Breviarium van Isabella van Castilië

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Isabellabrevier, De heilige Barbara f297r

Het Breviarium van Isabella van Castilië is een brevier uit de 15e eeuw, bewaard in de British Library als Ms. Add. 18851.

Oorsprong[bewerken | brontekst bewerken]

De H. Catharina naast de Heilige Maagd, dit zou een portret zijn van Isabella, Gerard David

Het breviarium van Isabella van Castilië is een brevier, gemaakt in Vlaanderen op het einde van de 15e eeuw, dat door de Spaanse edelman Francisco de Rojas aan Isabella van Castilië werd geschonken[n 1] ter gelegenheid van het dubbelhuwelijk van de kinderen van de Katholieke Koningen met de kinderen van Maximiliaan van Oostenrijk. Francisco de Rojas y Escobar was een Castiliaanse diplomaat die verscheidene belangrijke diplomatieke missies uitvoerde voor Isabella en Ferdinand. Hij was de diplomaat die de onderhandelingen over het huwelijk tussen Johan, de kroonprins, en Margaretha enerzijds en Filips de Schone en Johanna van Castilië anderzijds kon afronden in 1495. Het huwelijk van Johanna en Filips vond plaats op 20 oktober 1496 in Lier, dat van Johan en Margaretha op 3 april 1497 in Burgos. Op folium 436 verso van het handschrift vinden we de wapens van de Katholieke Koningen en van beide huwelijksparen. Het devies van Francisco de Rojas dat we terugvinden op folium 437 recto luidt: “Lux in tenebris lucet et tenebrae eam non comprehenderunt”.[n 2]

Isabellabrevier, Wapenschilden f436v

Beschrijving[bewerken | brontekst bewerken]

Het handschrift is geschreven in het Latijn en is bedoeld voor dominicaans[n 3] gebruik.[n 4][n 5]

Het handschrift bevat 524 folia en meet 230 x 160 mm. De tekst is geschreven in 2 kolommen van 34 lijnen in een tamelijk rond gotisch lettertype. De tekstzone meet 135 x 95 mm. De kolommen en lijnen zijn afgelijnd met rode inkt, maar de aflijning is nauwelijks zichtbaar.

Het bevat in totaal 170 miniaturen en is daarmee een van de rijkst versierde breviaria die bewaard zijn gebleven. De miniaturen zijn als volgt verdeeld:

  • kalender: 12
  • tijdeigen: 50
  • psalmen: 27
  • eigen en gemeenschappelijke der heiligen: 81[n 6]

Er zijn twee soorten miniaturen namelijk bladbrede en kolombrede. Van de bladbrede telt het manuscript er 44, de meeste van 24 lijnen hoog, een van 26 lijnen, twee van 19 lijnen en een van 18 lijnen. Daarnaast zijn er 104 kolombrede miniaturen waarvan de hoogte varieert tussen negen en negentien lijnen hoog. Het handschrift telt 12 kalenderbladzijden, één volbladminiatuur en een folio met wapens en emblemen. Het telt ook acht gehistorieerde initialen waarvan één onafgewerkt.

De kalender is van het Vlaamse type, niet alle dagen zijn ingevuld met de feestdag van een Heilige of een kerkelijke feestdag.

Vanaf folium 402 r – 524 is er ander perkament gebruikt en zijn het schrift, de initialen en de verluchting verschillend van het eerste deel, met uitzondering van het katern ff. 499r – 506r. Er zijn ook stijlverschillen, zo worden bijvoorbeeld de “responses” niet meer in een kleiner lettertype geschreven zoals in deel 1. Het handschrift lijkt dus duidelijk in twee campagnes gemaakt te zijn.

Lekenbrevier[bewerken | brontekst bewerken]

Dit breviarium was geen uitzondering in de collectie van Isabella, de koningin bezat er twintig, een onwaarschijnlijk groot aantal,[a 1] zoals blijkt uit de inventaris opgemaakt door Elisa Ruiz García. Het was gebruikelijk dat de adellijke dames een getijdenboek gebruikten voor hun persoonlijke devotie, het brevier was in principe het boek voor de geestelijken. Het blijft gissen naar de bedoeling van Isabella met haar breviaria, maar een hypothese die verre van onwaarschijnlijk lijkt te zijn is, dat het getijdenboek ondertussen zijn weg had gevonden naar het “grote publiek”, ook de gegoede burgerij beschikte over luxueuze getijdenboeken en dat men zich met een brevier kon distantiëren van het gewone volk. Bovendien kon het door zijn omvang een gans ander verluchtingsprogramma herbergen.

In Frankrijk vindt men dergelijke breviaria terug bij de Koninklijke familie[n 7][n 8] vanaf het einde van de 13e eeuw. De hertogen van Bourgondië volgen dit voorbeeld, zoals later ook de Spaanse Koninklijke familie dat zal doen.

Enkele van de befaamde middeleeuwse breviaria zijn:

Geschiedenis van het handschrift[bewerken | brontekst bewerken]

Wie het manuscript verwierf na de dood van Isabella, of zelfs nog tijdens haar leven, is niet bekend. Een auteur[a 2] vermeldt, dat het boek zou meegenomen zijn uit het Escuriaal gedurende de Franse invasie in Spanje, maar er zijn geen documenten teruggevonden die dit bevestigen.

In 1815 is het werk in het bezit van John Dent, een Brits verzamelaar die bankier en Parlementslid was. Uit 1817 kennen we een beschrijving van het boek door Thomas Frognall Dibdin.[a 3] Na het overlijden van Dent in 1826 wordt zijn collectie in 1827 verkocht en in de catalogus van de verkoop worden vier bladzijden besteed aan de bespreking van het breviarium van Isabella van Castilië. Het boek wordt verkocht voor £ 378[a 4] aan Philip Hurd, lid van de Inner Temple.[n 9] Vijf jaar later, na Hurd’s dood wordt het boek opnieuw verkocht voor £ 520[a 5] en komt het terecht in de verzameling van John Soane, een beroemd architect en de stichter van het “Sir John Soane’s Museum”. In 1833 verkoopt Soane het handschrift aan John Tobin voor de som van £ 645.[a 6]

Frederic Madden, de toekomstige conservator van de British Library en de Duitse kunstkenner Gustav Friedrich Waagen kregen de gelegenheid het manuscript te bestuderen, toen het zich in de verzameling van Tobin bevond. Na de dood van John Tobin wordt het handschrift door diens zoon, John Tobin of Liscard, verkocht aan een Londense boekverkoper William Boone, samen met zeven andere manuscripten uit de collectie van zijn vader. Boone verkoopt het ganse lot, voor de toen exorbitante prijs van £ 3000 aan het British Museum, van waar het zal over gaan naar de British Library. Boone had zelf maar £ 1900 betaald voor het ganse pakket. Ook het bekende Bedford-getijdenboek maakte deel uit van deze deal.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

Een brevier bevat de gebeden die de geestelijken dagelijks moeten reciteren. Het ontstond in de abdijen en was het boek dat uiteindelijk gebruikt werd bij het getijdengebed.

De meeste breviaria bevatten vooreerst de 150 psalmen toegeschreven aan koning David en daarnaast gebeden specifiek voor de dag, in functie van het kerkelijk feest dat gevierd wordt of van de heilige die op die dag herdacht wordt. De psalmen worden voorafgegaan en gevolgd door antifonen, lezingen of teksten uit de heilige schriften, verzen en responses. Naast de psalmen worden ook hymnen en kantieken gebeden.

