Ernst Hirsch Ballin

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Ernst Hirsch-Ballin)
Ernst Hirsch Ballin
Ernst Hirsch Ballin in 2013
Algemene informatie
Volledige naam Ernst Maurits Henricus Hirsch Ballin
Geboren 15 december 1950
Geboorteplaats Amsterdam (Noord-Holland)
Partij CDA (vanaf 1982)
Titulatuur prof. em. mr. dr.
Politieke functies
1989–1994
2006–2010
Minister van Justitie
1989–1994 Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken
1994
2010
Minister van Binnenlandse Zaken
1994–1995 Lid van de Tweede Kamer
1995–2000 Lid van de Eerste Kamer
2000–2006 Lid van de Raad van State
2014–2019 Lid van de WRR
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Nederland

Ernst Maurits Henricus Hirsch Ballin (geboren als Ernst Maurits Henricus Hirsch; Amsterdam, 15 december 1950) is een Nederlands voormalig politicus van het Christen-Democratisch Appèl (CDA) en rechtsgeleerde.

Hirsch Ballin was minister van Justitie in het kabinet-Lubbers III van 1989 tot 1994 en kortstondig lid van de Tweede Kamer van 1994 tot 1995 en lid van de Eerste Kamer 1995 tot 2000 en lid van de Raad van State van 2000 tot 2006. Hij was wederom minister van Justitie in de kabinetten-Balkenende III en IV van 2006 tot 2010 en kortstondig minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in dat zelfde kabinet in 2010. Hirsch Ballin was later lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) van 2014 tot 2019.

Ouders[bewerken | brontekst bewerken]

Hirsch Ballin is de zoon van de Duitse rechtsgeleerde Ernst Denny Hirsch Ballin, die in de jaren 30 terecht kwam in het kamp Buchenwald. Na de bevrijding werd deze hoogleraar in Amsterdam. Diens vrouw, Maria Koppe, was katholiek en voedde hun zoon met haar godsdienst op.

Loopbaan[bewerken | brontekst bewerken]

Ernst Hirsch Ballin studeerde rechten aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). Sinds zijn studietijd rekent hij zich tot het katholicisme. Hij is in 1979 aan de UvA gepromoveerd op het proefschrift Publiekrecht en beleid.

Van 1981 tot 1989 was hij hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Katholieke Universiteit Brabant. In 1989 trad Hirsch Ballin voor het CDA als minister van Justitie toe tot het kabinet-Lubbers III. Na het overlijden van Ien Dales op 10 januari 1994 was hij korte tijd tevens waarnemend minister van Binnenlandse Zaken, tot Ed van Thijn (PvdA) deze portefeuille op 18 januari overnam.

In april 1994 kwam zijn positie in gevaar door het politiek debat over de IRT-affaire, toen bleek, in tegenstelling tot de conclusies van de commissie-Wierenga, dat er bij het eind 1993 opgeheven Interregionaal Recherche Team (IRT) Noord-Holland/Utrecht wel degelijk sprake was van ongeoorloofde infiltratie-methoden in de georganiseerde misdaad.[1][2] Hirsch Ballin was daardoor genoodzaakt aan het eind van de kabinetstermijn, in de demissionaire periode na de verkiezingen van mei 1994, ontslag te nemen na het tumult over deze affaire[3], vrijwel direct gevolgd door Van Thijn. Hij werd tijdelijk opgevolgd door zijn staatssecretaris Aad Kosto.

Vervolgens was hij van 1994 tot 2006 weer hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Brabant, deze keer in internationaal recht. Van 1996 tot 1998 was hij ook hoogleraar aangaande wetgevingsvraagstukken.

Hirsch Ballin voor de Tweede Kamer

Vanaf 2000 was Hirsch Ballin eveneens lid van de Raad van State, totdat op 22 september 2006 bekend werd dat hij de dag daarvoor afgetreden minister Donner van Justitie was opgevolgd in het kabinet-Balkenende III.[4] Aan zijn portefeuille werd op 13 december het vreemdelingenbeleid toegevoegd, dat hij van Rita Verdonk overnam.

In het kabinet-Balkenende IV werd Hirsch Ballin opnieuw minister van Justitie. In deze functie vertolkte hij een belangrijke rol in het debat in de Tweede Kamer over de film Fitna. In dit debat gaf Geert Wilders aan door Hirsch Ballin belazerd te worden. Pas in 2020 werd duidelijk dat Hirsch Ballin zich in 2008 actief heeft ingezet om Wilders te vervolgen. Toen het OM geen strafbare feiten zag in Wilders’ uitspraken in diverse media over de islam, liet Ernst Hirsch Ballin tot drie keer toe een onafhankelijk expert aanrukken om die beslissing te heroverwegen. Dat bracht hem in ernstig conflict met het toenmalige college van procureurs-generaal.[5][6][7]

Hirsch Ballin kwam in mei 2008 onder vuur te liggen wegens zijn vermeende invloed in de arrestatie van de cartoonist Gregorius Nekschot. Hij gaf echter aan de Tweede Kamer aan geen bemoeienis in de arrestatie te hebben gehad. Volgens de oppositie was het vervolgen van de cartoonist bedoeld om een uitspraak van de rechter over godslastering uit te lokken, om zo, via een omweg, het verbod op godslastering toch in te voeren tegen de wens van de meerderheid van het kabinet in.[8]

Na het uittreden van de PvdA-ministers uit het kabinet-Balkenende IV in februari 2010 werd hij tevens (demissionair) minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bij de Tweede Kamerverkiezingen op 9 juni 2010 stelde Hirsch Ballin zich niet opnieuw verkiesbaar.[9]

Op 2 oktober van dat jaar, tijdens het CDA-congres, keerde hij zich vierkant tegen de deelname van zijn partij aan het gedoogakkoord met de PVV van Geert Wilders. Daags voor het congres had hij dat ook al publiekelijk gedaan. Nadat eind april 2012 de gedoogconstructie met de PVV was stukgelopen en het kabinet-Rutte I was gevallen, riep hij op tot een openlijke bespreking binnen het CDA van de mislukte samenwerking.

Van 2011 tot 2021 was Hirsch Ballin opnieuw hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg, met als leeropdracht Nederlands en Europees constitutioneel recht. Op 1 januari 2021 ging hij met emeritaat; hij werd opgevolgd als hoogleraar door Ingrid Leijten.

Van april 2014 tot april 2019 was Hirsch Ballin lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Hierna bleef hij tot april 2024 verbonden aan dit orgaan als adviserend lid.

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

Hirsch Ballin heeft diverse publicaties over (wijsgerig-)juridische en ethisch-religieuze zaken op zijn naam staan:

Onderscheiding[bewerken | brontekst bewerken]

Enkele onderscheidingen die Hirsch Ballin ontving:[10]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

Voorganger:
F. (Frits) Korthals Altes
M.C.F. (Rita) Verdonk (wnd)
Minister van Justitie
1989–1994
2006–2010
Opvolger:
A. (Aad) Kosto
I.W. (Ivo) Opstelten
Voorganger:
R.F.M. (Ruud) Lubbers (wnd)
Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken
1989–1994
Opvolger:
R.F.M. (Ruud) Lubbers
Voorganger:
C.I. (Ien) Dales
G. (Guusje) ter Horst
Minister van Binnenlandse Zaken
1994
2010
Opvolger:
E. (Ed) van Thijn
J.P.H. (Piet Hein) Donner
Voorganger:
P. van Dijk
Voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State
2003–2006
Opvolger:
P. van Dijk
Zie de categorie Ernst Hirsch Ballin van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.