Resolutie 1134 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 1134
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 23 oktober 1997
Nr. vergadering 3826
Code S/RES/1134
Stemming
voor
10
onth.
5
tegen
0
Onderwerp Wapeninspecties in Irak
Beslissing Eiste dat Irak wapeninspecteurs toegang gaf tot eender welke site.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1997
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Chili Chili · Vlag van Costa Rica Costa Rica · Vlag van Egypte Egypte · Vlag van Guinee-Bissau Guinee-Bissau · Vlag van Japan (1870–1999) Japan · Vlag van Kenia Kenia · Vlag van Zuid-Korea (1984-1997) Zuid-Korea · Vlag van Polen Polen · Vlag van Portugal Portugal · Vlag van Zweden Zweden
Irak.

Resolutie 1134 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties met 5 onthoudingen van China, Egypte, Frankrijk, Kenia en Rusland tegen 10 voorstanders door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 23 oktober 1997.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Golfoorlog (1990-1991) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Op 2 augustus 1990 viel Irak zijn zuiderbuur Koeweit binnen en bezette dat land. De Veiligheidsraad veroordeelde de inval middels resolutie 660 en later kregen de lidstaten carte blanche om Koeweit te bevrijden. Eind februari 1991 was die strijd beslecht, waarna Irak zich neerlegde bij alle aangenomen VN-resoluties.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

Waarnemingen[bewerken | brontekst bewerken]

Sinds resolutie 1115 uit juni waren er opnieuw incidenten geweest waarbij Irak (wapen)inspectieteams van de Speciale Commissie de toegang tot sites ontzegde, en dat was onaanvaardbaar. Desondanks had de commissie vooruitgang geboekt bij de vernietiging van de Iraakse massavernietigingswapens. De Veiligheidsraad had reeds verklaard maatregelen te zullen nemen tegen de Iraakse functionarissen die verantwoordelijk waren voor de weigeringen als het land niet bijdraaide.

Handelingen[bewerken | brontekst bewerken]

De Veiligheidsraad veroordeelde het feit dat de Iraakse autoriteiten weigerden VN-inspecteurs toegang te verlenen tot een aantal te inspecteren sites en personen en dat zij de veiligheid van UNSCOM in gevaar brachten. Ook veroordeelde de Raad de verwijdering en vernietiging van bepaalde documenten. Verder concludeerde de Raad dat de obstructies neerkwamen op schendingen van eerdere resoluties en eiste dat Irak zou meewerken met UNSCOM. Als dat niet gebeurde, dan zouden alle landen de toegang van Iraakse functionarissen die hiervoor verantwoordelijk waren tot hun grondgebied moeten ontzeggen. Met het opstellen van een lijst van die personen zou reeds worden begonnen.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]