Het breviarium van Isabella van Castilië bevat de gebruikelijke secties van een dominicaans brevier zoals ze werden opgesteld door Humbert de Romans, generaal overste van de orde tussen 1254 en 1277, die een orderegel uitvaardigde betreffende het getijdengebed binnen de orde van de dominicanen.[a 7]

De indeling van het breviarium ziet er als volgt uit:

Sectie Plaats Omschrijving
De kalender ff. 1v – 7r
Het tijdeigen[n 10] ff. 8v – 110v van de eerste zondag van de advent tot aan de zaterdag voor Pasen.
De psalmen ff. 111v – 194r
Kantieken ff. 194r – 197v voor metten, lauden, vespers en completen en voor de priem op zondag
Geloofsbelijdenis en Onze Vader f. 197v
Litanie ff. 198r – 200r
Rubrieken voor de feestdagen ff. 203r – 208r uitleg over de klasse van de feestdagen en hun onderlinge rangorde
Het tijdeigen ff. 211r – 288v van Pasen tot de laatste zondag voor de advent
Officie voor een kerkwijding ff. 288v – 292r
Eigene der heiligen[n 11] ff. 293r – 498r van de heilige Andreas (30 november) tot Saturin (29 november)
Gemeenschappelijke der heiligen[n 12] ff. 498r – 508r
Officie van de H. maagd Maria ff. 508v – 512v
Officie van de doden ff. 512v – 514r
Benedicties ff. 514r – 514v bij de lessen van de metten
Gebeden voor de overledenen ff. 518v – 521r
Gebeden voor het eten ff. 521r – 521v en zegening van diverse objecten
Diverse gebeden ff. 522r – 523r met onder meer de zegening van water (wijwater) en zout.

Kalender[bewerken | brontekst bewerken]

De kalender is een normale dominicaanse kalender op basis van de dominicaanse kalender die in het derde kwart van de 13e eeuw werd opgesteld door Humbert van Romans. Een aantal wijzigingen op de originele kalender werden doorgevoerd na goedkeuring door het generaal kapittel van de dominicanen, maar het duurde soms lang eer die wijzigingen in alle kloosters gekend waren.

De kalender bevat een aantal feesten van heiligen die typisch dominicaans zijn (zie de lijst hieronder).

Datum Omschrijving
28 januari De translatie van Thomas van Aquino.
4 februari De herdenking van de overleden ouders van de ordeleden
7 maart Feestdag van Thomas van Aquino.
5 april Feestdag van Vincent Ferrer.
29 april Feestdag van Petrus van Verona.
24 mei Translatie van Dominicus.
11 juli Feestdag van Procopius.
27 juli Feestdag van Marta.
5 augustus Feestdag van Dominicus.
25 augustus Feestdag van Lodewijk de Heilige.
4 september Feestdag van Marcellus van Parijs
28 september Feestdag van Wenceslas van Bohemen.
10 oktober Herdenking van alle overleden ordeleden
8 december Heiliging van Maria

Naast elke feestdag wordt in de kalender ook de rangorde van het feest opgegeven: memoria, iii lectiones, simplex, semiduplex, duplex en totum duplex. Deze rangorde wordt onder meer gebruikt om na te gaan welke gebeden voorrang krijgen als variabele feestdagen samenvallen met de herdenking van een heilige. De hier gebruikte terminologie is typisch voor de dominicanen. In het brevier vindt men op ff. 203r – 208r een tekst die verklaart hoe deze gegevens moeten gebruikt worden.

Naast de feestdagen bevat de kalender de gegevens voor het berekenen van de weekdag in een willekeurig jaar, de numerus aureus in de eerste kolom en de zondagsletter in de tweede kolom. In de derde kolom vinden we het dagnummer uitgedrukt op de Romeinse wijze met calendae, nonae en idus. Ook de datum waarop de zon voor het eerst in een dierenriemteken staat wordt aangegeven.

Bovenaan elke maand wordt aangegeven hoeveel dagen de maand bevat, hoeveel maan-dagen ze telt, hoelang de dag duurt en hoelang de nacht duurt.

Het tijdeigen[bewerken | brontekst bewerken]

Het tijdeigen de gebeden voor het kerkelijk jaar volgens de kerkelijke kalender die begint bij de advent. Voor elke dag worden dan de gebeden gegeven die tijdens de verschillende gebedsstonden (metten, lauden, priem, terts, sext, none, vespers en completen) moeten gebeden worden. Die gebeden bestaan uit hymnen, psalmen, lezingen uit het Oude en het Nieuwe Testament, predicaties van de kerkvaders en dergelijke meer. Het tijdeigen bevat enkel de gebeden die typisch zijn voor de behandelde dag. Voor terugkerende gebeden zoals de hymnen, psalmen en kantieken wordt niet het gebed opgenomen maar een verwijzing naar het gedeelte van het boek waar het betrokken gebed kan teruggevonden worden. In het brevier van Isabella werden de hymnen wel opgenomen in het tijdeigen en in het eigene der heiligen, het manuscript heeft geen apart hymnarium. Die verwijzingen, naar bijvoorbeeld de psalmen, worden in het rood geschreven en noemt men rubrieken.

Als men het brevier gaat lezen, vertrekkend van het tijdeigen zal men opmerken dat de dagelijkse gebeden voor de zondag en voor belangrijke feestdagen beginnen met de vespers, het voorlaatste getijde van de dag, van de zaterdag of de voorgaande dag. Dit was standaard, de viering van een feest begon met de vigilie, de avond daarvoor.

Uitzonderlijk aan het breviarium van Isabella, is dat het psalter het tijdeigen in twee verdeelt. Dit zou er kunnen op wijzen, dat de legger[n 13] waarvan het brevier gekopieerd werd uit twee delen bestond, een winterbrevier en een zomerbrevier en dat pas tijdens de uitvoering beslist werd er één volume van te maken. Een winterbrevier en een zomerbrevier bevatten normaal allebei het volledige psalter tussen het tijdeigen en het heilige der heiligen. Het Isabellabrevier werd in twee campagnes gemaakt. De eerste campagne stopte bij het einde van het wintergedeelte van het eigene der heiligen. Het is dus niet onmogelijk dat later beslist werd het zomergedeelte eraan toe te voegen en het tijdeigen voor de zomer achter het vervolledigde eigene der heiligen te plaatsen.

Het psalter[bewerken | brontekst bewerken]

Het psalter zoals het in de Bijbel voorkomt bestaat uit 150 psalmen die in numerieke volgorde na elkaar in het boek te vinden zijn. De volgorde waarin de psalmen moeten gebeden worden is afhankelijk van het liturgisch gebruik. Men gaat in functie van de dag van de week een aantal psalmen bidden bij elke gebedsstonde in de volgorde zoals in de tabel hieronder getoond. Deze tabel geeft de volgorde weer van het dominicaans officie dat gevolgd wordt in het Isabellabrevier. In andere breviaria kan deze volgorde verschillend zijn. Van deze volgorde kan afgeweken worden in functie van de feestdag of de heilige die op een bepaalde dag gevierd wordt. De instructies hiervoor zijn dan, als rubriek, terug te vinden in het tijdeigen.

Getijde Weekdag Psalmen
Metten
Zondag 1-3, 6-20
Maandag 26-37
Dinsdag 38-41, 43-49, 51
Woensdag 52, 54-61, 63, 65, 67
Donderdag 68-79
Vrijdag 80-88, 93, 95-96
Zaterdag 97-108
Lauden[n 14]
Zondag 92, 99, 62, 66, Benedicite, 148-150
Maandag 50, 5, 62,66, Confitebor, 148-150
Dinsdag 50, 42, 62,66, Ego dixi, 148-150
Woensdag 50, 64, 62,66, Exultavit, 148-150
Donderdag 50, 89, 62,66, Cantemus, 148-150
Vrijdag 50, 142, 62,66, Domine audivi, 148-150
Zaterdag 50, 91, 62,66, Audite, 148-150
Priem alle 53, 118:1-32
Terts alle 118:33-80
Sext alle 118:81-128
None alle 118:129-176
Vespers
Zondag 109-113
Maandag 114-116, 119-120
Dinsdag 121-125
Woensdag 126-130
Donderdag 131, 132, 134-136
Vrijdag 137-141
Zaterdag 143-147
Completen alle 4, 30:1-5, 90, 133

De psalmen in het psalter van het Isabellabrevier staan in numerieke volgorde van psalm 1 "Beatus vir" tot psalm 150 "Laudate dominum", het is dus in wezen een "psalterium non feriatum", maar hier en daar zijn psalmen een tweede maal in het psalter opgenomen om heen en weer bladeren te vermijden. Een voorbeeld hiervan is psalm 53 ("Deus in nomine tue") die we op f139v in de normale volgorde terug vinden maar die hernomen wordt op f176r, voorafgaand aan psalm 118, omdat in de gebeden van de priem psalm 53 aan psalm 118 voorafgaat. Dit is ook het geval voor psalm 94 die als allereerste psalm in het psalter staat op f111v en daarna op zijn plaats in de numerieke volgorde op f161v.

