Naar inhoud springen

Resolutie 1099 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door SmileBot (overleg | bijdragen) op 28 sep 2014 om 11:41. (Linkonderhoud - doe mee! met AWB)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Resolutie 1099
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 14 maart 1997
Nr. vergadering 3752
Code S/RES/1099
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Tadzjiekse burgeroorlog.
Beslissing Verlengde de UNMOT-waarnemingsmissie tot 15 juni.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1997
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Chili Chili · Vlag van Costa Rica Costa Rica · Vlag van Egypte Egypte · Vlag van Guinee-Bissau Guinee-Bissau · Vlag van Japan (1870–1999) Japan · Vlag van Kenia Kenia · Vlag van Zuid-Korea (1984-1997) Zuid-Korea · Vlag van Polen Polen · Vlag van Portugal Portugal · Vlag van Zweden Zweden
De Tadzjiekse vlag.

Resolutie 1099 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 14 maart 1997.

Achtergrond

Zie Tadzjikistan voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Na de val van de Sovjet-Unie werden in 1991 verkiezingen gehouden in Tadzjikistan. Begin 1992 kwam de oppositie in opstand tegen de uitslag: de oud-communisten hadden gewonnen. Er brak een burgeroorlog uit tussen de gevestigde macht en hervormingsgezinden en islamisten uit de achtergestelde regio's van het land, die zich hadden verenigd. In 1997 werd onder VN-bemiddeling een vredesakkoord gesloten.

Inhoud

Waarnemingen

Tijdens de gesprekken in Moskou waren de partijen tot een protocol over militaire kwesties gekomen met erin onder meer akkoorden over herintegratie, ontwapening en ontmanteling van UTO-eenheden (oppositie). De partijen vroegen de hulp van de VN voor de uitvoering ervan. Intussen was wel de humanitaire situatie in Tadzjikistan verslechterd. Ook werden het VN-personeel en dat van de GOS voortdurend aangevallen, waardoor de secretaris-generaal zich genoodzaakt zag de VN-activiteiten op een kleine aanwezigheid van UNMOT na op te schorten.

Handelingen

De Veiligheidsraad verwelkomde het bereikte akkoord en riep op het na te leven. Ook was het staakt-het-vuren relatief goed nageleefd. Wel werd de slechte behandeling te opzicht van UNMOT en ander internationaal personeel streng veroordeeld. De Tadzjiekse overheid werd gevraagd veiligheidsmaatregelen te nemen. Het mandaat van UNMOT werd verlengd tot 15 juni, gesteld dat het Akkoord van Teheran van kracht bleef. De secretaris-generaal zou de Raad op de hoogte houden, werd gevraagd tegen 30 april mogelijk manieren op te geven waarop de VN kon helpen met de uitvoering van het protocol en tegen 1 juni te rapporteren met aanbevelingen over de VN-aanwezigheid.

Verwante resoluties