010). Helm Dictionary of Scientific Bird Names, Bloomsbury Publishing, p. 61
- ↑ (en) William Bartram, Travels through North and South Carolina, Georgia, East and West Florida, the Cherokee country, the extensive territories of the Muscogulges or Creek confederacy, and the country of the Chactaws. Containing an account of the soil and natural productions of those regions; together with observations on the manners of the Indians. Embellished with copper-plates, p. 285
- ↑ (es) ¡Misterios del Olimar! ... "La Quebrada de los Cuervos"
- ↑ (en) John L. Tveten (2000). Birds of Texas: The Turkey Vulture, Texas Parks & Wildlife
- ↑ (en) Indiana Department of Natural Resources:Turkey vulture – The "peace eagle"
- ↑ Wayne Grady, p. 11, 25
- ↑ Wayne Grady, p. 21
- ↑ (en) Wisconsin department of natural resources: Lead Exposure in Wisconsin Birds (3 september 2008)
- ↑ (en) AgNIC Wildlife Damage Management Web: Laurie Paulik, Vultures and Livestock
- ↑ (en) US Fish & Wildlife Service: Birds Protected by the Migratory Bird Treaty Act
(en) Migratory Bird Treaty Act. US Code Collection. Cornell Law School. Geraadpleegd op 14 maart 2018. - ↑ (en) Malcolm Tait (2006). Going, Going, Gone: Animals and Plants on the Brink of Extinction, Sterling Publishing, p. 22
- ↑ (en) pauldfrost.co.uk: Vultures Introduction
- ↑ (en) Whispering Books: How The Turkey Buzzard Got His Suit
(en) Edmund Wilson (1959). Apologies to the Iroquois, Syracuse University Press, p. 292
Externe links
- (en) The Internet Bird Collection: Turkey vulture Cathartes aura
- (en) Wildscreen Arkive: Turkey vulture Cathartes aura
- (en) Observation.org: Turkey Vulture – Cathartes aura (Linnaeus, 1758)
- Xeno-canto: Roodkopgier · Cathartes aura · (Linnaeus, 1758)
- (en) John James Audubon (1827-1838). The Birds of America: Plate 151: Turkey Buzzard