De nummering van de psalmen verschilt tussen de middeleeuwse vulgaat en sommige latere vertalingen, bijvoorbeeld de Statenvertaling. Hier wordt de vulgaatnummering gebruikt.

Het eigene der heiligen[bewerken | brontekst bewerken]

Het eigene der heiligen is functioneel gelijk aan het tijdeigen. In functie van de heilige die op een bepaalde dag gevierd wordt, kan men de gebeden die moeten gereciteerd worden vinden bij die heilige in het eigene der heiligen. Ook hier zijn rubrieken voorzien die uitleggen welke combinaties er moeten gemaakt worden.

Normalerwijze moet er overeenstemming bestaan tussen het proprium sanctorum en de kalender. Zoals in de meeste handschriften zijn er ook in het brevier van Isabella een paar kleine foutjes ingeslopen van heiligen die wel in het proprium sanctorum staan, maar niet in de kalender en omgekeerd. De belangrijkste hiervan is Edward de Belijder op 13 oktober, nochtans een dominicaanse heilige.

De verluchting[bewerken | brontekst bewerken]

De verluchting in een handschrift had als belangrijk doel, de lezer wegwijs te maken in de tekst door het structureren van de tekst. De verluchting kent dan ook een strikte hiërarchie. De grootste miniaturen duiden de belangrijke secties van het handschrift aan, de kleinere miniaturen duiden op onderdelen van die secties. De initialen worden dan gebruikt, in functie van hun hoogte, om die sectieonderdelen verder in te delen

Miniaturen over twee kolommen[bewerken | brontekst bewerken]

Zo vinden we in het handschrift een aantal miniaturen die de gehele tekstbreedte innemen en op enkele uitzonderingen in het eigene der heiligen na, 24 lijnen hoog zijn. Bij deze miniaturen vinden we ook een volledige margeversiering (4 zijdig) en begint de eigenlijk tekst met een grote versierde initiaal van 8 lijnen hoog.

Lijst van de bladbrede miniaturen

Folium Afbeelding Omschrijving
Tijdeigen (wintergedeelte)
f8v De twaalf Sibyllen (volbladminiatuur) Begin van het tijdeigen (wintergedeelte)
f9r David op zijn sterfbed Eerste zondag van de advent
f29r De aanbidding door de herders Kertmis
f37r De besnijdenis (Lucas 2:21) 1 januari
f41r De aanbidding der wijzen (Matteus 2:1-12) Epifanie
f63r God schept de dieren Septuagesima, de eerste zondag van de paaskring
f71r De bekoring van Christus (Matteus 4:1-11) Eerste zondag van de vasten
f77r Christus en de vrouw van Kanaän (Matteus 15:21-28) De tweede zondag van de vasten
f81v De uitdrijving van een stomme duivel (Lucas 11:14-28) De derde zondag van de vasten
f86r Christus en de overspelige vrouw (Johannes 8:1-11) De vierde zondag van de vasten
f90r De joden dreigen Christus te stenigen (Johannes 8:46-59) De vijfde zondag van de vasten
f96r De intrede van Christus in Jeruzalem (Matteus 21:1-9) Palmzondag
f100r De voetenwassing en het laatste avondmaal (Johannes 30:25-6) Witte donderdag
f106v De kruisiging van Christus Goede vrijdag
Psalter
f111v Nebukadnezar verbrandt de Joodse boeken Begin van het psalter, Psalm 94 Venite exultemus
f112r Wederopbouw van Jeruzalem Begin van het psalter, Psalm 1 Beatus vir
f124r David wordt als koning gezalfd Psalm 26 Dominus illuminatio mea
f132r David wordt vervloekt en gestenigd door Shimei Psalm 38 Dixi custodiam
f139r Antiochus plundert de tempel van Jeruzalem Psalm 52 Dixit insipiens
f146v David en de tempelzangers Psalm 68 Saluum me fac Deus
f155v David met muzikanten voor het tabernakel Psalm 80 Exultate Deo
f164r David met muzikanten Psalm 97 Cantate domino canticum novum
f173r Abraham redt Lot van zijn vijanden Psalm 109 Dixit Dominus Domino
f184v David en zijn muzikanten bestijgen de trappen van de tempel Psalm 119 Ad Dominum cum tribularer
Tijdeigen (zomergedeelte)
f211r De verrezen Christus Begin van het tijdeigen (zomergedeelte), stille zaterdag
f228r De hemelvaart van Christus Ons heer hemelvaart
f234v De neerdaling van de Heilige Geest Pinksterzondag
f241r Genadestoel en St. Augustinus met een kind op het strand Feest van de heilige Drievuldigheid
f252r Parabel van Lazarus en de rijke (Lucas 16:19-31) Eerste zondag na Drievuldigheidsdag
f260r Salomon die zijn zoon Rehoboam raad geeft (Spreuken 1:1-10) Eerste zondag van augustus
f262r De beproevingen van Job (Job 1:18-19) Eerste zondag van september
Eigene de heiligen
f293r Marteldood van de heilige Andreas Begin van het eigene der heiligen
f297r De heilige Barbara
f309r Johannes op Patmos
f337r De presentatie in de tempel of zuivering van Maria
f348r Thomas van Aquino en het sprekende kruisbeeld
f354r De annunciatie (boodschap van de engel Gabriel aan Maria)
f365r Petrus de martelaar
f368r De heilige Catherina van Siena
f386v De geboorte van Johannes de doper
f392r De marteldood van Petrus[n 15] en Paulus
f399r De visitatie (het bezoek van Maria aan haar nicht Elizabeth)
f436v Volbladminiatuur met de wapens van Ferdinand en Isabella
f437r Kroning van Maria (18 lijnen) en wapens van Francisco de Rojas
f455r Keizer Heraclius draagt het kruis van Christus Jeruzalem binnen (21 lijnen)
f477v Afbeelding van alle heiligen in de hemel (feest van Allerheiligen) (19 lijnen)
f481r Opstanding van Lazarus (feest van Allerzielen) (19 lijnen)

Als men deze lijst bekijkt is het voor het temporale of tijdeigen, zowel het zomergedeelte als het wintergedeelte, vrij duidelijk dat de belangrijke feestdagen en de feestdagen die een periode inluiden, worden aangekondigd met een grote miniatuur. In dit brevier worden de zondagen in de vastentijd ook met een grote miniatuur verlucht, wat eigenlijk atypisch is.

Voor de psalmen is dit op het eerste gezicht minder duidelijk, tot men de lijst van de grote miniaturen vergelijkt met de lijst van de psalmen die tijdens de metten, het eerste getijde van de dag, worden gebeden. Dan wordt duidelijk dat de psalmen die van een grote miniatuur zijn voorzien, de beginpsalmen zijn voor de metten op zondag, maandag, dinsdag en zo verder (de psalmen 1, 26, 38, 52, 68, 80 en 97). Ook de eerste psalm van de vespers op zondag (109) en de eerste van de bedevaartspsalmen (119) zijn versierd met een grote miniatuur.

