De verkiezingen werden gehouden als gevolg van de afloop van de zittingstermijn van de Tweede Kamer die gekozen was bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1998. Weliswaar diende het kabinet-Kok II op 16 april 2002 zijn ontslag in vanwege de conclusies van het NIOD-rapport over de Srebrenica-affaire, maar dit had geen effect meer op de datum van de al eerder uitgeschreven verkiezingen.
In de aanloop naar de verkiezingen was er een verkiezingsstrijd gaande tussen Ad Melkert, lijsttrekker van de PvdA, en Pim Fortuyn, aanvankelijk lijsttrekker van Leefbaar Nederland, vanaf februari 2002 voor zijn eigen lijst, Lijst Pim Fortuyn (LPF). In 2022 werd deze verkiezingsstrijd het onderwerp van het televisiedrama Het jaar van Fortuyn.
De uitslag liet grote verschuivingen zien, die sterk beïnvloed waren door de moord op Pim Fortuyn, die op 6 mei, negen dagen voor de verkiezingen, had plaatsgevonden. De LPF behaalde 26 zetels, terwijl de Partij van de Arbeid terugviel van 45 naar 23 zetels, een destijds historisch lage score. Ook de VVD en D66 verloren fors, terwijl het CDA 14 zetels won en de grootste partij werd. Andere winnaars waren nieuwkomer Leefbaar Nederland (2 zetels) en de Socialistische Partij (van 5 naar 9). De ChristenUnie (in 2000 ontstaan uit een fusie van RPF en GPV), de SGP en GroenLinks verloren alle één zetel, hoewel de twee laatste partijen meer stemmen behaalden dan in de voorgaande verkiezingen. De opkomst bij deze verkiezingen was echter bijzonder hoog: er brachten circa 850.000 meer mensen hun stem uit dan in 1998.
Periodieke verkiezingen werden gehouden in een kiesdistrict waar de zittingstermijn van een lid (vier jaar) afliep. Gemiddeld was in de periode 1848-1888 bij periodieke verkiezingen de helft van de Tweede Kamerleden aftredend. Bij algemene verkiezingen in deze periode, na ontbinding van de Tweede Kamer, werden alle Kamerleden opnieuw gekozen, evenals in het tijdvak vanaf 1888.