Naar inhoud springen

Klauwieren

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Xxmarijnw (overleg | bijdragen) op 15 jun 2016 om 18:15. (Levenswijze: er achteraan => erachteraan (n.a.v. Wikipedia:Wikiproject/SpellingCheck) Help mee!, replaced: er achteraan → erachteraan met AWB)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Klauwieren
Klapekster met vastgespietste muis
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Passeriformes (Zangvogels)
Superfamilie:Corvoidea
Familie
Laniidae
Rafinesque, 1815
Lanius senator (Roodkopklauwier)
Lanius ludovicianus (Amerikaanse klapekster)
Een vastgespietste hagedis.
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Klauwieren op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

Klauwieren (Laniidae) zijn een familie uit de orde van de zangvogels. Deze familie zit in de superfamilie Corvoidea en is daardoor het meest verwant aan de kraaien en de wielewalen.

Etymologie

De Nederlandse naam is afgeleid van klauw, waarvoor het woord overigens ook wel gebruikt wordt.

De wetenschappelijke naam komt van het Latijnse woord lanius, wat (offer)slachter of beul betekent.

Kenmerken

Deze vogels hebben allemaal een haaksnavel, krachtige poten en scherpe nagels. De lichaamslengte varieert van 15 tot 35 cm.

Levenswijze

Hoewel de klauwieren zangvogels zijn, jagen ze net als roofvogels op kleine dieren. Prooien zijn insecten, hagedissen, muizen en kleine vogels. Gewoonlijk zitten klauwieren op een duidelijk zichtbare plaats rond te kijken en zodra ze een prooi zien, gaan ze erachteraan.

Klauwieren spietsen hun prooien vaak levend en wel vast aan een doorn/takje als voedselvoorraad, een unieke methode in het dierenrijk.

Sommige soorten zijn zeer territoriaal ingesteld.

Verspreiding

Deze vogels komen voor in open terreinen met struikgewas of verspreide boomgroei in Afrika, Azië en Europa, waar ze ook nestelen. Twee soorten komen voor in Noord-Amerika.

Voortplanting

Het legsel bestaat uit 2 tot 7 eieren.

Systematiek

Er zijn vier geslachten en meer dan 30 soorten:[1]