Ook bij het eigene der heilige is een hiërarchie in de verluchting te zien. Sommige heiligen krijgen een miniatuur over twee kolommen (zie de tabel hierboven), andere heiligen moeten het stellen met een miniatuur over één kolom en sommigen worden aangekondigd met een gehistorieerde initiaal. Het gebruik van gehistorieerde intialen is beperkt tot de eerste folia van het proprium sanctorum. Waarschijnlijk is men bij de aanvankelijke planning uitgegaan van een verluchting met gehistorieerde initialen en later daarop teruggekomen en de intialen vervangen door kleine kolombrede miniaturen.[m 1]

Miniaturen van één kolom breed[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdeigen[bewerken | brontekst bewerken]

Binnen de belangrijke secties wordt de tekst verder onderverdeeld door miniaturen van 1 kolom breed. Zo worden bijvoorbeeld de tweede, derde en vierde zondag van de advent aangekondigd met een miniatuur van 14 of 13 lijnen hoog en een volledige, vierzijdige randversiering.

Voor de kersttijd zijn de belangrijke feesten, Kerstmis, ons Heer besnijdenis en de aanbidding der wijzen met een grote miniatuur aangegeven. De zondagen na het octaaf van Driekoningen en voor het begin van de paascyclus worden aangeduid door een initiaal van 8 lijnen hoog en driezijdige margeversiering, maar de zondagen voor het begin van de vasten en Aswoensdag krijgen dan weer een kleine miniatuur toegewezen.

Elders worden de kleine miniaturen gebruikt als illustratie van de tekst. Dat is bijvoorbeeld het geval bij het passieverhaal op de folia 101r tot en met 104r.

De zondagen van september tot de advent worden dan weer gemerkt met een kleine miniatuur.

Folium Afbeelding Omschrijving
Wintergedeelte
f14v Dag des oordeels (Lucas 21:23-55) Tweede zondag van de advent
f18r Johannes de Doper zendt twee van zijn leerlingen naar Christus(Mattheus 11:2-10) Derde zondag van de advent
f23r Johannes legt zijn boodschap uit aan de farizeeën (Johannes I:19-28) Vierde zondag van de advent
f65v De ark van Noach (Genesis 6) Sexagesima, tweede zondag voor aswoensdag
f67v Abraham trekt naar het beloofde land (Genesis 12) Quinquagesima, zondag voor aswoensdag
f69v Priester geeft askruisjes aan de gelovigen Aswoensdag
f100v Christus wakend in de olijfhof (Matheus 26:40) Illustratie van het lijdensverhaal
f100v Spreekt tot de soldaten (Johannes 18:5-6) Illustratie van het lijdensverhaal
f101r De judaskus (Matheus 26:51) Illustratie van het lijdensverhaal
f101r Christus voor Annas de hogepriester(Johannes 18:13-23) Illustratie van het lijdensverhaal
f101v Christus voor Kajafas (Matheus 26:57-66) Illustratie van het lijdensverhaal
f101v De bespotting van Christus (Matheus 26:67-68)[n 16] Illustratie van het lijdensverhaal
f102r Christus voor Pilatus (Lucas 23:1-6) Illustratie van het lijdensverhaal
f102r Christus wordt naar Herodes gebracht (Lucas 23:7) Illustratie van het lijdensverhaal
f102v Christus voor Herodes Illustratie van het lijdensverhaal
f102v Christus wordt teruggebracht naar Pilatus Illustratie van het lijdensverhaal
f103r Christus voor de tweede maal voor Pilatus (Lucas 23:13-24) Illustratie van het lijdensverhaal
f103r Christus wordt gegeseld (Marcus 15:15) Illustratie van het lijdensverhaal
f103v De doornenkroon (Matheus 27:27-31) Illustratie van het lijdensverhaal
f103v Ecce Homo (Johannes 19:5) Illustratie van het lijdensverhaal
f104r De kruisdraging (Johannes 19:23-24) Illustratie van het lijdensverhaal
f104r Christus wachtend op zijn kruisiging en de verdeling van zijn opperkleed Illustratie van het lijdensverhaal
f108v Soldaten slapend rond het graf van Christus Stille Zaterdag
Rubrieken[n 17]
f203r Een dominicaan voorlezend voor zijn ordebroeders Rubrieken over het gebruik van het brevier
Zomergedeelte
f220v Johannes op Patmos Bij de lezing uit de Apocalyps in de metten van de paasweek
f263v Tobias die brood uitdeelt (Tobias :19-20) Eerste zondag van september
f266r Alexander de Grote verslaat Darius (I Maccabeeën 1:1-2) Eerste zondag van oktober
f270r Profeten in een kerkgebouw biddend tot God Eerste zondag van november
Kerkwijding[n 18]
f298r Kerkwijdingceremonie Officie van een kerkwijding

Psalter[bewerken | brontekst bewerken]

Ook in het psalter worden talrijke psalmen geïllustreerd met een kleine miniatuur die gebaseerd is op de tekst van de psalm of op de psalmcommentaren van Nicolas de Lyre,[a 8] zoals dat trouwens ook het geval is voor de bladbrede miniaturen. In het psalter worden de kleine miniaturen gebruikt voor het merken van de beginpsalmen voor de vespers van de weekdagen en voor de beginpsalmen van de kleine getijden (priem, terts, sext en none). De beginpsalmen van Lauden en completen zijn niet aangeduid met een miniatuur.

Folium Afbeelding Omschrijving
f174r Doortocht van de rode zee (Exodus 14:23-37) Psalm 113 In exitu israel de egypto
f174v David neemt de beker en de speer uit de tent van Saul (I Samuël 26:12-13) Psalm 114 Dilexi quoniam exaudiet
f176r Een man uit Ziph verraadt de verblijfplaats van David aan Saul (1 Samuël 22:14-20) Psalm 53
f177v Verdrijving van Adam en Eva uit het paradijs (Genesis 4:23-24) en een pinksterscène Psalm 118:33-80 Legem pone michi domine
f180r Jacobsladder (Genesis 28:12-14) Psalm 118:81-128 Defecit in salutare tuam
f182r Een biddende vrouw in een rozentuin Psalm 118:129-176 Mirabilia testimonia tua
f185r Salomon overziet de bouw van de tempel Psalm 121 Letatus sum
f186r Christus en heiligen in de hemel boven een kerk Psalm 126 Nisi dominus aedificaverit
f187r De ark wordt in de tempel geplaatst (II Koningen 6:15) Psalm 131 Memento domine
f189r Goliath daagt de Israëlieten uit tot een tweegevecht (1 Samuël 17:4-10) Psalm 137 Cofitebor tibi
f191v Gevecht tussen David en Goliath (I Samuël 17:40-51) Psalm 143 Benedictus dominus

Kantieken[bewerken | brontekst bewerken]

Ook de tekst van de kantieken, gebeden of hymnen uit de Bijbel, zowel uit het Oude Testament als uit het Nieuwe Testament, wordt met enkele kleine miniaturen geïllustreerd.

Folium Afbeelding Omschrijving
Kantieken
f194r Doopsel van de heilige Augustinus Te Deum
f194v De drie jongelingen in de vurige oven (Daniel 3:52-90) Benedicite, omnia opera (lied van de drie jongelingen)
f195v Visitatie (Lucas 1:46-55) Magnificat (Lofzang van Maria)
f196r Presentatie van Jezus in de tempel (Lucas 2:29-32) Nunc dimittis (Lofzang van Simeon)
f196v De paus kijkt toe bij het verbranden van ketterse boeken Quicumque vult (Geloofsbelijdenis van Athanasius)
Litanie
f198r Leiders van kerk en staat bidden tot Christus Litanie

Eigene der heiligen[bewerken | brontekst bewerken]

Het grootste aantal miniaturen is te vinden in het proprium sanctorum of eigene der heiligen, voor 81 van de 178 feestdagen is een miniatuur voorzien. Het proprium sanctorum bevat dus bijna de helft van de 170 miniaturen waarmee het handschrift verlucht werd. De keuze van de verluchting is afhankelijk van het ‘gebruik’ van het brevier. In een brevier voor dominicaans gebruik zal men andere selecties maken dan in een brevier voor cisterciënzer gebruik. De keuze van de verluchting is natuurlijk ook afhankelijk van de voorkeur van de opdrachtgever of van de persoon voor wie het boek bestemd was en daarnaast vindt men de belangrijke heiligen van de kerk die in elk brevier of getijdenboek terugkeren zoals de evangelisten, een aantal apostelen, de heilige Anna, Barbara, Catharina van Alexandrië, Franciscus van Assisi, Sint-Joris, Stefanus, Sebastianus en zo voort.

Gezien dit getijdenboek opgesteld werd voor dominicaans gebruik nemen de preferente dominicaanse heiligen Dominicus, Thomas van Aquino, Petrus van Verona, Vincent Ferrer, Catharina van Siena en Procopius een belangrijke plaats in.

In het eigene der heiligen kan men het gebruik van kleine miniaturen zowel zien als bladwijzer of als illustratie van de (kenmerken) van de heilige die aangeroepen wordt met eventueel een voorstelling van zijn marteldood of een bijzondere gebeurtenis in zijn leven. In de onderstaande lijst kan men een volledige lijst van de miniaturen, met een korte omschrijving terugvinden. Ook de bladbrede miniaturen zijn in de lijst opgenomen.

De data van de feestdagen in deze lijst kunnen verschillen van de data die terug te vinden zijn in de moderne heiligenkalender. Hiervoor zijn er twee oorzaken. De eerste is dat de dominicaanse kalender soms afwijkt van de Romeinse kalender. De tweede oorzaak ligt in het feit dat sommige feestdagen van heiligen sedert de middeleeuwen gewijzigd zijn.

Folium Datum H[n 19] Typ[n 20] Omschrijving
f293r 30/11 24 BB Andreas, apostel; zijn dood op het andreaskruis. Op de achtergrond wordt een verhaal uit de Legenda Aurea van Jacobus de Voragine omtrent Andreas afgebeeld.
f297r 4/12 24 BB Barbara gezeten in een ommuurde tuin naast haar symbool, de toren, met in het landschap op de achtergrond de afbeelding van haar levensverhaal en marteldood
f297v 6/12 9 I Nicolaas, de initiaal is leeg gebleven
f301r 8/12 12 KB De kroning van Maria door de heilige Drievuldigheid
f303r 13/12 7 I Lucia met een boek en een kolom[n 21]
f304v 21/12 9 I Thomas, apostel|, afgebeeld met speer[n 22] en boek.
f306r 26/12 9 I Stefanus, de eerste martelaar, afgebeeld met boek en stenen.
f309r 27/12 24 BB Johannes de evangelist op Patmos. Hij is afgebeeld met zijn symbool, de Adelaar, schrijvend op een boekrol. In het landschap op de achtergrond ziet men drie van de vier ruiters van de Apocalyps.
f312r 28/12 12 KB Onnozele kinderen, voorstelling van de moord op de onnozele kinderen.
f314v 29/12 12 KB Thomas van Canterbury; Thomas staat aan het altaar met zijn kapelaan, terwijl achter hem de moordenaars toesluipen.
f320v 17/1 9 I Antonius, abt en kluizenaar, in een zwart habijt met een staf en een boekentas.
f322v 20/1 9 I Fabianus en Sebastiaan. Fabianus gekleed als bisschop en met een staf, Sebastiaan vast gevonden aan een zuil en met pijlen doorboord. Behalve hun gemeenschappelijke feestdag is er tussen deze heiligen geen verband.
f324r 21/1 10 I Agnes, staande in een landschap met een lam, haar symbool, gebaseerd op haar naam (agnus=lam). De palmtak die ze vasthoudt is het symbool van haar martelaarschap.
f326r 22/1 12 I Vincentius van Zaragoza met palmtak en boek in zijn hand.
f328v 25/1 13 KB De bekering van Paulus. Paulus valt met zijn paard en in de lucht zien we zijn visioen van Christus.
f331v 28/1 15 KB De translatie van Thomas van Aquino. Thomas staat in een tuin met een kelk in de hand en zijn staf en mijter liggen op de grond. Hij wordt gekroond door een engel. Staf en mijter zijn foutieve attributen want hij was geen bisschop.
f337v 2/2 24 BB Reiniging van de maagd Maria, ook presentatie van Jezus in de tempel of lichtmis genoemd.
f345v 22/2 14 KB De stoel van de heilige Petrus. Christus spreekt tot een geknielde Petrus met een Tiara, met in de achtergrond de stoel van Petrus.
f347r 24/2 14 KB Mattheus, apostel. Mattheus wordt afgebeeld in een landschap met een boek en een winkelhaak. Meestal wordt hij afgebeeld met een bijl of een hellebaard, het tuih waarmee hij werd gedood, maar hier heeft men de voorkeur gegeven aan de winkelhaak, zijn symbool als patroon van de schrijnwerkers.
f348r 8/3 24 BB Thomas van Aquino en het mirakel van het sprekende kruisbeeld.
f354r 25/3 24 BB Annunciatie. De miniatuur toont de klassieke iconografie voor de aanunciatie maar op de voorgrond zien we Jesse of Isaï, de vader van David en stamvader van het geslacht van Jezus met de stamboom die uit hem ontspruit. De combinatie van deze boom van Jesse met de annunciatie is hoogst uitzonderlijk.
f358r 5/4 14 KB Vincent Ferrer, een dominicaan, met Christus als rechter in de hemel.
f363r[n 23] 23/4 12 KB Sint-Joris vechtend met de draak en de prinses wier leven hij redt op de achtergrond.
f364r[n 23] 25/4 10 KB Marcus de evangelist, met zijn symbool, de leeuw, schrijvend in een kamer.
f365r[n 24] 29/4 24 BB Petrus van Verona (of Petrus de martelaar), een dominicaan. De miniatuur toont zijn marteldood, waarbij hij met zijn bloed al stervende, “credo”(ik geloof) op de grond schrijft.
f367r[n 23] 1/5 12 KB Philippus en Jakobus de Mindere, apostelen. Ze zijn afgebeeld in een landschap. Philippus houdt een kruisstaf in zijn hand, Jacobus een voldersstok, het werktuig van zijn marteldood.
f368r[n 23] 2/5 24 BB Catharina van Siena, lid van de derde orde van Dominicus. Ze wordt afgebeeld met een kruis en bloemen in haar rechterhand, een hart in haar linkerhand en gekroond met een doornenkroon.
f372r[n 24] 3/5 12 KB De kruisvinding door Helena van Constantinopel.
f374r[n 24] 4/5 13 KB Feest van de doornenkroon. Op de afbeelding zien we de kroning van Christus met een doornenkroon.
f385v[n 23] 22/6 12 KB Achatius en de 10.000 Armeense martelaren. Op de miniatuur zien we een aantal lichamen op doornen gespietst aan de voet van een heuvel.
f386v[n 24] 24/6 24 BB De geboorte van Johannes de Doper. De miniatuur toont ons de kraamkamer, met het kindje dat gaat gewassen worden.
f390r[n 24] 26/6 12 KB Johannes en Paulus, martelaren. Johannes en Paulus werden ca. 360 in Rome onthoofd. Op de miniatuur gebruikt de miniaturist een beeld van Johannes de Doper met een lam en de apostel Paulus met een zwaard om deze heiligen voor te stellen, blijkbaar was geen iconografie voor hen beschikbaar.
f392r[n 24] 29/6 24 BB Petrus en Paulus, apostelen. Op de miniatuur worden beide apostelen onthoofd. Volgens de traditie werd Petrus gekruisigd.
f399r[n 24] 2/7 24 BB Visitatie. De latere datum van deze miniatuur wordt geïllustreerd door het gebouw in klassieke stijl op de achtergrond.
f404v 10/7 14 KB De zeven broeders, de zeven zonen van Felicitas van Rome.
f405r 11/7 13 KB Procopius. Hij wordt afgebeeld als abt met een boek en zij kromstaf. De mijter staat naast hem op het altaar. Procopius stichtte de abdij van Sázava in Bohemen en is een van de heiligen die door de dominicanen aan het proprium sanctorum werden toegevoegd om een meer “internationale” lijst te bewerkstelligen. Ook Lodewijk IX, Wenceslas van Bohemen en Edward de belijder werden waarschijnlijk om die reden toegevoegd.[m 2]
f405v 17/7 12 KB Alexius, voorgesteld met een scepter, een boek en een ladder.
f406v 20/7 9 KB Margaretha van Antiochië. Zij wordt afgebeeld in een gevangenis, stappend uit een draak met een klein kruisbeeld in de hand.
f407v 21/7 14 KB Praxedis met palmtak en boek. Romeinse martelares uit de 2e eeuw.
f408r 22/7 12 KB Maria Magdalena. Hier voorgesteld met de Calvarieberg op de achtergrond en de zalfpot in haar handen.
f411r 23/7 13 KB Apollinaris als bisschop lezend in een boek, met staf en mijter en een zwaard in zijn hand.
f412v 25/7 15 KB Jacobus de meerdere, lezend met een pelgrimsstaf in zijn hand en een St. Jacobsschelp op zijn hoed.
f414r 26/7 14 KB Anna ten drieën
f47r 27/7 15 KB Marta (de zus van Maria Magdalena en Lazarus, lezend in een boek, met sleutels en een pollepel in haar hand.
f418r 29/7 15 KB Felix, Simplicius, Faustinus en Beatrix.
f419v 1/8 14 KB De bevrijding van Petrus uit de gevangenis (Handelingen 12).
f421v 3/8 14 KB Inventio[n 25] van Stefanus. Hij wordt voorgesteld als diaken, gekleed met een dalmatiek met stenen in de ene hand en een boek in de andere.
f423v 5/8 14 KB Dominicus, de stichter van de orde van de dominicanen. Voorgesteld in een landschap.
f427r 6/8 14 KB De transfiguratie op de berg Tabor (Matheus 17:4-5)
f431r 10/8 14 KB Laurentius met rooster en boek.
f437r 15/8 18 BB Onze Lieve Vrouw Hemelvaart, kroning van Maria door de heilige Drievuldigheid, met musicerende engelen op de achtergrond.
f441r 20/8 15 KB Bernardus met boek en staf in cisterciënzerhabijt met een bruine hond en een duivel naast hem.
f442v 24/8 16 KB Bartolomeüs in een landschap, met een mes, hij werd levend gevild en een boekentas.
f444r 25/8 14 KB De heilige Lodewijk, koning van Frankrijk.
f445v 28/8 13 KB Augustinus zetelend als bisschop met een hart en een staf.
f449r 29/8 16 KB Onthoofding van Johannes de Doper in een landschap. Johannes wijst naar het Lam Gods dat gezeten op een boek een kruis vasthoudt. De miniatuur past duidelijk niet bij de herdenking van de onthoofding van Johannes.
f451v 8/9 19 KB De geboorte van Maria, met de afbeelding van de kraamkamer.
f455r 9&11/9 17 BB Gorgonius, Protus en Iacintus. De bladbrede miniatuur is in twee helften gesplitst met een zuil. In de linkerhelft is Gorgonius afgebeeld met een zwaard in de hand en voor een muur staand. Achter de muur staan Protus en Iacintus met een boek.
f455r 14/9 17 BB Kruisverheffing. De bladbrede miniatuur is in twee helften gesplitst met een zuil. In de rechterhelft wordt keizer Heraclius afgebeeld die het ware kruis door de stadspoort Jeruzalem binnendraagt.
f458r 16/9 15 KB Eufemia met een zwaard en een molensteen. Eufemia was de dochter van een Romeins senator en stierf de marteldood onder de vervolgingen van Diocletianus.
f459r 21/9 16 KB Mattheus de evangelist met zijn symbool, de engel, in een interieur schrijvend aan zijn evangelie.
f461r 22/9 13 KB Mauritius en zijn gezellen. Mauritius wordt afgebeeld in wapenrusting met een zwaard en lezend in een boek. Vier wapenmakkers staan rondom hem.
f462r 27/9 12 KB Cosmas en Damianus waren volgens de christelijke overlevering tweelingbroers en geneesheren. Ze worden dan ook afgebeeld, de ene met een urinefles in de hand, de andere met een mortier met stamper.
f463v 28/9 15 KB Wenceslas, hertog van Bohemen, in een landschap met zwaard en boek.
f464r 29/9 15 KB De aartsengel Michaël in een harnas met een zwaard een draak en een duivel vertrappend.
f476v 30/9 12 KB Hiëronymus gekleed als kardinaal zittend in een landschap met een leeuw.
f468v 1/10 16 KB Remigius afgebeeld als Bavo. Een ridder met zwaard en schild en opzij van hem een knielende jongen en 2 duivels. De voorstelling is van de heilige Bavo die in Gent op 1 oktober gevierd werd. De tekst bij de miniatuur bevat de gebeden voor Remigius. De verluchter heeft zich hier waarschijnlijk vergist.
f469v 4/10 15 KB Franciscus die de stigmata ontvangt.
f470v 7/10 14 KB Paus Marcus met tiara en kruisstaf, lezend in een boek.
f471r 9/10 15 KB Sint-Denijs en zijn gezellen Eleuterus en Rusticus. Hij staat in een landschap met op de achtergrond een kapel en zijn hoofd is half afgeslagen. In de iconografie van Sint-Denijs wordt hij dikwijls afgebeeld met zijn afgeslagen hoofd dat hij zelf draagt.
f472v 13/10 13 KB Translatie van Edward de Belijder met scepter en een open boek voor een eredoek.
f473r 18/10 13 KB Lucas de evangelist in zijn studeervertrek waar hij begint met een schilderij van Onze Lieve Vrouw. Ook zijn symbool, de stier of de os, wordt afgebeeld.
f474v 21/10 16 KB Ursula en de elfduizend maagden. Ze worden afgebeeld in een landschap met Ursula vooraan geflankeerd door twee van haar gezellinnen en een ganse stoet die achter haar aan komt. Usrsula houdt pijlen in de handen.
f467r 28/10 16 KB Simon en Judas, apostelen. Simon, patroon van de houtbewerkers, houdt een zaag vast Judas leest in een boek.
f477v 1/11 19 BB Allerheiligen. De afbeelding toont de Heilige Drievuldigheid, vader en zoon op een troon en de Heilige Geest, in de vorm van een duif, die erboven zweeft. Onderaan de troon zit Maria, geflankeerd door 2 vrouwelijke heiligen en omringd door een grote schare van heiligen, zowel geestelijken als leken.
f481r 2/11 19 BB Allerzielen. De miniatuur toont de opwekking van Lazarus, wat een tamelijk ongebruikelijke iconografie is voor deze feestdag.
f484v 8/11 14 KB Vier Gekroonde Martelaren. Het gaat hier over Claudius, Nicostratus, Simpronianus en Castoris, vier metselaars die de marteldood stierven in Rome in de vroege 4e eeuw. In hun handen ziet men hun werktuigen zoals een truweel, hamer en beitel, een winkelkaak en een brede houten plank. Een van hen houdt een boek vast.
f485r 9/11 16 KB Theodoor Tiro, ook Theodoor van Amasea of Theodoor Stratelates genoemd. Hij wordt afgebeeld als een rijkelijk geklede leek. De iconografie klopt niet, hij zou als militair moeten afgebeeld worden.
f485v 11/11 15 KB Sint-Maarten die zijn mantel deelt met een halfnaakte kreupele bij een stadspoort.
f488v 19/11 16 KB Elizabeth van Hongarije. Ze wordt afgebeeld, gekroond, staand voor een eredoek en in haar handen draagt ze twee kronen, symbolen van haar wereldrijke rang als prinses van Hongarije en haar hemelse status als heilige.
f491v 22/11 17 KB Cecilia, afgebeeld in een nis, ze leest in een boek en op haar linkerhand draagt ze een orgeltje.
f494r 23/11 17 KB Paus Clemens I. De miniatuur toont hem in een landschap met in de achtergrond de zee. Hij draagt de tiara en heeft een kruisstaf. Achter hem ligt een anker, hij zou namelijk in zee zijn geworpen met een anker rond zijn nek.
f495v 25/11 17 KB Catharina van Alexandrië. Ze wordt afgebeeld staande in een landschap met een zwaard in de rechterhand en een boek in de linker. Op de achtergrond zien we het klassiek attribuut van het gebroken rad. Ze vertrapt haar gekroonde vervolger.
f499r --- 12 KB De twaalf apostelen. Deze miniatuur wordt gebruikt om het gemeenschappelijke de heiligen aan te kondigen.

Kalenderminiaturen[bewerken | brontekst bewerken]

De kalenderminiaturen vallen buiten het beschreven hiërarchische systeem. Ze hebben niet de bedoeling de tekst te structureren of te verduidelijken maar zijn louter voor de versiering bedoeld. In het breviarium van Isabella zijn de kalenderminiaturen de enige echte volbladminiaturen. Ze zijn alleszins opgezet als een volbladminiatuur, met een landschap waarop de werken van de maand worden afgebeeld. Over een deel van dat landschap wordt dan als het ware, het kalenderblad geplakt. Het dierenriemteken van de maand is steeds in de linker- of rechterbovenhoek geplaatst, aan de buitenkant van de bladzijde.

De techniek om de kalenderminiaturen op te zetten als een volbladminiatuur, begint in Frankrijk in het derde kwart van de 15e eeuw. De Gebroeders Van Limburg hadden in de Très Riches Heures du duc de Berry hiervoor de toon gezet met echte volbladminiaturen voor de kalender, maar dit zou pas veel later navolging vinden, onder meer in het breviarium Grimani. Het Isabellabrevier was een van de eerste handschriften waar de techniek van "overschreven" volbladminiaturen voor de kalender in Vlaanderen werd toegepast.[m 3]

Initialen[bewerken | brontekst bewerken]

Dit handschrift bevat letterlijk duizenden versierde initialen. Ze zijn tussen één en acht lijnen hoog. Alle letters zijn getekend met blauwe of lila inkt op een gouden achtergrond en de onderdelen van de initialen zijn versierd met geometrische motieven in het wit. De open ruimte(s) binnen de initiaal is (zijn) meestal versierd met ranken of florale motieven, soms ook met geometrische structuren. Bij de grotere initialen zijn de hoeken dikwijls rond ingesneden. Ook de initialen worden gebruikt om de tekst te structureren. In het psalter bijvoorbeeld, wordt het begin van elke psalm aangeduid met een initiaal van 3 lijnen hoog.[n 26]

Lijnvullers[bewerken | brontekst bewerken]

Overal waar een blanco ruimte dreigt te ontstaan op het einde van een lijn, wordt de lijn opgevuld met een gouden balk waarop bloemknopjes, ranken of geometrische motieven worden geschilderd. In het psalter komen deze lijnvullers veelvuldig voor, ze worden er gebruikt om het verseinde aan te geven. Soms wordt in plaats van de gouden balkjes een soort ketting van o’s gebruikt, geschreven in rode inkt.

Marges[bewerken | brontekst bewerken]

Ook van marges is er extensief gebruikgemaakt om het handschrift te versieren. Elke bladzijde met een grote of kleine miniatuur heeft een volledige, vierzijdige margeversiering. De margeversiering wordt ook aangebracht tussen de twee kolommen.

Men heeft in het brevier van Isabella de toen al oudmodische Franse margeversiering gebruikt naast de omstreeks 1470 ontstane Gents-Brugse strooiranden. Men kan verschillende types onderscheiden.

De Franse margeversiering ontstond in Parijs in de vroege 15e eeuw in de omgeving van de Boucicaut-meester en de Bedford-meester. Dit type werd in Vlaanderen overgenomen en verder ontwikkeld. Om het onderscheid met de toen hypermoderne Gent-Brugse stijl te beklemtonen wordt het hier "oudmodisch" Frans genoemd. De Gent-Brugse stijl van margeversiering ontstaat rond 1470 in de omgeving van de Weense meester van Maria van Bourgondië, Lieven van Lathem en de meester van Margaretha van York.

De oudmodische margeversiering wordt op het blanco perkament geschilderd. Er zijn hiervan twee varianten. De eerste heeft fijne acanthusranken geschilderd in het blauw en goud, met aardbeien, kleine bloemen, blaadjes en twijgen en kleine gouden stipjes. De andere variant heeft dezelfde elementen maar met als enige kleuren blauw, goud en zwart (zie voorbeeld).

Bij de "moderne" Gent-Brugse borders wordt de marge eerst ingekleurd meestal in het geel. Hierop wordt dan de versiering geschilderd. Ook bij deze marges kunnen we verschillende types onderscheiden.

Bij de eerste variant zien we zeer brede acanthus takken met grote bladeren dikwijls verknoopt of in mekaar gevlochten. De acanthus takken zijn wit of goud geschilderd. Tussen de acanthus zien we bloemen en aardbeien groeien, en vogels en insecten bevolken de marge. Hier en daar zien we menselijke figuren in of tussen de takken klimmen (zie voorbeeld).

De tweede variant bestaat uit veel dunnere acanthusranken die zelf bloeien en waaruit bloemen ontluiken (zie voorbeeld).

De derde variant zijn de strooiranden, waar bloemen en bloemknoppen uitgestrooid zijn over de ingekleurde rand (zie voorbeeld). Soms worden de oudmodische marges gecombineerd met de strooirand, die dan in een smalle boord om het tekstblok en de miniaturen loopt. De strooiranden en de oudmodische borders worden het meest gebruikt.

Hier en daar wordt ook margeversiering gebruikt die totaal hiervan afwijkt. Het gaat dan om marges die het uitzicht van textiel krijgen, of bestaan uit tekst in grote hoofdletters geschreven. Een mooi voorbeeld van een dergelijke textielmarge is te zien op de miniatuur met de heilige Barbara aan het begin van het artikel.

Voorbeelden van de verschillende types van margedecoratie[n 27]:

Naast de marges die de volledige bladzijde of drie zijden ervan omkaderen, vindt men op de tekstbladzijden ook gedeeltelijke marges van enkele lijnen tot een bladzijde hoog, steeds links van de kolom af en toe ook in een hoek linksboven of rechtsonder. Deze kleine marges gaan samen met de grotere initialen (3 lijnen en meer) en hebben naast het versierende ook een structurerend doel. Deze margeversiering is letterlijk op elke bladzijde van het boek terug te vinden en in die optiek kan men zeggen dat de 1048 pagina's van het boek versierd zijn, dit dan op enkele volledig lege bladzijden na.

De volledige margeversiering wordt meestal gebruikt op een bladzijde met een miniatuur, klein of groot, maar komt hier en daar ook voor in combinatie met grote initialen ter inleiding van een nieuwe sectie in het handschrift waar men geen miniatuur wilde aan besteden. Voorbeelden hiervan vindt men op ff. 13r, 13v en 14r waar de gebeden voor de weekdagen van de eerste week van de advent worden ingeleid.

De kunstenaars[bewerken | brontekst bewerken]

Meester van het gebedenboek van Dresden[bewerken | brontekst bewerken]

De verluchter die het grootste deel van de verluchting van het brevier van Isabella voor zijn rekening nam kennen we als de meester van het gebedenboek van Dresden. Hij schilderde een volbladminiatuur, 32 bladbrede miniaturen en 52 kolombrede miniaturen.[m 4]

Deze meester schuwde het gebruik van modellen[a 9] en zijn inventiviteit kwam uitvoerig aan bod bij het uitwerken van de verluchting van Isabella’s brevier. De iconografie die hij gebruikte bij de illustratie van de psalmen was volkomen nieuw in Vlaanderen. Weliswaar zijn de miniaturen gebaseerd op toentertijd pas verschenen theologische werken[a 8],[a 10] maar het lijkt onwaarschijnlijk dat de miniaturist deze werken zelf heeft gelezen. Hij is waarschijnlijk geadviseerd door een theoloog en het zou niet verwonderlijk zijn als dat een dominicaan zou geweest zijn.

Het dateren van de bijdrage van de meester van het gebedenboek van Dresden is een heikele kwestie. Tot eind 20e eeuw werd zijn bijdrage gedateerd op basis van de inscriptie op folium 437r als zijnde omstreeks de tijd van het dubbelhuwelijk en de aanwezigheid van Francisco de Rojas in Vlaanderen, dus in de jaren 1490. Maar onderzoek,[a 11] zou het werk, op stilistische gronden, eerder in de voorgaande decade, dus in de jaren 1480 plaatsen en wel voor 1488 toen hij Brugge voor een tijd verliet.

De Kalendermeester[bewerken | brontekst bewerken]

De illustratie van de kalender is waarschijnlijk gebeurd in dezelfde periode waarin de meester van Dresden aan het brevier werkte, maar hoewel hij gespecialiseerd was in kalenderillustratie, is dit deel van het werk niet van zijn hand. De verluchter die de kalender maakte was ook betrokken bij de margeversiering van het type met de brede acanthusranken. De personages die her en der in de marges voorkomen zijn zeer vergelijkbaar met die in de kalender. De kalender is op artistiek vlak het zwakste deel van de verluchting.

Gerard David[bewerken | brontekst bewerken]

Gerard David, Aanbidding der wijzen, München, Alte Pinakothek, inv. no. 715)

Reeds bij de eerste analyse van het boek in 1838 had Gustav Friedrich Waagen vier miniaturen aangemerkt als zijnde van een uitzonderlijk hoge kwaliteit namelijk de miniatuur met het kerstgebeuren op f29r, de aanbidding der wijzen op f41r, Sint-Barbara op f297r en Johannes op Patmos op f309r. Waagen die het werk van Gerard David, dat in München in de Alte Pinakothek bewaard wordt, zeer goed kende, heeft de gelijkaardige miniatuur niet toegeschreven aan David, maar was wel van mening dat de vier genoemde miniaturen van één kunstenaar waren. Onderzoek wees deze vier miniaturen wel toe aan Gerard David,[a 12] hoewel hierover nog steeds discussie gaande is.[m 5] De gelijkenis in compositie tussen de miniatuur en het schilderij is treffend, maar de miniatuur kan natuurlijk ook van andere miniaturist zijn die zich op het werk van David gebaseerd heeft. Alleszins wordt meer en meer aangenomen dat Gerard David een belangrijke rol heeft gespeeld in de late miniatuurkunst in Vlaanderen.[a 13]

Het verschil tussen deze vier miniaturen en de rest van de miniaturen in de eerste campagne onder de leiding van de meester van Dresden is duidelijk. De fluweelachtige achtergrond en het rijke kleurenpalet van deze miniaturen onderscheiden ze zeer duidelijk van de andere in het eerste deel. Detail studie toont aan dat bijvoorbeeld voorgrond en achtergrond van de St. Barbara miniatuur (f297r) met een verschillende techniek geschilderd zijn[a 14] en ook het linker gedeelte van het landschap op de Johannes miniatuur is dit het geval.

De meester van Jacobus IV van Schotland[bewerken | brontekst bewerken]

Ook deze verluchter, die ons enkel bekend is via een noodnaam,[n 28][n 29] leverde 48 miniaturen voor het Isabellabrevier. De meester van Jacobus IV van Schotland werd zo genoemd naar een getijdenboek dat werd gemaakt in de periode van het huwelijk tussen Jacobus met Margaretha Tudor in 1503 en dat wordt bewaard in de Österreichische Nationalbibliothek als Cod. 1897. De meester van Jacobus IV van Schotland was een van de grote miniaturisten van de periode tussen 1480 en 1530. Hij was onder meer betrokken bij de verluchting van het Breviarium Mayer van den Bergh en het Breviarium Grimani. Deze meester was verantwoordelijk voor de illustratie van het tweede deel van het breviarium,[n 30] de tweede helft van het proprium sanctorum. In dit deel zijn alle miniaturen kolombreed, behalve de drie op ff. 437r, 477v en 481r (Opwekking van Lazarus), die wel minder hoog zijn dan de grote miniaturen in het eerste deel. Uit vergelijking met zijn ander werk plaatst men zijn bijdrage in de jaren 1490.[m 6]

Een kenmerkend verschil tussen de miniaturen in het eerste en tweede deel van het breviarium is de afboording. In het deel van de meester van Dresden lijken de miniaturen uit het blad gesneden, ze hebben geen rand. Dit is het geval voor de grote en de kleinere miniaturen uit deel 1. Dit is steeds zo als de margeversiering bestaat uit een strooirand met geschilderde achtergrond, als de border van het oudmodische type is, wordt het ganse tekstblok links, onder en rechts omkaderd met een gouden en rode lijn, maar de miniatuur zelf blijft zonder kader. In het tweede deel daarentegen hebben de miniaturen steeds een driedimensionaal kader, uitgewerkt in het goud. Ook het tekstblok wordt frequent in een dergelijk kader geplaatst en rond de volledige marge wordt ook vaak een dergelijk kader geplaatst.

Latere bijwerkingen[bewerken | brontekst bewerken]

We zagen dat de meester van Dresden zijn werk beëindigde met folium 358 recto en dat de meester van Jacobus IV van Schotland zijn werk begon met folium 404 verso. De miniaturen in de tussenliggende katernen moeten bijgevolg worden toegeschreven aan andere verluchters.

Engels kunstenaar, begin 19e eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

We weten op basis van de beschrijving van het boek door Dibdin[a 3] dat in zijn tijd de miniatuur van Sint-Catharina (f368r) ontbrak. In het licht hiervan en op basis van hun moderne stijl en de schildertechniek die doet denken aan olieverfschildering, werden deze miniatuur en vier kleine kolombrede miniaturen (f363r, f364r, f367r en f385v) toegewezen aan een vroeg-19e-eeuwse Engelse kunstenaar[a 15]

Spaans kunstenaar ca. 1500[bewerken | brontekst bewerken]

De andere miniaturen die niet werden uitgevoerd, noch in de campagne van de meester van Dresden, noch in de tweede campagne met de meester van Jacobus IV van Schotland, worden op basis van stijl toegewezen aan één kunstenaar. Op basis van de kleding van de personages, de klassieke tempel op f399r en dergelijke argumenten denkt men dat deze kunstenaar van Spaanse origine was.[m 7]

Het blijft een open vraag of deze Spaanse kunstenaar deze miniaturen maakte na de tweede campagne, dus omstreeks 1500, of dat hij de opdracht kreeg om het boek verder af te werken na de eerste campagne dus omstreeks 1488. In het tweede geval werd hij dan weer van die opdracht afgehaald omwille van de duidelijk mindere kwaliteit van zijn werk.[m 8]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Isabella Breviary (c.1497) - BL Add MS 18851 van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.